Bjelke

Bjelke beviel al na 26 weken: ‘Luus woog maar 860 gram’

Niets wees erop dat Bjelke (40) vroegtijdig zou bevallen. Toch braken haar vliezen al na 26 weken en kwam dochter Luus via een spoedkeizersnede ter wereld.

Vruchtwater verloren

Bjelke: “Het was midden in de nacht van 17 september 2019. Ik was 26 weken zwanger van mijn derde kind. Een dochter, dat wisten we al. Omdat ik ’s avonds thuis vruchtwater had verloren, was ik samen met mijn man Bart naar het ziekenhuis gegaan. We zijn een samengesteld gezin met twee jongens (10 en 8) en een meisje (9). Gelukkig had Bart nog snel een oppas voor onze kinderen kunnen regelen.Met een CTG werd het hartje van de baby nauwkeurig in de gaten gehouden. Op zich maakte ik me nog niet zo’n zorgen. Ik had een fijne zwangerschap en was hartstikke fit. Ook voelde ik de baby nog volop bewegen, dus ik ging ervan uit dat het allemaal wel zou meevallen en ik misschien hooguit zou worden opgenomen. Totdat ik op het toilet ontdekte dat ik groen vruchtwater verloor. Had de baby misschien in het vruchtwater gepoept? Snel riep ik Bart en hij drukte op de knop voor de verpleegkundige. Ondertussen ging ik weer in bed liggen. Op de monitor van de CTG zag ik dat de hartslag van de baby opeens erg schommelde. Voor ik het wist, stonden er een heleboel artsen om mijn bed. Ze overlegden met elkaar, het ging allemaal heel snel. Uiteindelijk was er één arts die zich tot mij wendde en zei dat mijn baby geboren moest worden, meteen. Voor een normale bevalling was geen tijd meer, ik kreeg een spoedkeizersnee. De groene afscheiding duidde op een ontsteking, wat voor de baby levensgevaarlijk kon zijn. Dat ze in het vruchtwater gepoept had, was onmogelijk. Ongeboren baby’s kunnen met 26 weken nog helemaal niet in het vruchtwater poepen. Haastig werd ik met bed en al naar de operatiekamer gereden. Vanaf dat moment ging ik ‘uit’. Ik was er wel, maar ook weer niet. Het overkwam me allemaal, het voelde alsof ik in een heel slechte film zat. Onze baby was toch nog helemaal niet klaar om geboren te worden? Zou ze het wel overleven? Ik maakte me vreselijke zorgen, maar gaf me over. Ik moest wel.”

Baby die niet huilde

“In de operatiekamer werd Bart snel in een blauw pak gehesen. Ondertussen werd ik ook klaar gemaakt voor de keizersnee. Ik kreeg een ruggenprik en zodra de verdoving werkte, werd mijn buik opengemaakt. Het was onwerkelijk. Mijn hele lichaam trilde. Terwijl ik de hand van Bart vasthield, voelde ik hoe er aan mijn buik werd getrokken en geduwd. En toen was ze eruit. Een piepkleine baby die niet huilde. Tijd om haar vast te houden of überhaupt te zien, was er niet. Ze werd meteen door een paar artsen meegenomen. Bart ging achter ze aan. Plotseling voelde ik me zo alleen. Mijn kind was net veel te vroeg geboren en ik kon helemaal niks doen. Ik had geen pijn, maar alles was één grote blur. Nadat de placenta was verwijderd, werd de keizersnee afgerond en werd ik naar de uitslaapkamer gebracht. Pas twee uur later zag ik Bart weer. Hij vertelde dat onze dochter leefde en ademde, maar dat ze helemaal blauw was en dat de artsen erg bezorgd om haar waren. Toen hij een foto van haar liet zien, brak ik. Ze was inderdaad blauw en haar hoofdje zag er vervormd uit.Toen Bart eerder die nacht het laatste stukje van de navelstreng mocht doorknippen, was aan hem gevraagd hoe ze heette. Dat vond hij een erg moeilijk moment. We hadden wel al een naam voor haar, maar zouden dat samen vertellen als ze – na een voldragen zwangerschap – geboren zou zijn. En nu moest hij het opeens zeggen, zonder mij. Verward vertelde hij dat ons meisje Luus heette.”

Dun en doorzichtig

“Ongeveer drie uur na Luus’ geboorte kwam er voor het eerst een arts bij ons langs. Hij vertelde dat het erg slecht met haar ging en dat hij niet wist of ze de eerste 24 uur zou overleven. Omdat ze een tijd zonder vruchtwater in de baarmoeder had gezeten, was ze waarschijnlijk zó tegen de wand van de baarmoeder gedrukt dat haar hoofdje een soort driehoek was geworden. Haar neusje zat letterlijk op haar wang.Vol ongeloof hoorde ik het aan. Dit gebeurt niet, dacht ik alleen maar. Dit kan niet. Het is een droom. Een heel nare droom. Bij mijn twee andere kinderen gingen de zwangerschappen volgens het boekje. Hoe kon het bij Luus dan zo mis zijn gegaan?In mijn bed werd ik naar Luus op de Neonatale Intensive Care Unit (NICU) gereden. Daar zag ik haar eindelijk voor het eerst. Ze lag in een couveuse, in een ieniemienie luier, en werd beademd. Op haar lijfje waren allemaal draden geplakt. Het was zo verdrietig om haar zo te zien. Ze was erg klein en woog slechts 860 gram. Haar been was net zo lang als de middelvinger van Bart. Gek, dacht ik, de poppen van mijn dochter waren nog groter dan Luus. Het verbaasde me dat alles er al op en aan zat: vingers, tenen, nageltjes… Ze was echt een minimensje, maar duidelijk nog niet klaar om geboren te worden. Terwijl de tranen over mijn wangen liepen, streelde ik haar terwijl ze in de couveuse lag. Wat moest ze direct al hard vechten. De bevalling was zo heftig voor haar geweest, ze had echt tijd nodig om bij te komen. Haar vasthouden kon nog niet. Ergens was dat wel een opluchting. Ze was zo dun en doorzichtig. Ik was bang om haar te breken als ik haar zou vastpakken.”

