Placeholder

Maya: ‘Ik probeerde me er nog uit te kletsen, maar…’

Vreemdgaan? Dat zou Maya echt nooit doen…

Vreemdgaan? Dat zou Maya echt nooit doen…

Maya: “Vanmiddag belde mijn moeder. ‘Hoe is het met Coen?’ vroeg ze al snel. ‘Oh prima’, riep ik. ‘Druk met werk hè, zoals altijd.’ Ik hoopte dat mijn stem me niet zou verraden. ‘Doe je hem de groeten?’ zei ze aan het eind van het gesprek. Ik beloofde het. Ik was blij toen ik had opgehangen, want ik had weer een paar dagen uitstel. Natuurlijk weet ik best dat het zo niet lang door kan gaan. Er komt een dag dat ik het zal moeten vertellen, maar ik zie er zo tegenop.

Coen en ik zijn haast zeven jaar samen geweest. Ik had gedacht dat ik met hem oud zou worden, maar ik heb het zelf verknald. Een halfjaar geleden werd ik verliefd op een andere man. Hoewel ik altijd had gedacht dat ik nooit vreemd zou gaan, bleek het heel eenvoudig te zijn om mijn ogen te sluiten voor de gevolgen en me over te geven aan de zinderende passie die ik voelde.

Het leek zo veilig. Ook hij was getrouwd. We zagen elkaar één keer per week in een appartement van zijn vriend. Verder belden we veel, maar ik hield mijn telefoon altijd verborgen. We dachten dat het nooit uit zou komen…

In het begin voelde ik me schuldig, later niet meer. Ik genoot zo van ons contact, dat ik er de hele week op kon teren. Ik was ook veel aardiger voor Coen. Ik dacht dat hij niets in de gaten had, maar ik heb hem flink onderschat. Hij heeft later gezegd dat hij het al aanvoelde toen ik nog maar net verliefd was. Mijn ogen straalden weer, net zoals ze deden aan het begin van onze relatie. En in bed was ik weer helemaal wild. Ja, door mijn verliefdheid had ik opeens weer alle dagen zin in seks, ook met Coen.

Omdat hij het niet vertrouwde, heeft hij uiteindelijk een gespecificeerde telefoonrekening van mijn mobieltje opgevraagd. Ik bleek in één maand zesenveertig keer naar hetzelfde nummer te hebben gebeld en meer dan honderd smsjes te hebben verstuurd. Toen hij me dat voor de voeten wierp, heb ik nog geprobeerd om me eruit te kletsen. Maar ik wist eigenlijk meteen dat het zinloos was. De paniek die ik voelde toen hij zijn tas inpakte… Hysterisch werd ik. Dit had ik nooit gewild! Maar hij is vertrokken en ik heb nu al zes weken niets van hem gehoord. Ik blijf hopen dat hij terugkomt, maar ik vrees het ergste. Hij neemt de telefoon niet op, laat me via vrienden weten dat ik hem met rust moet laten.

Mijn minnaar heeft me ondertussen laten vallen. Nu ik single ben, vind hij mij een bedreiging voor zijn eigen huwelijk. De rotzak! Ik kom al zes weken haast mijn bed niet meer uit, zo ellendig voel ik me. Aan mijn familie heb ik nog niets durven vertellen. Ze zullen er stuk van zijn. Ze waren allemaal dol op Coen. En wat moet ik zeggen; moet ik opbiechten dat het mijn eigen schuld is? Ik schaam me rot! Binnenkort is mijn vader jarig en dan zal ik er in mijn eentje naartoe moeten. Ik zie er verschrikkelijk tegenop.”

Tekst: Lydia van der Weide