Schrijf Je In Voor De Nieuwsbrief (50)

Hilde liep een jaar lang elke dag een marathon

Omdat ze wel houdt van zichzelf uitdagen besloot de Belgische Hilde Dosogne (55) om in 2024 elke dag van het jaar een marathon te lopen. “Het was maar goed dat ik vooraf niet wist hoe het echt zou zijn.”

Hilde: “Het begon met drie kilometer. Ik was 41, mijn man en ik hadden de tropenjaren in ons gezin met vier kinderen zo’n beetje achter de rug en hij stelde voor om samen te gaan sporten. Daar was de afgelopen jaren niet echt tijd voor geweest, met ook nog een fulltimebaan. We begonnen met Start2Run, een hardloopapp waarmee je jezelf telkens een beetje meer uitdaagt. Na die drie kilometer kwam vijf, toen tien en zo langzamerhand kwam het idee van een marathon bij me op, waarvoor ik ging trainen. Jezelf een doel stellen, telkens wat verder gaan en zien dat dat lukt geeft een geweldig gevoel van voldoening.
Die marathon vond ik een fantastische ervaring. Dat ik dit had gered door stapje voor stapje op te bouwen, was goed voor mijn zelfvertrouwen. Al snel vroeg ik me af: wat kan ik nog meer?
Tien jaar eerder had ik een reportage van Tom Waes gezien over de Marathon des sables, dat is een hardloopwedstrijd in de woestijn van Marokko van 250 kilometer, verspreid over zes etappes waarbij je met een zware rugzak met al je eten, kleren, slaapmatje en slaapzak loopt en slaapt in open tenten. Die reportage was altijd in mijn hoofd blijven zitten en nu, na die eerste marathon, kwam het idee om die marathon ook te doen. De Marathon des sables is een zogeheten ultraloop: een hardloopwedstrijd die langer is dan de marathonafstand van 42,195 kilometer. Eigenlijk dacht ik eerst: leuk, maar ik ga dat niet kunnen. Toch maakte ik een langetermijnplan en begon ik met trainen. Daardoor groeide mijn geloof dat ik zo’n lange run misschien tóch eens zou kunnen lopen. Uiteindelijk deed ik mee en het was geweldig. Droogte, hitte, de stenen, het mulle zand, de zandduinen en de zware bagage waren een grote uitdaging, net als de langste etappe van tachtig kilometer waarbij je ook nog over een berg moet, in het donker. Aan het einde van de reis zijn je voeten helemaal kapot van de blaren. Het zwaarste vond ik dat ik bijna niet had geslapen, met z’n achten in een tent lukte dat mij niet echt. Maar het was een prachtige ervaring. De laatste dag was toevallig mijn verjaardag en bij de finish begonnen mensen voor me te zingen. Ik barstte in tranen uit, van vermoeidheid, maar ook van geluk, dat ik het had gehaald, dat ik dit had kunnen doen.
Deze ervaring smaakte naar meer en dus besloot ik dat ik ook de Spartathlon wilde lopen: een ultramarathon van Athene naar Sparta, 246 kilometer. De afstand is nagenoeg gelijk aan de Marathon des sables, maar de Spartathlon moet je binnen 36 uur afleggen, en je moet je er op voorhand voor kwalificeren door een andere ultraloopwedstrijd af te leggen. Weliswaar loop je deze run zonder bagage, maar door de tijdsdruk is tussendoor even wandelen er niet veel bij. Ook deze ultraloop liep ik twee keer, maar opnieuw voelde ik de drang om te testen of ik nog meer zou kunnen. Misschien wel een wereldrecord.”

