Waarom het juist goed is om géén goede voornemens te hebben
Een nieuw jaar, een frisse start en voor veel mensen een eindeloze lijst aan goede voornemens. Meer sporten, gezonder eten, minder scrollen, eindelijk dat boek lezen dat al jaren op het nachtkastje ligt. Vol goede moed beginnen we op 1 januari… om ergens in februari zachtjes af te haken. Herkenbaar?
Misschien is het tijd om het dit jaar eens helemaal anders aan te pakken: door gewoon niet mee te doen aan goede voornemens. Steeds meer mensen kiezen bewust voor een ‘anti-voornemens’-houding. Niet omdat ze geen dromen of doelen hebben, maar omdat ze hebben gemerkt dat die perfecte lijstjes vooral zorgen voor frustratie, schuldgevoel en het idee dat je faalt voordat het jaar goed en wel begonnen is.
De grote lijst, het snelle afhaken
Het klinkt zo logisch: een nieuw jaar voelt als een schone lei, dus hup, alles moet anders. We schrijven hele manifesten vol ambities. Fitter worden, gezonder leven, productiever zijn, succesvoller op werk en natuurlijk ook meer ontspannen. Alleen: die lijst voelt na een paar weken ineens meer als een streng beoordelingsrapport dan als motivatie. Het resultaat? Teleurstelling. Want als het niet lukt, en laten we eerlijk zijn, dat gebeurt vaker wel dan niet, voelt het alsof je alweer hebt gefaald. En dat terwijl januari nog nauwelijks voorbij is.
Waarom wachten tot januari?
Het gekke aan goede voornemens is dat ze altijd op een later moment moeten beginnen. Op maandag. Na de vakantie. Of op 1 januari. Maar als je echt iets wil veranderen, waarom zou je dan wachten op een willekeurige datum? Steeds meer mensen gooien daarom het hele idee van goede voornemens overboord. Ze besluiten: als ik iets wil veranderen en het voelt echt belangrijk, dan begin ik gewoon. Vandaag. Of morgen. Zonder confetti, zonder aftellen en zonder druk.
Je hoeft niet alles te ‘fixen’
Een andere valkuil van goede voornemens is dat ze vaak draaien om dingen die we aan onszelf willen veranderen omdat we denken dat het ‘beter’ moet. Maar niet alles wat onhandig of onpraktisch voelt, is per se een tekortkoming die gerepareerd moet worden. Sommige eigenschappen horen nu eenmaal bij je. En dat is oké. In plaats van jezelf elk jaar opnieuw te beloven dat je een totaal ander mens wordt, kan het juist rust geven om vrede te sluiten met wie je bent. Inclusief de rafelrandjes.
Klein beginnen (of helemaal niet)
Goede voornemens zijn vaak groot, vaag en ambitieus. En precies daarom houden we ze niet vol. Meer sporten klinkt goed, maar wat betekent het eigenlijk? Elke dag? Drie keer per week? Een maand lang? Zonder concreet plan wordt het al snel iets dat je blijft uitstellen. Daarnaast kost echte verandering tijd. Geen weken, maar maanden. Dat vraagt geduld, mildheid en vooral: motivatie die van binnenuit komt. En die laat zich niet dwingen door een datum op de kalender.
Minder druk, meer zin
Zodra iets ‘moet’, ontstaat er weerstand. Dan wordt gezonder eten ineens een straf en sporten een verplichting. De focus verschuift van wat je wil bereiken naar alles wat er mis is. Dat werkt zelden motiverend. Wil je wel iets veranderen? Dan helpt het om jezelf af te vragen waarom je dat eigenlijk wil. Omdat jij er blijer van wordt? Of omdat je denkt dat het zo hoort? Het verschil is groter dan je denkt.
Geen voornemens is ook helemaal prima
Het goede nieuws: je hoeft helemaal geen goede voornemens te hebben. Echt niet. Motivatie kan op elk moment ontstaan, op een random woensdag in maart net zo goed als op 1 januari. En als die motivatie er is, dan voelt beginnen vaak vanzelfsprekend, zonder groot plan of strenge regels.
Dus misschien is dit jaar wel het jaar om het eens anders te doen. Geen lijstjes, geen druk, geen schuldgevoel. Gewoon leven, proberen, soms falen en soms groeien. En eerlijk is eerlijk: dat klinkt eigenlijk best als een goed voornemen.
Beeld: Getty Images
LEES OOK

Uit andere media