
4 moeders, 5 generaties (van 100 tot 1 jaar) over opvoeden en moederschap
2 juni 2025
De 100-jarige Grietje is betovergrootmoeder van Djake (1). Met haar dochter, kleindochter, achterkleindochter en achterachterkleinzoon praat ze over zwangerschap, opvoeden en moederschap. “We zijn allemaal bij de bevallingen van onze kinderen geweest.”
Even voorstellen…
Betovergrootmoeder Grietje (100, gepensioneerd coupeuse), weduwe van Huibert (overleden in ’22) en moeder van Elsevira (76) en Edith (73).
Dochter Elsevira (76, gepensioneerd verzorgende thuiszorg), weduwe van Gerard (overleden in ’21) is moeder van Petra (50) en Gerard (53).
Kleindochter Petra (50, begeleider verstandelijk gehandicapten) woont samen met Sjoerd (62) en is moeder van Dylan (30) en Jenny (26).
Achterkleindochter Jenny (26, verpleegkundige) is verloofd met Bob (23) en moeder van Djake (1).
Achterachterkleinzoon Djake (1).
Zwangerschap, toen en nu: ‘We woonden allemaal nog thuis!’
Grietje: “Huibert was mijn buurjongen. Wie de eerste move maakte? Dat zal hij wel geweest zijn. Hij gaf me een cadeautje, dat was ik helemaal niet gewend. Hopeloos vond ik het! Veel te klef. Ik was niet meteen verliefd, dat moest bij mij groeien. We waren 22 toen we trouwden en 23 toen ik moeder werd. Dat was in die tijd héél normaal. Ik woonde overigens nog thuis…”
Elsevira: “Ik was ook 23 toen ik moeder werd en ook ik woonde nog bij mijn ouders. Sterker nog; mijn man woonde ook al drieënhalf jaar bij ons in – hij had drie maanden voordat hij mij leerde kennen zijn moeder verloren. In het begin sliep hij wel strikt in een eigen kamertje, uiteraard. Dat ik zwanger was, had ik zelf niet door. Het was een ongelukje. Mijn moeder had zo haar vermoedens en had een afspraak bij de huisarts gemaakt. Ik ben onderzocht en mijn moeder werd gebeld met de uitslag. Ik schrok er niet van. We zouden een half jaar later trouwen. ‘Het is geen moeten hè, dat trouwen. Het komt wel goed’, zei mijn moeder. Maar we wilden het juist graag.”
Petra: “Van ons vieren ben ik het jongst moeder geworden. Ik was 19 toen ik zwanger werd en 20 toen onze zoon Dylan geboren werd. Het was voor ons een bewuste keuze, we dachten: waarom niet? We hadden een jaar verkering. Geheel in lijn van mijn moeder en oma, woonde ook ik nog thuis. De eerste drie maanden heb ik het voor mijn ouders verborgen gehouden. Het viel mijn moeder op dat ik geen tampons meer nodig had. ‘Ik zal het je maar zeggen, ik ben zwanger’, zei ik toen. Ze reageerde gelukkig goed. Ik vreesde het meest voor de reactie van mijn vader. Hij vond opa worden geweldig, zei hij, gevolgd door: ‘Maar dat ik nu met een oma naar bed ga, vind ik wél vreselijk.’ Daar hebben we allemaal enorm om gelachen. Ik was zeven maanden zwanger toen we een woning toegewezen kregen. Tot die tijd mochten we samen bij mijn ouders blijven.”
Jenny: “Ik heb altijd geroepen dat ik voor mijn twintigste moeder wilde worden. Het was mijn droom dat omi (Grietje, red) mijn kinderen zou leren kennen. Het gebeurde uiteindelijk ‘pas’ op m’n 25ste. Ik was altijd heel zwaar, ik heb op m’n zwaarst wel 94 kilo gewogen. Vijf jaar geleden heb ik het roer omgegooid. In zes maanden tijd viel ik dertig kilo af door gezonder te gaan eten. Ook ben ik krachttraining gaan doen. Voor mijn gevoel is mijn leven pas begonnen toen ik weer slank en fit was. Ik heb echt even wat tijd in moeten halen. Ik werd verliefd of Bob en tot twee jaar geleden woonden we samen illegaal in een loods. Toen raakte ik zwanger… We konden er niet blijven en ik trok de helft van de week bij mijn oma en de helft van de week bij Bobs ouders in. Na mijn bevalling hebben we drie maanden bij mijn ouders gewoond. Inmiddels hebben we een woning voor onszelf.”
