Placeholder

Karen: “Wat als ik wel voor hem had gekozen?”

Karen had een tijd een affaire met haar buurman. Gelukkig stopte het en dacht ze verder te kunnen met haar leven. Tot er verschrikkelijk nieuws naar buiten kwam.

Karen had een tijd een affaire met haar buurman. Gelukkig stopte het en dacht ze verder te kunnen met haar leven. Tot er verschrikkelijk nieuws naar buiten kwam.

"Ik dacht dat ik eroverheen was. Dat vijf jaar voldoende waren geweest om mijn verboden liefde voor André uit te wissen. Het eerste jaar was vreselijk zwaar, daarna was ik blij en dankbaar dat ik de kracht had gehad mijn affaire met hem, onze voormalige buurman, te verbreken en dat ik voor mijn gezin had gekozen.

Dat André verhuisde naar een andere plaats en niet meer dagelijks in mijn blikveld opdook, hielp daar goed bij. De jaren erna had ik hem alleen bij bepaalde gelegenheden gezien. Ik ontweek hem dan zoveel mogelijk, al voelde ik zijn ogen nog liefdevol branden. Maar voor mij was het klaar, over, definitief voorbij. Ik had dan ook nooit verwacht dat het me zo’n verdriet zou doen als hij zou overlijden. Een paar maanden geleden werden we gebeld: André was dood in zijn huis gevonden. Een hersenbloeding. Er was pas na drie dagen alarm geslagen, pas toen werd hij gemist.

Dit verhaal was een klap in mijn gezicht. Dat mijn vroegere minnaar zoveel dagen alleen had gelegen vond ik verschrikkelijk. Ik had niet geweten hoe zijn leven er nu uitzag, ik dacht – hoopte – dat hij inmiddels gelukkig met iemand was. Dat hij helemaal alleen was gestorven, wakkerde mijn schuldgevoel aan. En alle herinneringen aan ons kwamen weer terug. Heftige, mooie, lieve herinneringen aan onze verhouding die bijna een jaar had geduurd. Niemand had ervan geweten, terwijl we elkaar haast dagelijks zagen.

Ik wist dat André hoopte dat ik mijn gezin voor hem zou verlaten. Maar ik kon het niet. Hoewel ik veel om hem gaf, wilde ik het leven van mijn kinderen niet overhoop halen. Toen André na een jaar genoegen nemen met de kleine momentjes die ik voor hem vrij wist te maken meer eisen begon te stellen, had ik het uitgemaakt. Het deed mij net zoveel pijn als hem, maar helaas: hij was gewoon te laat in mijn leven gekomen.

André aanvaarde zijn verlies en verhuisde. En zo doofde een vurige liefde. Maar een vonkje bleef kennelijk bestaan: de nachten na zijn dood kon ik niet stoppen met huilen. Mijn man begreep niet dat ik als een zombie rondliep en weigerde naar de begrafenis te gaan. Dat laatste durfde ik niet: ik was bang dat ik zo overstuur zou raken dat iedereen door zou hebben wat er ooit gespeeld had. Om mijn man niet argwanend te maken ben ik mij zo snel mogelijk ‘normaal’ gaan gedragen. Maar in mijn hart voel ik me nog steeds zo verdrietig.

Ik vraag me telkens af: hoe zou het gegaan zijn als ik wél voor André had gekozen? Waren we dan gelukkig geweest? Had hij nu nog geleefd? Hoe had ik mij gevoeld? Allemaal vragen die nooit beantwoord zullen worden. Ik moet André's dood een plekje geven. Maar ik vind het heel moeilijk. En het lastigste is nog wel dat ik er met niemand over kan praten. Ik moet deze rouw in mijn eentje dragen."

Tekst: Lydia van der Weide