
Zij krabbelden weer op na een donkere periode
30 juli 2025
Na regen komt zonneschijn is geen cliché, deze vrouwen weten dat het echt zo is. Zij krabbelden weer op na een donkere periode in hun leven.
‘Ik durfde me niet meer te hechten’
Lieke (44): “Vorig jaar was een horrorjaar. Eerst verloor ik in april mijn moeder, vier weken later in mei mijn hond. Natuurlijk is dat niet hetzelfde, maar als single zonder kinderen waren dat wel de twee grootste liefdes in mijn leven. Waar mijn flatcoated retriever Jossy altijd mijn steun en toeverlaat was geweest, en met zijn vacht heel wat tranen over stukgelopen relaties heeft opgevangen, stond ik er nu in mijn verdriet over mijn moeder alleen voor. En daar kwam dan nog het verdriet over zijn dood bij. Zo onverwacht ook, hij was pas acht jaar en kon op een avond niet meer op zijn poten staan. Bij de dierenarts aangekomen was hij al buiten bewustzijn en zij bleek niets meer voor hem te kunnen doen, hij heeft hoogstwaarschijnlijk een zware hersenbloeding gehad. Ik was gebroken van verdriet. Het verlies van mijn moeder was al zwaar, maar daarop had ik me kunnen voorbereiden. Maar Jossy… Dagenlang ben ik niet uit bed gekomen – voor wie zou ik? Ik had echt niets om voor te leven. Tot de fokker van Jossy, met wie ik het goed kan vinden, me na een paar weken voorzichtig een berichtje stuurde. Ze zouden een nestje krijgen… Absoluut niet, dacht ik. Niets of niemand zou Jossy kunnen vervangen. En me weer hechten aan zo’n hondje, na al dat verdriet, dat durfde ik ook gewoon niet.
Maar ja, toen werden de hondjes geboren. En kreeg ik een foto. En ging ik tóch een keertje kijken. En daar kwam meteen Sjimmie op me af, legde zijn kop op mijn voet en keek me aan met een blik die zei: ah, daar ben je dan. Ik was verkocht. Sjimmie lijkt niet op Jossy en is zeker geen vervanging, maar die diepe band die ik meteen met hem had, was als een pleister op mijn verdriet. Een paar weken later haalde ik hem op en toen ik voor het eerst met hem in het bos liep, was het echt alsof mijn moeder en Jossy van boven op me neerkeken.”
‘Eindelijk weer slapen is de hemel’
Petra (56): “Een kanon, dat kon je met gemak naast me afschieten. Ik ben altijd een geweldig goede slaper geweest en kon me ook niet voorstellen dat dat zou veranderen. Tot ik van de ene op de andere nacht wakker lag. Echt klaar- en klaarwakker. Hoe ik ook woelde, las, glaasjes melk dronk of melatonine slikte, de slaap kwam niet meer. Het is een vreemde gewaarwording om aan de ene kant doodmoe te zijn en tegelijkertijd gewoon niet in slaap te kunnen vallen. De huisarts wist het ook niet en schreef me tijdelijke slaapmedicatie voor. Met die pillen schakel je een paard nog uit en dus viel ik in slaap, maar na precies drie uur werd ik dan weer wakker. Moe door het slaapgebrek én door de medicatie. Mijn hele leven stond op z’n kop, je hebt geen idee wat niet slapen met je doet tot je het meemaakt. Ik ben altijd opgewekt en positief, nu werd ik humeurig en zelfs depressief. Mijn man wist niet wat hij met me aan moest en stuurde me naar een psycholoog. Ik ging nadenken: had ik onverwerkte trauma’s? Had ik soms iets verdrongen? Maar nee, ondanks heel wat uren op de sofa verbeterde er niets.
Ik kon bijna niet meer werken, sprak niet af met vriendinnen en verliet amper mijn huis. Alles was me te veel en tijdens die uren die ik ’s nachts naar het plafond staarde, huilde ik veel. Zo hoefde het van mij niet meer. Heftig als ik het zo zeg, maar zo voelde het wel, slaap is gewoon álles voor je welzijn.
