Moestuin (1)

Eigen moestuin beginnen? Met déze tips wordt het een succes

Iedereen met een moestuin weet het: van groente verbouwen word je zen. En met deze 5 tips wordt je moestuin gegarandeerd een succes.

1. Begin klein

Concentreer je eerst op 7 tot 10 verschillende soorten groente en kruiden die je ook daadwerkelijk eet. Kruiden zijn makkelijk te verzorgen, vooral tuinkers groeit snel. Ook bonen, pluksla, rucola en kerstomaatjes zijn fijn om mee te beginnen.

2. Kies de juiste plek

• Veel zon

Voordat je gaat zaaien: kijk op een zonnige dag op meer momenten op welke plekken in je tuin de meeste zoninval is. De meeste groenten hebben 6 tot 8 uur zonlicht nodig om goed te kunnen groeien. Groenten als rucola, spinazie, sla, bietjes en worteltjes vinden het juist fijn in de halfschaduw en hebben genoeg aan 3 tot 6 uur zon per dag.

• Beschut

Houd rekening met de verschillende windrichtingen. Noordenwind blaast koude lucht, terwijl zuidenwind warme lucht meevoert. Die laatste is beter.

• Niet te dicht bij bomen en struiken Deze zorgen voor schaduw.

3. Zaai de zaadjes

• In de volle grond: vanaf de lente. Deel het op in vlakken. Plant per vlak soorten uit één gewasgroep bij elkaar, zoals koolsoorten, bladgroenten en peulgewassen. Elk jaar verhuis je de groepen naar een ander vlak. Deze wisselteelt voorkomt ziekten en plagen, en zorgt ervoor dat de grond niet uitgeput raakt. Maak een plattegrond en houd bij wat in welk vlak geplant is. Zaai de zaadjes in een rechte lijn, zo kun je het onkruid goed onderscheiden van de plantjes.

• In potten: zorg ervoor dat de potten ruim genoeg zijn, met een diameter van minstens 25 centimeter en een diepte van 30 centimeter.

• In een kweektafel: fijne werkhoogte en minder last van onkruid.

• Hangend: als je weinig plek hebt. In tuincentra vind je zakken waarin je de zaadjes kunt zaaien.

4. Zorg voor goede grond

Volle grond: check welke grond je hebt, zand-, klei- of veengrond, en zoek uit wat daar goed op groeit. Bedek voordat je gaat zaaien de bovenste 10 centimeter met biologische moestuingrond.

Potten: breng eerst een laag hydrokorrels aan voor goede afwatering. Strooi daarop moestuinbodem-verbeteraar en sluit af met minstens 30 centimeter potgrond voor moestuinbakken. Vul tot een paar centimeter onder de rand en druk licht aan.

5. Verzorg goed

Volle grond: geef regelmatig moestuin- mest en water, verwijder onkruid en gebruik biologische beschermingsmiddelen tegen luizen en slakken.
Potten: voeg af en toe wat vloeibare plantenvoeding aan het water toe.
Allebei: zorg voor veel bloemen in de buurt, hier komen bijen, vlinders, kevers en vogels op af die luizen en slakken eten, maar ook planten bestuiven.

Lees ook: Met deze tips worden jouw supermarktmoestuintjes wél een succes

Foto: Getty Images