sylvia-minnaar-spijt

Marsha: ‘Had ik hem maar meteen gezegd dat ik geen kinderen wil’

Haar vriend Ewald is wel toe aan kinderen, Marsha zelf niet. Maar eerlijk tegen hem zeggen dat ze helemaal geen kinderen wil, dat kan ze niet.

‘Niks met kinderen’

Marsha (31): “Eigenlijk is het heel simpel: ik heb niks met kinderen. Nooit gehad ook. Met poppen speelde ik niet, dat verzorgende heb ik ook niet. Een pasgeboren baby vind ik aandoenlijk, maar het idee dat ik zelf met zo’n hummel in mijn armen zal zitten, staat heel ver bij me vandaan. Sterker nog, als ik daaraan denk, raak ik in paniek. Ik ben gewoon geen moederfiguur. Als vriendinnen met hun kinderen langskomen, denk ik na een half uur: ga je weer? En als ik zie wat zij inleveren voor het moederschap, begrijp ik echt niet waarom iemand dat zou willen. Ik ben zelf erg gehecht aan mijn vrijheid. Ik hou van reizen en spontaan uit eten gaan en dan onverwacht de halve nacht ergens blijven hangen. Zelf heb ik lang gedacht dat die kinderwens wel zou komen, dat ik op een gegeven moment wel klaar zou zijn met mijn levensstijl. En dat ik kinderen dan ook leuk zou gaan vinden. Want zo ging het bij vriendinnen ook. Maar inmiddels weet ik zeker dat dat niet gaat gebeuren. Als ik de levens van mijn vriendinnen zie, weet ik alleen maar heel zeker dat het niks voor mij is

Ik dacht dat mijn gebrek aan een kinderwens geen belemmering zou zijn om een leuke man te vinden. Om me heen zag ik veel vrouwen die graag kinderen wilden, maar van wie de partner nog wilde wachten of zelfs helemaal geen kinderen wilde. Het leek me voor een man dus echt geen afknapper om een vrouw te treffen die helemaal geen moeder wil worden. De mannen met wie ik een relatie heb gehad, vonden het ook altijd wel best. Dat die relaties uiteindelijk strandden, had niks te maken met het feit dat ik geen kinderwens heb

Op één lijn

Toen ik vorig jaar Ewald (38) ontmoette, had ik meteen het idee dat we het op het gebied van kinderen roerend eens waren. Zonder dat het onderwerp ter sprake was gekomen, trok ik de conclusie dat hij geen man was die graag vader wilde worden. Zijn ex-vriendin had vrij snel na hun breuk een nieuwe man én ze was zwanger. Hij liet zich ontvallen dat het haar blijkbaar alleen daar om te doen was geweest, en dat hij blij was dat ze op tijd uit elkaar waren gegaan. Bovendien was Ewald minstens zo aan zijn vrijheid gehecht als ik. De eerste maanden van onze relatie genoten we samen met volle teugen van het leven. We waren bijna geen avond thuis en boekten zelfs spontaan een last minute naar Egypte: donderdagavond boeken, zaterdagochtend weg. Ik prees mezelf gelukkig dat ik een man had gevonden die net als ik niet van een geregeld leven hield en die net zo van spontane acties kon genieten. Maar daar, op die vakantie, kwam het onderwerp kinderen wel ter sprake en bleek dat we helemaal niet op één lijn zaten.”

Op kraamvisite

“Ik kan me het moment nog precies herinneren. We lagen op het strand en er kwam een stel voorbij met een kindje van een jaar of twee. Terwijl ik net bedacht dat ik blij was dat wij lekker met z’n tweeën op vakantie waren, zei Ewald: ‘Zie je wel dat je nog best op vakantie kunt als je een kind hebt?’ Ik begreep niet precies wat hij bedoelde. Hij ging door: ‘Je ziet altijd dat mensen dan alleen nog maar in Nederland blijven, of hooguit gaan kamperen in Frankrijk. Maar je kunt best op vliegvakantie met een kind.’ Daarna keek hij me aan en zei: ‘Dat zie ik ons ook wel doen als we een gezin hebben, gewoon lekker doorgaan met leven zoals we nu doen.’

