Deze vrouwen kregen een teken van een overleden dierbare: ‘Daar stond ze’

Wat is het fijn als je na het verlies van een dierbare nog een teken krijgt dat diegene tóch nog een beetje bij je is. Deze vrouwen vonden zo’n teken in een vogel, spiegel of… Chanel.


vrouw

‘Die vogel bleek vrijwel nooit voor te komen’

Lieke (39): “Waar mijn vader was, waren vogels. Hij wist alles van ze en ze leken wel op hem af te komen zodra hij naar buiten stapte. Ging hij wandelen, dan dook er altijd wel een bijzondere soort op, die hij feilloos wist te benoemen. Ikzelf heb niet echt veel met vogels, ik kan een mus van een kraai onderscheiden maar daarmee houdt het dan ook wel zo’n beetje op. Van de bijzondere soorten ken ik alleen de roerdomp, omdat mijn vader helemaal wild werd als hij er eentje had gezien of gehoord. De vogel vertoont zich namelijk maar zelden. Hij heeft een heel typisch, laag geluid.
Twee jaar geleden overleed mijn vader aan kanker. Ik mis hem enorm, zelfs die eeuwige vogelberichten van hem. Mijn ideeën over leven na de dood zijn wat vaag. Ik hoop het, maar geloof het eigenlijk niet. En toch gebeurde er laatst iets waar ik niet omheen kon. Ik wandelde in een natuurgebied en toen hoorde ik ineens dat kenmerkende, lage geluid. En niet van één vogel, maar zelfs van twee. Roerdompen, wist ik meteen, maar dat kon helemaal niet want de vogel komt niet in dat gebied voor. Ik nam het geluid op en vroeg aan een vogelkenner of het klopte. Geen twijfel mogelijk: op een plek waar in de wijde omtrek geen roerdomp voorkomt, zaten er nu ineens twee. Toen wist ik: dit is typisch iets voor mijn vader, om zichzelf via vogelgeluiden te melden. Hij wilde gewoon even laten merken: ik ben hier.”

‘Een paar meter voor mij liep mijn moeder’

Bianca (52): “Na de dood van mijn moeder doneerden we haar kleding aan de kringloop. Mijn moeder besteedde altijd veel aandacht aan haar uiterlijk en er zat heel mooie kleding bij – helaas komt mijn maat 44 niet overeen met haar maat 38. Een paar maanden later was ik in het theater bij een show van Richard Groenendijk, de favoriete cabaretier van mij én mijn moeder. Ik miste haar die avond meer dan anders, want als ze niet was overleden, waren we hier honderd procent zeker samen geweest. Bij het naar binnen gaan van de zaal, kon ik mijn ogen niet geloven. Een paar meter voor mij liep mijn moeder. Althans, een vrouw in haar jurk met ook nog eens hetzelfde korte, blonde haar. In een opwelling vroeg ik aan die vrouw waar ze haar jurk had gekocht. ‘Bij de kringloop’, zei ze. ‘Dat verwacht je toch niet, dat je daar zoiets moois vindt?’ Ik zei niet dat hij van mijn moeder was geweest, maar kon eenmaal op mijn stoel mijn tranen niet bedwingen. Prachtig, dat mijn moeder er die avond toch nog een beetje bij was.”

‘Ineens ruik ik het overal’

Ria (70): “Waar Inge was, was Chance, een parfum van Chanel. Zolang ik haar ken, was dat haar luchtje. Gek genoeg rook ik het nooit bij iemand anders. Als ik ook maar een zuchtje van het parfum oppikte, wist ik: Inge is in de buurt. Dertig jaar lang waren we vriendinnen en toen overleed ze drie jaar geleden aan een slopende ziekte. Vlak voor ze doodging, zei ze als grapje: ‘Als je Chance ruikt, dan ben ik het.’ Waar ik het parfum vroeger nooit rook zonder dat Inge er was, ruik ik het nu bijna elke week wel ergens. In de supermarkt, in de trein, zelfs als ik alleen thuis ben: ineens komt er dan zo’n zweem van het parfum voorbij en weet ik dat Inge in de buurt is. Ze zeggen dat geur de sterkste manier is om je iets te herinneren. Ik denk dat het ook het sterkste teken van boven is.”

