stel koppel relatie

3 lezeressen over die ene die ze nooit zullen vergeten

Cliché, dus waar: je eerste liefde… die vergeet je niet. Drie lezeressen vertellen het verhaal van hun eerste liefde.

‘Hij is nog steeds heel waardevol in mijn leven’

Esther (52): “Ik was een verlegen meisje uit een klein dorpje in Noord-Holland, hij een stoere dj uit de housescene – een muziekstroming die in die tijd net opkwam. Elke keer als dj Dimitri kwam draaien in onze dorpsdiscotheek, stonden mijn vriendinnen en ik giebelend te gluren en te dansen voor de draaitafel. Door plaatjes aan te vragen of een drankje voor hem te halen, probeerde ik zijn aandacht te trekken. Dat lukte, want op een avond vroeg Dimitri of ik na sluitingstijd met hem meeging naar Amsterdam, waar hij nog een feestje had. Dat vond ik natuurlijk wel spannend, midden in de nacht naar ‘de grote stad’. Mijn ouders waren minder blij toen ik om half vijf pas thuiskwam, in plaats van zoals gebruikelijk om twee uur. Gelukkig vergaven ze hem dat wel toen we officieel verkering kregen. Ik was helemaal idolaat van hem. En hij ook van mij, maar zijn muziek bleef altijd belangrijker. Dimitri werd steeds bekender als vaste dj van de populaire club Roxy en daarnaast draaide hij vaak in het buitenland. Ik gunde hem zijn carrière, maar had niet door dat hij ondertussen ook drugs gebruikte. Terwijl hij steeds meer opging in alle verleidingen die bij zijn succes kwamen kijken, probeerde ik me juist wanhopig aan hem vast te klampen. Dat vond hij op zijn beurt weer veel te beklemmend. Langzaam raakten we elkaar kwijt.
Ik stortte me op modellenwerk, reisde naar Parijs, Londen en Milaan en verhuisde uiteindelijk naar Amerika voor mijn werk. Dimitri zakte verder weg in zijn verslaving. Toch lukte het ons niet om elkaar los te laten, nog jarenlang bleven we om elkaar heen draaien. Dan belde ik bijvoorbeeld in een hysterische bui naar de club waar hij draaide, om hem te smeken of hij me nog één kans wilde geven. Een andere keer belde hij met mijn modellenbureau in New York om me uit te nodigen naar de Maagdeneilanden te komen, waar hij op vakantie was. Op een dag besloot ik dat dit een verhaal zonder einde was. ‘Hoe vaak moet ik nog naar je terug?’, zei ik, toen hij weer eens contact zocht. ‘Ik ben er klaar mee’.
Nog heel lang heb ik vreselijk liefdesverdriet gehad, maar ik wist dat het beter was zo. Er kwamen andere mannen in mijn leven en inmiddels ben ik alweer bijna twintig jaar samen met mijn huidige partner. Hij is stabiel en betrouwbaar, iemand met wie ik een leven heb kunnen opbouwen dat ik met Dimitri nooit had kunnen hebben. Hoewel hij zijn verslaving heeft overwonnen, leidt hij nog steeds een nachtleven en dat is niets voor mij. Hij heeft nu een vriendin die veel beter bij hem past. Ik vind het fijn om hem gelukkig te zien, want hij houdt altijd een speciaal plekje in mijn hart. Heel af en toe sturen we elkaar nog een berichtje en ik heb ook nog steeds goed contact met zijn moeder. Aangezien ik geen goede relatie had met mijn eigen moeder, was zij in die tijd degene bij wie ik altijd terechtkon. Dat is nooit veranderd. ‘Ook al ben je mijn schoondochter niet meer, je blijft altijd mijn kind’, zegt ze. Op die manier is mijn eerste liefde nog steeds heel waardevol in mijn leven.”

