
Rose deelt online over haar werk in de zorg
22 september 2025
Rose (36) is verpleegkundige in opleiding. Begin dit jaar deelde ze een video op TikTok over haar werk – die ging viraal en nu is ze bekend als Rose in de zorg. “Ik wil laten zien dat humor in de zorg werkt.”
“Hoe het allemaal begon? Ik ben ooit op m’n vijftiende begonnen in de gehandicaptenzorg. Mijn moeder was vrijwilliger bij die instelling en ik werkte er als vakantiekracht. Ik vond het geweldig. Mijn vader vond het maar niets, zijn kleine meisje tussen allemaal mensen met een meervoudige beperking en gedragsproblematiek. Dat ik een opleiding medewerker maatschappelijke zorg ging doen, was geen verrassing. Maar toen ik zeventien was, overleed mijn vader plotseling aan een hartinfarct, een enorme shock. Ik ben toen gestopt met school en meteen volle bak aan het werk gegaan als leerling medewerker maatschappelijke zorg in de gehandicaptenzorg. Ik had sterk het gevoel dat ik mijn moeder moest helpen door geld te verdienen. Dat was niet zo, maar ik vond dat ik het zo moest doen. Mijn verdriet stopte ik weg. Mijn moeder regelde wel therapie voor mij en mijn twee broers, maar ik had daar niets mee. Ik focuste me volledig op mijn werk. Dat was een vlucht, denk ik nu achteraf. Er volgde een wat ‘mild rebelse’ periode, zoals ik dat zelf omschrijf. Niks schokkends, maar ik ging roken en veel uit. Ook liet ik zonder overleg gaatjes in mijn oren schieten. Ik vond vervolgens een baan als zorghulp in een verpleeghuis op de palliatieve unit; het zorgen liet mij toch niet los. De eerste keer dat ik mocht helpen een tillift te bedienen, herinner ik me nog goed. ‘Nu ben ik echt een stap verder gekomen’, dacht ik. Dat was natuurlijk helemaal niet het geval. Ik voerde kleine zorgaken uit; verzorgde de maaltijd en koffieronde of trok steunkousen uit. Ik ben ook bij veel overlijdens geweest. Ik werd meegenomen in gesprekken over euthanasie en vond dat rete-interessant. Waarom weet ik niet, maar ik keek echt op tegen de verpleegkundigen daar. Die kar met pillen vond ik gewoon fantastisch!”ADHD’er
“Ik besloot mijn school weer op te pakken, dit keer de opleiding Verzorgende IG – een leerwerktraject. Ik kwam in hetzelfde verpleeghuis te werken, maar de dynamiek veranderde, omdat ik van zorghulp naar leerling VIG ging. Ik werd gepest door collega’s. Kreeg alleen maar rotklusjes; van prullenbakken legen tot de afwas ophalen. Als ik mijn schoolopdrachten vooruit maakte, werd ik door mijn stagebegeleider op de vingers getikt. Van alle kanten kreeg ik commentaar en dat maakte mij erg onzeker. Vervolgens kreeg ik ook nog eens een nekhernia. ‘Het komt door je houding. Je bent veel te lang om in de zorg te werken. Als je nu al deze klachten hebt, is dit werk niets voor jou!’ kreeg ik te horen. Daar ging mijn droom. Ik ben, toen mijn hernia genezen was, nog wel even teruggekomen, maar als je niet goed in de groep ligt, is het heel lastig jezelf overeind te houden. Ik haalde mijn opleiding ook niet vanwege mijn hernia en besloot in een kledingzaak te gaan werken – ik ben ADHD’er, ik vind álles leuk en stap overal met een positieve instelling in. Maar in die winkel bleef ik maar over de zorg praten. Misschien zat ik hier toch niet zo op m’n plek. Na de kledingzaak kwam ik bij een daklozenopvang terecht als ‘medewerker sfeer en beheer’. Activiteitenbegeleider dus. Ik vond deze doelgroep superinteressant, vooral in combinatie met verslavingsproblematiek. Op een dag stond ik met een man in pak in de lift. ‘Jij bent Rose he?’ Ik knikte. ‘Ik ben hier directeur. Ik wil dat jij de opleiding Verzorgende IG versneld gaat afmaken’, zei hij. Ik wist niet wat ik hoorde. Hij snapte het overduidelijk niet. Ik was in het verleden niet goed genoeg gebleken. Waarom zou iemand mij als verzorgende-IG willen? Uiteindelijk ben ik toch met P&O gaan praten en heb ik in een jaar mijn opleiding afgemaakt. Ik kon het dus wel!”Eindelijk zuster