‘De klok stond op hetzelfde tijdstip stil’

Miranda (29): “Voor mij was mijn tante als een tweede moeder, ik was heel erg verdrietig toen ze overleed en wist niet goed hoe ik zonder haar verder moest. Dat had ik ook tegen haar gezegd voor ze doodging: als jij gaat, staat voor mij alles stil. Ze begon me toen moed in te praten, zei dat ik sterk genoeg was en dat ze alle vertrouwen in mij had. En dat ze me wel zou laten merken dat ze meekeek vanaf, zoals zij het noemde, ‘de andere kant’. En dat eerste teken kwam al snel, dezelfde dag nog. Mijn tante overleed om zestien minuten over elf in de ochtend. En in mijn huis was de klok stil blijven staan op precies dat tijdstip. Bizar, toch? Het voelde wel heel fijn dat mijn tante meteen liet merken dat ze bij me was en haar belofte hield. Zonder er iets aan te doen, ging de klok na een tijdje ook weer lopen. Ik zie dat als haar manier om te zeggen: en nu door, Miranda.”

‘Nu rijdt hij toch een beetje mee’

Hanneke (67): “Mijn man en ik deden alles samen. Niet omdat we los van elkaar niets konden of durfden, maar omdat het samen gewoon gezelliger was. Vijfenveertig jaar lang mochten we van elkaars gezelschap genieten, tot hij twee jaar geleden overleed. Ik mis hem verschrikkelijk: zijn zachte stem, onze gesprekken, de grapjes, het samen dingen ondernemen. Nu moet ik overal alleen naartoe. Ik doe het wel, maar moet elke keer een drempel over.
Een jaar na het overlijden van mijn man kocht ik een nieuwe auto. Een hele stap, want in onze oude auto hadden we samen zo veel kilometers afgelegd en nu zou ik in die nieuwe alles alleen doen. Toen ik hem ophaalde bij de dealer, zag ik voor het eerst het kenteken. Ik moest lachen en huilen tegelijk. Dit was Theo’s manier om te laten weten dat hij toch nog met me mee zou gaan, dat wist ik zeker. Niet alleen bevat het kenteken zijn initialen TG, ook vormen de cijfers de dag en maand van zijn verjaardag. Geweldig toch? Elke keer als ik op pad ga, voel ik: Theo gaat mee. En dat is niet het enige. Toen ik voor het eerst de radio aandeed, klonk daar ‘All you need is love’ van de Beatles. Precies het liedje dat mijn man vaak zong. Met tranen in mijn ogen en een heel warm gevoel ben ik naar huis gereden.”

‘Ik deed de deur open en daar stond ze’

Mariëlle (39): “Mijn oma was alles voor me en ook al was ze ver in de tachtig toen ze overleed, ik was echt gebroken van verdriet. Haar hele leven lang had ze gezegd: als ik terugkom, dan is het als kat. Ik heb niet zo veel met leven na de dood en reïncarnatie, maar vond het altijd wel grappig dat ze dat zei, als groot kattenliefhebber. En toen gebeurde er iets wat ik nooit had verwacht. Precies drie maanden na de dood van mijn oma, hoorde ik ’s avonds laat een vreemd geluid bij de voordeur. Ik opende de deur en daar stond ze: een piepklein cypers poesje van hooguit een paar maanden oud. ‘Oma!’ riep ik meteen in een opwelling. Ik nam het katje mee naar binnen en zei tegen mijn vriend: we houden haar. Hij zei rationeel: ze kan ook van iemand zijn. Voor de zekerheid heb ik de volgende bij de dierenarts laten checken of het katje gechipt was – wat niet zo was – en ik heb haar aangemeld bij websites voor gevonden dieren, maar niemand kwam. Natuurlijk niet, zou ik bijna willen zeggen, want dit is mijn oma die nu elke dag heerlijk in een stoel voor het raam in het zonnetje zit, precies zoals mijn echte oma ook deed. Ik ben haar intens dankbaar dat ze woord heeft gehouden en dat ik haar voor mijn gevoel nog elke dag om me heen heb.”

