camping kamperen

8x tóch gezwicht: ‘Naast mijn schoonouders op de camping…’

Je had je nog zó voorgenomen om niet met je schoonouders op vakantie te gaan, geen puppy te nemen en niet naar de middle of nowhere te verhuizen. Maar ja, die ruggengraat… Deze vrouwen gingen uiteindelijk tóch voor de bijl.

‘En toen keken die ogen me aan’

Sanne (42): “Nee, nee, nee en nee – dat waren mijn antwoorden op alles waar mijn kinderen, en man, om smeekten. Nee, geen hond. Nee, al helemaal geen puppy. Nee, geen teckel en nee, zéker geen reu. Maar toen had een collega van mijn man een nestje en nodigde ze ons uit om een keertje te komen kijken. Omdat ik zo vaak nee had gezegd, dacht ik: oké, we kijken, prima joh. Maar dat moet je dus nooit doen. Ze waren echt heel schattig, die kleine pupjes. Smekende bruine oogjes keken me aan. Maar ik ging niet voor de bijl, want ik wist: ík moet zo’n beestje opvoeden, ík loop er straks mee door de regen en ík ben degene die moet gaan regelen als we allemaal weg zijn en hij moet toch worden uitgelaten. Maar je begrijpt: na dat aaien, was er geen redden meer aan. Mijn man en kinderen bleven er maar over doorgaan, ik kreeg hele schema’s onder mijn neus geduwd van wie wat wanneer zou doen. En heel eerlijk, mijn praktische bezwaren ten spijt, was ik toch zelf ook wel een beetje gevallen voor de hondjes. Lang verhaal kort: ik stemde toe, maar géén reu. Alleen tja, er waren nog maar twee hondjes over, beide reu. Dus toen sneuvelde ook mijn laatste bezwaar. Rover is nu één en ik heb heus weleens spijt gehad als er weer eens een schoen kapotgemaakt was of als hij ons ’s nachts uit onze slaap hield met zijn gepiep, maar inmiddels kan ik natuurlijk allang niet meer zonder hem. Ik moet toegeven: iedereen houdt zich aan z’n beloftes wat betreft opvoeden, uitlaten en regelen. En wie zit er ’s avonds uitgebreid met hem te knuffelen op de bank – waar hij trouwens ook niet op mocht? Juist ja.”

‘Ik in een buffethel? Nooit!’

Lina (35): “Na backpackreizen naar Azië en Zuid-Amerika, wist ik zeker: als ik eenmaal kinderen had, zou ik ze meeslepen over de hele wereld. Reizen is gewoon echt mijn passie en twee kinderen deden daar niets aan af. Behalve dan dat reizen met kinderen echt anders is dan met jezelf en je rugzakje van hostel naar hostel trekken. Het is namelijk ook gedoe, gesleep, gehuil en geregel. Na een poging ons oude reisleven vast te houden in Zuid-Amerika met een kind van vijf en een tweeling van drie, kwamen mijn man en ik gedesillusioneerd en doodmoe thuis. Nieuw plan: trekken door Europa, met de tent. Althans, dat was mijn plan. Mijn man wilde het helemaal anders doen. Hij stelde een all-inclusivehotel in Turkije voor en ik wilde van pure verontwaardiging bijna scheiden. Ik in zo’n buffethel? Nooit! Dan kende hij me echt heel slecht. Maar als mijn man iets wil, is hij daar lastig vanaf te brengen en uiteindelijk, omdat ik gek werd van de tientallen linkjes die hij me doorstuurde, zei ik: boek die vakantie dan in vredesnaam maar. Maar niet langer dan een week. Inmiddels weet ik: de all-inclusive zal nooit m’n tweede natuur worden. Maar heel schoorvoetend en fluisterend geef ik wel toe: met de kinderen was het de hemel. Met een bandje om mijn pols wacht ik nu geduldig af tot ze groot genoeg zijn om toch weer mee te gaan backpacken.” 

‘Daten via de telefoon, daar kon niets goeds van komen’

Saskia (57): “Na mijn scheiding riep ik op mijn hardst: ‘Voor mij nooit meer een man!’ Dat meende ik ook, ik had genoeg aan vriendschappen, mijn kinderen en mezelf – dat doet dertig jaar leven met een moeilijke man met je. Mijn vriendinnen vonden het na een paar jaar wel weer tijd worden voor een relatie en bleven maar pushen: maak nu eens een account op zo’n datingapp. Los van het feit dat ik geen relatie wilde, vond ik het idee van daten via de telefoon niks, daar kon niets goeds van komen. ‘Je hoeft ook geen relatie’, hielden zij echter vol. ‘Gewoon een leuk afspraakje, een keertje zoenen, wie weet.’ Ik bleef de boot afhouden tot een avond met een flesje rosé en toen nog eentje. Een vriendin had net een heel leuke man ontmoet via een app en uiteindelijk ging ik dan toch voor de bijl. De volgende ochtend had ik al spijt en wilde ik de app verwijderen, maar in mijn inbox zat een leuk berichtje van een man die helemaal geen – zoals ik in mijn vooroordelen allang had bedacht – viezerik of engerd was. We praatten wat, hij bleek belezen en geestig. Een paar weken later ontmoetten we elkaar voor een glaasje wijn. En wat denk je? Deze week vieren we ons eenjarig jubileum.”

