Merel: ‘Ik ga werken om niet bij het kerstdiner te hoeven zijn’
Merel (36) was Kerstmis met haar familie zó zat, dat ze vorig jaar loog dat ze geen vrij kon krijgen van haar werk. Dat beviel zo goed, dat ze zich dit jaar opnieuw vrijwillig heeft aangemeld voor haar werk in een ziekenhuis. “Ik vind kerst met mijn familie stressvol, geforceerd en vooral vermoeiend. Heel erg vermoeiend.”
Merel: “Met een brok in mijn keel belde ik een paar weken geleden mijn moeder op – een gesprek waar ik ontzettend tegenop zag. ‘Mam, niet schrikken. Ik kan er dit jaar met kerst helaas weer niet bij zijn.’ Terwijl ik het zei, voelde ik mijn hart in mijn keel bonzen. Niet omdat ik spijt had van deze actie, maar omdat ik weet hoe graag ze zou willen dat ik erbij ben. Ik hoorde haar adem even haperen aan de andere kant van de lijn en ik zag het al voor me: haar blik richting mijn vader, terwijl ze haar schouders ophaalde. ‘En waarom wéér niet?’ Vroeg mijn moeder stug. Ik haalde diep adem en probeerde zo onschuldig mogelijk te klinken. ‘Ik moet weer werken. Vorige week hebben we met de collega’s van de afdeling lootjes getrokken om te zien wie er moesten werken en wie er vrij konden krijgen tijdens de kerstdagen, en ik trok helaas aan het kortste eind. Ik heb op kerstavond, eerste kerstdag én tweede kerstdag dienst. Ik vind het echt vervelend. Het spijt me, mama.’ Ik hoorde haar aan de andere kant van de lijn hard zuchten. Ze denkt dat het moet, dat ik de klos ben. En dat is precies hoe ik het wil houden.”
Stress bij voorbaat
“Kerst bij mijn familie is altijd groot. Heel groot. Twee maanden voor kerst begint het al: appjes, mailtjes en telefoontjes. ‘Waar gaan we het dit jaar vieren?’ En ‘Heb je al bedacht wat voor lekkers je gaat maken?’ Daarna start ook direct weer de strijd om het maken van die eeuwige tiramisu, of andere makkelijke gerechten. Vanaf dat moment voel ik alweer lichte paniek mijn lichaam binnensluipen. Tijdens Kerstmis zelf komt mijn hele familie samen, achttien man in totaal – de aan-uit-relatie van mijn nichtje niet meegerekend. De ene keer vieren we kerst bij mijn ouders, de andere keer bij mijn tante. Iedereen heeft altijd wel een mening over iets en ook alle oude koeien van de voorgaande jaren worden steevast uit de sloot gehaald. Vooral mijn ooms zijn daar ontiegelijk goed in. Ook zijn er altijd weer familieleden die vragen waarom ik op mijn 36ste nog steeds geen vriend of kinderen heb. Enorm irritant. Tijdens het diner zakt mijn energie sneller in dan de soufflé van mijn tante. En dat is héél snel, kan ik je vertellen. Ondertussen lijkt het binnen dertig graden, de oven blaast als een straalmotor en de geur van verbrande koekjes mengt zich met de geurkaarsen die op tafel staan. Ik probeer te glimlachen, maar mijn zintuigen houden eigenlijk een stille demonstratie. Ergens halverwege het toetje zit ik alweer op m’n horloge te kijken, aftellend tot het moment dat ik naar huis mag.”
Geen straf
“Twee jaar geleden was voor mij het dieptepunt: Ik vond het zó verschrikkelijk dat ik er daarna drie dagen van moest bijkomen. Op eerste kerstdag kwamen we allemaal samen in het huis van mijn ouders. Mijn ooms kregen een discussie over welke whisky je het beste kon gebruiken voor bepaalde sauzen en voor ik het wist was er een Koude Oorlog uitgebroken. Niets vrede op aarde, niet in mijn familie in ieder geval. Vorig jaar besloot ik daarom: dit wil ik niet meer. In oktober, net toen er weer plannen werden gemaakt door mijn familie in de familiegroepsapp, meldde ik me vrijwillig aan op mijn werk om te werken tijdens de kerstdagen – ik ben verpleegkundige, dus werken tijdens de feestdagen is niet vreemd. Mijn collega’s keken me verbaasd aan. ‘Wil je dit écht?’ Ja, graag zelfs. Want ik wilde écht niet bij het familiediner zijn. Ook al betekent dat een teleurstelling voor mijn moeder.
Eigenlijk wil ik er tegen over haar helemaal niet over liegen, maar ik kan niet anders: mijn moeder zou het nooit begrijpen. Voor haar is kerst de belangrijkste tijd van het jaar, ze is dol op alle lichtjes, versiersels, kerstmuziek en het samenzijn met familie. Ik móest dus wel een smoes verzinnen. Ik vertelde haar toen dat ik die diensten echt niet kon vermijden, omdat we door bezuinigingen een groot tekort aan verpleegkundigen hadden op onze afdeling. En ik deed er nog een schepje bovenop: ik vertelde haar dat als ik zou weigeren, mijn contract niet zou worden verlengd. Ze slikte het, maar echt blij was ze natuurlijk niet. Op dat moment voelde ik me even een slechte dochter, maar gelukkig was dat gevoel tijdens kerst helemaal voorbij. Werken in het ziekenhuis was namelijk helemaal geen straf. Sterker nog, het voelde als een soort mini-vakantie waar je eindelijk zelf de touwtjes in handen hebt, zonder dat iemand je zegt dat je de kalkoen verkeerd snijdt of dat de glühwein niet sterk genoeg is.
Op de afdeling waar ik werk, heb je namelijk geen familiedrama. Er zijn geen oude verhalen die telkens weer opgewarmd worden. Geen mensen die voor de zoveelste keer ongevraagd kritiek geven op je leven. Geen urenlange gesprekken over wie wanneer waarom iets deed. Er hangt een soort rust over mijn afdeling. Iedereen is positief en zet met de feestdagen zijn beste beentje voor. En als iemand een grap maakt, is dat gewoon gezellig lachen, niet zo’n verkapte sneer zoals mijn ooms die graag brengen onder het mom van humor. Voor het eerst in jaren voelde kerst vorig jaar niet als een verplichting. Sindsdien heb ik mezelf beloofd: dit blijft erin.”
Het geheim bewaren
“Mijn familieleden hoeven niet te weten dat ik er vrijwillig voor kies om te werken. Ze denken stuk voor stuk dat ik die diensten echt niet kan vermijden. Het liegen is voor een goed doel: mijn mentale gezondheid. En eigenlijk voelt het ook wel ergens grappig dat ik dit geheimpje alleen met mijn collega’s deel. Sommige van hen zouden hetzelfde willen doen, maar ze durven niet. Ze noemen mij grappend een kerstheld. Maar ik doe het vooral voor mezelf, ik heb veel leukere feestdagen. Ha, één van die patiënten zei vorig jaar dat hij voortaan kerst bij ons in het ziekenhuis wilde vieren. Het was volgens hem véél gezelliger dan thuis. Ik snapte hem helemaal. Soms vraag ik me wel af hoe lang ik dit vol kan houden. Maar dan denk ik: ach, het is maar één leugentje per jaar. En zolang iedereen denkt dat ik heldhaftig de feestdagen opoffer voor de zorg, laat ik het lekker zo.”
Om privacyredenen zijn alle namen veranderd, de echte namen zijn bekend bij de redactie.
Foto: Getty Images
Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.
LEES OOK

Uit andere media