Ik schrok me kapot. Het schoot door mijn hoofd dat ik hem moest vragen of hij gek geworden was. Dat het er niet in zat dat hij ooit kinderen met mij zou krijgen. Had ik dat toen maar gedaan. Maar daar op het strand realiseerde ik me ook dat dit een onderwerp is dat je relatie kan breken. En ook al waren we nog maar drie maanden bij elkaar, ik wist dat ik mijn leven met Ewald wilde delen. Wat ik voor hem voelde, had ik nog nooit voor iemand gevoeld. Ik wilde hem hoe dan ook niet kwijt. Daarom ging ik niet echt op zijn opmerking in, zei een beetje vaag dat we dat nog wel zouden zien. Gelukkig ging hij niet op het onderwerp door. De dagen daarna was ik op mijn hoede. Ik was bang dat hij er opnieuw over zou beginnen, maar dat gebeurde niet. Tegen beter weten in hoopte ik dat ik het verkeerd had begrepen.

Lees ook: Marja (46): ‘Ik wilde nooit kinderen, maar nu heb ik spijt’

Gezin stichten

Dat bleek natuurlijk niet zo te zijn. Vier weken nadat we uit Egypte terug waren gekomen, beviel een van mijn vriendinnen van haar eerste kind. Ewald ging mee op kraamvisite. Mijn vriendinnen weten dat je mij geen plezier doet met de vraag of ik de baby wil vasthouden, dus vragen ze het niet. Ewald daarentegen vroeg zelfs of hij het kind vast mocht houden. Ik keek verbijsterd toe. Was dít mijn vriend? Dezelfde avond begon hij er weer over. Hij zei dat het toch wel heel bijzonder was, een kind krijgen. En dat hij hoopte dat het ook voor ons was weggelegd. Niet nu, eerst wilde hij gaan samenwonen, ook al woonde hij al praktisch bij mij. Maar als we een jaar of wat verder waren en samen een huis hadden gekocht, zou hij het wel heel leuk vinden om een gezin te stichten.

Ik schrok me rot toen ik hem dat hoorde zeggen, maar het lukte me met grote moeite om rustig te blijven. Ik deed er weer vaag over, lachte het een beetje weg. Ewald vatte het op alsof ik bedoelde te zeggen dat ik er nu nog niet klaar voor was en dat bevestigde ik. Hij begreep het wel, zei hij. Dat we hierover niet op één lijn zaten, kwam vast doordat ik zeven jaar jonger ben. Het onderwerp verdween weer even van de agenda, tot zijn broer vijf maanden geleden vader werd. Ewald was er erg mee bezig, hij stond als eerste in het ziekenhuis toen zijn nichtje geboren was. Gelukkig moest ik werken en kon ik niet mee, maar ook achteraf zag ik zijn ontroering. Hij zei dat het hem echt had geraakt, dat hij steeds beter begon te begrijpen hoe mooi het is om zelf een kind te krijgen. Ik raakte bijna in paniek toen ik hem hoorde praten. Boven alles hoopte ik dat juist nu hij er zo nauw bij betrokken was, hij erachter zou komen dat kinderen een grote belemmering vormen als je van je vrijheid houdt.”

Eindigen in ruzie

“Ewald en ik zijn nu anderhalf jaar bij elkaar en hij is helemaal niet van gedachten veranderd. Sterker nog, het onderwerp komt steeds vaker ter sprake. Bijna iedere maand gaan we wel ergens op kraamvisite en dan zijn er nog al die bezoekjes aan zijn broer. Elke keer als we weggaan, denk ik: als hij er maar niet over begint. Meestal doet hij dat wel. Dan probeer ik van onderwerp te veranderen of, als hij vasthoudend is, herhaal ik maar weer eens dat ik er niet klaar voor ben. Dat is laf, dat weet ik ook wel. Als Ewald vraagt wanneer ik er dan wel klaar voor ben, doe ik vaag. Soms gaat hij er erg lang over door, dan blijft hij maar vragen wanneer wel. Dat irriteert me en vaak eindigt zoiets in ruzie. Gelukkig houdt hij er dan over op en komt het onderwerp een tijdje niet ter sprake. Eén keer vroeg hij: ‘Wil je het eigenlijk überhaupt wel?’ Toen heb ik glashard gelogen dat dat zeker het geval was, maar dat hij me niet zo onder druk moet zetten. Sindsdien is Ewald minder aan het pushen. Maar het blijft natuurlijk tussen ons in staan. Ik probeer vaak om hem de nadelen te laten inzien. Als er vrienden met kinderen langskomen, breng ik het gesprek expres op de vakanties die ze niet meer hebben en dat het vervelend is dat ze alles moeten plannen. Dat spontaan ergens heen gaan er niet meer bij is. Ewald hoort alles aan, maar als ik er later over begin, zegt hij: ‘Ja, maar je krijgt er veel voor terug.’ Zelfs als de kinderen het halve huis overhoop hebben gehaald en de hele tijd lopen schreeuwen en huilen, blijft hij het leuk vinden. ‘Van je eigen kinderen kun je veel meer hebben’, zegt hij vergoelijkend als ik daar iets over zeg. Ik begrijp er niks van. Er zijn niet veel onderwerpen waarover we van gedachten verschillen, maar juist bij dit ene, belangrijke onderwerp liggen onze meningen mijlenver uit elkaar.”

