Schrijf Je In Voor De Nieuwsbrief (77)

9 lezeressen over de hobby van hun man: ‘Ik stofzuigde per ongeluk de Titanic omver’

Handenvol geld, uren onder de pannen of je fiets niet uit de schuur kunnen pakken. 9 lezeressen over hoe ze zouden willen dat hun man een andere hobby had. “Als hij naar zijn aquarium kijkt, besta ik niet meer.”

‘De schuur is een kerkhof van zijn hobby’s’

Rieneke (45): “Mijn fiets pakken is al een tijdje een uitdaging. Onze schuur staat namelijk helemaal volgebouwd met spullen van de opeenvolgende hobby’s van mijn man. Het is een soort kerkhof van zijn liefhebberijen, zo moet je het zien. Achteraan vind je een oude racefiets, gevolgd door een roeimachine, een SUP-plank, een semi-professionele vlieger, een pijl en boog en een golfset. Zijn nieuwste hobby: krav maga, een vechtsport. Mooi, dacht ik, toen hij ermee aankwam, dan koopt hij een pak en doet de trainingen buiten de deur. Maar nee, er moest een boksbal komen, als onderdeel van zijn training, je raadt het al: dat ding hangt nu vooraan in de schuur, waardoor mijn fiets er niet in of uit kan. Ontzettend leuk als je ’s ochtends haast hebt, kan ik je zeggen. Ik heb mijn man al een keer of honderd gevraagd de boel eens op te ruimen, te verkopen wat hij niet meer gebruikt. Maar zo makkelijk als hij aan iets nieuws begint, zo moeizaam rondt hij oude hobby’s af. En het is mijn eer te na om die zooi dan maar zelf te gaan verkopen. Dus sta ik nog steeds vloekend mijn fiets uit een overvolle schuur te trekken in de wetenschap dat er voorlopig niets verandert.”

‘Ik zeg weleens dat ik beter een vis kan zijn’

Linda (50): “Mijn man Sjors leeft voor zijn aquarium. Het beslaat zo’n beetje een hele muur van onze woonkamer en het beslaat een groot deel van zijn tijdsbesteding en ons inkomen. Het begon vijftien jaar geleden. Sjors, leraar van beroep, maakte een moeilijke tijd door, met een burn-out tot gevolg. De psycholoog adviseerde hem een hobby te zoeken waarin hij ontspanning zou vinden. Als kind had hij een klein aquarium gehad en hij besloot die oude hobby van stal te halen. Het begon met een acceptabele bak, die gewoon op een tafeltje paste. Maar met zijn enthousiasme groeide ook de omvang van het aquarium. En het bedrag dat hij er per maand aan uitgaf. Ik overdrijf niet als ik zeg dat er nu het aquarium twee bij anderhalve meter is en dat er duizenden euro’s per jaar naartoe gaan. Schoonmaken, herschikken, bijvullen, het kost allemaal tijd en geld. En dan heb ik het nog niet over de bijzondere en dus dure vissen die erin gaan. Sjors rijdt soms zelfs naar België of Frankrijk om ze op te halen en koestert ze alsof het zijn baby’tjes zijn. Als Sjors naar zijn aquarium kijkt, besta ik niet meer. Als die vissen iets bijzonders doen – vraag me niet wat, het zegt me allemaal niks – denk ik dat hij het niet eens zou merken als ik dood neerval. Ik zeg weleens dat ik beter een vis kan zijn, dan ziet hij me nog staan. Maar goed, ik zie ook wel hoe gelukkig dit hem maakt. Toen hij zijn burn-out had, was het soms echt lastig om met hem te leven, ik twijfelde zelfs weleens aan onze relatie. Sinds zijn aquarium, is zijn humeur altijd goed. Het is goedkoper dan scheiden en een gelukkige man is ook belangrijk.”

‘Ik ben een voorzittersweduwe’

Ellen (41): “Sinds mijn vriend voorzitter is van de hockeyclub van onze kinderen, voel ik me net een onbestorven weduwe. Een voorzittersweduwe, want mijn wederhelft is met gemak vier avonden in de week op de club te vinden, en dat is nog aan de optimistische kant. Onder het mom van ‘de voorzitter moet het goede voorbeeld geven’ staat hij op vrijdag- én zaterdagavond achter de bar en verder heeft hij vergaderingen, netwerkavonden, sponsorbesprekingen, ledenvergaderingen en natuurlijk is hij bij alle thuiswedstrijden van de eerste teams. En soms ook uit, als het om belangrijke wedstrijden gaat. Kortom: als ik een avondje weg wil, moet ik dat acht maanden van tevoren aanvragen of elke keer een oppas regelen – dat loopt inmiddels aardig in de papieren. Soms zie ik hem op zondagmiddag – als het eerste niet speelt – en tijdens de zomervakantie moeten we echt tijd inhalen. Ik vraag weleens of het een tandje minder kan, maar ik ken hem ook langer dan vandaag: het is of tweehonderd procent geven, of helemaal niet. En stiekem ben ik dan ook wel weer trots als de club draait als een tierelier en hij op een borrel een vlammende speech staat te geven.”

