Canva1 2022 01 24t100317.195

4 vrouwen over hun psychische aandoening: ‘Mijn smetvrees draaide om controle’

Smetvrees, depressie, angststoornissen, deze vrouwen weten wat het betekent. Maar waar ze zich er jarenlang voor schaamden, spreken ze er nu openhartig over. Ze willen het taboe op psychische aandoeningen doorbreken.

‘Mijn smetvrees draaide om controle’

Emma Poot is schrijfster en heeft een relatie met Denny (39). Instagram: @ outofmyshell_emma

Emma (35): “Op m’n 12de kreeg ik mentale problemen. School vond ik verschrikkelijk, ik kon er mijn plek niet vinden. Ik had nooit het idee grip op mijn eigen leven te hebben. In 2013 bereikte ik een dieptepunt en ontwikkelde ik smetvrees, net nadat ik mijn baan bij een callcenter kwijtraakte. Ik kwam in een gat terecht, het was op dat moment de druppel.
Hoe het precies ontstond, weet ik niet meer. Ik ging vooral steeds meer schoonmaken en tientallen wassen draaien. De waslijn vertrouwde ik niet, die moest ik eindeloos reinigen. Haarelastiekjes deed ik in de was, mijn borstel hield ik onder de hete kraan. Het draaide allemaal om controle; controle krijgen door middel van hygiëne in mijn geval. Ik waste tientallen keren per dag mijn handen, tot bloedens toe. Crème gebruikte ik niet, dat vond ik vies.

De eerste paar maanden probeerde ik het zelf op te lossen, maar dat ging echt niet. Uiteindelijk heb ik huilend mijn moeder gebeld. Het kon zo niet langer. De huisarts schreef mij antidepressiva en kalmeringsmiddel voor. Ik kreeg therapie en ik ben weer tijdelijk bij mijn ouders gaan wonen. Ik schaamde me erg; ik vond het zo gênant. Het is toch niet uit te leggen? Ik heb nooit niet meer willen leven. Wel heb ik gewenst in een coma te raken, zodat ik het maar niet meer bewust hoefde te beleven.

Na vijf maanden ben ik weer naar mijn eigen huis gegaan. Ik had een sterke drive mijn probleem aan te pakken, want ik had echt geen leven door mijn smetvrees. Na acht maanden therapie ben ik het zelf gaan doen en dat gaat goed. Ik heb mijn vriend Denny ontmoet toen het net weer wat beter met me ging. Het hebben van een relatie heeft me in mijn proces geholpen, het daagde me uit. Zo gingen we samen koken, iets wat ik in het begin best moeilijk vond.

In 2018 had ik een terugval. Ik kon maar geen baan behouden, wat me enorm frustreerde. Weer probeerde ik de controle terug te krijgen door te gaan schoonmaken. Twee jaar geleden kreeg ik de diagnose autisme, iets wat een verhoogde kans op smetvrees zou kunnen verklaren. Wie weet hoe anders mijn leven had verlopen als dat eerder ontdekt was… Ik ben heel lang stil en verlegen geweest, maar krijg de laatste tijd steeds meer grip op mijn leven.

Ik ben gaan schrijven over wat ik heb, om stigma’s te doorbreken. Autisme wordt bij vrouwen vaak veel later ontdekt, omdat zij het goed weten te maskeren. Een diagnose kan enorm helpen op allerlei vlakken, waaronder het krijgen van de juiste hulp. Ik heb nu duidelijkheid en heb mezelf beter leren kennen met behulp van psycho-educatie. samen met een coach ben ik op zoek naar passend werk. Eindelijk voel ik me gehoord en serieus genomen.”

Lees ook: Iris leed aan een paniekstoornis: ‘Ik liet alleen nog maar de hond uit’

‘Bang voor een terugval ben ik niet’

Tember is opticien. Ze is single. Instagram: @dagboekvanmijndepressie

Tember (33): “Al sinds de puberteit kende ik grote dalen en heel kleine ups. Ik had een grote mate van somberheid. Tot mijn zevende was ik vrolijk, maar toen overleed mijn oma. Dat heeft me veranderd. Het verlies triggerde mijn zwaarmoedigheid, zo lijkt het wel. Op m’n 16de was ik gothic, gebruikte ik drugs en deed ik aan automutilatie. Ik spijbelde voortdurend en huilde veel. Het was geen roep om aandacht, ik wilde vooral dat mensen mij niet zagen. Ik schaamde me voor hoe ik was.

