Schermafbeelding 2025 06 25 Om 10.52.46

Claudia maakte de overstromingen in Valencia van dichtbij mee

Toen grote overstromingen vorig jaar de stad Valencia troffen, aarzelde de Nederlands-Spaanse Claudia (55) geen moment. Ze woont vlak bij het rampgebied en hielp wekenlang in de getroffen dorpen. “Ik ging non-stop door, stond in de overlevingsmodus.”

Ze zijn wel wat gewend in Spanje, vertelt de half-Spaanse Claudia, die sinds 2018 een huis heeft in een dorpje in de regio Valencia. “Er zijn wel vaker stormen waarbij de rivier overstroomt en mensen zandzakken moeten plaatsen. Twee jaar geleden was er zo’n hevig noodweer dat ik met mijn hond onder het bed ben gekropen, omdat ik bang was dat mijn dak het niet zou houden. Mijn auto was helemaal ingedeukt door de hagelstenen”, vertelt ze. “En laatst, met die landelijke stroomstoring, zaten we dertien uur zonder elektriciteit. Ik ben altijd goed voorbereid: als er storm voorspeld wordt, zorg ik dat mijn laptop, tablet en powerbank zijn opgeladen. Ik heb flessen water in de voorraad en twee vriezers vol met eten. Maar zoiets als de Dana – zoals wij de overstromingen van 29 oktober hier noemen – hadden we hier nog nooit meegemaakt.”
Claudia heeft een Spaanse vader en een Nederlandse moeder. “Ik reisde altijd al veel heen en weer, maar sinds mijn moeder vorig jaar overleed, ben ik vaker in Spanje dan in Nederland. Mijn zoons van 25 en 28 wonen op zichzelf en nu mijn vader ouder wordt, vind ik het fijn om bij hem in de buurt te zijn. In de stad Valencia, waar hij woont, zijn de woningen erg duur, maar ik stuitte per toeval op een huisje met een fantastisch uitzicht in een piepklein dorpje op een halfuur rijden Valencia.”

Het dorp werd gespaard tijdens de overstromingen. Wel beleefde Claudia angstige momenten. “De dagen ervoor waren we door de weerdiensten al gewaarschuwd voor extreem weer en die ochtend van 29 oktober werd ik wakker met code rood. Daar was alleen nog niets van te merken. Ik heb die middag zelfs nog getwijfeld of ik zou gaan dansen. Met een groep dansen we vrijwel dagelijks aan het strand of in het park aan de rivier de Turia. Gelukkig besloot ik toch thuis te blijven, anders was ik misschien ook één van die mensen geweest die in hun auto ronddreven. Achteraf is gebleken dat de overheid al rond een uur of vier wist hoe erg het zou worden. Op dat moment hadden mensen geëvacueerd moeten worden, of in ieder geval gewaarschuwd dat ze het hoogste punt moesten opzoeken. Dat is niet gebeurd: de mensen zijn compleet overvallen. In de dorpen die het dichtstbij de rivier de Turia liggen is het water in vier minuten tijd opgekomen: het stroomde hun huizen binnen als een verwoestende tsunami. Veel mensen zijn hierbij meegesleurd, zoals een vader met zijn zoontjes van drie en zes jaar. Hij kon zijn kinderen niet vasthouden, de lichamen van de jongetjes zijn pas weken later gevonden. Ik ken ook een brandweerman bij wie het water tot het plafond steeg, op een gegeven moment had hij alleen zijn neus nog vrij. Net op tijd is hij gered.”

Angstige nacht

De omvang van de ramp kreeg Claudia niet direct mee, doordat er geen communicatie mogelijk was. “Mijn huis ligt wat hoger, dus ik heb normaal nooit last van wateroverlast. Nu was mijn hele tuin één zwembad, alsof ik de zee voor mijn huis had. Ook liep het een beetje naar binnen. In paniek belde ik mijn oudste zoon: ‘Wat moet ik doen?!’ Ik twijfelde of ik naar de stad moest rijden, waar het veiliger was, maar hij zei: ‘Blijf zitten waar je zit’. Kort daarna viel de stroom, wifi en het 4G-netwerk uit. Het was een hele angstige nacht, alleen met mijn hond, zonder contact met de buitenwereld.”