“Na mijn diplomering ging ik aan de slag in de noodopvang met 120 dak- en thuislozen. Ik was eindelijk zuster. Vooral de combinatie van het maatschappelijke en het medische deel deel vond ik interessant. Schulden helpen aflossen, verzekeringen afsluiten, iemand te overtuigen toch de chemotherapie af te maken. Het was een bijzondere, maar ook zware tijd want de pandemie brak uit en zie maar eens 120 dak- en thuislozen op anderhalve meter van elkaar te houden. Alle cliënten moesten elders worden ondergebracht en dat bracht de nodige spanningen met zich mee. Ook omdat veel cliënten al kampten met verschillende psychische problemen en trauma’s. Hierdoor heb ik veel suïcides gezien. Toen ging het mis. De druk werd te hoog en als klap op de vuurpijl werd ik in mijn vroege dienst door een dakloze man aangevallen en in mijn gezicht geslagen. Ik sloeg alarm en de security kwam er meteen aan. Ik rende in blinde paniek onder de blauwe plekken en met een bloedneus de straat op. Daar zag ik mijn collega, verpleegkundige staan. Ze sloot mij in haar armen en verzekerde mij dat alles goed zou komen. Als ik aan dat moment terugdenk, krijg ik nog steeds een brok in mijn keel. Ik kreeg geen adem meer. De spanning van de afgelopen maanden, de druk van de noodopvang en de pandemie… Ik zat er echt helemaal doorheen. Ik had een burn-out, alleen dat had ik zelf nog niet helemaal in de gaten. Het heeft een jaar geduurd voordat ik er weer helemaal was.”Saai
“Maar nu werk ik in een woonzorgcentrum in Den Haag en kan ik volmondig zeggen dat ik écht mijn plek gevonden heb! Ik krijg hier zo veel vertrouwen van het kernteam, ik voel me enorm gewaardeerd. Mijn huidige collega’s zien wie ik ben. Bij hen mag ik onhandig zijn en grappen maken. Mijn teamleider zag potentie in mij en stelde voor dat ik de opleiding tot verpleegkundige zou gaan doen. Ik heb letterlijk tien keer ‘nee’ geroepen. Ik durfde het niet, ik vond de verantwoordelijkheid veel te groot. In het verleden werd mijn constant verteld dat niet goed genoeg was. Met alleen maar ouderen werken, leek me ook zo saai. ‘Daar heb ik het geduld niet voor’, zei ik. Toch startte ik met de verkorte opleiding en mijn zelfverzekerdheid groeide met de dag. Ik haalde alleen maar goede cijfers; mijn laagste cijfer is een 7,5. Ik moet nog anderhalf jaar en dan mag ik mezelf officieel verpleegkundige noemen. Ik geloofde altijd iedereen die zei dat dit te hoog gegrepen was voor me. Mooi niet dus! Ik kan het gewoon. Als ik zou willen, kan ik door voor chirurg! Die boodschap zou ik ook echt aan iedereen die twijfelt over zijn of haar capaciteiten willen doorgeven: Als je iets echt wil, dan kun je het. Laat niemand je ooit iets anders vertellen.”Flinke dosis humor
“Afgelopen 6 februari postte ik mijn eerste filmpje op TikTok. Ik help in die video een bewoonster met haar schoenen en je hoort haar vertellen dat ze negentien is. ‘Als jij negentien bent, ben ik 104’, reageer ik. De bewoonster heeft dementie, waardoor zij niet altijd de juiste woorden kan vinden. ‘Dan ben ik 24’, zegt ze vervolgens. ‘Tel daar maar zestig jaar bij op’, is dan mijn antwoord. We moeten er samen heel hard om lachen. De video – die ik overigens volledig in overleg met mijn werkgever, familie en de bewoonster zelf heb geplaatst – werd binnen een dag 1,8 miljoen keer bekeken. Dat