En toen luisterde ik een podcast waarin het ging over slaapgebrek en de overgang. Die link had ik weleens vaker gehoord, maar ik had verder geen overgangsklachten dus ik dacht niet dat dat aan de hand was. Maar in deze podcast ging het precies daarover: overgang zonder klachten. Ik ging terug naar de huisarts, maar die geloofde er niet in. Dus wendde ik me tot een hormoonspecialist, terwijl ik normaal heel erg van de reguliere geneeskunde ben. Na heel wat proberen, vallen en opstaan vonden we ein-de-lijk supplementen die hielpen. Eerst haalde ik de vier uur, daarna de vijf, zes. En toen sliep ik weer eens acht uur achter elkaar. Opnieuw lag ik huilend in bed, maar nu van geluk. Ik heb weer energie, functioneer en hou weer van het leven. En dat allemaal door een paar pilletjes.”
‘Vanuit niets verscheen er een bord in hun tuin: te koop’
Gerianne (41): “Vanaf de eerste dag dat wij er kwamen wonen, klikte het niet met onze buren Ton en Jacintha. Wij zijn een gezin met drie kinderen, zij een stel dat erg op zichzelf is en dol is op hun rust. Ik ben erg van het principe: houd een beetje rekening met elkaar. Dus draag ik onze kinderen op om niet naast de auto’s van de buren te voetballen en hebben we een feestje, dan is het na tienen stil. Maar ik vind ook dat je als buren verdraagzaam moet zijn. Dus accepteer het als er een keer luide muziek is, als er een springkussen in de straat staat of wanneer de blaadjes van een boom in je tuin waaien. Houd het leefbaar en gezellig in een straat.
Verdraagzaamheid komt echter niet in het woordenboek van Ton en Jacintha voor. Al na een paar dagen stonden ze voor onze deur: of we onze auto niet op hún plek wilden zetten. Best gek, want we hebben geen eigen parkeerplekken en als er voor hun huis nog een plaats vrij is, mag iedereen daar gaan staan. Maar dat vonden zij niet. Omdat we net nieuw waren, zei ik nog: ‘o oké, sorry’. Maar toen wist ik nog niet waar Ton en Jacintha allemaal een punt van konden maken. Een kleine greep uit waarover ik in de loop van drie jaar ben aangesproken of gebeld of waarover we briefjes in de bus kregen: onze kat (die nooit buiten onze tuin komt) mauwde te hard, onze kinderen hadden bij het fietsen hun hand niet uitgestoken waardoor Jacintha erg was geschrokken toen ze de bocht om gingen, er lagen besjes van onze heg in hun voortuin (die legden ze terug in ónze tuin, ik maak geen grap), onze auto maakte te veel geluid en daar werden zij wakker van, wij lachten te hard, onze vuilnisbak stond niet exact op de goede plek, de hond van ons bezoek had tegen hun heg geplast, ze roken het als wij curry aten en zo kan ik nog wel doorgaan. Ik kreeg meer en meer stress, ging echt de hele tijd denken: kan dit wel, hebben Ton en Jacintha hier geen last van?
Het is echt bizar hoeveel dat met je doet. Stoer riep ik dat het me niet interesseerde, dat die mensen knettergek waren, maar toch keek ik schichtig hun kant uit als ik naar buiten ging. Zag ik ze toevallig, dan liep ik de andere kant op of deed alsof ik iets was vergeten en ging snel terug naar binnen. Er valt gewoon lastig te ontsnappen aan je buren en daarom bepaalde hun gedrag mijn leven veel meer dan normaal was. Ik voelde de hele tijd stress en in mijn hoofd voerde ik hele gesprekken die nooit echt zouden plaatsvinden. Gesprekken waarin ik de waarheid zei, waarin ik grenzen stelde, waarin ik met opgeheven hoofd wegliep. En zo gaf ik de buren veel meer macht over mij dan ze verdienden, door de hele tijd met ze bezig te zijn. Tegelijkertijd paste ik mijn gedrag aan. Maande de kinderen zachter te lachen, zei dat ze niet bij Ton en Jacintha over de stoep moesten lopen, was zenuwachtig als ik naar huis reed over wat er nú weer zou zijn. Mijn man was er makkelijker in, haalde vaak zijn schouders op. Maar ik ben een pleaser, bang om anderen voor het hoofd te stoten. En dus ging het onder mijn huid zitten.