‘Nog nooit zoiets ongemakkelijks meegemaakt’

Lilly (40): “Op zoek naar een manier om ons seksleven wat spannender te maken, bespraken mijn man en ik van alles: een parenclub, seksfeesten of misschien een trio. Op zich heel spannende ideeën, maar bij de praktische uitvoering ervan haakte ik toch weer af. Ik wilde helemaal niet naar een parenclub en zo’n seksfeest leek me eigenlijk best vies. Maar mijn man bleef aandringen, hij wilde eens iets anders. Dus ja, dan bleef over: een trio. Ik heb ruim een halfjaar nodig gehad om aan het idee te wennen en ik had allerlei bezwaren: met wie dan, en hoe, en waar? Twee keer vond mijn man een vrouw die het wel wilde, twee keer haakte ik vlak voor die tijd af. De derde keer ging ik overstag. De vrouw was een vage bekende, ik wist dat ze haar mond wel zou houden tegen anderen en ook al val ik niet op vrouwen, ik vond haar wel aantrekkelijk. Die avond was ik bloednerveus en toen ze bij ons aanbelde, wilde ik het liefst wegrennen. Gelukkig was zij heel relaxed en ook ervaren dus na een praatje kwam ze in actie en ging het eigenlijk best natuurlijk. Al moet ik wel zeggen dat ik nog nooit zoiets ongemakkelijks heb gedaan. Ik wist niet goed met wie ik me moest bezighouden en wie ik moest zoenen, ik klungelde alsof ik nog nooit seks had gehad, maar ik vond het ook opwindend. Hoe voel je je, vroeg mijn man achteraf. Verward, zei ik. En dat was ook zo. Het is nu een paar maanden geleden en ik ben blij dat ik het heb gedaan, het heeft ons eigen seksleven een boost gegeven, maar ik weet nog steeds niet of ik het voor herhaling vatbaar vond.”

‘Stond ik daar, naast mijn schoonouders op de camping’

Susan (34): “‘Kom op, Suus, dat is toch leuk voor de kinderen!’ Met die woorden en allerlei varianten erop, bleef mijn man op me inpraten. Geen haar op mijn hoofd die overwoog om daadwerkelijk in te stemmen met het plan dat zijn ouders ons zouden vergezellen op onze jaarlijkse kampeervakantie naar Frankrijk – en dan ook nog de drie volledige weken ervan. Want ja, heel leuk voor de kinderen, maar ik trek de bemoeizucht van mijn schoonmoeder niet langer dan een dag en dat mijn schoonvader geen enkele rust in zijn kont heeft en dus de hele dag iets wil doen, maakt me ook gek. Maar goed, mijn man bewerkte onze kinderen die er ook eindeloos om bedelden en uiteindelijk ging ik dan maar voor de bijl, zeer tegen mijn eigen zin. Daar stond ik dan, naast mijn schoonouders op de Franse camping. Alwaar al mijn verwachtingen uitkwamen: mijn schoonmoeder wilde alles bepalen en zich overal mee bemoeien, van het avondeten tot naar welk strand we gingen tot waar en wanneer we kano’s huurden en of onze tent wel goed aangeveegd was. Mijn schoonvader stond al om negen uur voor de tent: ‘Wat gaan we vandaag doen?’ En mijn man viel terug in zijn rol binnen het gezin, namelijk het jongste kind dat gewend is dat alles voor hem wordt gedaan. De kinderen vonden het heel gezellig met opa en oma, maar zelfs mijn jongste zei na twee weken dat hij het wel veel vond allemaal. Toen we thuis waren heb ik mijn man op straffe van heel pijnlijke zaken laten bezweren dat dit ook meteen de laatste vakantie met zijn ouders was. Hij stemde er zowaar mee in.” 

‘En zo woonden we ineens in het grote niets’