had ik niet aan zien komen. Inmiddels heb ik 147K volgers op Instagram en 107K volgers op TikTok. Ik plaats regelmatig video’s met een flinke dosis humor op social media. Want dat is mijn doel met mijn posts; meer humor in de zorg terugbrengen. We leren in de opleiding precies hoe het allemaal moet, maar regels kunnen ook doorslaan. Als ik iets hoor als: ‘Muziek draaien we alleen op de muziekmiddag’, breekt mijn hart. Waarom niet tijdens de zorg, of het ontbijt gezellig? Als een bewoner dat leuk vindt, dan moet dat toch kunnen? Persoonsgerichte zorg, dat moet er veel meer komen als je het mij vraagt. En waarom moeten we iedereen voor tien uur uit bed hebben? Als ik voor iemand zorg die liever nog even blijft liggen, dan kan dat. Dan regelen we toch ontbijt op bed? Als iemand in een duster wil blijven lopen, zoek ik er matchende sloffen bij. We lachen wat af met elkaar. Zo trok ik laatst zingend iemands steunkousen aan. Diegene wilde die steunkousen niet aan. ‘Dan pleurt ik die kousen toch in de prullenbak’, zong ik vervolgens. Ja, het is beter om steunkousen te dragen, ze hebben tenslotte een functie. Maar als iemand het even niet wil, is dat oké. Humor werkt bij elke doelgroep waar je in de zorg mee werkt, ook bij oudere mensen. Ik neem mijn video’s met vier bewoners op die zodra ze mijn camera zien alleen maar nog gekker gaan doen. Ze vinden het fantastisch.”Gevoelskwestie
“Wat wel en niet kan, is voor mij echt een gevoelskwestie. Zo maakte ik onlangs een video met iemand van wie ik wist dat ze heel ijdel is. Toen ik het geschoten materiaal terugkeek, zag ik dat haar haar heel rommelig zat van de achterkant. Dan besluit ik het beeld gewoon niet te gebruiken. Alles is respectvol en weloverwogen. Dat hoor ik ook van familie terug. De negatieve reacties zijn op twee handen te tellen. ‘Je lijkt op Kim Holland’, heb ik al een paar keer voorbij zien komen. Maar natuurlijk is het commentaar nog meer gericht op het feit dat ik bewoners in beeld breng. ‘Jij hebt vast geen akkoord aan de mensen gevraagd’, tikte iemand onlangs. Zulke berichten kreeg ik vaker. Ik zou mijn bewoners uitbuiten. Nou, ik verdien hier precies nul euro mee, kan ik vertellen. Er is wel eens een bedrijf geweest dat handcrèmes voor de bewoners heeft opgestuurd. Mijn vriend Jack – als in Jack en Rose van de Titanic, haha! – heeft ook al een keer honderd stroopwafels aan de bewoners gedoneerd. Fantastisch toch?”Mooie bijvangst
“Het grootste deel van de volgers reageert gewoon heel leuk en superpositief. ‘Door jou wil ik ook in de zorg werken’, lees ik met enige regelmaat. Dat vind ik een prachtig compliment.. Ik probeer mensen ook wel duidelijk te maken dat het natuurlijk niet alleen maar lang leve de lol is. Je moet wel realistisch blijven en geen valse verwachtingen scheppen. Maar als ik mensen enthousiast weet te maken voor een baan in de zorg, is dat mooie bijvangst, toch? Meerdere volgers hebben al voorgesteld dat ik mijn eigen verpleeghuis open. Dat vind ik wel heel ambitieus en dat heeft ook niet direct mijn voorkeur. Het liefst ga ik veel spreken bij zorginstellingen en opleidingen, om humor in de zorg op de kaart te zetten. Zolang de artsen hun werk kunnen doen, moet je als zorgmedewerker de vrijheid krijgen voor wat vrolijkheid te zorgen, vind ik. Ik snap al die beperkingen gewoon niet zo goed. Humor kost niets, je kunt het altijd meenemen en van lachen is wetenschappelijk bewezen dat het gezond is. Wat mij betreft versoepelen we de zorg op dit vlak zo snel mogelijk.” Foto: Yasmijn Tan Visagie: Wilma Scholte Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.Uit andere media