Canva1 2023 11 06t141350.939

Riannes vader overleed plotseling: ‘Gelukkig heeft hij mijn dochtertje nog gekend’

Het verlies van een dierbare is ongelooflijk verdrietig. Over hem of haar praten, kan soms helpen. Wie was degene die overleed en wat is zijn/haar verhaal? Deze week vertelt Rianne (34) over haar vader. Hij overleed afgelopen september, bijna drie maanden na de vroeggeboorte van Riannes dochtertje Tess. “Eindelijk had ik alles een beetje onder controle. En toen werd ik gebeld door mijn oom. Ik wist meteen: dit is foute boel…”

Rianne: “Op 20 juni dit jaar beviel ik van mijn dochter Tess. Helaas te vroeg, want vijf dagen daarvoor verloor ik met 33 weken zwangerschap opeens vruchtwater. Nadat ik met spoed was opgenomen in het ziekenhuis, kreeg ik te horen dat ik waarschijnlijk snel zou gaan bevallen. Volledige bedrust was noodzakelijk en er werd ook gelijk gestart met injecties voor longrijping. Zo kregen de longen van Tess een extra boost in hun ontwikkeling.
Uiteindelijk beviel ik met 33 weken en 5 dagen. Tess woog maar 1,8 kilo, maar ze was zo sterk dat ze geen ademondersteuning nodig had.”

Buurtgenoten

“Mijn man en ik waren erg opgelucht. Ook mijn vader was dolblij dat Tess het zo goed deed. Ik had een goede band met hem en hij was erg betrokken bij mijn zwangerschap. Nadat mijn moeder op mijn achttiende was overleden, was mijn vader mijn basis geworden. Samen met mijn broer misten we mijn moeder enorm, maar met z’n drieën wisten we ons te redden.
Toen ik op mijn 21ste op mezelf ging wonen, vond ik dat best moeilijk. Ik wilde mijn vader niet in de steek laten, maar hij verzekerde mij dat het goed was om op eigen benen te leren staan. Het mooie was dat ik een aantal jaar later alsnog vlak bij hem kwam wonen. Mijn man, die ik in 2019 leerde kennen, woonde namelijk praktisch bij mijn vader in de straat. Toen ik bij hem introk, werden mijn vader en ik dus bijna buren van elkaar.”

Naar huis

“Na de geboorte van Tess was mijn vader best bezorgd. Hij hoopte dat alles goed bleef gaan met zijn kleindochter en belde iedere dag toen ze in het ziekenhuis lag. (Hij durfde niet langs te komen, omdat ze nog zo vatbaar was voor van alles). Na twee weken mocht Tess op 6 juli mee naar huis. Ik was zo blij. Tess was echt een strijder en daar waren we allemaal erg trots op.”

Verontrustend telefoontje

“Precies twee maanden na de thuiskomst van Tess zat ik met mijn buurvrouw in de tuin. Het was hoogzomer en heel warm. Omdat ik de volgende dag een new born shoot met Tess had, deed mijn buurvrouw alvast mijn haar. Ik weet nog dat ik dacht: eindelijk heb ik alles een beetje onder controle. En toen werd ik gebeld door mijn oom. Ik wist meteen: dit is foute boel, want hij was op dat moment met mijn vader aan biljarten.”

Passerende ambulance

“Mijn oom vertelde dat mijn vader tijdens het biljarten was ingestort. Hij had waarschijnlijk een hartstilstand en iemand was hem op dat moment aan het reanimeren. De hulpdiensten waren ook onderweg. Ik schrok me kapot toen ik het hoorde. Ik riep meteen mijn man en met onze dochter haastten we ons naar de biljartclub. Onderweg passeerde een ambulance ons met loeiende sirenes. Die is vast voor mijn vader, dacht ik.”

Geen hartslag

“Eenmaal in de club zag ik mijn vader tussen de biljarttafels op de grond liggen. De ambulancebroerders hadden de reanimatie overgenomen en met mijn hart in mijn keel ging ik aan het voeteneind van mijn vader zitten. ‘Ik ben er’, zei ik tegen hem. ‘Je bent niet alleen.’
Ondertussen hoorde ik de ambulancebroeders steeds zeggen dat er geen output was. Op dat moment had ik geen idee wat dat betekende, maar later begreep ik dat ze daarmee de hartslag van mijn vader bedoelde. Het lukte niet om zijn hart weer op gang te krijgen. Mijn vader zag er heel grauw en opgezwollen uit. Het was vreselijk om te zien.”