Grenzen verleggen

“Het idee om elke dag een marathon te lopen, was al eens in mijn hoofd opgekomen. Het leek me de ultieme manier van mijn grenzen opzoeken en verleggen. Ik had altijd gedacht dat ik het met veel trainen wel zou kunnen, maar ik had ook bezwaren: de impact op mijn leven en dat van mijn gezin was groot, het zou veel tijd kosten. Maar ja, het idee bleef in mijn hoofd zitten en je weet nooit zeker of je iets kunt, totdat je het doet. Ik overlegde het met mijn man en kinderen. Ik kan niet zeggen dat die meteen stonden te springen, maar ze kenden mij inmiddels: als ik iets in mijn hoofd heb, laat ik me niet tegenhouden. Ze zeiden dat ze me zouden steunen en zo kreeg mijn plan steeds meer vorm. Ik wist meteen: als ik dit doe, wil ik het voor een goed doel doen. Op mijn achttiende ontdekte ik eens een knobbeltje in mijn borst. In eerste instantie werd aan kanker gedacht en in de dagen die ik op de uitslag moest wachten, was ik heel bang: wat als ik het heb, wat als ik doodga? Gelukkig bleek dat ik geen kanker had, maar de angst die ik toen voelde, is me altijd bijgebleven. Daar komt het verhaal van mijn vriendin Joëlle bij. Zij liep ook de Marathon des sables, om te vieren dat ze van borstkanker was genezen. Nu is de kanker terug en uitgezaaid naar haar hersenen. Hardlopen kan ze niet meer, alleen nog met moeite wandelen. Ik wilde haar steunen en al die andere patiënten die met de ziekte worden geconfronteerd.”

Niet opgeven

“En zo verscheen ik op 1 januari 2024 aan de start. Veel mensen kwamen me aanmoedigen, echt een feestje. Die marathon ging heel goed. Maar ja, daarna wordt het 2 januari, en 3, er was geen feestje meer en ik moest er nog een paar honderd. En nog eentje extra omdat het een schrikkeljaar was. Dat was geen bewuste keuze, het kwam gewoon zo uit. En als je toch al die marathons rent, maakt die ene ook niet zo veel meer uit.
Ik merkte dat een jaar overzien voor mij niet te doen was. Waar ben ik aan begonnen, dacht ik al snel. Ik wilde niet opgeven, maar de wetenschap ‘nu moet ik er nog 315’ of ‘na vandaag nog 265’ was mentaal lastig, het was te veel. Om mezelf te motiveren bepaalde ik kleinere mijlpalen: de eerste maand, de eerste honderd marathons. Door naar zo’n tussentijdse doelstelling toe te leven, werd het behapbaarder. Als ik zo’n mijlpaal had bereikt, kreeg ik daar energie van en motivatie om door te gaan naar de volgende.”

Zwaar onderschat

“Ik zeg wel eerlijk: ik heb het zwaar onderschat. De impact op mijn leven en dat van mijn man en kinderen was veel groter dan ik had gedacht. Het was niet alleen die vier uur per dag dat ik een marathon liep, maar ook de voorbereiding en het herstel kostten veel tijd. Mijn man stond elke ochtend vroeg op om pannenkoeken met extra proteïne voor me te bakken, mijn hele eetpatroon draaide om het lopen. Ik had ook veel meer slaap nodig dan anders. Ik was tijdelijk halve dagen gaan werken, wat betekende dat ik ’s ochtends werkte, daarna een middagdutje deed en in de namiddag de marathon ging lopen. Veel tijd en energie voor mijn gezin bleef er niet over. We gingen wel op vakantie, maar echt vakantie was dat niet, want ook daar rende ik natuurlijk elke dag.
Er kwam daarnaast een heleboel administratie bij kijken. Ik wilde graag het record officieel laten erkennen door Guinness World Records en dat betekent dat je van elke marathon bewijsmateriaal moet leveren. Elke dag had ik twee getuigen nodig die een verklaring ondertekenden dat ik had gelopen, ik moest foto’s en video’s maken tijdens het lopen en die opsturen en ik moest de data van mijn sporthorloge inleveren. Dat was op dagelijkse basis al veel werk en dit jaar ben ik bijna de hele maand januari hiermee bezig geweest. Maar het is gelukt, ik ben nu officieel recordhouder, daar ben ik trots op.”