Open kaart

“Ik voel me schuldig dat ik Ewald aan het lijntje houd, maar open kaart spelen durf ik niet. Ik weet niet hoe hij reageert. Hij zal enorm teleurgesteld zijn als ik aangeef dat hij een gezin met mij wel kan vergeten. En ik denk dat hij ook boos zal zijn, omdat ik dat nooit duidelijk heb gezegd. Of hij bij me weg zal gaan, weet ik niet. Ik probeer weleens omzichtig te vragen of hij dat zou doen, maar daar gaat hij niet op in. Concreet de vraag stellen gaat natuurlijk niet, dan weet hij meteen wat mijn echte mening is. Maar op deze manier kom ik er ook niet achter in hoeverre zijn kinderwens een breekpunt vormt voor onze relatie. Ik weet ook wel dat er een dag komt waarop ik daar vanzelf achter kom. Ik kan moeilijk nog jaren en jaren het onderwerp ontwijken of doen alsof ik er nu niet klaar voor ben. Nu heb ik nog ‘tijd genoeg’, zoals Ewald zegt, maar als ik ouder word, zal het onderwerp steeds meer op onze agenda komen. Tegen de tijd dat ik midden of eind dertig ben, moet ik open kaart spelen.

Ik heb één vriendin in vertrouwen genomen en zij zei: ‘Ach joh, ik weet zeker dat als je ouder wordt, die biologische klok vanzelf gaat tikken. Dan is het hele probleem niet meer aan de orde.’ Met zo’n opmerking kan ik helemaal niks. Die klok gaat niet tikken, en op een dag zal ik dat ook tegen Ewald moeten zeggen. Soms denk ik: moet ik het dan voor hém doen? Maar dat soort gedachten schuif ik meteen weer opzij. Een kind is geen aankoop waar je eigenlijk niet achter staat of een vakantiebestemming waar je zelf niet naartoe wilt. Je kunt het niet ‘voor de ander’ doen. Er is simpelweg geen compromis mogelijk. Ik heb er lang over nagedacht en ik heb voor mezelf besloten: als het erop aankomt, ben ik liever alleen dan dat ik een kind krijg. Dus als dit me uiteindelijk mijn relatie kost, is dat een consequentie die ik zal aanvaarden, hoeveel pijn me dat ook zal doen.”

Medisch circuit

“Gelukkig is er één ‘uitweg’, waar ik steeds vaker over nadenk. Ewald is heel duidelijk: hij wil graag een kind, maar het medische circuit zal hij niet ingaan. Een vriend van hem is inmiddels aan de vijfde ivf-poging toe en nu Ewald ziet wat een impact die behandelingen op zijn leven en zijn relatie hebben, heeft hij besloten dat hij dat nooit zal willen. Ik vind het niet eerlijk van mezelf en ik weet ook niet of ik, als het er echt op aankomt, dit zal doen, maar soms denk ik: ik kan ook doen alsof ik met de pil stop. Dan ‘proberen’ we het een tijdje, maar natuurlijk zal ik niet zwanger worden. Behandelingen zijn niet aan de orde, dus ben ik van het probleem af. Op sommige momenten vind ik dit een mooie oplossing, maar er zijn ook genoeg momenten dat ik twijfel. Kan ik leven met zo’n leugen? Kan ik dit Ewald aandoen? Wat doet dit met onze relatie? Ergens hoop ik nog steeds dat het niet nodig zal zijn, dat Ewald vanzelf van gedachten zal veranderen. Misschien naïef om dit te hopen, maar het zou wel echt geweldig zijn als het gebeurde. Samen van het leven genieten, mét elkaar maar zonder kinderen, dat is mijn droom.”

Tip van de redactie

Kun je gelukkig zijn zonder kinderen? Of ben je dat dan juist? En hoe kom je tot die keus, wel of geen kinderen? Het boek Gelukkig zonder kinderen is voor iedereen die door omstandigheden of uit eigen keus niet de weg van ouderschap volgt – en voor wie nog zit te dubben over deze bepalende beslissing. Voor meer informatie klik op onderstaande button.

Lees ook: Martha: ‘Ik heb spijt dat ik nooit kinderen heb gekregen’