vrouw denken verliefd

Esmee’s geheime minnaar kreeg een hersenbloeding

Esmee (41) had bijna tien jaar een geheime relatie met een getrouwde man. Tot hij een hersenbloeding kreeg en in een zorginstelling terechtkwam, waar haar de toegang tot hem geweigerd werd.

Mijngeheim

Net als Vriendin brengt ook Mijn Geheim de allermooiste persoonlijke verhalen, die we hier graag elke week met je willen delen.

Meer verhalen die raken? Abonneer je op Mijn Geheim!

Ik loop soms langs de zorginstelling en kijk omhoog. Achter een van de ramen moet Bart zijn. Het is een afschuwelijk gevoel hem niet in mijn armen te kunnen nemen of even door zijn haar te kunnen strijken. Ze zeggen dat zijn langetermijngeheugen door de hersenbloeding kapot is en dat hij niemand uit het verleden herkent. Op een bepaalde manier is dat troostrijk. Het idee dat hij zich zou afvragen waarom ik hem niet kom opzoeken, zou me meer pijn doen. Nu kan hij in elk geval niet verdrietig zijn om ons, om wat wij hadden en om wat in één klap ten einde kwam. Toch zou ik hem zo graag nog éénmaal omhelzen. Voor mijzelf, als afscheid. Ik durf het niet. Ik durf niet door die schuifdeuren van het verpleeghuis naar binnen te lopen om hem te zien. Ik weet niet eens waar in dat enorme gebouw ik hem moet zoeken.

Maar stel dat ik weet op welke etage ik hem vinden kan, wat dan? Wat zeg ik tegen zijn verzorgers die me toegang moeten geven tot zijn gesloten afdeling? Een vriendin van vroeger? Wat als ik daar zijn familie tref? Barts dochter heeft me gezegd dat ik het niet in mijn hoofd moest halen een voet over de drempel te zetten. Ze was daar heel duidelijk in. ‘Als je ook maar een flintertje respect in je lijf hebt…’ Zij is de enige van Barts familie die met zekerheid iets weet van haar vaders dubbelleven met mij. Ik heb het gehoord in haar stem. Vlak na zijn hersenbloeding en het verkeersongeluk dat erop volgde, heb ik in al mijn wanhoop naar zijn huis gebeld en haar aan de lijn gekregen. Ik zei: ‘Ik ben een goede vriendin van Bart. Ik had een afspraak met hem. Ik hoorde van een ongeluk op de Rijksweg en hij is niet komen opdagen. Alsjeblieft, vertel me iets.’ Het kostte haar maar een paar seconden om te begrijpen wat er speelde. Het zal de machteloosheid in mijn stem zijn geweest en misschien heeft ze altijd wel een vermoeden gehad. Ze antwoordde ijzig: ‘Mijn vader heeft in zijn auto een zware hersenbloeding gehad en is van de weg geraakt. Ik, mijn broertje en onze moeder bereiden ons voor op een afscheid. En hier wil ik het graag bij laten.’

Respect

“Een vriendin van mij kende de buurvrouw van Bart van vroeger. Zij heeft haar twee weken na het ongeluk met een smoesje aangesproken, omdat ik niets vernam over een uitvaart. Het was een wonder, vertelde de buurvrouw. Bart was uit coma gekomen, al bleven de vooruitzichten somber. Hij had ernstige hersenschade. ‘Een kasplantje,’ had ze hem genoemd. ‘En je kon je afvragen of het niet beter was geweest als hij…’ Ik wist niet of ik moest lachen of huilen. Twee weken lang was ik totaal ontredderd geweest. Moest ik rouwen? Kon ik hoop hebben? Mijn hart maakte een sprongetje: Hij leefde. Mijn lieve Bart, mijn grote schat, met zijn krullenkop, zijn bulderlach en die onhandige, grote handen van hem. De man die mij tien jaar gelukkig had gemaakt, me overstelpte met liefde. De man die, ondanks dat hij op papier niet de mijne was, mijn beste maatje en grote liefde was. Hij leefde, maar toch was hij er niet meer. Zou ik hem ooit nog zien? Hem mijn koosnaampje horen noemen? Zou hij, daar in zijn ziekenhuisbed, nog weten wie zijn ‘Essie’ was? Zou hij mij missen, dwars door de mist in zijn brein heen? Of had de bloeding in zijn hoofd mij uitgewist? Was ik opgehouden te bestaan?