En toen kwam de dag er vanuit het niets een bord in hun tuin verscheen: te koop. Mijn man en ik hebben letterlijk een fles champagne opengetrokken. Ik kon het gewoon niet geloven, heb zelfs onder een andere naam de makelaar gebeld om te vragen of het huis écht te koop stond – alsof je zo’n bord er voor de sier neer zou zetten. Nog groter was het feest toen het verkochtbord ervoor in de plaats kwam en een paar weken later de verhuiswagen voorreed. Waar de buren gebleven zijn en waarom ze zijn vertrokken weet ik niet, maar ik merk nu pas hoe erg het gezeur me in z’n greep hield en hoeveel energie het kostte om hier de hele tijd mee bezig te zijn. Ik slaap beter, voel me rustiger en vooral: ik durf weer gewoon naar buiten te lopen. Wat een luxe.”
‘Wat ik nooit meer had verwacht gebeurde’
Renate (40): “Dat mijn man Joost van een drankje hield, wist ik natuurlijk altijd al. Maar eigenlijk is dat het understatement van de eeuw. Want wat jarenlang leek op ‘sociaal alcoholgebruik’ – altijd met vrienden, of met z’n tweeën, en altijd voor de gezelligheid – kostte ons uiteindelijk onze relatie. Een paar jaar geleden begon Joost namelijk ongemerkt steeds wat meer te drinken. Meer glazen, meer tijd, het werd steeds later voor hij naast me kwam liggen. Soms haalde hij door tot zes uur in de ochtend met vrienden. De volgende dag was hij dan niets waard en draaide ik ons gezin – we hebben twee kinderen – in mijn eentje. Dat dat een keertje gebeurt, oké. Maar het gebeurde eerste wekelijks en toen meerdere keren per week. Joost veranderde van een energieke, vrolijke vader in iemand met een voortdurende kater en amper energie. Hij snauwde mij en de kinderen af, kreeg ook een steeds kwadere dronk. Als je in zo’n situatie stapt zou je denken: wegwezen hier. Maar omdat het geleidelijk gaat, groei je erin, verleg je je grenzen. Ik wel, althans. Ik probeerde hem op andere gedachten te brengen en tegelijkertijd mezelf en onze kinderen hier doorheen te loodsen. Ten koste van mezelf, maar dat merkte ik toen niet. Alles voor ons gezin. Als ik weleens zei dat ik vond dat hij te veel dronk, overdreef ik. Als ik zei dat hij moest stoppen, was ik een aansteller. En zo modderden we door.
Tot het punt kwam dat het echt niet meer ging. Joost was of aan het drinken of hij had een kater. Met moeite deed hij zijn werk, maar daarmee was alles gezegd. De kinderen vroegen aan mij of ik niet kon scheiden, want ze vonden papa niet meer lief. Dat was voor mij het moment om al mijn moed te verzamelen en tegen Joost te zeggen dat ik bij hem weg wilde. Hij dacht dat ik het niet meende, maar ik bleef het herhalen, wekenlang. En toen, uiteindelijk, drong de boodschap tot hem door. Waar ik dacht dat hij zou blijven drinken en onze scheiding voor lief zou nemen, kwam hij bij zinnen. Van de ene op de andere dag stopte hij met drinken, meldde zichzelf bij een psycholoog en ging de strijd met zichzelf en zijn pijn uit het verleden aan – het drinken kwam natuurlijk wel ergens vandaan. En wat ik nooit meer had verwacht gebeurde: onder die nare man kwam mijn lieve Joost tevoorschijn. De man op wie ik ooit verliefd werd en die ik kwijt dacht te zijn. Na een jaar en veel relatietherapie kan ik zeggen: we zijn er weer. De dag dat Joost stopte met drinken, vonden we de weg omhoog.”
