Seks (1)

Andrea had een geheime affaire met haar baas

Als Andrea (38) een nieuwe leidinggevende krijgt, wordt ze verliefd en krijgt ze een verhouding met hem. Alleen… ze is getrouwd. “Ik voelde me gezien op een manier die in mijn huwelijk al een tijd ontbrak, maar tegelijkertijd schaamde ik me. Tegenover mijn collega’s. Mijn man. Mijn kinderen.”

“Verliefdheid is zelden één opzichzelfstaande gebeurtenis, weet ik nu. Bij mij was het een rijtje kleine dingen: de manier waarop mijn nieuwe leidinggevende Pascal goedemorgen zei. Hoe hij in vergaderingen stil werd op het moment dat de kamer te luidruchtig werd. Ik vond hem steeds leuker worden. En tegelijkertijd wist ik: Andrea, dit kan niet. Je bent getrouwd.
Onze directie bestaat uit twee leden: een algemeen directeur en een controller. Toen die laatste met pensioen ging, kwam Pascal. Hij was niet knap in de klassieke zin van het woord, maar hij had een sympathiek gezicht. Bruine ogen met wimpers die zo lang waren, dat ik ernaar blééf kijken. Zelf werkte ik al een jaar of zes bij dit payroll-bedrijf als juridisch medewerkster. Ik had het er naar mijn zin en ook privé ging het goed. Mijn man Edwin en ik hadden tien maanden eerder met onze kinderen van toen elf en negen ons twaalvenhalfjarig huwelijksfeest gevierd. Ik geef toe dat er wat routine in onze relatie was geslopen na al die jaren, maar we waren nog lang niet op elkaar uitgekeken. Daarom verbaast het me ook zo wat er allemaal is gebeurd.

Fantaseren

Het begon toen Pascal en ik samen een manager moesten bezoeken die fraude had gepleegd en die zich, nadat hij betrapt was, had ziekgemeld. In de auto zag ik een totaal andere man dan de Pascal die in pak rondliep en soms onbereikbaar en zakelijk was. Hij vroeg me naar mijn hobby’s. Wat mijn lastigste werkcase was geweest. Ik zag een betrokken, vriendelijke man met veel humor. Ik voelde me gezien. Toen hij onverwacht moest remmen, strekte hij zijn rechterarm voor me ter bescherming. De auto voelde klein en veilig. Een soort cocon waar ik niet uit wilde.

De weken daarna was er dat zeurderige gevoel van hoop dat hij naar mijn kantoor zou komen met een vraag. Ik vond het spannend. Fantaseerde over hem. Maar omdat er niets gebeurde, vond ik dat dit geen kwaad kon. Edwin zou vast ook weleens fantaseren over een knappe dame.
Tijdens een teambuildingsdag in mei verzwikte ik mijn enkel zo erg dat ik bijna niet meer kon lopen. Uit voorzorg bracht Pascal me naar de dokterspost. In de auto kletsten we. Zomaar ineens voerden we een serieus gesprek. Hij vertelde dat hij twee jaar eerder weduwnaar was geworden en zijn werk nu vooral gebruikte om niet te veel te voelen. Toen hij me na het bezoek aan de dokter met een drukverband bij mijn eigen auto afzette, raakten onze handen elkaar. Meer gebeurde er niet. Maar ik voelde aan alles: dit is het begin.
Die maandag erop kreeg ik een e-mail met één enkele zin erin. Het wordt lente. Voel jij het ook? Ik staarde naar mijn scherm en wist wat het betekende.

Steeds grenzen verleggen

Twee dagen lang hield ik mezelf voor dat dit echt de grens was. Ik zou afstand moeten nemen, koeler doen. Maar ik deed niets. Ik verlegde alleen mijn grens telkens verder. Ik mailde terug. We gingen appen onder kantoortijd. Even vragen hoe het ging of een linkje naar een krantenartikel dat een van ons raakte. We gingen uit lunchen in een andere wijk, want, zo hield ik mezelf voor, iedereen luncht toch? Het is oké om te lachen om elkaar, want dat is chemie, niet flirten. Ik was goed in die redeneringen, want ik wilde mezelf blijven zien als een fatsoenlijk mens. Intussen werd ik alsmaar verliefder op Pascal. Het voelde vreemd. We spraken over wat er niet mocht gebeuren, terwijl we het ook niet konden stoppen.
In een parkeergarage, toen we terugkwamen van een klant, pakte Pascal mijn hand. Ik liet het zo. Toen hij me naderhand voor de zaak afzette op een verder lege parkeerplaats, kuste hij me voor het eerst. Ik sidderde en dacht: dit is niet goed. Maar ik zoende wel terug.