‘Het is schattig en bloedirritant tegelijk’

Marsja (56): “Het is eigenlijk wel schattig. Mijn man kan geen kwijnende kamerplant zien of hij wil hem een beter leven geven. Dus naast de omvangrijke collectie planten die hij zelf al had, runt hij sinds een tijdje ook een soort plantenasiel. Met zijn bizar groene vingers plukt hij elke plant weg van het randje van de dood en maakt er een exemplaar van dat welig groeit en bloeit, maar dat betekent wel dat we nu in een minijungle leven. Want afscheid nemen, ho maar. Naast schattig is het ook bloedirritant. Ik wilde een nieuwe bank, maar die paste niet volgens mijn man. Hij paste prima als we een paar planten weg zouden doen, maar toen ik dat zei, keek hij alsof ik voorstelde een kind weg te geven. Als hij in zijn jungle werkt, is hij niet bereikbaar, dan geeft hij al zijn liefde en aandacht aan zijn planten. Hij praat er zelfs tegen… Ik heb hem gevraagd dat niet te doen als we bezoek hebben, want ik schaam me dood. Laatst dacht ik: weet je, ik verdiep me er ook eens in, dan kunnen we samen aan de slag. Maar het asielplantje dat hij me schoorvoetend toewees, ging na twee weken dood, blijkbaar had ik het vergiftigd met mest. Sindsdien ben ik verbannen uit de jungle.”

‘Het huis staat chronisch blauw’

Adinda (49): “Je moet bij ons thuis geen astma hebben en ook vegetariërs zijn geen lang leven beschoren, want bij mijn man is een dag niet gerookt een dag niet geleefd. Hij werkt vanuit huis en kan dus met gemak elke dag zijn barbecue aansteken om een stuk brisket, short ribs of bavette te bereiden. En dat doet hij dan ook vol overgave. Het irriteert me steeds meer. De barbecue – die geen barbecue heet, maar kamado, zo heeft hij me al honderd keer verbeterd – staat onder onze veranda, dus de rook drijft naar binnen en zorgt ervoor dat er altijd rook in de kamer hangt. Het stinkt ook. Mijn man spendeert uren aan de bereiding van elke maaltijd, zoekt tot in detail uit hoe hoog of laag het ding moet, hoe lang, welke kruiden en weet ik wat nog meer. Met zijn vrienden gaat het nergens anders over, hij zit in appgroepen en tot overmaat van ramp doet hij ook nog mee aan wedstrijden – ja, dat bestaat. Kijk, ik hou best van een stukje vlees, maar de gerookte hompen die hij tevoorschijn tovert, die hoeven van mij echt niet de hele tijd. Wat is er mis met een kipfilet met salade of gewoon eens een lekkere pastasaus en dan die barbecue – pardon, kamado – uit laten? Af en toe krijg ik dat erdoor, maar dan zit mijn man al meteen te klagen. ‘Het smaakt nérgens naar, ik mis de rook.’ Nou, ik niet.”

‘Volgend jaar blijft de hengel thuis’

Rosita (32): “Ik vind echt alles leuk aan mijn vriend, behalve die ene vreselijke hobby: vissen. Waarschijnlijk beledig ik nu heel veel mensen, maar voor mij is dat echt iets voor oude mannen met te veel tijd. Mijn vriend is 33 en vlot en ik zou willen dat hij ‘gewoon’ aan voetbal of padel doet, net als zijn vrienden. Maar nee, als hij maar even kan, gaat de hengel in de auto en rijdt hij naar slootkanten door heel Nederland. Bij thuiskomst krijg ik allemaal enthousiaste verhalen, maar ik kan geen voorn van een snoek onderscheiden en doe daar ook geen moeite voor. Ik zou vooral willen dat hij z’n tijd stopt in ook eens onze tweeling van twee jaar vermaken. Dit jaar op vakantie was ik er hélemaal klaar mee. Mijn vriend had de camping gevonden, al in november kwam hij ermee aan. ‘Dit is zo’n mooi gebied, kijk, geweldige camping ook, niet druk, goed aan te rijden.’ Ja, mooi verkocht allemaal, maar dat in de buurt een van de vishotspots van het land te vinden was, dát vertelde hij pas ter plekke. Gevolg: ik elke dag in m’n eentje met twee peuters aan het zwembad, meneer lekker in stilte aan die rivier. Dat gaan we volgend jaar anders doen. Ik heb afgedwongen dat ik bepaal waar we heen gaan. Hij krijgt geen inspraak en de hengel blijft thuis.”

