winterweekend

Lees nu deel 3 van ‘Winterweekend’ van Linda van Rijn

In Vriendin lees je de komende weken een miniserie van Linda van Rijn, een van Nederlands succesvolste thrillerschrijfsters. Deze week deel 3 van het spannende verhaal.

Dorine kan zich niet herinneren van een avond waar ze blauwe plekken in haar nek heeft opgelopen. Wat heeft een flesje met een vreemde inhoud ermee te maken? Ze vertrouwt Job, haar zwager, voor geen meter.

Ze was vroeg naar bed gegaan, maar dat had helemaal geen zin. Met een zucht draaide Dorine zich weer op haar andere zij. Ze keek op haar telefoon. Iets na elf uur. In het huisje was het nu stil, nadat de rest eerst luidruchtig had zitten Monopoly’en.
Ze wist niet goed waar haar gevoel vandaan kwam. Die onrust, die angst. Kwam het door de blauwe plekken in haar nek en de telkens maar weer wegglippende herinnering – als het al een herinnering was? Kwam het door Job, die voortdurend naar haar keek met zo’n onbestemde blik? Alsof hij haar iets duidelijk probeerde te maken.
Verbeelding, sprak ze zichzelf toch maar weer streng toe. Ze moest echt ophouden spoken te zien. Met een nieuwe, diepe zucht draaide ze zich op haar rug en staarde met open ogen in het donker.
Het begon met de verplaatsing van lucht. Niet zichtbaar, wel voelbaar. Dorine merkte dat er iets begon te prikken op haar rug. Haar onderbewuste joeg haar hartslag omhoog. Toen zag ze het streepje licht bij de deur. Met een ruk kwam ze overeind. Ze knipte het nachtlampje aan.
‘Jemig, ik schrik me rot’, zei ze tegen haar zus. ‘Wat doe jij hier nou?’
Pas in tweede instantie viel het haar op dat het vreemd was. Elze was helemaal aangekleed, inclusief winterjas. ‘Ga je naar buiten?’ vroeg Dorine.
‘Je bent wakker’, zei Elze vlak. Dorine fronste. Er was iets met de blik van haar zus aan de had. Alsof ze…
Elze bewoog haar hand. Het staal weerkaatste het licht van de gang. Dorine staarde naar de hand van haar zus. Ze deed haar mond open, maar kon niets uitbrengen.
‘Stil’, zei Elze en ze bewoog het koksmes dat ze in haar hand hield. ‘Je had moeten slapen. Dan was dit makkelijker geweest.’
‘Oké, wacht’, zei Dorine met zoveel redelijkheid als ze maar in haar stem kon leggen. Meteen schoot ze weer in de zorg-modus, zoals ze zo vaak voor Elze had gedaan. Elze, depressief in bed. Elze, met waanideeën halfnaakt in de tuin. Elze. Altijd Elze met haar problemen. ‘We kunnen dit oplossen’, zei Dorine, maar toen pas zag ze wat haar zus in haar andere hand hield. Ze kneep haar ogen samen. Dat flesje…
‘GHB’, zei Elze toonloos, toen ze Dorines blik zag. ‘Daar ging je gisteravond ook lekker op.’
Dorine voelde zich duizelig. GHB, oftewel de rape drug, werd vaak gebruikt om vrouwen in willoze slachtoffers voor verkrachters te veranderen.
‘Wacht even, heb jij mij gisteren gedrogeerd?’ Automatisch legde ze haar hand tegen haar hals. Een gruwelijke gedachte kwam op.
Elze staarde naar het glas water naast Dorines bed. ‘Dan zou het makkelijker gaan’, zei ze. Er was iets raars met haar stem. Die vertoonde geen enkele emotie meer.
‘Wat?’ vroeg Dorine.
‘Alles.’ Het volgende moment stond Elze naast haar. Het mes drukte nu koud en hard tegen Dorines keel. ‘Dit moet stoppen.’
Ondanks het mes tegen haar keel bleef Dorine praten. ‘Wat bedoel je? Leg het uit, dan kunnen we…’
‘Jij’, onderbrak Elze haar. ‘Jij gaat te ver.’
Dorine week naar achteren, maar raakte de muur. Het mes was echt vlijmscherp. ‘Heb jij geprobeerd mij te wurgen?’ vroeg ze toen alsnog.
‘Ja’, zei Elze, opnieuw zonder toon. ‘Ik had dat veel eerder moeten doen.’
En zij maar denken dat het goed ging met haar zus. Dorine kon zichzelf wel voor haar kop slaan. ‘Ik kan je helpen’, zei ze. ‘Ik heb je altijd geholpen. Als je even dat gekke mes wegdoet, dan…’
‘Nee’, zei Elze. ‘Ik trap er niet meer in. Alles gaat fout door jou.’
‘Dat slaat nergens op.’
‘O nee?’ Elze fronste. ‘Je wist dat ik verliefd was op Oscar en toen ging jij er met hem vandoor.’
Dorine keek verbijsterd. Dat wist ze helemaal niet. Ze kende Oscar uit de kroeg, waar Elze ook weleens kwam. Niet meer, niet minder.
‘Toen kwam Job’, zei Elze. ‘En die moest je natuurlijk ook hebben.’
Dorine wist niet of ze moest lachen of huilen. ‘Geloof me, als er íemand is die…’
‘Lieg niet!’ Elzes mond was nu vlak bij Dorines ook. ‘Dáárom heb je die abortus gedaan, dáárom ben je bij Oscar weggegaan. Jij pakt alles van mij af. Ik wil Job, dús moet jij hem hebben. Ik wil kinderen, jij gooit er gewoon eentje in de prullenbak.’
‘Wát?’ Dorine dacht dat ze het niet goed had verstaan. ‘Ik had een miskraam, Elze. Een mískraam. En hoe kom je erbij dat ik Job…’ Dorine schudde haar hoofd. Het idee was lachwekkend. Maar voor Elze was het blijkbaar de waarheid. Dorine keek naar haar zus. Ze kende die blik. Pure waanzin. Ze had echt gedacht dat het over was, maar ze had niet goed opgelet.
Ze moest nu snel zijn. Verrassen en overmeesteren, haar zus naar de psychiater brengen. Daar zou ze geholpen worden, pillen, spuiten, wat dan ook. Zo ging het altijd als Elze weer eens in een waanidee was blijven hangen. In haar hoofd telde ze af, toen sloeg Dorine in één beweging het mes uit Elze hand. Met een dof gerinkel landde het op de grond.
Dorine dook ernaar, maar Elze was sneller. Ze schopte het weg, onder het bed. Dorine kon er niet bij. Elze hield een ander mes – waar kwam dat ineens vandaan? – dreigend boven haar. ‘Opstaan’, zei ze, met zoveel kou in haar stem dat die niet meer klonk als de stem die Dorine kende. ‘We gaan een eindje lopen.’

Linda van Rijn

Linda van Rijn is een van Nederlands meest succesvolle thrillerschrijfsters. Al haar boeken komen standaard hoog binnen in de Bestseller 60. Haar nieuwste thriller Familiediner, een speciale uitgave voor de feestdagen, ligt nu in de winkel.

Lees hier deel 2.