Bezorgde artsen

“Vol emoties werd ik teruggebracht naar mijn kamer. In gedachten vroeg ik het universum mij een teken te geven dat alles goed zou komen. Er moest toch iets zijn waar ik me aan kon vasthouden? Terwijl ik naar buiten keek, zag ik opeens een prachtige regenboog. Zie je wel, dacht ik, dit was een teken. Hoe erg het allemaal ook was, ik wist dat alles goed zou komen. Luus kwam hier doorheen. Ze was een vechter, net als ik. Wonder boven wonder overleefde Luus de eerste 24 uur. Helaas kreeg ze de volgende ochtend wel twee hersenbloedingen. Haar artsen vertelden ons opnieuw dat ze erg bezorgd waren. De hersenbloedingen waren geen goed teken en ze zeiden dat Luus niet gereanimeerd mocht worden indien het zover zou komen. Dat kon ze gewoon niet aan en het zou haar situatie alleen maar erger maken. Bart en ik schrokken enorm van dit nieuws. Hoewel niemand iets kon zeggen over haar kansen, geloofde ik nog steeds dat ze het zou redden. Het enige wat we konden doen, was afwachten. De artsen vroegen ons hoe ver we wilden gaan. Wat was voor ons kwaliteit van leven voor haar? Het was heftig om daarover na te denken, maar het moest. Het belangrijkste vonden wij dat Luus geen pijn had. Ook wilden we dat ze, als ze het zou halen, contact kon maken, op wat voor manier dan ook.”

Vijftien weken in het ziekenhuis

“Het was een heftige en zware tijd. Vooral toen ik na acht dagen al ontslagen werd uit het ziekenhuis. Luus moest blijven en ik wilde eigenlijk niet weg bij haar, maar thuis hadden we ook nog drie kinderen. Hoewel zij de eerste drie weken goed waren opgevangen door familie en vrienden wilde ik er ook graag voor hen zijn. Zij maakten zich net zo’n zorgen om Luus als wij en misten mij enorm. Om de beurt verbleven Bart en ik in het Ronald McDonald Huis vlakbij het ziekenhuis. Zo was er altijd iemand in de buurt van Luus, terwijl de ander voor de kinderen thuis zorgde. Zodra het kon, bijvoorbeeld onder schooltijd, waren we zo veel mogelijk samen bij Luus.Uiteindelijk lag Luus vijftien weken in het ziekenhuis. Tegen alle verwachtingen in ging het langzaamaan steeds iets beter met haar en vlak voor Oud en Nieuw mocht ze eindelijk mee naar huis. Dat was een erg mooi moment. Het was bijna onwerkelijk dat Luus na al die zware maanden zo goed was gegroeid. Qua ontwikkeling deed ze het boven verwachting. En nog steeds. Voordat wij het ziekenhuis verlieten, werden we uitgebreid voorgelicht over wat we thuis konden verwachten. Veel prematuren kunnen doordat ze thuis andere prikkels ervaren opeens heel ander gedrag laten zien, zoals extreem veel huilen. Bijzonder genoeg was Luus vanaf het eerste moment thuis net zo ontspannen en makkelijk als in het ziekenhuis. Wij waren zelf ook heel relaxed, waarschijnlijk omdat we haar al vijftien weken hadden kunnen leren kennen én omdat we inmiddels heel goed haar ‘taal’ begrepen.”

Geen zorgen

“Inmiddels is Luus ruim één jaar. Het is z’n heerlijk, vrolijk kind! Door haar vroeggeboorte heeft ze blijvende longschade, maar op dit moment ervaart ze daar geen last van. Ook niet als ze bijvoorbeeld verkouden is. Gelukkig was er op de laatste MRI niks meer te zien van haar hersenbloedingen. Luus groeit heel hard, haar lengte en gewicht komen overeen met die van kinderen die gewoon met 40 weken geboren zijn. Dat is bijzonder voor een kind dat zo veel te vroeg geboren is. Qua mentale ontwikkeling loopt ze door haar vroeggeboorte achter op leeftijdsgenoten, maar dit is logisch en veelvoorkomend en we maken ons daar dan ook totaal geen zorgen over. Wat de oorzaak van haar vroeggeboorte is geweest, weten we niet. Uit onderzoek bleek het in ieder geval geen ontsteking te zijn geweest. Toch was het achteraf wel de beste keus om haar al zo vroeg geboren te laten worden. Ze had al bijna geen vruchtwater meer, dus wie weet hoe het anders was afgelopen.We zijn supertrots op Luus. Ze is zo’n sterk meisje met een sterke, eigen wil. Het was al met al een heftige en zware tijd, maar haar vroege geboorte heeft me ook iets gebracht: het heeft het vertrouwen in mijn eigen gevoel versterkt. Aan die prachtige regenboog kon ik mij vasthouden en ik weet nu dat ik altijd op mijn intuïtie mag vertrouwen.”

Lees ook: Vera’s zoontje werd geboren met 24 weken