Helene vond een uniek meubelstuk op zolder: ‘Dat bureau heeft mijn leven veranderd’

Het lijkt wel een verhaal uit een spannend boek: op de zolder van Helene (53) stond jarenlang een oud bureau te verstoffen. Het bleek een uniek meubelstuk dat heel veel waard was.

Het lijkt wel een verhaal uit een spannend boek: op de zolder van Helene (53) stond jarenlang een oud bureau te verstoffen. Het bleek een uniek meubelstuk dat heel veel waard was.

Helene: “Ik heb een leven vóór en ná de ontdekking van het bureau op mijn zolder – net zoals je dat misschien ook kunt hebben met een scheiding. Ik woonde voor de ontdekking nog in Zeist; in het huis met de zolder waar het bureau stond. Mijn leven was druk. Het was crisistijd en ik moest keihard werken om mijn hoofd boven water te houden als alleenstaande moeder met drie kinderen. Ik had een goedlopende praktijk als juriste, maar woonde in een duur huis. Een grote gouden kooi was het geworden. Daarom wilde ik het verkopen, maar dat lukte niet. Bovendien had ik gedoe met mijn tweede relatie: we bleken toch te snel te getrouwd en waren binnen een jaar weer gescheiden. Dus het was een roerige tijd.

Toch ben ik altijd positief gebleven. Ik heb een oude motor waarop ik af en toe een ritje maakte om mijn hoofd leeg te maken en te genieten van het buiten zijn. Maar ik dacht wel: dit moet veranderen. De sleutel daarvoor was mijn huis. Als dat eenmaal was verkocht, zou ik het makkelijker krijgen.”

Meteen verliefd

“Dat inzicht had ik al een tijdje daarvoor gehad, voordat ik als freelancer ging werken. Ik had destijds naast mijn eigen praktijk, ook een vaste parttimebaan waarin ik uiteindelijk niet gelukkig was. Die baan wilde ik opzeggen, maar dan moest ik wel kleiner gaan wonen. Ik vond het fijn dat ik in staat was dingen los te laten om het makkelijker te krijgen, om zo af te komen van die zware financiële lasten. Ik zette mijn huis in Zeist te koop. Maar ik raakte het niet makkelijk kwijt en nu kreeg ik er ook nog schulden bij. Mijn leven werd er dus alleen maar lastiger op.

Tót ik dus dat bureau op zolder ontdekte. Dat zette mijn leven op z’n kop. Terwijl ik dat bureau eigenlijk vooral zag als een blok aan het been. Maar ik wist natuurlijk nog niet wat het waard was, toen ik de man van mijn vriendin rondleidde in mijn huis in Zeist. Ik had een huis dat in de jaren dertig was gebouwd, een groot pand met een tuin, vijf verdiepingen, veel art-deco-elementen en een mooi bordes. In Zeist is het een pand dat veel mensen wel kennen.

Toen we er voor de eerste keer werden rondgeleid, was ik meteen verliefd. Mijn man en ik hadden allebei een goede baan, we konden het betalen en ik voelde dat het een plek was waar we gelukkig zouden worden. Dat was ook zo: ik woonde er fijn met ons gezin. Maar op een gegeven moment liepen er voor mijn gevoel altijd tuinmannen rond in onze tuin en klussers in het huis. Dat was een van de redenen dat het voor mij in die periode minder fijn voelde in het huis: we waren er bijna nooit alleen. Ik vond dat we meer moesten stilstaan bij wat we hadden.

Mijn ex-man en ik leefden in die periode langs elkaar heen, vond ik. Tot hij van de ene op de andere dag bij mij wegging. Ik bleef verbijsterd achter met mijn kinderen, die toen drie, zes en acht jaar oud waren. Opeens was ik een alleenstaande moeder. Achteraf had ik toen al beter meteen kunnen verhuizen, maar ik hield te veel van het huis om weg te gaan. Daarbij kwam dat mijn ex-man zijn financiële verplichtingen goed nakwam, hij pakte de zorg voor onze kinderen samen met mij op. Ook dankzij die alimentatie dacht dat ik het wel zou kunnen bolwerken. Stom, want die alimentatie stopte na de afgesproken paar jaar. Dan moet je dus zelf een huis uit 1932 onderhouden. En ja, dat is veel werk.”