‘Ik laat hem écht niet een tweede keer gaan’

Mieke (37): “Remco en ik kregen verkering toen ik in de tweede klas van de mavo zat. Ik was dertien en hij vijftien, maar toch hadden we al vrij snel een heel volwassen relatie. Dat kwam vooral doordat hij uit een lastige thuissituatie kwam. Remco zat op een internaat en werkte daarnaast in de bouw. Omdat hij zelf geen contact met zijn vader en moeder had, zorgden mijn ouders ook een beetje voor hem. Er was zelfs even sprake van dat hij bij ons zou komen wonen. Toch koos hij er op zijn zestiende voor om op kamers te gaan in de regio waar hij opgegroeid was, honderd kilometer verderop. We hebben het nog even geprobeerd, maar als je jong bent, is die afstand te groot. Ik was ziek van liefdesverdriet, miste hem verschrikkelijk. Daarna heb ik nog best wat vriendjes gehad, maar als het uitging, was ik nooit zo verdrietig als destijds bij Remco. Ik dacht dat dat dat gewoon bij kalverliefde hoorde, maar zijn oma – met wie ik contact hield – zei altijd: ‘Meisje, het komt ooit goed’. Zelfs mijn vader zei op zijn sterfbed: ‘Je krijgt je bouwvakker wel weer terug.’ Ik begreep toen niet hoe ze dat konden zeggen, maar misschien hebben ze toch iets aangevoeld.
Vele jaren later kwam ik Remco namelijk stomtoevallig weer tegen op een online forum. Ik stuurde hem een berichtje en in de jaren daarna hadden we af en toe contact. Daar bleef het bij, want we zaten allebei in een relatie. Maar toen dat overging, heb ik toch de stoute schoenen aangetrokken en hem voorgesteld een keer af te spreken. Toen hij aan kwam lopen, zag ik meteen die felblauwe ogen waarmee hij vroeger al alles voor elkaar kreeg bij me. ‘O jee, dit gaat helemaal verkeerd’, dacht ik. Ik kwam net uit een moeilijke relatie, hij had al een kind. Ik wilde me helemaal niet zo snel in iets nieuws storten, maar het viel niet meer tegen te houden. Tijdens onze tweede afspraak bij hem thuis, zei hij dat hij een kast voor me leeggehaald had. Ik ben nooit meer weggegaan.
Inmiddels hebben we samen een tweeling van vijf en een eigen bedrijf. Ook in onze vrije tijd zijn we eigenlijk vrijwel altijd samen. Sommige mensen snappen dat niet, maar wij zijn zó verweven met elkaar. Inmiddels zijn we ook al een tijdje verloofd, maar in verband met corona hebben we de bruiloft al een paar keer uitgesteld. Maar het gaat zeker een keer gebeuren, ik laat hem écht niet een tweede keer gaan! Soms denk ik: was je maar nooit verhuisd. Het is zo zonde van al die verloren jaren… Aan de andere kant geloof ik dat we allebei veel levenservaring hebben opgedaan in die dertien jaar dat we uit elkaar zijn geweest en dat we daardoor nu alleen maar sterker staan samen. En als we tachtig zijn, hebben we een mooi liefdesverhaal om aan onze kleinkinderen te vertellen!”

‘We zijn verliefder dan ooit’