Pas de volgende middag kwam er af en toe een berichtje door. Zo kreeg ze een noodkreet van kennissen, die in een appgroep vroegen wie het dichtst bij Pedralba woonde. Ze kregen geen contact met hun dierbaren. “Omdat ik degene was die het dichtstbij woonde – een kwartiertje rijden – ben ik in de auto gestapt,” vertelt Claudia, “zonder besef van hoe ernstig het precies was.” Ze wordt emotioneel als ze beschrijft wat ze onderweg tegenkwam. “Ik kan het nog het beste vergelijken met een oorlogsgebied. Alles was ondergelopen. Dikke modderstromen, waar met de auto geen doorkomen aan was. De straten lagen vol met huisraad, van koelkasten en bankstellen tot sieraden en bankpassen. Mensen waren aan het huilen en schreeuwen, iedereen was volledig ontredderd. Ik was niet voorbereid, maar had gelukkig nog een paar jerrycans met water in mijn auto liggen. Dat heb ik uitgedeeld. De schade was zo gigantisch dat niemand een idee had waar te beginnen, dus ik ben maar straat voor straat gaan kijken waar ik een helpende hand kon bieden.”

Hulpgoederen

De eerste week ging Claudia iedere dag terug naar Pedralba met hulpgoederen. Van Nederlandse vrienden had ze geld gekregen, waarvan ze brood en water, maar ook kaplaarzen, emmers, bezems, trekkers en hogedrukspuiten kocht. “Of ik heb getwijfeld om te helpen? Geen seconde”, zegt ze. “Normaal ben ik niet zo’n held, ik heb me altijd verbaasd over vrijwilligers die in het vliegtuig naar een rampgebied stappen, met gevaar voor eigen leven. Nu ging het vanzelf, een soort menselijke drive. Zwaar was het wel, zeker omdat we met de auto het dorp niet in mochten. Iedere dag moesten we vijf kilometer heen en vijf kilometer teruglopen, met al die spullen. Vervolgens ben je de hele dag emmers met modder aan het sjouwen. Ik ben 55 en heb wat gezondheidsklachten, maar heb alles uit mezelf getrokken wat ik in me had. Dat bleek veel meer dan ik normaal gesproken fysiek aankan.”

Toen het dorp enigszins begaanbaar was, trok Claudia verder naar Paiporta, de zwaarst getroffen regio. “Daar waren heel veel huizen echt volledig verwoest en de modderlaag was zo dik dat er met de hand geen beginnen aan was.” Hulp vanuit de overheid was er wel, maar volgens Claudia veel te weinig. “Er was groot materieel nodig, zoals machines die putten konden leegzuigen. Die hulp was aangeboden vanuit Marokko, maar zij kregen geen toestemming van de overheid. Uiteindelijk zijn die mannen tóch gekomen, op eigen houtje. Net als dat veel brandweermannen vrije dagen hebben opgenomen om te komen helpen, omdat ze officieel niet mochten. Onbegrijpelijk.”

Vreselijke stank

Doordat het opruimen zo langzaam ging, ontstond er volgens Claudia op een gegeven moment een gevaar voor de volksgezondheid. “Ik zat even uit te rusten achter een militair voertuig toen ik zag dat de bemanning zich aan het inpakken was: dubbele mondkappen, handschoenen, ducttape om de broekspijpen. Ik dacht: als zij dit nodig achten, wat doen wij hier dan onbeschermd? Het was ook logisch dat er op een gegeven moment giftige gassen zouden vrijkomen: de putten zaten verstopt, de rioleringen kwamen uit op straat en onder de lagen modder lagen nog lichamen van mensen en dierenkadavers. Het stonk vreselijk, de geur van de dood. Op dat moment realiseerde ik me: waar ben ik mee bezig? Als er ziektes zouden uitbreken, zouden wij vrijwilligers allemaal gevaar lopen. Ik ben dus gestopt en naar Nederland gegaan.”

