Jacqueline

Jacqueline ontmoette haar partner in de daklozenopvang

Na haar scheiding vond Jacqueline (nu 34) met haar toen nog kleine kinderen opvang in een huis voor dak- en thuislozen. Op het slechtste moment van haar leven kreeg ze daar een relatie met een mede-bewoner.

Geldstress

Jacqueline: “Mijn ex en ik hadden geldzorgen en behoorlijk ook. Na de zwangerschap van Frans, ons eerste kind, verloor ik mijn baan en door mijn reuma kon ik niet eenvoudig ander werk vinden. Tijdens de zwangerschap van Brian, onze tweede, ben ik nog wel even postbezorger geweest, maar dat ging de laatste maanden fysiek gezien niet meer. Mijn ex werkte op dat moment als hovenier, wat financieel veel onregelmatigheid met zich meebracht. De ene keer was er geld, de andere keer helemaal niks. We hadden betalingsachterstanden en knoopten voortdurend de eindjes aan elkaar. We dichtten het ene gat met het andere en de problemen stapelden zich op.

Geldstress is verschrikkelijk. Ik was er dag en nacht mee bezig, het vrat energie. Onderling hadden we er ook veel ruzie over, dat was onvermijdelijk. Voor mij was het belangrijkste dat we eten hadden. Dat hoefde niet luxe te zijn, als het maar voedzaam was en we geen honger hadden. Kleding haalde ik van Marktplaats of de Kledingbank. Mijn ouders of schoonmoeder kochten zo nu en dan een pak luiers voor ons, dat gaf dan even lucht. Het was niet makkelijk, maar ik probeerde er het beste van te maken. Ondanks alle zorgen genoot ik van Frans en mijn zwangerschap. Door Frans moest ik door en hij gaf ook de nodige afleiding.”

Geen woonruimte, geen kinderen

“Ik wilde dat mijn kinderen niet onder onze geldzorgen zouden lijden, maar dat bleek onmogelijk. Brian was twee weken oud toen ons huis werd ontruimd. De gemeente was keihard, maar kon niet anders – ze volgden de regels. ‘Als je geen woonruimte hebt, halen we de kinderen bij jullie weg’, kregen we te horen. Dat was voor mij absoluut geen optie; ik had dan misschien geldproblemen, ik was wel een goede moeder. En de kinderen zouden hoe dan ook bij mij blijven. Ik ben direct naar een oplossing gaan zoeken. Ik vond een opvang voor dak- en thuislozen waar ik terechtkon. Er was geen plek voor gezinnen, wel voor alleenstaande ouders met kinderen. Ik hakte de knoop door. Mijn relatie was al zo lang slecht, ik moest voor mezelf kiezen. En dat deed ik ook. Mijn ouders hebben mij de eerste week na de ontruiming opgevangen. Ik kon even bij ze op adem komen, dat was ontzettend fijn. Daarna was er plek in de daklozenopvang.

Het was een hele stap om daar naartoe te gaan, maar ik had geen keuze. Het huis bood onderdak aan zo’n tien andere mensen. Iedereen had er een eigen kamer, maar we deelden de keuken, woonkamer en badkamer en aten ook met elkaar. Aanvankelijk bleef ik met de kinderen op mezelf, maar al snel legde ik contact met andere bewoners. Allemaal hadden we een eigen verhaal, niemand zat er voor z’n plezier. Maar we misten allemaal een plek voor onszelf en dat schiep een band.

Ondertussen bleef ik het onvoorstelbaar vinden dat het zover met mijn problemen was gekomen, maar vanaf de allereerste seconde nam ik de volle verantwoordelijkheid. Alleen ik kon dit oplossen.”

En toen kwam Frenk

“Een week nadat ik in het opvanghuis was komen wonen, kwam Frenk binnen. Ik zag meteen aan hem dat hij in een moeilijke fase van zijn leven zat. Hij was net gescheiden en zat overduidelijk met zichzelf in de knoop. Onze kamers grensden aan elkaar, maar echt contact was er die eerste tijd niet. Frenk was gesloten en deed afstandelijk. Hij droeg amper bij aan het huishouden en kwam op mij en de medebewoners wat chagrijnig over.

Na een tijdje ontdooide hij iets. Toen ik op een dag een beetje met mijn handen in het haar zat, bood hij aan buiten een rondje met Brian te gaan lopen. Dat vond ik heel lief van hem. Frans kwam aandacht tekort, waardoor hij kattenkwaad uithaalde. Ik kon hem geen seconde uit het oog verliezen. Doordat Frenk met Brian ging wandelen, kon ik even rustig met Frans spelen.

Frenk en ik raakten met elkaar aan de praat. Beetje bij beetje deelde hij meer over zijn leven en vertelde ik hem ook wat mij was overkomen. Hij had twee dochters, Sanne en Fleur, in vrijwel dezelfde leeftijd als mijn kinderen. Na zijn scheiding ontstonden er geldzorgen die uiteindelijk tot een ontruiming hadden geleid.

Frenk liet zijn afstandelijkheid steeds meer varen. ’s Avonds deden we spelletjes met de andere bewoners. Ik zag hem ontspannen en ogenschijnlijk zorgeloos lachen; een totaal andere man dan toen hij binnenkwam.