Langdurige zorg

Nog één keer heb ik zijn dochter gebeld, anderhalve maand later. Ik heb geen moeite gedaan om smoesjes te verzinnen, maar rechtstreeks gevraagd: ‘Waar is hij? Kan ik hem zien?’ Ze vertelde me dat hij was overgeplaatst naar langdurige zorg. ‘Mijn vader herkent alleen de mensen die hij dagelijks ziet. We beperken het bezoek tot zijn echte dierbaren.’ Ik wilde iets zeggen, maar ze gaf me geen kans. ‘Heb een beetje respect en laat ons met rust.’ Ik weet dat ik als minnares misschien geen recht van spreken heb, maar respect heb ik altijd voor zijn gezin gehad. Toen Bart en ik verliefd werden op elkaar, tien jaar geleden tijdens een lunch van een wederzijdse zakenpartner, stonden we er allebei versteld van. Liefde op het eerste gezicht, binnen de eerste seconde dat onze ogen elkaar ontmoetten. Nog die avond lagen we in elkaars armen en de weken erna zagen we elkaar zo vaak we konden. Hij had vlak na onze eerste ontmoeting meteen bekend dat hij getrouwd was. Hij vertelde, en dat kon ik ook aan zijn trotse gezicht aflezen, dat hij dol was op zijn gezin. Hij genoot van het gezinsleven en de dynamiek van opgroeiende tieners. En heel belangrijk: hij zorgde met volle overgave en liefde samen met zijn vrouw voor hun gehandicapte zoon. ‘Je hoeft door mij niets te verliezen’, verzekerde ik hem. ‘Er valt alleen maar wat te winnen.’

Oprechte liefde

“De winst die we beiden haalden uit onze verhouding was passie. We leidden allebei een druk privé- en zakelijk leven. We droegen veel verantwoordelijkheid en voelden die ook. Maar als we bij elkaar waren, leek de wereld even van ons alleen. We waren in die wekelijkse, gestolen uurtjes bij mij thuis voor even onbezorgde pubers. Niets of niemand trok aan ons, we hadden maar één ding te doen en dat was die passie tussen ons de vrije loop laten. Het is zo makkelijk ons te veroordelen, maar onze liefde was oprecht en we waren er niet op uit iemand te kwetsen.

We hielden elkaar in balans en dat zorgde er juist voor dat we er voor ánderen konden zijn. We laadden elkaar op, er joeg hernieuwde energie door onze aderen als we elkaar hadden gezien. Hoewel we beseften dat onze affaire binnen de normen van de maatschappij verwerpelijk was, voelde zij voor ons als een ontbrekend puzzelstukje in ons leven. Dat leven was op deze manier compleet, wij waren compleet. Er is nooit sprake van geweest dat Bart zijn vrouw zou verlaten of dat ik behoefte had aan een vaste partner in mijn leven. Ik vond in Bart alles wat ik nodig had, ook de vrijheid waar ik zo op was gesteld.

Ongebonden vrouw

Ook vóór onze ontmoeting had ik geen behoefte aan een vaste relatie, een huwelijk of een gezin, ik hield van mijn onafhankelijk bestaan als ongebonden vrouw. Ik zeg expres niet: vrijgezel. Dat woord impliceert dat ik geen relatie zou hebben. Die had ik wél, met Bart. Dat het een relatie was waarmee we buiten de lijntjes kleurden, staat daar los van. Na zijn ongeluk en de confrontatie met zijn dochter, ging ik opnieuw nadenken over de tien jaren die achter mij lagen. Ik had altijd gedacht dat niemand van zijn kring van ons wist. Dat we daardoor ook niemand kwaad deden. Maar toen ik de kilheid van zijn dochter bijna door de telefoon kon voelen, ben ik me gaan afvragen of Bart en ik soms blind zijn geweest. Waren er toch vermoedens thuis? Bij zijn dochter, een slimme, jonge vrouw aan wie wellicht niets ontging? Of had zijn vrouw zo haar vermoedens gehad, die ze liever wegstopte in het belang van hun zoon? Soms zeg ik tegen mezelf: ‘Je bent tien jaar lang egoïstisch geweest. Je hebt deze mensen pijn gedaan, je moet je schamen.’ Ik ben nu als een weduwe zonder dode. Hoe rouw je om iemand die nog leeft, maar die je niet in je armen mag sluiten? Is dit mijn verdiende straf? Die zelfkastijding helpt mij mijn lot enigszins te accepteren. Te accepteren dat Bart achter een van die talloze ramen van de zorginstelling zit, maar dat hij nu alleen nog van zijn gezin is.”

Tekst: Natascha de Vries

Uit privacy-overwegingen zijn de namen in dit verhaal gewijzigd.
Foto: Getty Images

Geraakt door dit verhaal? Word abonnee van Mijn Geheim en ontvang nog meer échte verhalen in je brievenbus!

LEES OOK

Lees meer Mijn Geheim

Uit andere media