Lilian (64): “Na mijn pensioen wil ik terug naar de Achterhoek, dat zei mijn vriend al zo lang ik hem ken – nu tien jaar. We woonden in Amsterdam waar ik het heerlijk vond, ik heb er dertig jaar gewoond. Aan het platteland moest ik niet denken, maar Leo was echt heel duidelijk. Hij komt uit de Achterhoek en werkte in de stad, maar het werd nooit écht zijn thuis. Het leidde tot gedoe tussen ons toen zijn pensionering naderde. Ik vond dat hij me niet kon dwingen om te verhuizen, hij vond dat hij altijd duidelijk was geweest. Ik wist: hij gaat sowieso. Dus of ik moest mee, of hem kwijtraken, of heen en weer reizen – we woonden niet samen. Uiteindelijk, na veel wikken en wegen, koos ik voor het eerste. Als het echt zo erg zou zijn, kon ik altijd nog bij hem weggaan en terug naar de stad. We kochten een boerderijtje en ach, als we dan toch de ruimte hadden, wilde ik mijn oude paardenhobby wel weer oppakken. Dus knapten we niet alleen het huis maar ook de stal op en kocht ik twee paarden. En zo woonden we ineens, want zo voelde dat, in het grote niets. In het begin moest ik wennen maar eerlijk gezegd ging dat sneller dan verwacht. De ruimte, de paarden, de moestuin, de simpelheid van het leven hier – ik kwam helemaal tot rust. Ik miste de reuring en de restaurantjes, de tram en de toeristen helemaal niet. Nooit had ik verwacht dat ik me zo goed zou voelen hier. Ik hou nog steeds heel veel van de stad en ga regelmatig een dagje, waar ik enorm van geniet. Maar als ik dan weer mijn eigen erf op rijd voel ik: ah, ik ben weer thuis.”

‘Het voelt wel completer nu’

Gieta (44): “Vier jaar, zo lang heb ik mijn moeder niet gesproken. Zij gaat nooit begrijpen dat haar instabiele persoonlijkheid mij als kind heeft beschadigd. Ze was niet emotioneel veilig voor mij, fladderde van de ene man naar de andere, liet mij voor haar zorgen in plaats van andersom. Ik heb heel wat therapie nodig gehad om zelf wel stabiel te worden. Ik moest me daarvoor de afgelopen jaren op mezelf richten en kon mijn moeders drama er niet bij hebben – ze heeft de neiging álles om haar te laten draaien. In die jaren nam ze vaak contact op, wilde langskomen, belde bij vlagen heel vaak en bij vlagen nooit. Zij wilde afspreken, ik niet omdat ik wist dat het mij niets zou brengen. Maar uiteindelijk ben ik vorig jaar gezwicht. Niet voor mezelf, maar voor haar. Het blijft mijn moeder, ik vond het zielig dat ze veel verdriet had. Ik ben haar enige kind. We dronken koffie, ik hield me aan mijn voornemen om inhoudelijk niets te zeggen. Dat werkt het beste. Sindsdien zien we elkaar om de paar weken. Weer contact hebben is onrustig, maar het voelt completer. Misschien kan ik op een dag een echt gesprek over mijn jeugd hebben, dat weet ik niet. Tot die tijd hou ik het bij koetjes en kalfjes.”

‘Ik voelde me schuldig dat ik hem dit geluk ontzegde’

Karina (49): “Ik kon het woord niet meer hóren. Het was boot voor en boot na, alles was boot, boot, boot. Ik kon mijn man wel wat aandoen, want ik wilde helemaal geen boot en dat wist hij ook. Ik heb niets met boten. Ze kosten veel geld en scheppen verplichtingen, want elke mooie dag moet je varen, anders is het zonde. En dan nog al het onderhoud en schoonmaken en wat er allemaal bij komt kijken. Kortom, ik vetode de boot echt jarenlang tot mijn man een erfenis kreeg van zijn ouders en besloot dat die boot daarvan gekocht zou worden. Zonder het geldargument stond ik minder stevig, maar nog altijd wilde ik het niet. ‘Ga dan een keer meer proefvaren’, zei hij en omdat ik al zo vaak nee zei, ging ik één keertje mee. Dan was ik er vanaf en kon ik daarna zeggen dat ik het geprobeerd had en dat ik het echt niet wilde. Dus maakten we op een warme lentedag een rondje over de Friese meren. In een boot die op zichzelf nog wel te betalen was. Met een dolgelukkige man aan het roer. Dat laatste kon ik echt niet negeren, hij was zó blij in die boot, ik zag hem zo genieten. Ik voelde me schuldig dat ik hem dit, voor hem, grote geluk bleef ontzeggen. Eenmaal terug in de haven zei ik: oké, jij krijgt je boot, maar ik doe er niets aan en ga alleen mee als ik daar echt zin in heb. Al had ik op dat moment geëist dat hij de Titanic zou opduiken en me drie parelsnoeren zou geven, dan nog had hij ingestemd, denk ik. Als een kind zo blij kocht hij de boot. Dat is nu twee jaar geleden en sindsdien gaat hij ongeveer elke mooie dag varen en ik grofweg de helft van die tijd. En dan geniet ik ook echt, want ik ben de schoonheid van het water en het varen wel gaan inzien. Het is een prima compromis dat voor ons goed werkt, al moet ik nog steeds slikken als ik de rekeningen voor het onderhoud en de reparaties zie, maar goed, een gelukkige man valt niet in geld uit te drukken, denk ik dan maar.”

Foto: Getty Images

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.

LEES OOK

Lees meer Persoonlijke verhalen

Uit andere media