Opvoeden, toen en nu: ‘Er waren regels en grenzen’
Grietje: “Elsevira was een half jaar oud toen mijn man tbc kreeg. Hij heeft kantje boord gelegen, hij was wel twee jaar ziek. Het was een pittige tijd, maar terugkijkend is mijn hele leven pittig geweest. Ik heb aan die begintijd niet veel herinnering meer, het is ook al zo lang geleden. We kregen, nadat mijn man opknapte, een eigen woning in Amsterdam en we kregen nog een dochter. Samen startten we een naaiatelier in de Jordaan, mijn man maakte lange dagen. We werkten allebei hard, maar ik vond dat helemaal niet erg. Ik was een strenge moeder, denk ik. Vooral wat betreft het tijdstip van thuiskomen.”
Elsevira: “Ik was in mijn opvoeding ook wel streng, maar echt op bepaalde punten. Als mijn man nachtdienst had, bleven Petra en Gerard zo lang mogelijk zitten, dan wilden ze niet naar bed. Ik pakte dan de mattenklopper en rende ze achterna rond de tafel. De kinderen lachen natuurlijk… Ik heb ze nooit geslagen. Het bleef altijd bij dreigen.”
Petra: “Ik werkte toen de kinderen klein waren als kapster. Voor mijn gevoel was ik een makkelijke moeder, maar er waren wel regels en grenzen. Huiswerk vond ik hun eigen verantwoording. Beide kinderen hebben probleemloos hun schooltijd doorlopen. ’s Avonds op straat hangen was iets wat ik echt niet toeliet. De kinderen waren 10 en 7 toen ik ging scheiden. De koek was op. Ineens was ik een alleenstaande moeder en toen ging ook nog eens de kapsalon waar ik werkte failliet. ‘Als er ergens een deur dichtgaat, gaat er ook ergens een deur open’, zei mijn oma toen. Ze had gelijk. In de tien jaar daarna werkte ik fulltime bij een tankstation. Ik heb het nooit als zwaar ervaren, mede door het fijne netwerk dat ik om me heen had. Mijn moeder was er altijd om me te helpen. Vijf jaar geleden ben ik een opleiding gaan volgen: ik wilde iets betekenen voor hulpbehoevende medemensen. Sindsdien werk ik in de gehandicaptenzorg.”
Jenny: “Ik werk drie tot vier dagen per week als verpleegkundige. Mijn moeder past een dag in de week op en mijn oma ook een of twee dagen. Verder krijg ik hulp van mijn schoonouders en een oud-collega. Djake is pas 1 jaar, het echte opvoeden begint nu pas. Ik ben wel van de oude stempel, denk ik. Ja is ja, nee is bij mij ook echt nee. Djake is best wel een pittig mannetje, dus die duidelijkheid is wel nodig. We krijgen nog heel wat met hem te stellen, vermoed ik. Ik mocht zelf veel van mijn moeder. Er waren regels, maar daartussen was veel mogelijk. Zo ging ik op m’n 15de al met vriendinnen alleen op vakantie. Eén keer had ik stiekem het luchtje van mijn moeder opgedaan. Dat rook ze meteen, maar ik ontkende het. Ze was woest. Niet zozeer om het luchtje, maar wel om het feit dat ik tegen haar loog. Het was een wijze les voor me.”
Gezond en lang leven: ‘100 worden is heel bijzonder’
Grietje: “Ik heb me als jong meisje en jonge vrouw heel lelijk gevoeld. Ik had sproeten en rood haar, vreselijk vond ik dat. Maar die onzekerheid verdwijnt naarmate je ouder wordt. Ach en dan ga je weer mopperen over rimpels, trouwens. Mijn man had zo’n mooie huid… Ik heb altijd heel gezond geleefd. Ik heb nooit gerookt, ik dronk niet en ik slik nog steeds iedere dag levertraan. Mijn kinderen en (achter)kleinkinderen leven niet zo gezond als ik altijd heb gedaan, vind ik…”
Elsevira: “Drie jaar geleden waren we mijn moeder bijna kwijt. Ze werd ineens heel ziek en het zag er niet naar uit dat ze het zou halen. Maar krakende wagens gaan het langst mee. Ik ben zelf ook al 76 en drink en rook niet. Mijn geheim om gezond en fit te blijven, is jezelf bezighouden. Ik heb altijd wat te doen. Een dag in de week pas ik op Djake en ik pas al zes jaar lang op mijn buurmeisje van 6. Ik haal haar vier dagen in de week uit school en dan spelen we samen spelletjes.”