Dominique (52): “Dick was een goede vriend van mijn stiefbroer. In een oud dagboek las ik dat ik hem op mijn veertiende al spotte als ‘lekker ding’, maar we kregen pas verkering toen ik zestien was en hij achttien. Het was zeker niet zo dat ik ons meteen samen oud zag worden. Ik had wel vaker vriendjes en als ik eenmaal iemand veroverd had, was voor mij de lol er al snel weer af. Zelf was ik dus ook verbaasd dat ik het met Dick wél volhield. Blijkbaar was ik voor het eerst echt verliefd.
Ik was negentien toen we gingen samenwonen, op een klein verdiepinkje boven een snackbar. Alles lekte en kraakte en er liepen muizen. Toch waren we dolgelukkig. Ondanks dat we de eersten in onze vriendenkring waren met zo’n serieuze relatie, voelden we ons vrij. We gingen veel uit samen, maar hadden allebei ook onze eigen hobby’s en vrienden. Zo werden we langzaam samen volwassen. Mensen zeiden weleens: ‘Hoe weet je nou dat hij het is, moet je niet meer uitproberen?’. Maar die behoefte heb ik nooit gehad. Ik dacht juist: als het met hém niet lukt, met wie dan wel?’
Wat er ook gebeurde in ons leven, Dick bleef altijd die rotsvaste factor waar ik nooit aan hoefde te twijfelen. Tenminste, dat dacht ik. In 2016 overleed mijn broertje aan kanker en toen ik net weer een beetje opgekrabbeld was, kreeg ik te horen dat ik de ziekte van Parkinson heb. In dezelfde periode kampte Dick met een zware burn-out. We zaten allebei zo vast in onze eigen sores dat we er niet voor de ander konden zijn, terwijl we elkaar juist harder nodig hadden dan ooit. Voorheen hadden we eigenlijk nooit ruzie, nu waren er steeds vaker irritaties. Het leek alsof we elkaar niet meer konden bereiken. In die periode heb ik me weleens afgevraagd hoe het zou zijn om alleen verder te gaan. Die gedachte beangstigde me. Als zelfs mijn rotsvaste factor ging wankelen, wat was er dán nog zeker in mijn leven?
We hadden elkaar op dat moment kunnen kwijtraken, maar gelukkig is dat niet gebeurd. Ik realiseerde me namelijk dat ik niet mijn man wilde veranderen, maar de situatie. Dick erkende dat hij er niet alleen uitkwam en zocht hulp bij een psycholoog. Daarna ging het best snel weer de goede kant op. Ik zag weer de man op wie ik ooit verliefd was geworden! Nu, 36 jaar nadat we verkering kregen, gaat het eigenlijk beter dan ooit. Mijn ziekte is, met de juiste medicatie, hanteerbaar. Dick zegt weleens dat het hem niet kan schelen of ik later bepaalde dingen niet meer kan, zolang we maar samen zijn. Zo voel ik het ook.
Hoe ongewis de toekomst ook is, ik zie haar met vertrouwen tegemoet. Met hem, maar ook met onze twee zoons. We hebben zelfs alle vier dezelfde tattoo genomen, als afsluiting van een zware periode en als teken dat we elkaar altijd overal doorheen slepen. Als gezin zijn we veel sterker dan we dachten. De jongens zijn nu allebei het huis uit, dus Dick en ik zijn weer met z’n tweetjes. Het voelt weer net als toen op dat verdiepinkje boven de snackbar: net zo vrij en onbezorgd, maar dan zonder de lekkages en de muizen.”

Waarom is die eerste liefde zo belangrijk?

Psycholoog Roos Woltering: “Je eerste liefde wordt vaak gezien als de belangrijkste relatie in je leven, omdat die eerste ervaring de weg opent voor alle liefdes die daarna komen. Eerste liefdes zijn meestal niet blijvend, maar diegene was wel de eerste persoon die jou op een andere manier liefhad dan je ouders. Hij (of zij) heeft als het ware de vrouwelijkheid en seksualiteit in jou wakker gekust.
Als er een pijnpunt zit in je eerste liefde, bijvoorbeeld omdat je verlaten of bedrogen bent, kan het daarna moeilijk zijn om je weer open te stellen voor een volgende relatie. Onbewust kun je dat eerste gebroken hart jaren later nog met je meedragen en dit kan zelfs van invloed zijn op het advies dat je je kinderen meegeeft als zij voor het eerst verliefd zijn. Zeg je: ‘Wat heerlijk voor je kind, geniet ervan!’, of: ‘Geef jezelf niet te snel, pas op dat je niet bedrogen uitkomt’? Om te voorkomen dat je een negatieve eerste liefdeservaring doorgeeft, is het belangrijk om het geschenk in de relatie te zien. Als je focust op het lelijke einde, verdring je ook de mooie tijd die daarvoor kwam. Sta dus eens stil bij wat je geleerd hebt van de relatie en wat diegene in jou heeft wakker gemaakt. En durf ook te zien welk aandeel jij hebt gehad in het niet slagen van de relatie. Het kan ook interessant zijn om eens met je huidige partner een gesprek te voeren over jullie eerste relaties. Meestal houdt je eerste verkering altijd een speciaal plekje in je hart. Dat betekent trouwens echt niet per se dat je ook weer verliefd op die persoon kunt worden; het is onrealistisch om te denken dat de tijd je niet veranderd heeft.
Je kunt ook op een positieve manier terugkijken op je eerste vlam en voelen: ‘Ik neem je mee in mijn hart en ik laat je ook los’. Al zijn er natuurlijk altijd wel romantische verhalen van mensen die toch eindigen met hun jeugdliefde. Mijn tante van tachtig kreeg bijvoorbeeld na het overlijden van haar man weer contact met haar eerste vriendje en nu wonen ze samen. Het kan dus wel…”

Tekst: Marion van Es
Foto: Getty Images

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.