Coma

“Wonder boven wonder slaagde toch de reanimatie uiteindelijk. Mijn vader had weer een hartslag (weliswaar een zwakke) en werd direct naar het ziekenhuis gebracht. Onderweg kreeg hij nog een hartstilstand, maar ook toen wisten de ambulancebroeders zijn hart weer op gang te krijgen.
Omdat zijn lichaam veel te verduren had gekregen, besloten de artsen hem in een kunstmatige coma te brengen. Zo kon mijn vaders hart hopelijk een beetje tot rust komen.
De bedoeling was dat hij de volgende dag ’s middags weer zou worden wakker gemaakt. Mijn broer en ik zouden daarbij aanwezig zijn. ‘Die redt het wel’, zeiden we tegen elkaar. Toch had ik er niet zo’n goed gevoel bij.”

Vroeg telefoontje

“Met de verpleegkundige sprak ik af dat ze mij de volgende ochtend tussen tien en elf uur zou bellen hoe de nacht van mijn vader was gegaan. Daar ging ik dus vanuit, maar opeens belde ze rond half negen al. Mijn broer en ik moesten naar het ziekenhuis komen en ik realiseerde mij gelijk wat dat betekende: het ging niet goed met mijn vader.”

Donor

“In het ziekenhuis bleek mijn voorgevoel inderdaad te kloppen. Eén van de artsen vertelde dat mijn vaders pupillen niet meer reageerden op licht. Normaal vergroten pupillen altijd als je met een lampje in iemands oog schijnt, maar bij mijn vader was dat niet geval. Vandaar dat de arts vermoedde dat hij hersendood was. Om dat officieel vast te stellen, waren er meer onderzoeken nodig, maar daar moesten mijn broer en ik eerst toestemming voor geven. En dan was er nog iets, want door de nieuwe donorwet was mijn vader automatisch orgaandonor. De arts vroeg of wij daarmee akkoord gingen en op dat moment vond ik dat een heel moeilijke vraag. Mijn vader was misschien dan wel hersendood, maar voor ons leefde hij nog. En als we het goed vonden dat hij donor werd, zou hij de operatietafel zijn laatste adem uitblazen, zonder dat wij erbij waren.”

Besluit

“Het was eigenlijk te veel om te bevatten allemaal. Daar zat ik dan, net moeder, terwijl mijn vader op sterven lag. Na een heel goed gesprek besloten mijn broer en ik om voor de orgaandonatie te gaan. Mijn moeder had leukemie, maar als er voor haar een donor mogelijk was geweest, waren we daar zeker heel dankbaar voor geweest. Nu kon mijn vader misschien andere mensen helpen en dat vonden we een mooie gedachte.”

Leven gered

“Op 7 september overleed mijn vader. Hij werd 66 jaar en redde met de donatie van zijn lever het leven van een 60-jarige man. Toevallig werd ik daar laatst door het donorregister over gebeld en ik vond het erg bijzonder om te horen.”

Belangrijke vragen

“Inmiddels zijn mijn broer en ik alle spullen van mijn ouders aan het uitzoeken. Wat bewaren we en wat mag weg? Het zijn belangrijke vragen waar we ons nu veel mee bezig houden. Mijn ouders hadden een koophuis en mijn vader is daar na het overlijden van mijn moeder in blijven wonen.
Met pijn in ons hart hebben mijn broer en ik besloten om het huis binnenkort te koop te zetten. We doen het liever niet, maar we hebben allebei een eigen huis, dus wat moeten we dan nog met ons ouderlijk huis? Hopelijk kan er een nieuw gezin net zo gelukkig worden als wij dat vroeger ook zijn geweest.”

Troost

“Ik vind het heel gek dat mijn vader er niet meer is, maar gelukkig heeft hij mijn dochtertje nog wel gekend. Ook troost ik me met de gedachte dat mijn vader mijn moeder niet meer hoeft te missen. Ze waren elkaars grote liefde en mijn vader wilde na mijn moeder nooit meer een andere vrouw. Ik heb geen idee of hij het gehoord heeft, maar toen ik afscheid van hem nam, zei ik dat het goed was. ‘Ga maar naar mama.’ En ik hoop dat dat gelukt is.”

Tekst: Renée Brouwer
Foto: eigen foto

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.