Cora is 80 en deed mee aan het WK IJslandse paarden
Apetrots was Cora (80), toen ze dit jaar negende werd tijdens het Wereldkampioenschap IJslandse paarden – als oudste deelnemer ooit. “Natuurlijk merk ik dat ik ouder word, maar wat maakt het uit? Het gaat erom dat je zoekt naar oplossingen waardoor je kan doen wat je het liefste doet.”
Paardenmeisje
“Mijn ouders hadden vroeger geen geld voor meisjes die wilden paardrijden. Ik groeide op in een heel gewoon gezin in Amsterdam, en paardrijden is een dure hobby. Op mijn twaalfde ging ik met mijn ouders op vakantie naar Drenthe, en op de camping waar we stonden hadden ze IJslanders. Ik had nog nooit paardgereden, maar het was liefde op het eerste gezicht. IJslanders zijn ’s winters pluizige wolbalen, heel lief om te zien. Ze zijn niet zo groot, wat voor mij goed uitkwam, omdat ik toen één meter zestig was. Inmiddels ben ik zelfs nog iets kleiner geworden. Ik wist die vakantie dat dit was wat ik wilde doen: IJslanders rijden.
Zo vaak als ik kon, ging ik naar Drenthe. In ruil voor klusjes mocht ik van de campingeigenaar op zijn paarden rijden. Ik kampeerde er elke vakantie en kreeg zelfs een vast paard. Toen ik achttien was, als analist in een laboratorium werkte en mijn eerste auto kon kopen, reed ik elke vrijdagavond naar Drenthe en ging ik zondagavond terug. Ik had twee levens, doordeweeks in de stad in Amsterdam, in het weekend tussen de paarden op het platteland. Op deze manier heb ik jarenlang geleefd. Later ging ik in lange vakanties graag naar IJsland toe, om daar een aantal weken op een boerderij te werken en tussen de paarden te zijn. Om mijn hobby te kunnen bekostigen heb ik mijn hele leven fulltime gewerkt.”
Nederland Kampioen
“Op mijn veertigste kreeg ik van de moeder van de campingeigenaar in Drenthe mijn eerste eigen paard, die ik naar een manege in Amstelveen verhuisde. Dit paard was pas vijf jaar, en moest nog opgeleid worden. Na een paar jaar rijden begonnen we wedstrijdjes te rijden. IJslandse paarden kunnen naast draf, stap en galop nog meer ‘gangen’ lopen en één daarvan is tölt. We hebben samen hard gewerkt, maar echt geweldig werd het nooit. De merrie die ik daarna kocht deed het iets beter, en met haar ben ik gaan fokken. Met haar laatste veulen, Thor, begon ik eindelijk wedstrijden te winnen. Met hem werd ik voor het eerst Nederlands Kampioen. Het grappige is dat ik naarmate ik ouder werd, steeds beter ging rijden. Toen ik 61 was en met mijn pensioen ging, werd ik pas écht succesvol en lukte het me om de top te bereiken.”
Wereldkampioenschap
“Toen ik 70 was, kreeg ik mijn huidige paard, Remba. Met haar ben ik de afgelopen jaren meerdere keren Nederlands Kampioen geworden. Afgelopen zomer scoorden we samen genoeg punten om deel te nemen aan het Wereldkampioenschap IJslandse paarden in Zwitserland. Twee jaar geleden deed ik ook al eens mee aan het WK, maar lukte het me niet om bij de beste tien te eindigen. Ik werd twaalfde, zo jammer. Maar dit jaar kreeg ik een herkansing! In augustus reed ik in mijn camper naar het Zwitserse Birmenstorf. Ik deed mee aan drie verschillende ‘telgangproeven’. Tijdens deze gang rij je op een rechte baan, waarbij het paard twee benen aan dezelfde kant, tegelijkertijd beweegt, en daardoor even zweeft. Het gaat heel hard, ik haalde 46 kilometer per uur. Mijn races gingen goed, maar het was verschrikkelijk spannend, want je strijdt tegen de beste ruiters ter wereld. Toen ik hoorde dat ik negende was geworden, was ik superblij en trots!”
Tachtig jaar
“Op het WK was ik de oudste deelnemer ooit, en dat vond iedereen fantastisch. Ik ben erg blij dat ik nog op hoog niveau kan meedoen. Natuurlijk merk ik dat ik wat ouder word, zo ben ik soms wat stijver en gebruik ik een krukje bij het opstappen op mijn paard. Maar wat maakt het uit? Het gaat erom dat je zoekt naar oplossingen waardoor je kan doen wat je het liefste doet. Het is leuk dat ik jong en oud inspireer omdat ik pas op latere leeftijd de topsport heb bereikt. Mensen vinden me een voorbeeld, en dat vind ik een eer. Ik zorg ervoor dat ik geen risico’s loop en zo veilig mogelijk rij. Maar ook ik val nog wel eens van mijn paard. Als je paard schrikt, kan dat gebeuren. Ik heb gelukkig veel aan mijn judo-achtergrond, ik weet hoe ik ‘goed’ moet vallen!”
Toekomstdroom
“Ik heb een prachtig leven. Mijn eigen paarden Thor, Anton, Grotta en Remba staan bij een vriend in de wei, ik noem dat de hemel op aarde. Mensen zeiden na het WK tegen me: ‘nu stop je zeker?’ Van die vraag begrijp ik niets. Waarom zou ik stoppen? Ik zou me geen raad weten als ik niet meer zou kunnen rijden, ik moet er niet aan denken. Het WK is om de twee jaar, maar komend jaar doe ik mee aan een Europese wedstrijd, in Duitsland. Lekker dichtbij, daar heb ik nu al zin in!”
Foto: privébezit
Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.
LEES OOK

Uit andere media