Mijn ouders regelden een psycholoog voor me, maar zodra het mij daar me te heet onder de voeten werd, kwam ik niet meer. Ik wilde niet meer leven, althans, daar dacht ik vaak aan. De depressie bleef komen en gaan, recidiverend, noemen ze dat. De ene keer heftig, de andere keer mild. Vijf jaar geleden kwam ik in een ernstige depressie terecht. Ik dacht dat het bij me hoorde me zo te voelen. Ik ben die keer niet vrijwillig naar een arts gegaan.

Ik stikte in mijn verdriet en tranen en belde mijn moeder huilend op. Voor het eerst in jaren liet ik mijn masker vallen – voor de buitenwereld functioneerde ik verder prima. ‘Mam, ik wil niet meer leven’, snikte ik. Zij heeft de huisarts gebeld. Ik kwam op een wachtlijst van drie maanden terecht. Maar zo veel tijd had ik niet! Door de medicatie die ik kreeg ging het alleen maar slechter met me, daar ben ik dan ook na een tijdje mee gestopt. Er moest iets fundamenteels veranderen.

Die omslag in mijn manier van denken kwam nadat ik naast mijn medicijnen op een avond te veel wijn had gedronken, met mijn hoofd op de grond viel en out ging. Ik zag een spreekwoordelijk licht aan het eind van de tunnel. Ineens begreep ik al die teksten die je op van die Xenos-schilderijtjes ziet. Woorden als: ‘Count your blessings’, bijvoorbeeld. Ik maakte het mezelf altijd zo moeilijk.

Tegenwoordig probeer ik, met mijn nieuwe mindset, meer in het hier en nu te leven. Ik heb een negatieve spiraal doorbroken. Mijn somberheid is niet weg, ik blijf een piekeraar, maar zoals ik toen was, wil ik me nooit meer voelen. Nog steeds zit ik weleens huilend aan de keukentafel, maar dan kijk ik naar mijn kat – de leukste kat ter wereld – en dan herpak ik mezelf. Ik ben dankbaar en trots dat ik haar heb.

Sinds een jaar toon ik mijn kwetsbaarheid aan anderen, onder meer op Instagram. Ik ben het als mijn kracht gaan zien. Het steunt me te weten dat meer mensen zich zo voelen als ik. Schrijftherapie heeft me inzicht in mijn gedachten gegeven. Bang voor een terugval ben ik niet, ik weet dat ik er uiteindelijk ook weer uit kan komen.”

Lees ook: Linn was zwanger met een eetstoornis: ‘Ik kreeg paniek bij de gedachte aan hoe mijn lijf zou veranderen’

‘Ik leer mezelf nu pas kennen’

Linda Huisman is blogger. Ze is single. Instagram: @raarsociaal

Linda (31): “Ik ben opgegroeid in een gereformeerd vrijgemaakt gezin. De regels in mijn leven werden grotendeels bepaald door de kerk. Op m’n vierde verhuisden we van Zwolle naar Arnhem, waar ik op school moeilijk aansluiting kon vinden. Halverwege groep 5 verhuisden we terug naar Zwolle, waar ik vrienden uit de kerk had. Op de middelbare school was ik best populair, maar ik werkte er ook hard voor. Ik was mezelf niet, ik schikte me naar wat anderen van mij verwachtten. In onze hechte gemeenschap werd geoordeeld over mensen die niet geloven. Geloof je niet, dan ga je naar de hel. Zo zwart-wit was het. Net als mijn leeftijdsgenoten was ik voortdurend bang.
Op m’n 25ste ging het voor de eerste keer mis. Ik had een relatie met een jongen die jaloers en wantrouwig was. Mentaal had hij me na vijf jaar gebroken, maar ik verdiende niet beter, dacht ik. Tijdens een intake op een sportschool bleek mijn bloeddruk zo hoog, dat ze niet met mij aan de slag durfden te gaan. Ik was bang dat ik dood zou gaan. Toen ik dat tegen mij vriend vertelde, reageerde hij geïrriteerd. Het was voor mij de druppel, ik ben bij hem weggegaan en hulp gaan zoeken.