Het was toen al begin december, zo’n acht weken na de ramp. “Al die tijd was ik non-stop doorgegaan, ik stond in de overlevingsmodus. Nu merkte ik pas hoe vreselijk moe ik was. Mijn rug deed vreselijk pijn van al het sjouwen. De feestdagen waren voor mij al extra beladen, aangezien het de eerste kerst was zonder mijn moeder, maar ook de impact van de Dana werden duidelijk. Er kwam veel los: verdriet, machteloosheid, maar ook boosheid. Ik dacht: hoe kon dit gebeuren, we leven hier toch in het westen? Natuurlijk kun je een natuurramp niet altijd voorzien en had misschien ook niemand kunnen voorspellen dat er zó veel water zou vallen. Maar dat er fouten zijn gemaakt en verkeerde beslissingen genomen zijn door president Mazón en andere verantwoordelijken, staat voor mij en vrijwel iedereen in de regio Valencia vast. Hij heeft niet alleen te laat gewaarschuwd en was onbereikbaar toen het misging, maar hij heeft ook nagelaten om op te schalen naar het hoogste niveau van een noodsituatie. Daardoor bleef de coördinatie van de ramp binnen de regio en werd er ook geen internationale hulp toegelaten. In mijn ogen niets meer dan een vies politiek spelletje. Ik heb zelf meegemaakt hoe vreemd sommige keuzes waren. Zo werd ik bijvoorbeeld door de politie tegengehouden met een auto vol mondkappen en handschoenen – waar in het dorp bewust om gevraagd was vanwege het ziektegevaar. Ik ben toen heel boos geworden en heb geroepen: ‘Als jullie mij nu niet doorlaten, hebben jullie mensenlevens op je geweten!’ Mijn Spaanse vrienden hebben het daar nog weleens over, want de gemiddelde Spanjaard heeft veel ontzag voor de politie. Maar ik, met mijn grote Nederlandse mond, ben heel vaak met smoesjes toch langs alle barrières gekomen.”

Wachten op hulp

Hoewel veel mensen in Nederlands de overstromingen alweer bijna vergeten zijn, is Valencia dan ook nog lang niet klaar met de gevolgen van de Dana. Er wordt gedebatteerd over wie er schuld heeft en er zijn rechtszaken aangespannen tegen president Mazón en andere leden van de overheid. Ondertussen wacht een groot aantal getroffenen nog steeds op hulp. “Veel mensen die hun huizen zijn kwijtgeraakt, hebben opvang gevonden bij familie, maar er zijn ook mensen die nergens terechtkunnen en daardoor nog steeds in huizen wonen die niet bouwkundig getest zijn en dus kans lopen op instorting”, legt Claudia uit. “Daarbij hebben de mensen die ik spreek nog geen geld gekregen om de schade te vergoeden, ook al zijn ze soms alles kwijtgeraakt. In Nederland hebben veel mensen spaargeld op de bank, maar in Spanje is er een andere cultuur. Mensen ‘leven’ meer, maar dat betekent dat ze niets achter de hand hebben voor dit soort situaties. Een vriendin van me is haar auto kwijtgeraakt, maar heeft geen geld voor een nieuwe. Langs de snelweg zie je overigens ook nog steeds overal kerkhoven van opgestapelde auto’s, puin en verwoeste natuur. Het zal nog jaren duren voordat dat allemaal is opgeruimd.”

Trauma

Claudia merkt zelf ook dat ze de gebeurtenissen nog niet helemaal verwerkt heeft. “Trauma is een groot woord, maar ik ben wel schrikachtiger. Mijn interne alarmbelletje gaat sneller af, zeker als er slecht weer op komst is. Kun je nagaan hoe dat is voor de mensen die hun huis of hun dierbaren zijn kwijtgeraakt… De oerkracht van de natuur maakt angstig: een gevoel van kwetsbaarheid. Tegen zo’n golf van water kun je letterlijk niets beginnen.
Toch heb ik ook mooie dingen zien gebeuren. Natuurlijk waren er mensen die winkels gingen plunderen en met trolleys tussen de modder zochten naar waardevolle spullen, maar er waren gelukkig méér mensen die de handen uit de mouwen staken. Vooral de jeugd heeft me positief verrast. We zeuren weleens over de jongeren van nu, dat ze lui zijn en alleen maar op hun mobiel zitten. Maar hier hebben ze keihard gewerkt: kinderen vanaf twaalf jaar die dag in, dag uit met zware emmers sjouwden, zonder te klagen. Zo’n ramp maakt het slechte, maar ook het goede in mensen los. Ik hoop dat we die saamhorigheid kunnen vasthouden.”

Foto: privébezit

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.

LEES OOK

Lees meer Persoonlijke verhalen

Uit andere media


Meer van Marion