Opnieuw verliefd

Op een avond sprong de vonk over. Hij waste af, ik droogde en we gooiden wat schuim en theedoeken over en weer. Ik botste daarbij tegen hem aan en we keken elkaar toen net iets te lang in de ogen. ‘Ik moet even weg hier’, dacht ik. Ik wist niet wat me overkwam. Ik voelde iets waarvan ik niet wist of dat nou wel zo handig was. Ik leek wel verliefd.

Ik ben naar mijn kamer gegaan om tot mezelf te komen. Daarna heb ik geprobeerd Frenk te ontwijken. De situatie verwarde mij enorm. Ik had net een relatie achter de rug en was bezig mijn leven weer voorzichtig op de rit te krijgen. Wat moest ik met een nieuwe verliefdheid aan? Ik had daar totaal geen stabiele basis voor, moest nog veel te veel regelen. ‘Dit ga je niet doen’, zei ik hardop tegen mezelf. Maar ja, zo werkt het niet. Liefde hou je niet tegen. Zeker niet als je met elkaar onder één dak woont. Alleen wist ik nog niet of Frenk hetzelfde voor mij voelde.

Enkele dagen later had ik de kinderen op bed gelegd. Eindelijk waren ze stil. Ik wilde graag televisiekijken, maar was bang dat ze dan weer wakker zouden worden. Frenk en ik appten wat over en weer, in dat stadium waren we inmiddels. ‘Kom even gezellig bij mij tv-kijken dan’, zei hij. Die avond hebben we gezegd dat we elkaar meer dan leuk vonden. Ik voelde me weer net een tiener, het was zo spannend.

Hoewel je zoiets natuurlijk echt niet altijd in de hand hebt, was het niet de bedoeling dat er onder bewoners onderling relaties ontstonden. Toen we het iedereen uiteindelijk vertelden, kregen we te horen dat ze het allang in de gaten hadden. Blijkbaar hadden we het toch minder goed verborgen kunnen houden dan we zelf dachten.”

Steun aan elkaar

“Het was een periode vol emoties. Enerzijds hadden we veel problemen. We leerden elkaar feitelijk op de bodem van de put kennen, op het slechtste moment van ons leven. Frenk had nog behoorlijk wat emotionele problemen waar hij mee aan de slag moest. En hoewel mijn ex en ik al even uit elkaar waren, moest er bij mij ook nog veel geregeld worden. Aan de andere kant was er die verliefdheid, dat hield ons staande. We hadden ontzettend veel steun aan elkaar. En we genoten van de allerkleinste dingen, zoals van een simpele wandeling naar de speeltuin. Frenks kinderen kwamen eens in de twee weken bij hem, dan maakten we het met z’n zessen zo gezellig mogelijk.

Na een tijdje vertrok ik met mijn kinderen naar een andere opvang. Frenk en ik zijn elkaar in die periode blijven zien. Anderhalf jaar lang werkten we aan onszelf en stelden we in onze eigen levens orde op zaken. Toen ik eindelijk een urgentieverklaring en een woning toegewezen kreeg, was ik zo gelukkig. Ik was echt toe aan een plek voor mezelf en de kinderen. Frenk had op dat moment nog geen huis. ‘Kom erbij’, heb ik gezegd. Dat het tussen ons goed zat, wist ik inmiddels. We zijn nu zeven jaar samen en nog steeds heel gelukkig.”

Sterk team

“Mijn jongens wonen bij mij en Brian heeft vanaf het begin ‘papa’ tegen Frenk gezegd. We hebben dat zo gelaten, we vormen een hecht gezin. Frenks dochters zijn in co-ouderschap bij ons. De kinderen zijn gek met elkaar. Als je niet beter zou weten, zou je denken dat het echt broers en zussen zijn. Het ene moment spelen ze met elkaar, het volgende moment maken ze ruzie.

Frenk en ik blikken regelmatig terug op die bijzondere start van onze relatie. We vinden het nog steeds ongelooflijk dat we op deze manier bij elkaar zijn gekomen. ‘Heerlijk hè, een dak boven ons hoofd’, zeggen we ook zo nu en dan. Of: ‘Wat hebben we het toch goed samen.’ Ik vind het belangrijk om hierbij stil te blijven staan. Wij weten als geen ander hoe het leven ook kan lopen en zijn allebei dankbaar voor wat we nu hebben.

Om alle schulden die we hadden af te lossen hebben we ons jaren geleden onder bewind laten stellen. Dat wil ik voorlopig zo houden. Ik ben bang ooit weer financiële problemen te krijgen, het bewind voelt veilig. We hebben het echt op orde nu. Frenk is vrachtwagenchauffeur en ik studeer HBO Rechten. Strafrecht is mijn beste vak. Wat ik precies wil gaan doen, weet ik nog niet, maar ik zou wel jongeren willen inspireren om iets van hun leven te gaan maken. Ik heb nog even om erover na te denken; volgend jaar studeer ik af.

Het is fijn weer rust in mijn leven te hebben. Als mijn ex langskomt blijft hij altijd een kopje koffie drinken. Ook op dat vlak is alles goed gekomen. En Frenk en ik zijn nog steeds net zo verliefd als zeven jaar geleden. We zijn een heel sterk team.”