‘De vloer lag bezaaid met scherven’

Lily (51): “Mijn vader zei altijd: ‘Ik geef wel een teken van boven.’ Als vrijmetselaar geloofde hij heilig in reïncarnatie, als nuchtere Hollandse geldt dat voor mij niet. Nadat hij onverwacht was overleden, belandde ik met mijn middelste zus in een bittere ruzie over de erfenis. Zo erg dat ik besloot: ik wil jou nooit meer zien. Ze had haar ware aard getoond en dat gif wil ik niet in mijn leven. In ons laatste telefoongesprek verbrak ik alle contacten. Zodra ik had opgehangen, viel op de seconde nauwkeurig de spiegel van de muur – de spiegel die ik net had geërfd en die voor mijn ouders altijd heel waardevol was geweest. Zonder enige reden was het touwtje waaraan hij hing afgebroken. De vloer lag bezaaid met scherven, ik stond er verbijsterd naar te kijken. En tegelijkertijd voelde ik: dit is mijn vader. Of hij hiermee bedoelde dat ik het goed heb gedaan, weet ik niet. Ik hoop het wel en ik denk het ergens ook wel – ik was eindelijk eens écht voor mezelf opgekomen, iets waar ik niet zo goed ik ben. Daarna heb ik trouwens nooit meer iets van hem gehoord.”

‘Ze was nog snel van dier gewisseld’

Elisa (39): “Uitgezaaide borstkanker, die klap kwam aan als een mokerslag. Mijn vriendin Suze en ik groeiden letterlijk samen op en bleven altijd close en ineens had zij nog maar zes maanden te leven. In die zes maanden huilden we samen, lachten we samen, maakten herinneringen én hadden het over de dood. Suze was niet bang om te gaan, al vond ze het natuurlijk verschrikkelijk dat ze haar man en drie kinderen moest achterlaten. Maar de dood, daarover had ze altijd al gezegd: dat is een overgang naar een plek vol licht. Ikzelf geloof ook dat zielen altijd om je heen blijven, maar als het zo concreet wordt dat je een dierbare verliest, ga je toch twijfelen. Dus ik zei: wat spreken we af? Wat wordt je teken? Een paard, zei Suze, omdat ze dol was op paarden. Maar op het laatste moment, een paar uur voor haar dood, veranderde ze van gedachten. ‘Het wordt toch een flamingo’, zei ze.
De eerste weken na haar dood gebeurde er niets. Ik twijfelde aan alles waarin ik geloofde. Zie je wel, er ís niks. Maar toen, vijf weken later, zei ik terwijl ik met mijn kinderen naar het strand reed hardop in de auto: ‘Nou Suus, komt er nog wat van?’ En wat denk je: eenmaal op het strand telden we zeven opblaasflamingo’s. In het strandtentje was een nieuwe cocktail: Flamingo dream. Naast me las iemand een boek: Flamingo beach. Typisch Suze: alles met tweehonderd procent. Tot op de dag van vandaag, drie jaar later, zie ik minstens eens per week een flamingo. Als sleutelhanger, op kleding, in advertenties, echt overal. Het maakt me vrolijk. ‘Hoi Suus’, zeg ik dan altijd even.”

Om privacyredenen zijn sommige namen gefingeerd.
Foto: Getty Images

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.

LEES OOK

Lees meer Persoonlijke verhalen
Persoonlijke verhalen
112025 Vriendinclub 820x270

Uit andere media


Meer van Mariette