winterweekend

Lees nu deel 4 van ‘Winterweekend’ van Linda van Rijn

In Vriendin lees je de komende weken een miniserie van Linda van Rijn, een van Nederlands succesvolste thrillerschrijfsters. Deze week deel 4 van het spannende verhaal.

Niet Job, maar Elze blijkt verantwoordelijk voor de dreiging aan Dorines adres. Gedreven door jaloezie wil haar zus haar iets aandoen. En nu ze dat eenmaal door heeft, is het de vraag of Dorine nog op tijd kan vluchten…

De nacht was helder en ijskoud. Onder haar dunne pyjama voelde Dorine het zweet op haar rug in ijs veranderen.
‘Deze kant.’ Met het mes scherp in Dorines rug, dirigeerde Elze haar zus naar het begin van het bospad. Hier was ze al eerder geweest, Dorine wist dat het pad zich zou versmallen en tussen de bomen zou doodlopen. Misschien vijftig meter. Waar de bomen dicht op elkaar stonden. Waar niemand je zag, en al helemaal niet in het donker. Waar Elze kon doen wat ze wilde.
Dorines stem klonk hard door de nacht. ‘Weet Job dat jij…’
‘Ach Job.’ Minachting in Elzes stem. ‘Hij weet niets. Hij denkt dat hij me moet genezen, maar ik ben niet ziek. Ik weet wat ik zie. Ik ben niet naïef.’
Het is niet wat je denkt. Jobs woorden schoten door Dorines hoofd. Wist hij hoe slecht Elze eraan toe was?
‘Hij wil bij me weg’, zei Elze. Ze lachte zonder vreugde. ‘Hij zegt dat hij het niet meer volhoudt met mij. Maar ik laat hem niet gaan.’
Het was altijd zo geweest, besefte Dorine. Elze als slachtoffer, Elze die zich achtergesteld voelde, Elze met haar extreme jaloezie. Ze dacht vluchtig aan Job met die andere vrouw. Kon ze het hem wel kwalijk nemen? Een relatie met Elze moest een uitputtingsslag zijn.
Dorine keek omhoog. Het maanlicht bereikte de grond amper. Angst spoot door haar aderen, maar er was meer. Ergens in haar begon zich vechtlust te roeren. Dit moest stoppen. Elze moest stoppen. Altijd draaide het om haar. Altijd haar angsten, haar jaloezie, haar extreme acties.
Onopvallend rechtte Dorine haar rug. Ze moest iets doen. Het pad versmalde zich. Het donker was allesomvattend. Daarin verdwijnen, was haar enige kans.
Ze sloot haar ogen en hakte de knoop door. In haar hoofd telde ze af, van drie naar nul. Toen begon ze te rennen, het bos in. Achter zich hoorde ze een schreeuw en voetstappen die zich onmiddellijk versnelden.
Ze bleef maar rennen. Vijf minuten, tien. Overal om haar heen klonk geritsel. Dieren? Ze wist het niet. Hijgend checkte ze haar telefoon. Geen bereik. Een paar keer viel ze bijna, of helemaal. Haar pyjama was nu doorweekt. De geur van grond en humus vulde haar neus. Ze merkt het amper. Ze moest door.
Opnieuw viel ze, opnieuw krabbelde ze overeind. Ergens hoog boven haar vloog een vogel op. Dichterbij hoorde ze het gebons van voetstappen. Veel te dichtbij schreeuwde Elze haar naam.
Instinctief nam Dorine een beslissing. Ze draaide scherp naar rechts. De bomen stonden hier nog dichter op elkaar, ze wurmde zich tussen twee oude eiken door en liet zich op de grond vallen. Op haar buik lag ze achter een grote varen. In haar hoofd telde ze de seconden. Tien… vijftien… Toen kwamen de voetstappen voorbij. Elze passeerde haar op nog geen twee meter afstand. Dorine drukte haar hoofd tegen het natte bladerdek om nog minder op te vallen. Ze wachtte een paar seconden, en toen nog eens. Daarna hapte ze wild naar lucht. Elze was uit het zicht verdwenen.
Razendsnel kwam Dorine overeind. Blind begon ze weer te rennen, de andere kant op. Terug naar het huisje kon niet, zodra Elze zou merken dat ze Dorine uit het oog was verloren, zou ze omkeren.
Dorine onderdrukte een kreet toen haar voet verstrikt raakte in een wortel. Met moeite wist ze overeind te blijven. Ze rende door. Ze was alle besef van tijd al verloren toen het patroon van de bomen ineens veranderde. Ze kwamen verder uit elkaar te staan. Er was nu meer licht van de maan. Dorine knipperde een paar keer toen ze de rand van het bos bereikte. Een weg! Ze rende verder. Bij de volgende stap tuimelde ze naar voren, een ondiepe greppel in. Even bleef ze liggen.
Ineens werd haar aandacht getrokken door iets op de weg. Eerst kon ze het niet geloven. Langzaam richtte ze zich op uit haar schuilplaats. Het waren echt koplampen. De auto reed in laag tempo. Hijgend keek ze om zich heen. Elze kon niet ver zijn. Het was een risico.
Tot de laatste seconde twijfelde ze. Toen haalde ze diep adem en nam haar beslissing. Ze schoot omhoog, rende de weg op. De auto remde. ‘Help!’ riep Dorine. ‘Help me!’
De deur vloog open. Een man stapte uit, rende op haar af. Twee armen om haar heen. Ze schrok en worstelde zich los. Het volgende moment klonk een bekende stem. ‘Ik ben het, Door. Ik ben het.’
Dorine wankelde. Er klopte helemaal niets van, en tegelijkertijd klopte het precies. ‘We moeten weg’, zei ze.
‘Waarom heb je je pyjama aan? Hier, neem mijn jas, je bent ijskoud en nat.’
Hij hielp haar met instappen, rillend trok ze zijn dikke jas aan. Ze zaten naast elkaar in de auto. Oscars gezicht werd schaars beschenen door de verlichting in het dashboard. ‘Het spijt me’, zei hij, naar haar toe gedraaid. ‘Ik had nooit…’ Hij keek haar aan, smekend. ‘Ik weet niet hoe ik zo stom kon zijn. En toen ik me dat realiseerde, was ik bang dat je me niet terug wilde. Ik wist alleen dat ik naar je toe moest. Ik heb nog steeds toegang tot jouw ‘zoek mijn iPhone’, ik hoop dat je niet…’
‘Rijden’, zei Dorine alleen maar en ze sloot even haar ogen. ‘Rijd zo hard als je kan.’

Linda van Rijn

Linda van Rijn is een van Nederlands meest succesvolle thrillerschrijfsters. Al haar boeken komen standaard hoog binnen in de Bestseller 60. Haar nieuwste thriller Familiediner, een speciale uitgave voor de feestdagen, ligt nu in de winkel.

Lees hier deel 3.