Blessures

“Fysiek was het een uitdagend jaar. Ik heb allerlei blessures gehad. In het begin had ik veel blaren, daarna kreeg ik een slijmbeursontsteking en corona – daar was ik flink ziek van. Herstellen van ziekte was lastig, omdat ik geen rust kon houden. Eén keer viel ik na 27 kilometer en had ik mijn vinger uit de kom – naar het ziekenhuis, dus. Toen ik ’s avonds weer thuiskwam, ben ik alsnog de marathon van die dag gaan lopen. De regel voor de recordpoging is: je moet de activiteit in één keer afleggen. Ik kon dus niet verdergaan bij 27 kilometer, maar begon opnieuw. Dat was wel een zware dag, ja, ik legde in totaal zeventig kilometer af.
Maar het was niet alleen maar ellende, hoor. Ik heb ook veel dagen in goede gezondheid kunnen lopen, soms alleen, vaak in gezelschap. Omdat ik elke dag acht keer hetzelfde rondje liep, konden veel mensen makkelijk met mij lopen – vrienden, mijn kinderen, mijn man. Een hele marathon is veel, maar vaak ging iemand een rondje van vijf kilometer mee, of twee rondjes. Er kwamen ook totaal onbekenden, soms zelfs uit Nederland of Frankrijk. Dat was heel leuk.”

Doorzettingsvermogen

“Op 31 december was het zover: de laatste marathon. Ik had een hamstringblessure sinds kerst, maar al moest ik hem kruipen, ik zou die laatste natuurlijk ook uitlopen. Tijdens die marathon viel ik ook nog, ik denk dat vermoeidheid daarbij ook een rol speelde. Maar het gevoel van over de finish komen was geweldig.
De sponsoractie heeft ruim 75.000 euro opgeleverd, daar ben ik op trots op. Door te lopen heb ik het goede doel geholpen, maar heel eerlijk: het goede doel heeft mij ook geholpen. Want dat in alle grote Belgische kranten had gestaan dat ik voor het goede doel elke dag een marathon ging lopen, hield me regelmatig op de been. Ik wilde natuurlijk geen gezichtsverlies lijden. En ook de wetenschap dat ik het niet voor mezelf deed, hielp mij. Soms, als ik het zwaar had, dacht ik aan de patiënten voor wie ik liep, over hoe zwaar hún strijd elke dag is. Dat gaf me dan energie om door te gaan, opgeven is voor hen immers ook geen optie. Ja, misschien had ik het nu moeilijk, maar ík deed tenminste nog waar ik van hou: hardlopen. Zij moesten elke dag die ziekte doorstaan. Soms zag ik het hardlopen ook maar gewoon als een baan, iets waarvoor ik nu eenmaal had getekend en wat ik moest doen. Niemand vindt z’n baan elke dag alleen maar geweldig, toch?
Wat me ook hielp, was me voorstellen hoe het zou zijn als ik zou stoppen. Dan zou ik voor nu heel even opgelucht zijn, misschien een halfuur of een uur. Maar wat veel sterker zou zijn, was het gevoel van teleurstelling in mezelf. En ik stelde niet alleen mezelf teleur, ook mijn man, kinderen en vrienden die me al zo hadden gesteund. Ook die vele sponsors, patiënten, de mensen die regelmatig met me meeliepen. Was dat het me waard? Nee, besloot ik dan, en dan rende ik weer door.
Nu het erop zit, weet ik wel: ik heb mijn grenzen genoeg verlegd. Ik zou graag opnieuw de Spartathlon lopen, hopelijk kan ik daarvoor dit jaar nog een plek krijgen. Maar nóg meer, nóg verder, dat hoeft niet meer zo nodig. Ik wist al van mezelf dat ik veel doorzettingsvermogen heb, ik denk dat ik juist moet leren dat het soms ook genoeg is. Het was maar goed dat ik vooraf niet wist hoe zwaar het was. Mijn leven heeft eigenlijk een jaar op pauze gestaan. Het mooie daarvan is wel: ik geniet nu simpelweg van vrijheid. Op 1 januari werd ik wakker met het heerlijk gevoel: ik hoef niet meer. Het is wel even goed zo, dat heb ik nog steeds. Ik denk dat ik eerst maar eens wat meer van het leven ga genieten.”

Wil je Hilde volgen, kijk dan op Instagram: @marathonwoman366.

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.

LEES OOK

Lees meer Persoonlijke verhalen

Uit andere media