Drie jaar geleden kwam ik bij een werkgever terecht waar ik niet paste. Al snel ging het bergafwaarts. Iedere ochtend stond ik huilend onder de douche. Ik kon niet meer. Aanvankelijk leek het om een zware burn-out te gaan, maar al snel werd duidelijk dat er meer speelde. Op m’n 31ste kreeg ik de diagnose dat ik een sociale angststoornis heb. Werken lukte niet meer. Om mezelf iets te doen te geven, ben ik op mijn Instagramaccount mijn persoonlijke verhaal gaan delen. Ik vond er begrip en herkenning van anderen.

Ik heb als kind geleerd altijd de minste te zijn en anderen boven mezelf te stellen. Ik leer mezelf nu pas kennen en krijg steeds meer vertrouwen in mezelf. Werk vinden is nu de grootste hobbel. Ik moet in mijn kracht kunnen staan zonder dat collega’s het irritant vinden dat ik iets eng kan vinden. Mijn Instagram-account heet raarsociaal, een woord dat ik zelf heb verzonnen. In de ogen van de ander ben ik misschien raar, maar voor mij is mijn manier van sociaal zijn heel normaal.”

Lees ook: Jasmijn is al vanaf haar jeugd depressief: ‘Ik ben niet zielig’

‘Dit taboe doorbreken is hard nodig’

Shannon is vrijwilligster in een dierenasiel. Ze is single. Instagram: @mijneetstoornisenik

Shannon (28): “Ik ben altijd een heel verlegen meisje geweest, ik durfde nooit mezelf te zijn. Op de basisschool redde ik me we wel, maar op de middelbare werd het allemaal veel moeilijker. Er veranderde zoveel in korte tijd. Ik vond dat ingewikkeld en werd er ontzettend onzeker van. Ik moest allerlei keuzes maken, terwijl ik niet wist wat ik met mijn leven wilde. Daarnaast vond ik mezelf lelijk en ontweek ik iedere spiegel. Toen mijn enige goede vriendin en ik ook nog eens uit elkaar groeiden, voelde ik me in de steek gelaten.
Ik was de grip op mijn leven kwijt en zocht in al mijn eenzaamheid de controle in eten. Ik wilde gezonder leven, maar in werkelijkheid werd ik steeds ongezonder. Als ik van school fietste, nam ik vaak een omweg om extra calorieën te verbranden. Mijn eten gooide ik in de prullenbak en thuis bewaakte ik de pan waarin ik mijn eigen vegetarische maaltijd bereidde met mijn leven. Als iemand er iets van zei, sprong ik uit mijn vel. Heel geleidelijk verloor ik gewicht.

Toen ik op m’n 14de niet meer ongesteld werd en dat besprak met mijn ouders, zijn we naar de huisarts gegaan. Daar kreeg ik na wat standaardvragen de pil mee, zo zou mijn menstruatie wel weer op gang komen. In de paar jaar daarna bleef ik geobsedeerd bezig met eten en sporten. Mentaal ging het slecht met me. Daar sprak ik met niemand over. Na de middelbare school koos ik een opleiding waar ik na een paar maanden mee stopte. De studie paste niet bij me.

Vanaf dat moment ging het bergafwaarts. Mijn eetstoornis kreeg alle ruimte. Ik ging nog meer sporten en nog minder eten en viel snel af. Mijn ouders namen me opnieuw mee naar de huisarts, waar de diagnose anorexia werd gesteld. Poliklinische hulp bleek onvoldoende. Ik moest worden opgenomen in het ziekenhuis en kwam daarna in een eetstoorniskliniek terecht, waar ik twee jaar ben geweest. Daarna ging ik op mezelf wonen. Dat was de moeilijkste, maar tegelijkertijd de beste beslissing ooit. Vanaf toen moest ik voor mezelf gaan zorgen en mijn eigen keuzes gaan maken.

Inmiddels ben ik al een tijdje gestopt met therapie voor mijn eetstoornis. Sinds een paar maanden durf ik te zeggen dat het beter met me gaat. Doordat ik anderhalf jaar geleden een relatie kreeg met iemand die nog steeds ontzettend veel voor mij betekend, maakte ik eindelijk de stap om beter voor mezelf te gaan zorgen. Ik heb het gevoel dat mijn leven nu pas begint. Ik geniet weer, zelfs van eten. Ik schaamde me voor mijn ziekte, maar nu niet meer. Ik ben er heel open over, om anderen te inspireren. Erover praten helpt. Ik hoop binnenkort als ervaringsdeskundige echt te helpen het taboe te doorbreken. Dat is hard nodig.”

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.

Tekst: Hester Zitvast.