Anouk: 'Hoe overleef je een huilbaby?'

Anouk: ‘Liefdevol communiceren met je kind, ook bij huil- en driftbuien’

“Wat ís er toch in godsnaam?!” mompel ik in mijzelf terwijl ik geïrriteerd, zuchtend en iets te hard door de woonkamer stamp. Het was een korte nacht. We hebben weinig geslapen en Soof is daardoor niet te genieten.

‘Wat ís er toch in godsnaam?!’ mompel ik in mijzelf terwijl ik geïrriteerd, zuchtend en iets te hard door de woonkamer stamp. Het was een korte nacht. We hebben weinig geslapen en Soof is daardoor niet te genieten. Niets is goed. Geen boekje, banaan, muziekje of zelfs filmpje zorgt voor een opgeklaard humeur. Ze jammert, hangt aan mijn been en ik? Ik kan er even he-le-maal niet meer tegen.

Liefdevol communiceren

Liefdevol communiceren met je kind. Dat wil toch iedere ouder? Want er is nu eenmaal niets dieper dan de liefde voor je kind, die is onvoorwaardelijk. En het liefst zou ik als moeder dan ook áltijd vanuit die onvoorwaardelijke liefde handelen en communiceren. Omdat Soof niet alleen mijn liefdevolle benadering ‘verdient’ als ze zich gedraagt, maar ook (of misschien wel juist) als ze het moeilijk heeft. En hoewel die intentie er dus echt wel is en ik niets liever zou willen dan de perfecte moeder zijn, moet ik eerlijk bekennen dat ik (gelukkig) ook maar gewoon een mens ben.

Dat zou ik nooit zeggen

Soof hangt aan mijn been. Ze stampt op de grond en vraagt voor de vijfde keer jammerend om een koekje. Het antwoord en aangeboden alternatief wordt vakkundig afgeslagen en na bijbehorend vocaal protest voel ik de neiging om van alles te roepen waarvan ik altijd dacht ‘dat zou ik nou nóóit zeggen’. Want vanaf het moment dat ik zwanger was (en ook toen Soof als baby zoetjes tegen mij aangeplakt de dag doorbracht), zoog ik als een spons op hoe andere ouders met hun kind communiceerden.

Stop nou eens met huilen!

Een uurtje in de supermarkt was al voldoende om mijn spreekwoordelijke bingokaart af te vinken met kreten als ‘Doe normaal!’, ‘Stop nou eens met huilen’ en ‘Luisteren, nu!’. Ik had er geen direct oordeel over, maar zag wel dat het niet altijd resulteerde in een volgzaam of rustiger kind. Het gevolg was zelfs het tegenovergestelde: een escalatie van de situatie met (een ter aarde stortent) overstuur kind én een gespannen beschaamde ouder. Dat moet toch anders kunnen, dacht ik.

Maar goed, dat was toen. En nu, na drie uur durende hangerigheid en oplopende irritatie, weet ik even niet meer of ik mij kan blijven inhouden. Het voelt bijna onvermijdelijk om in rap tempo mijn bingokaart vol te maken met al die kreten die ik dacht nooit te gaan gebruiken. De “Stop nou eens met huilen!” ligt op het puntje van mijn tong.

Van hoofd naar hart

In plaats van me te laten meeslepen door mijn gevoel van onmacht en irritatie, besluit ik even te reflecteren op wat er eigenlijk gebeurt. Ik installeer mijzelf in het kleinste kamertje voor een korte pauze. Ik adem even in en uit en maak contact met mijn gevoel. Mijn hartslag daalt en mijn schouders zakken. Ik voel me gespannen en realiseer me dat ik erg in mijn hoofd zit en weinig verbonden ben met mijn hart. Anders zou ik namelijk niet zo geïrriteerd mompelen en juist meer vanuit liefde handelen. Dan zou ik empathisch zijn en geduld hebben, mijn dochter knuffelen in plaats van afsnauwen. Want als ik in mijn hart kijk, houd ik van haar om wie ze is, niet om wat ze doet. Haar gedrag is niets meer dan een reflectie van emoties. Er is een behoefte waar vanuit zij handelt. En dus is het aan mij die behoefte te achterhalen, vanuit liefde.