Bijzonder ding

“Tien jaar na mijn scheiding ontmoette ik mijn tweede echtgenoot. Op hem werd ik zo verliefd, dat ik op het punt stond mijn huis te verkopen en bij hem in te trekken – ook al bezorgde die gedachte mij hartzeer, want ik kon het huis moeilijk loslaten. Het was crisis, dus er was geen animo voor mijn huis. Dat was maar goed ook, achteraf, want al tijdens de huwelijksreis ging het niet goed tussen ons. We bleken daarna moeilijk met elkaar te kunnen samenleven in zijn woonboerderij. Na een jaar zijn we uit elkaar gegaan, trok ik het bord ‘Te koop’ uit de tuin en woonde ik weer in mijn huis. Het leek wel of ik er niet los van kwam, het huis was als een magneet.

Maar drie jaar geleden waren er toch meerdere serieuze, potentiële kopers. Dat dwong me om het huis op te ruimen. Ik besloot alle spullen die we in twintig jaar hadden verzameld, weg te doen. Ik had al bijna alles leeggeruimd toen mijn vriendin Iris vroeg of haar man Freek, een liefhebber van jarendertigpanden, voor de laatste keer door het huis mocht lopen. Hij vond de art-deco-elementen en het glas-in-lood in mijn huis zo mooi.

Zo kwam het dat ik Freek op een mooie dag in september, nu drie jaar geleden, rondleidde in mijn bijna lege huis. Freek vroeg of hij nog even op zolder mocht kijken. Daar stond alleen nog een oud bureau. Het was er al toen wij er kwamen wonen. Ik had het naar het grofvuil willen brengen, maar het was zo zwaar, dat ik daar nog niet aan toe was gekomen. Freek keek er met andere ogen naar dan ik, merkte ik al snel. Ik had het altijd lelijk gevonden. Het was blauwgeverfd en er zaten een aantal losse metalen platen aan die konden draaien – daarom was het bureau zo zwaar – en het zat onder de plakplaatjes uit een poëziealbum. Maar Freek vond het een bijzonder ding. Het leek wel of het bureau door Rietveld was ontworpen, zei hij. Of hij er wat foto’s van mocht maken en naar musea mocht sturen. Nou, ga je gang, zei ik.”

Fortuin waard

“Toen gebeurde het ongelofelijke: binnen een paar dagen leek de hele internationale kunstwereld op z’n kop te staan. Een week later had ik een afspraak bij mij thuis met iemand van het oudste en beroemdste veilinghuis ter wereld: Sotheby’s. Ze wilde geen koffie, ze wilde meteen naar het bureau om het te bekijken. Ze deed haar witte stoffen handschoentjes aan en raakte het liefkozend aan. Terwijl ik eigenlijk wel koffie wilde, is zij anderhalf uur bezig geweest. Ze heeft eronder gelegen, het van alle kanten betast, er foto’s van gemaakt – en toen deed ze haar bril af en keek me met betraande ogen aan. “Hierom vind ik mijn vak nou zo magisch”, zei ze. Mijn bureau was een fortuin waard, vertelde ze, en dat komt maar zelden voor. Ik keek altijd naar het tv-programma Tussen kunst & kitsch. Ik vond de verhalen daarin altijd zo intrigerend, ik dacht altijd: het zal je maar gebeuren dat je zoiets waardevols in huis blijkt te hebben. En nu gebeurde het mijzelf. Ik kon het bijna niet geloven, dit was een lot uit de loterij.”

Dit verhaal komt uit Vriendin 3.

Helen schreef een boek over haar avontuur. Klik hieronder om 10x kans te maken op het boek!

https://www.vriendin.nl/winnen/maak-10x-kans-op-het-boek-lot33/