Vanaf toen ging het hard. Het enige wat ik wilde, was Pascal zien. Ik loog tegen Edwin dat ik op dinsdagavond een cursus had zodat ik bij Pascal kon zijn. Pascal zette me in een project dat we samen moesten afwikkelen. Het daadwerkelijke werk deed ik meestal ’s avonds thuis, waardoor we die uren overdag écht samen waren. We namen ook vrije middagen op. Mijn collega’s hadden niets door. Veel ervan waren op mijn huwelijksfeest geweest en ik sprak ook gewoon over Edwin. Over ons leven samen. En toch was dat leven met hem niet genoeg om te stoppen. Dat is eigenlijk de lelijkste zin uit mijn verhaal.

Nadat Pascal en ik voor het eerst een hotelkamer hadden geboekt, had ik spijt. Voor de allereerste keer in mijn leven had ik mijn man bedrogen. Diezelfde avond, thuis op de bank, trilden mijn benen. Ik kon Edwin niet eens aankijken. We keken naar een herhaling van Ik Vertrek, ik onder mijn plaid en hij in de luie stoel ernaast, en toen het afgelopen was dronken we nog wat en ontdooiden het restje bami voor de dag erna. Edwin zag en merkte niets aan me.

Steeds intensere verliefdheid

Pascal en ik leerden elkaar het half jaar erop steeds beter kennen. Hadden echte gesprekken. Gingen uiteten. Telkens als ik een opening zag voor een smoes, loog ik tegen Edwin en glipte naar Pascal. Het was niet eens de spanning van het stiekeme dat me trok, maar het idee dat er een deel van mij bestond dat zelden aan bod kwam: vederlicht, sexy, niet bezig met netjes zijn. Pascal gaf me dat gevoel niet alleen in bed als hij mijn naam fluisterde, maar ook met stiekem oogcontact op kantoor, met elk lachje. Ik voelde me gezien op een manier die in mijn huwelijk al een tijd ontbrak. Met de maanden werd mijn verliefdheid op Pascal intenser en ik kan zeggen dat ik van hem begon te houden. Ik hield van het idee dat er woorden waren die hij alleen voor mij gebruikte. Van de intensheid in zijn ogen als hij me vroeg of ik weleens dacht aan een toekomst met elkaar.

Thuis functioneerde ik alsof ik meedeed in een toneelstuk: ik kookte, maakte huiswerk met de kinderen, vroeg naar Edwins werk en lag naast hem in bed. Uiterlijk klopte alles, maar van binnen was ik er steeds minder. Schuldgevoel vrat aan me, maar tegelijk klampte ik me vast aan de gedachte dat ik ons huwelijk nog kon redden. Ik gaf kleine signalen: een voorstel om samen iets leuks te doen, een arm om hem heen op onverwachte momenten. Edwin pikte het niet op. Hij glimlachte wel en ging mee op voorgestelde uitjes, maar vergeleken bij de aandacht van Pascal leek het of Edwin me niet écht meer zag. Hij leek tevreden met de routine die er was, terwijl ik wanhopig zocht naar een teken dat we nog elkaars soulmate waren. Ik voelde me steeds rotter dat ik verlangde naar aandacht van een ander, terwijl de man van wie ik hield niet eens merkte dat ik om zijn aandacht vocht.

Verscheurd

Ik bleef Pascal zien. We spraken onze liefde naar elkaar uit en droomden soms hardop over een leven samen. Opnieuw beginnen. Hoe we het tegen de andere directeur zouden vertellen en dat we dan een officiële berisping kregen. Roddels van collega’s. Gedoe met onze families, maar daar zouden we boven staan. Juist wij konden dit.
Ik voelde me verscheurd, ik hield van twee mannen. Bij Edwin blijven voelde het makkelijkst, zonder drama en zonder gevolgen voor iedereen om ons heen. Weggaan zou spannend zijn, maar tegen welke prijs? Elke dag schoof ik tussen die twee gedachten heen en weer. Ik voelde me schuldig tegenover Edwin en Pascal, schuldig tegenover mezelf, en toch wist ik niet welke keuze erger was. Tegelijk schaamde ik me. Voor mijn collega’s. Voor Edwin. Voor mijn kinderen.