‘Wat ik voor mezelf niet durfde, deed ik wel voor mijn zoon’
Fenna (33): “Na een jarenlange relatie met een veeleisende, narcistische man, was ik mezelf helemaal verloren. Het ging zo slecht met mij dat ik niet eens bij hem weg durfde te gaan. Ik was gaan geloven in wat hij mij vertelde: dat ik niets goed deed, dat ik een toxisch karakter had en hém helemaal gek maakte, dat ik maar blij moest zijn dat hij nog bij me bleef, dat ik niets waard was, een slechte moeder en al die andere dingen die ik dagelijks hoorde. En vooral dat ik niets zou zijn zonder hem.
En dat terwijl het zo leuk begon toen ik Jarno zes jaar geleden ontmoette. Helemaal mijn type: sportief, stoer, maar niet bang om zijn kwetsbaarheid te laten zien. Hij wist hoe je een vrouw voor je moest winnen, merkte ik al meteen. Hij pakte me helemaal in met woorden, cadeautjes, berichtjes, alles. Ik viel als een blok voor hem en al snel gingen we samenwonen. Binnen een jaar was ik ook zwanger. Sneller dan gepland, maar ach, hij zou toch wel de vader van mijn kinderen worden, dus dan maar meteen.
Vanaf de geboorte van ons kind begon Jarno echter te veranderen. Hij werd bezitterig naar mij toe, jaloers en achterdochtig. Hij begon me te beschuldigen van van alles en nog wat: ik verpestte de sfeer, ik wilde alleen maar ruzie, ik flirtte met andere mannen. Hij was vaak boos en soms agressief, maar dat lag aan míj, ik maakte hem zo. Nu weet ik dat hij een gaslighter is, toen kende ik die term niet. Hij isoleerde me van mijn familie en vrienden en ik ging overal in mee. Achteraf moeilijk te geloven, maar zo’n situatie ontstaat geleidelijk, het gaat zo subtiel dat je het amper door hebt. Ik liet me uitschelden, soms zelfs slaan en dan was ikzelf degene die sorry zei omdat ik hem tot het uiterste dreef. Bizar, ja, maar het gebeurde wel.
En toen kwam het moment dat hij zich niet op mij, maar op onze zoon richtte. Helemaal doorgeslagen in woede hief Jarno zijn hand en gaf ons kind een klap. En wat ik voor mezelf nooit had gedurfd, deed ik voor ons kind zonder nadenken. Ik maakte er een eind aan, dit was de grens. Ik pakte mijn zoon, mijn telefoon en de autosleutel en reed naar mijn ouders. Die avond appte ik Jarno dat we gingen scheiden.
Zo makkelijk als ik het nu vertel, ging het natuurlijk niet. Ik vond via via een appartementje, maar met mijn budget kun je bijna niets krijgen. Het appartement is niet meer dan dertig vierkante meter en mijn zoon heeft geen eigen kamer, maar dat maakt niet uit. Inmiddels ben ik wat meer gewend, maar de eerste nacht dat we er sliepen deed ik amper een oog dicht door alle geluiden die uit het gebouw kwamen, maar ook dat gaf niet. Want toen ik ’s ochtends de geïmproviseerde gordijnen opende en naar buiten keek, scheen letterlijk voor het eerst sinds lange tijd de zon. Of misschien zág ik die voor het eerst in lange tijd weer eens. Het was, en is, niet makkelijk en niet de geluiden in de flat maar de fratsen van mijn ex bezorgen me nog genoeg slapeloze nachten, maar ik strijd voor mijn zoon en mezelf en voel eindelijk weer: ik mag er zijn. Dat is voor mij alles waard.”
‘Negen maanden lang was ik ongerust’
Inge (37): “Met elke miskraam ging de lol van een positieve zwangerschapstest er wat meer af. Tot we na zes miskramen alleen nog met bonkend hart en misselijk van de zenuwen naar het streepje durfden te kijken. Toen ik voor de zevende keer zwanger was, kon ik alleen maar huilen. Wéér die teleurstelling straks, als het fout ging. Wéér die pijn, die bloedingen, die leegte. Ik hoopte maar dat het snel zou gebeuren, voor we nog hoop kregen.