‘Listen to your child enough and you will come to realize that he or she is quite an extraordinary individual. And the more extraordinary you realize your child to be the more you will be willing to listen. And the more you will learn’ – M. Scott Peck

Behoefte achterhalen

Natuurlijk kan ik er ook voor kiezen om alleen haar gedrag aan te pakken (door aan te geven dat ik wil dat ze stopt met huilen, of door haar af te leiden). Dit zou misschien ook nog best succesvol kunnen zijn, of in ieder geval voor even. Maar dat is niet wat ik wil, omdat ik erin geloof dat het aanpakken van puur het gedrag alleen de oppervlakte oplost (het gedrag is gestopt maar de oorzaak is er nog), terwijl het achterhalen van de oorzaak de essentie raakt en je vanuit daar in verbinding kunt zoeken naar manieren om die behoefte te vervullen.

Maar hoe doe je dat dan? En welke taal gebruik je om bij die behoefte te komen?

1. Observeer en reflecteer. Wat gebeurt er nu?
Ik zie dat Soof hangerig is, mijn nabijheid opzoekt. Daarbij zie ik mijn irritatie en gevoel van onmacht, maar ook mijn handelen gericht op sussen. Er is weinig verbinding.
2. Erken de gevoelens van zowel jezelf als die van je kind.
Ik zie bij Soof verdriet en merk bij mezelf irritatie en een gevoel van onmacht.
3. Onderzoek welke oorzaak en behoefte dit gedrag tot stand heeft gebracht.
De vermoeidheid naar aanleiding van een korte nacht zorgt voor hangerigheid, behoefte aan nabijheid én mijn korte lontje.
4. Communiceer met respect en empathie.
Ik wil haar benaderen vanuit liefde en recht doen aan de oorzaak en haar behoefte.

Lees ook de vorige blog van Anouk: ‘Hoe overleef je een huilbaby’

Natuurlijk wil iedere ouder in de essentie liefdevol communiceren met zijn kind. Ook als hij schreeuwt, je niet begrijpt, er een rommel van maakt of zich onuitstaanbaar gedraagt in de supermarkt. Maar welke alternatieven in taal zijn er dan precies? Hieronder een korte handleiding voor op de koelkast of voor afkoelmomenten op het kleinste kamertje.

Lekker sjapen

Ik kijk naar Soof. Ik observeer haar een seconde of twintig en pas dan zie ik haar enorme vermoeidheid. Ze staart naar de poes die languit op de poef ligt te slapen en sabbelt op haar speen. Ik ga naast haar zitten, leg mijn hand op haar been en zeg ‘Je bent moe he liefje?’ Knikkend kruipt ze op mijn schoot. ‘Kom, we gaan naar bed’, zeg ik. Ze roept nog twee keer luidkeels ‘Nee!’, maar ik vertel haar dat we naar boven gaan om te slapen. Eenmaal in de slaapkamer aangekomen voel ik ook mijn eigen vermoeidheid, waardoor mijn korte lontje is ontstaan. En als ik wil voorkomen dat ik in diezelfde vibe de middag tegemoet ga, moet ik niet alleen de behoeften van mijn dochter serieus nemen, maar ook die van mijzelf.

Samen liggen we op bed. Ik geef haar en kus en zeg haar dat ik van haar houd. Na anderhalf uur word ik wakker gemaakt met een dikke zoen en een ‘Mamaaa, lekker gesjapen?’. Zeker weten. Laat de middag maar komen!

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

Een bericht gedeeld door Een Beetje Hippie (@eenbeetjehippie) op

Anouk schreef al eens eerder over een driftbui van haar dochter

OVER ANOUK

Anouk is 27 jaar, getrouwd en ‘een beetje hippie’. Tenminste, zo wordt ze vaak genoemd door de mensen om haar heen. Dat vindt ze overigens helemaal niet vervelend, want hippies zijn vrij, ruimdenkend, liefdevol en misschien ook een tikkeltje maf. Iets waar ze zichzelf ook wel in herkent.

Bewust ouderschap

Bijna 2 jaar geleden werd ze moeder van Soof en vanaf het allereerste moment vielen alle overtuigingen rondom opvoeden van haar af. De kennis vanuit haar pedagogische studies en voorgenomen opvoedstijlen schoof ze aan de kant en ze besloot te varen op haar oerinstinct. Intuïtief, liefdevol en bewust is wat haar ouderschap kenmerkt. En omdat dat soms toch een beetje anders is dan anders en ze hier veel vragen over kreeg, besloot ze haar liefde voor schrijven te combineren met de liefde voor het hippieleven. En zo ontstond www.eenbeetjehippie.com.