Placeholder

Enorm kleuterverdriet

Thuis lijkt Kyra op het eerste gezicht gewoon een huilende kleuter, maar Angelique weet wel beter. Alle zorgen en stress van het afgelopen jaar komen eruit.

Thuis lijkt Kyra op het eerste gezicht gewoon een huilende kleuter, maar Angelique weet wel beter. Alle zorgen en stress van het afgelopen jaar komen eruit.

Vandaag begint als vele andere dagen deze afgelopen week. Een huilende kleuter. Terwijl ze heerlijk heeft geslapen, wordt ze weer huilend wakker. De rest van de dag is niet veel beter. Om ieder klein wissewasje huilt ze en als ze na het middagdutje weer naar beneden komt, komt er een verschrikkelijke woedeaanval omdat ze haar broek zelf niet aan krijgt.

Een kleine 3 kwartier is ze boos. Ze schreeuwt, rolt over de bank en is voornamelijk heel erg hartverscheurend aan het huilen. Als ik haar probeer te kalmeren, laait het vuurtje nog meer op, dus ik besluit haar even uit te laten razen. Ik loop naar de keuken om vast wat te drinken te pakken en voel me verdrietig omdat Kyra heel veel verdriet heeft. Het lijkt om niets, maar ik weet zeker dat het te maken heeft met de verwerking van het afgelopen jaar.

Wanneer ik terug kom uit de keuken is ze wat rustiger. Ze huilt wel nog, maar de boosheid is er uit. Ik ga naast haar zitten en til haar zonder een woord te zeggen op mijn schoot. Zachtjes snikkend verbergt ze zich bijna in me. Mijn moederhart huilt wanneer ik haar rustig wiegend troost. Ik besluit dit soort voorvallen te bespreken met het eerst volgende gesprek met de oncoloog, misschien kan hij ons in de juiste richting wijzen. Ze heeft zo veel moeten meemaken en doorstaan en dat heeft ze altijd met een brede lach en veel grapjes gedaan. Maar het verdriet en de boosheid moet er toch een keer uit komen.

Wanneer ze weer een stukje is gekalmeerd, vraagt ze om chipjes. Ik weet dat wanneer mijn antwoord nee is, er weer een enorme brulpartij komt. Zal ik dan toch mijn hand over mijn hart strijken? Omdat ze.. “Nee!” zegt het stemmetje in mijn hoofd. Mijn verstand overstemt mijn hart. Ze heeft haar brood nog niet op, dus ondanks de komende huilpartij is mijn antwoord nee.

Als ik Kyra ’s avonds naar bed breng, moet het kleine lampje weer aan blijven. Ondanks dat, huilt ze toch weer als ik de deur dicht doe. Ik mag niet weg gaan, ik moet komen en als ik niet naar haar toe kom hoor ik haar vanuit haar bedje snikken: “Mama, kusjuh!” Ik sta naast haar deur. Ik vervloek de kanker en alles wat mijn meisje heeft moeten mee maken. Wie weet wat er allemaal nog meer in dat hoofdje om gaat.