‘Er ratelt, schiet of juicht altijd wel wat’

Laura (30): “Als mijn vriend net zo fanatiek zou sporten als hij op zijn scherm voetbalt, rent, springt, vliegt of schiet, zou hij echt een killerbody hebben. In plaats daarvan zit hij voor de tv en beweegt alleen zijn vingers, terwijl hij langzaam dichtgroeit. Maar stoppen of minderen met gamen, dat is geen optie. Ik snap best dat hij eens een spelletje wil doen, maar hij overdrijft het nu echt een beetje. Als hij uit zijn werk komt, rent hij zo’n beetje naar boven, naar de Playstation. Zijn vrienden zitten dan al klaar in hun eigen huizen en hup, ze gaan van start. Met een beetje geluk komt hij wel beneden eten, maar daarna is het meteen weer gamen, gamen, gamen. Ik zie met lede ogen aan hoe hij alleen maar meer uren hier in stopt in plaats van minder. Ik heb al van alles geprobeerd: voorstellen om samen te gaan sporten, of een verslavende serie te bingen of gewoon op de bank wat te kletsen. Maar altijd winnen die games het weer. En het kan ook niet zachtjes: hij is zo fanatiek dat hij naar het scherm schreeuwt of scheldt of juist juicht als het goed gaat. En die spellen zelf zijn ook echt luidruchtig, er ratelt, schreeuwt, schiet of juicht altijd wel iets vanaf die tv. Zijn hele leven draait om die games. Als hij afspreekt met vrienden gaat het ook alleen maar over bepaalde trucs in spellen of wanneer die-en-die game uitkomt. Het enige voordeel: omdat hij letterlijk elke vrije minuut op die inmiddels ingezakte gamestoel te vinden is, weet ik heel zeker dat hij niet vreemdgaat. Dat weet je op de padelbaan dan weer nooit zeker.”

‘Hij is vergroeid met zijn verrekijker’

Anita (66): “Toen mijn man met pensioen ging, was ik oprecht bang dat hij in een gat zou vallen. Nou, dat is niet gebeurd. Dat gat bleek namelijk gevuld met camouflagekleding, vogelgidsen, spotterapps en een verrekijker op statief waarmee hij vergroeid is. Sinds een jaar trekt hij er op elk vrij moment op uit om alleen of in groepsverband vogels te gaan spotten. Op zich hartstikke gezond die buitenlucht, dat vind ik echt. Maar het zou wel prettig zijn als we het ook nog eens over iets anders konden hebben. Ik werk nog wel en vind het aan het eind van een werkdag best prettig mijn verhaal kwijt te kunnen. Bij groot wereldnieuws is het fijn om dat samen aan de keukentafel door te nemen. En als een van onze kleinkinderen iets leuks heeft gezegd of gedaan, deel ik dat ook graag. Maar daar is amper nog aandacht voor, het gaat over vogels, vogels, vogels. Ook in gezelschap praat hij aan één stuk door over zijn ontdekkingen, hij zit voortdurend op zijn telefoon om te zien waar zeldzame exemplaren zijn gespot en doet zelfs geluiden na om vogels te lokken – echt op het gênante af. Laatst kwam hij helemaal hyper thuis: ijsvogel gezien. En de dag dat hij een roerdomp zag, zullen we ook niet snel vergeten. Mij wil hij in het weekend ook meenemen op wandelingen, en dan gaat de wekker echt om vier uur ’s nachts. Soms sleep ik me uit bed, maar regelmatig draai ik me ook gewoon om: ga maar lekker zonder mij.”

‘Ik stofzuigde per ongeluk de Titanic omver’

Lana (34): “Zolang als ik mijn man ken, kleven er een Lego-blokjes aan zijn handen. Ik kan er wel over klagen hoe veel tijd, geld en ruimte op zolder er in zijn hobby gaat zitten, maar ik wist dit van tevoren. Als ik hem in de eerste tijd van onze relatie had laten kiezen, was ik nu single geweest of getrouwd met een ander. Lego is zijn leven, de overlevering wil dat het zelfs zijn eerste woordje was. En op zich heb ik er natuurlijk geen last van, want als hij op zolder zit te bouwen, ben ik beneden lekker eigen baas over de afstandsbediening. Bovendien vindt onze zoon van vijf het geweldig. Maar soms… Als hij in een moeilijk stukje zit, is hij niet te genieten. Als hij op Marktplaats net naast een bijzonder item grijpt ook. Toen we in Legoland waren, leek het wel een militaire missie, hij wilde álles zien. En o wee als er iets kapotgaat. Met stofzuigen raakte ik eens het tafeltje waarop de Titanic stond. Je raadt het al: het bouwwerk viel aan duigen op de vloer. Nog nooit ben ik zó bang geweest om mijn eigen man te bellen, ik vreesde voor een scheiding. Ik kan niet zeggen dat hij het luchtig opnam, maar drie maanden later was het ding weer herbouwd. Ik vond het ergens wel geestig dat juist met die boot altijd een ramp plaatsvindt, maar toen ik die grap laatst maakte, kon er bij mijn man nog steeds geen lachje vanaf. Terwijl het toch al twee jaar geleden is.”

Foto: Getty Images

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.

LEES OOK

Lees meer Persoonlijke verhalen

Uit andere media


Meer van Mariette