Onze kinderwens was enorm en onze vreugde dus ook toen ik zwanger bleek te zijn. We hadden nog net geen kinderwagen gekocht, maar zodra we die test in handen hadden, leefden we onze droom. We fantaseerden over de baby, hadden het over namen, maakten ons klaar voor het gezin. Ik maakte een babykamerbord op Pinterest, zocht al het eerste pakje uit – we hadden dan ook een jaar op de zwangerschap moeten wachten. En toen, met acht weken, ging het mis. Een immens verdriet, ook al was het ‘maar’ acht weken en ‘maar’ de eerste en natuurlijk was het fijn dat moeder natuur haar werk deed en we geen kindje kregen met allerlei gebreken. Maar toch, het deed pijn.
De tweede zwangerschap volgde na vier maanden. Weer die hoop, die vreugde. Want het zou toch geen twee keer misgaan? Maar dat ging het wel, en ook een derde, vierde, vijfde en zesde keer. De ene keer met zes weken, ook een keer met dertien weken, die was echt zwaar. Ik voelde me zó leeg en gebroken, ik was bijna in staat onze kinderwens op te geven om naar niet weer die teleurstelling te moeten meemaken. Maar toen kwam de zevende zwangerschap en na de eerste, zenuwslopende weken hadden we een goede twaalfwekenecho. Geen reden tot vertrouwen, want dat hadden we al eens eerder gehad. Maar toen werd het dertien weken, en daarna zestien en wisten we dat het een meisje was.
Op de dag van de twintigwekenecho gingen we trillend naar het ziekenhuis. Dit zou het dan wel zijn, het moment waarop het weer fout bleek te zijn. Maar nee, zo vertelde de echoscopiste ons. Ons meisje was helemaal gezond. Huilend lag ik daar op die bank, mijn vriend met tranen op zijn wangen naast me. Toen we naar buiten liepen, scheen de zon zo hard en kon ik alleen maar huilen en lachen tegelijk. Eindelijk zou onze droom in vervulling gaan, dat gevoel kan ik echt niet omschrijven. Nu zijn we sinds vier maanden de ouders van een dochter. En elke dag als ik haar kamertje binnenkom, voel ik weer die zon schijnen.”
‘Huilend zwaaide ik het busje uit’
Wendy (39): “Leuk joh, een opknappertje. Mijn man Edwin en ik zijn allebei best handig en dus dachten we dat het een goed idee was om een vervallen boerderijtje te kopen om dat op te knappen en er te gaan wonen. In die volgorde ook, maar dat ging niet helemaal volgens plan. Die laatste twee stappen vielen door omstandigheden namelijk gedeeltelijk samen. Terwijl er nog van alles moest gebeuren – waaronder, ik noem maar wat, een trap naar boven en een goed dak – moesten we er al gaan wonen. En daar begon de ellende. Elke dag in het stof, de lekkage, de troep, de bouwvakkers, dat breekt je op. Ondertussen zorgden we voor onze twee kinderen en probeerden onze relatie nog een beetje leuk te houden, wat jammerlijk mislukte. Edwin en ik maakten alleen maar ruzie, gekweld door de ene tegenvaller na de andere, een budget dat met duizenden euro’s overschreden werd en simpelweg geen tijd voor elkaar. Tot we op het punt kwamen: scheiden of lenen. Scheiden wilden we echt niet, dus regelden we met kunst- en vliegwerk een extra lening voor veel te veel rente en huurden elke bouwvakker in die we maar konden vinden terwijl we met ons gezin in een vakantiehuis trokken. Twee maanden later was het huis klaar, konden Edwin en ik elkaar weer aankijken zonder ruziemaken en trokken we als gezin in dat fijne boerderijtje. Met tranen in mijn ogen zwaaide ik het laatste bouwbedrijfbusje uit en begon met het gedeelte waar ik zo naar had uitgekeken: het inrichten van ons schattige boerderijtje. Edwin en ik zijn er nog niet, maar wakker worden met letterlijk een dak boven ons hoofd en een trap om naar beneden te lopen, maakt me elke dag blij. Dat we voorlopig nog flink aan het afbetalen zijn, dat is dan maar zo. Scheiden is duurder, grappen we dan maar weer tegen elkaar.”
Om privacyredenen zijn sommige namen veranderd. de echte namen zijn bekend bij de redactie.
Foto: Getty Images
Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.
Uit andere media