Afvallen

Hoe kan het dat je altijd op dezelfde plekken aankomt?

Op je heupen, buik of billen: als je aankomt, gebeurt dat meestal op dezelfde plekken. Maar hoe komt dat eigenlijk? En kun je er iets aan doen?

Mariëtte Boon, internist in opleiding in het Leids Universitair Medisch Centrum, legt het uit.

Geslachtshormonen

Allereerst heeft het volgens Boon te maken met je geslachtshormonen. Vrouwen hebben meer vrouwelijke hormonen (oestrogeen) dan mannelijke hormonen (testosteron). Bij mannen is dat andersom. “Dat oestrogeenoverschot zorgt er bij vrouwen voor dat vet minder snel naar je buik gaat, maar sneller naar je heupen. Kom je in de overgang, dan neemt de hoeveelheid oestrogeen af, waardoor de hoeveelheid testosteron relatief hoger is en je ­sneller een buikje krijgt”, aldus Boon. Bij mannen beschermt testosteron hen tegen het krijgen van een buikje. Als ze ouder worden en de hoeveelheid daalt, krijgen ze sneller een buikje.

Stresshormonen

Ook stresshormonen spelen een rol. Die kunnen ervoor zorgen dat het vet van je armen en benen wordt verplaatst naar je buik. Volgens Boon is ongeveer 10 tot 15 procent van de bevolking hier extra gevoelig voor. Er zijn ook medicijnen, zoals prednison, die het stresshormoon nabootsen.

Je genen

Dat je vaak op dezelfde plek aankomt, heeft ook te maken met je genen. “Die bepalen namelijk of het vet in de vetcellen van je buik of van je billen wordt opgeslagen”, legt Boon uit. Als je afvalt, bepaalt je lichaam waar het vet weggehaald wordt. Daar heb je zelf weinig invloed op. “Door te sporten, gezond te eten, goed te slapen, je stressniveau laag te houden en kritisch naar je medicijngebruik te kijken, kun je het vet bij je buik of heupen kwijtraken. Maar dat duurt bij de een wel een stuk langer dan bij de ander.”

Lees ook: Hoeveel moet je sporten om een kilo af te vallen?

Bron: Santé Foto: Getty Images