Petra: “Oma heeft inderdaad heel slecht gelegen, vlak voordat opa overleed. Ik moet er niet aan denken haar te verliezen, ik ken mijn oma al mijn hele leven. Als ik het over haar heb, kijken mensen mij altijd vreemd aan. ‘Je oma?’ Verstandelijk is 100 een prachtige leeftijd om te bereiken, maar ik ben er nog lang niet aan toe haar te moeten missen. 100 worden is heel bijzonder. We leven echt in het moment met haar, we weten inmiddels uit ervaring hoe snel het ineens slecht kan gaan. Zelf moet ik nog zien dat ik die leeftijd bereik. Ik rook wel, maar drink niet…”
Jenny: “Zoals omi nu 100 is geworden, zou ik het ook wel willen. Vooral het feit dat het in haar koppie nog allemaal goed is, is heel fijn. Ze wil nog steeds alles zelf regelen. Dat het contact voor dit interview en deze fotoshoot niet rechtstreeks via haar liep, vond ze vervelend. ‘Ik ben toch geen klein kind’, zegt ze dan.”
Alles is familie: ‘We zijn heel open, alles kan besproken worden’
Elsevira: “We hebben een sterke familieband. Ik bel mijn moeder iedere ochtend en daarna bel ik mijn zus Edith. Zij belt onze moeder dan weer in de avond. Die gesprekken duren rustig een half uur tot een uur. Waarover we het hebben? Waarover niet! Mijn moeder zegt alles wat er in haar hoofd opkomt. Ik moet vaak om haar lachen. Chagrijnig is ze nooit.”
Petra: “We zijn allemaal bij de bevallingen van onze kinderen geweest, ik nu dus ook bij de bevalling van Jenny. Zelf oma zijn is heel bijzonder. Je beleeft het totaal anders: wel de lusten, niet de lasten. Ik merk wel dat ik bezorgder ben. Met mijn eigen kinderen was ik veel makkelijker. Nu kan ik al in paniek raken als Djake een knabbelstick eet. Mijn oma is echt een voorbeeld voor me. Ze is nog zo bij de tijd. We kunnen alles bespreken, het liefst onder het genot van een tompouce.”
Jenny: “Bij ons in de familie kan inderdaad alles besproken worden. We zijn heel open. Zo zei ik laatst tegen omi dat er na de bevalling niets meer van mijn borsten over was. ‘Laat eens voelen!’, riep ze toen. En dan knijpen we er bij elkaar even in om te vergelijken. Dat kan gewoon. Ik heb op m’n 18de voor mijn opleiding drieënhalve maand in een verzorgingshuis in Spanje stage gelopen. Ik had zo’n heimwee, ik wilde terug. Mijn oma beloofde me dat als ik het af zou maken, ze een tattoo met mij zou laten zetten. Ze was toen 68. Omi is de enige van ons vieren zonder tattoos. Een oordeel heeft ze er niet over. ‘Als jullie dat mooi vinden, dan is het toch prima?’, zegt ze altijd. We zijn in onze familie heel close, maar ook wel water en vuur. Zo kan ik met mijn oma echt knallende ruzie hebben. Na een half uur is dat dan weer over. En omi kan ook nog steeds flink ruzie maken met oma. We zijn allemaal ontzettend eigenwijs en koppig. Djake zal niet anders zijn. Daar zit ook al echt een kop op.”
Grietje: “Mijn dochters bellen iedere dag. Als je veel praat, heb je genoeg te lullen, zeg ik altijd. Ik voel me goed en geniet nog van het leven. Mijn kinderen en (achter)kleinkinderen zijn nog niet van me af, ik blijf voorlopig nog, al is het alleen maar om te pesten!”
Foto: Robert Elsing
Visagie: Wilma Scholte
Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.
LEES OOK
Uit andere media