Annemiek is slechtziend: ‘Als slechtziende sta je altijd op straat’

Annemiek (49) deelt hart en huis met haar grote liefde Pieter en hun herdershonden Xavi en geleidehond Lexi. Annemiek heeft een aangeboren visuele beperking en is slechtziend. Behalve schrijfster, vlogger, blogger en spreekster richtte ze ook de Stichting Zicht In Zicht op om meer aandacht te vragen voor slechtziendheid.


Schermafbeelding 2025 11 19 Om 13.43.21
Mijngeheim

Net als Vriendin brengt ook Mijn Geheim de allermooiste persoonlijke verhalen, die we hier graag elke week met je willen delen.

Meer verhalen die raken? Abonneer je op Mijn Geheim!

“Het is goed dat de Internationale Dag van de Witte Stok er is. Ieder jaar wordt op 15 oktober aandacht gevraagd voor slechtzienden en blinden en dan met name in het verkeer. Want de meeste mensen kennen de witte stok wel als hulpmiddel voor blinden of slechtzienden, maar wat ze lang niet altijd weten, is dat ze altijd moeten stoppen als iemand met de witte stok zwaait. Stoppen voor iemand die gebruikmaakt van een witte stok is geen gunst, het is een wettelijke verplichting. Mensen die deze stok gebruiken, moeten er vanuit kunnen gaan dat alle andere weggebruikers, dus niet alleen automobilisten, je voorrang verlenen. Die zekerheid zou het gevoel van veiligheid moeten bevorderen, want je in het verkeer begeven is voor veel mensen met een visuele beperking sowieso al een enorme uitdaging. Als slechtziende sta je altijd ‘aan’ op straat. Je bent bekaf als je ergens naartoe bent geweest.Deelnemen aan het verkeer blijft moeilijk. Met de komst van al die elektrische fietsen, auto’s en fatbikes kan ik niet meer afgaan op mijn gehoor. Vroeger kon ik nog wel op geluid inschatten hoe ver of dichtbij een auto was, maar dat kan nu niet meer, daar vertrouw ik niet meer op. Het verkeer wordt drukker en gaat steeds sneller. Meestal beweeg ik me in het verkeer samen met mijn geleidehond Lexi. Lexi zal blokkeren als er direct gevaar dreigt, maar honden kunnen geen snelheden inschatten, dat moet je zelf doen. Voor veel slechtzienden is dat geen makkelijke opgave.
Veel mensen met een visuele beperking overschatten zichzelf, is mijn ervaring. Ze denken dat ze nog voldoende zien om zich veilig in het verkeer te begeven, maar dat is lang niet altijd het geval. Het gezichtsvermogen van slechtzienden verslechtert heel langzaam. Het gaat heel geleidelijk, mensen wennen aan steeds minder zicht en juist daardoor denken ze dat ze nog wel genoeg zien. Helaas is wat ze waarnemen vaak niet meer dan een beweging. De witte stok is in veel gevallen een heel goed hulpmiddel en vaak ook een vereiste om veilig deel te kunnen nemen aan het verkeer. Dat gold ook voor mij. Ik besefte dat ik er veel aan zou kunnen hebben en dat ik het ook nodig had, maar ik moest me toch echt wel even psychisch voorbereiden op het gebruik ervan. Ik herinner me nog heel goed dat ik er voor het eerst mee naar buiten ging. Dat was in 2008/2009 tijdens mijn revalidatietraject in Apeldoorn. Ik kwam er terecht, toen ik vastliep in het leven. Ik leerde er omgaan met mijn visuele beperking en met alle gevolgen voor mijn leven en toekomst. Oké, besloot ik, ik ga het proberen: ik neem de stok mee naar buiten om eraan te wennen. Ik rolde met de stok over straat en voelde me meteen meer ontspannen én ik hoefde niet meer naar de stoep te turen. Shit, het werkt echt, dacht ik. Maar ondanks het gemak, ervoer ik het gebruik ervan als heel confronterend. Ik vond het veel moeilijker om met mijn witte stok de straat op te gaan dan met mijn geleidehond. Met een witte stok ben je plotseling zó ontzettend zichtbaar voor anderen. Ik voelde me een wandelende handicap. En ik wil geen uithangbord voor mijn handicap zijn. Dat is iets persoonlijks, daar had ik moeite mee.”