Opbiechten of stoppen

De breuk kwam toen Pascal en ik twee jaar samen waren. Niet door roddels of ontdekking en ook niet doordat de liefde tussen mij en Pascal verwaterde. Het kwam door iets veel saaiers: zijn geweten en mijn trots. ‘Om ons te beschermen’ wilde Pascal dat ik naar een ander filiaal zou gaan. Hij bedoelde het goed, maar ik hoorde: ik kan alleen verder als jij beweegt. Hij trok de structuur waarin hij de baas was nu ons privéleven in. Ik gaf aan dat ik niet weg wilde. Ik had het erg naar mijn zin, werkte hier eerder dan hij en dit filiaal was vlak bij mijn huis. Na een paar weken dubben gaf Pascal aan dat hij het zo niet meer trok. We moesten ‘out in the open’ gaan of stoppen met de affaire. Dit had geen toekomst.

Ik was kapot en gelukkig ook helder. Met veel moeite heb ik onze relatie verbroken. Pascal begreep me niet, zag mijn probleem niet. Na veel tranen en nog twee stiekeme afspraken was het klaar. Ik wilde weg van die stiekeme afspraakjes en ik wilde al helemaal niet uitgelachen worden als ‘vrouw van de baas’ die het veld moest ruimen. We spraken af dat we elkaar met respect zouden blijven behandelen. Dat lukte, maar stiekem solliciteerde ik. Drie maanden later kreeg ik een functie bij een ander bedrijf.

Nu, een half jaar later, is de rouw gezakt. Was de affaire verstandig? Waarschijnlijk niet. Heeft het me beschadigd? Minder dan waar ik bang voor was. Wat me bijblijft is niet de spanning van het geheim, maar de ervaringen die ik zou willen opzoeken met Edwin. Door wat ik over mezelf leerde met Pascal, heb ik thuis de boel opengebroken. Ik heb Edwin gedwongen met mij naar een workshop ‘tijd voor twee’ te gaan, een soort relatie APK. Ik heb niets over mijn verhouding met Pascal verteld. Die was oprecht en bijzonder, maar hoe laf het ook van me is, het is voorbij en de waarheid voegt niets meer toe. Wel hebben Edwin en ik tijdens dat weekend veel besproken. Door aan te geven wat ik miste, voel ik me nu vrijer in mijn huwelijk. En, door de gesprekken, ook weer gezien en sexy.

Slecht mens

Wel ben ik alleen in therapie gegaan. Ik was bang dat ik een slecht mens was. Dat woord zat als een etiket in mijn hoofd: slecht. Ik leerde dat ik geen berekenende minnares ben maar wel iemand die kan besluiten haar eigen regels aan de kant te schuiven. Ik moest erkennen dat ik bewust grenzen negeerde. Ik ben bang dat ik mezelf ooit opnieuw te ver laat gaan. Daarom heb ik met hulp van de therapeute mijn grenzen opgeschreven. Ik lees ze na als ik in situaties kom die me bekend voorkomen: geen privécontact met collega’s, geen gesprekken buiten werktijd die niet noodzakelijk zijn, en vooral: als ik iets begin te verbergen, is dat mijn stopteken.
Ik weet dat veel mensen zullen denken: doe niet zo schijnheilig, je wist precies wat je deed. Dat klopt. Maar het enge is dat dit je écht kan overkomen. Ik wil niet verdedigen wat ik deed. Ik wil alleen dat iemand die dit leest, en zichzelf herkent in de eerste centimeters van de glijbaan, hardop durft te zeggen: ‘Stop. Dit kan nooit goed aflopen’.
Had ik dat maar gedaan. Dan had ik anderen en mezelf veel minder pijn gedaan.”

Foto: Getty Images
Om privacyredenen zijn alle namen veranderd, De echte namen zijn bekend bij de redactie.​​​​​​

LEES OOK

Lees meer Persoonlijke verhalen

Uit andere media