Hulpvaardig

“In het verkeer moet je erop vertrouwen dat een andere weggebruiker stopt. Dat is soms best eng. Ik heb weleens een auto gevoeld, toen ik mijn stok had uitgestoken. Je bent volledig afhankelijk van de oplettendheid van de andere weggebruikers, zeker als er geen zebrapad of oversteek-plaats met rateltikkers zijn.
Hoewel in een grote, drukke stad de aanwezigheid van geluidssignalen ook niet echt waterdicht is. Soms hoor ik wel een ratel, maar zijn er wel vier oversteekplaatsen en weet ik niet welke ratel voor welke oversteekplaats is. Daarnaast zijn er ook fietspaden zonder tikkers. Als ik mijn stok gebruik, doe ik dat zo zelfverzekerd mogelijk. Ik houd de stok op borst- of gezichtshoogte voor me, zwaai ermee en steek meteen over. Die hoogte is het meest duidelijk voor anderen en het meest praktisch, want anders bestaat de kans dat je vastzit in de spaken van een fietser. Zwaaien en meteen lopen werkt het best. Als jij zelf twijfelt, doen anderen dat ook en krijg je moeilijke situaties. Als ik blijf staan met mijn stok zonder in beweging te komen, werkt dat verwarrend. Mensen weten dan niet wat ik aan het doen ben en schieten soms toch nog even voor je langs. Dat zijn wel uitzonderingen hoor, want ik tref over het algemeen vaak hulpvaardige mensen. Ze houden echt rekening met je, kijken uit en gaan opzij. In Noorwegen bijvoorbeeld stopt iedereen sowieso bij elke zebrapad en ook in Italië viel het me op dat mensen heel oplettend waren als je een witte stok gebruikt. Maar ook hier bij ons doe ik nooit tevergeefs een beroep op anderen, ik ervaar veel fijne reacties. Ik word op straat vaak geholpen. Veel mensen bieden me ook ongevraagd hulp aan. Jong, oud, iedereen helpt je. Ik kom gewoon veel leuke mensen tegen onderweg. Ja, soms dringen mensen in het openbaar vervoer in de spits naar voren om hun bus of trein in te gaan. Als dat gebeurt en het me te druk is, trek ik me even terug en neem de volgende.”

Beroven

“Met een witte stok ben je natuurlijk wel herkenbaar als persoon met een beperking en daardoor extra kwetsbaar. Met een hond naast je is dat veel minder. Zonder Lexi naast me, met alleen een witte stok, voel ik me een makkelijke prooi. Ik ben moeiteloos te beroven, ik kan toch niet achter iemand aanrennen. Maar daar sta ik verder niet bij stil. Ik wil me zo vrij mogelijk bewegen en laat me niet beperken. Bovendien is het me nog nooit overkomen. Ik ben weleens met een blinde vriend in een bepaald gedeelte van een stad geweest waar ik me minder op mijn gemak voelde. ‘Vouw je stok maar op en sla je arm om me heen,’ zei ik tegen mijn vriend, want dat voelde toch veiliger op dat moment. Iedereen die deelneemt aan het verkeer zou moeten weten dat ze echt moeten stoppen als ze een witte stok zien, maar ik ervaar dat dat nog niet het geval is. Daarom is het ook zo goed dat de jaarlijkse Internationale Dag van de Witte Stok er is. Meer bekendheid zorgt voor meer begrip en minder gevaarlijke situaties. Ik geloof niet dat het onwil is om niet te stoppen, volgens mij is het vooral onwetendheid. Daarom moeten we bekendheid blijven geven aan lastige situaties die mensen met een visuele beperking elke dag ervaren en aan de aanpassingen die er voor hen zijn.

Zo merk ik ook regelmatig dat geleidelijnen niet vrij gehouden worden. Dat zijn de looplijnen met reliëf waarmee visueel beperkten hun looproute kunnen bepalen. Ik heb al eens meegemaakt dat er fietsen op gezet worden of zelfs paaltjes op staan. Maar ook dat is niet expres, maar onwetendheid denk ik. Dat je geleidelijnen vrij moet houden weet gewoon niet iedereen.
De mate van toegankelijkheid voor visueel beperkten is in elke gemeente anders.
Soms ben ik in een plaats waar op een verkeersplein een shared space is gecreëerd en dus geen richeltje of stoep is, iets wat ik wel nodig heb om mijn plek en locatie te bepalen. Aan de andere kant zijn die richeltjes en opstaande randen voor mensen die afhankelijk zijn van een rolstoel weer heel beperkend en lastig. Het toegankelijk maken van openbare ruimten voor iedereen is dus echt lastig. Aandacht vragen voor anderen is, zoals bij alles, het belangrijkste.

Ik ga nooit uit van kwade wil of onwil. Mensen zijn nu eenmaal gehaast en op zichzelf gericht in onze maatschappij. Ik zou hen willen vragen anderen te blijven zien en rekening te houden met een ander. Laten we vooral in gesprek blijven met elkaar, elkaar informeren en van ervaringen leren. Nog niet zo lang geleden liep ik met mijn man Pieter en geleidehond Lexie over het trottoir en schoot er een fietser rakelings voor me langs de stoep op, de vrouw had me bijna geraakt. Pieter is naar haar toe gegaan en heeft haar heel vriendelijk aangesproken over de situatie. Hij legde haar uit dat haar actie mij en mijn hond in gevaar had gebracht en wat er had kunnen gebeuren. De vrouw verontschuldigde zich voor haar gedrag. Ze had zich niet gerealiseerd wat er had kunnen gebeuren. Ze had geen visuele beperking, maar had helemaal niet gezien dat ik slechtziend was.”

Foto: priébezit

Geraakt door dit verhaal? Word abonnee van Mijn Geheim en ontvang nog meer échte verhalen in je brievenbus!

LEES OOK

Lees meer Mijn Geheim
Mijn Geheim
112025 Vriendinclub 820x270

Uit andere media


Meer van Lydia