Ingeborg heeft een verhouding, met medeweten van haar vriend
Ingeborg (32) heeft met medeweten van haar vriend Joost, een verhouding met een andere man. Die geeft haar de affectie die Joost, vanwege een lichte vorm van autisme, haar niet kan geven.

Net als Vriendin brengt ook Mijn Geheim de allermooiste persoonlijke verhalen, die we hier graag elke week met je willen delen.
Meer verhalen die raken? Abonneer je op Mijn Geheim!
“Dat het niet lukte een intieme, emotionele band met mijn vriend Joost op te bouwen, heb ik lange tijd mijzelf verweten. Had ik de lat te hoog liggen voor een relatie? Ik begon te denken dat mijn beeld van hoe twee geliefden met elkaar verbonden zouden moeten zijn, te romantisch was. Veel ervaring had ik niet met relaties, dus ik kon niet goed vergelijken. En Joost zelf leek geen enkel probleem te hebben met hoe wij communiceerden. ‘We kunnen het toch overal over hebben?’ zei hij. En dat was in feite ook zo. Toch leek zijn echte betrokkenheid vaak ver te zoeken. Hij vroeg zelden uit zichzelf hoe het met mij ging, bijvoorbeeld toen ik met een nieuwe baan begon. Het leek voor hem de normaalste zaak van de wereld dat ik een nieuwe wereld in stapte bij mijn carrièreswitch van kantoor naar het onderwijs. Voor mij was dat een indrukwekkende tijd, maar dat leek hij niet uit zichzelf aan te voelen. Het waren zulke dingen waardoor ik een afstand voelde tussen ons. Maar het gekke was dat, zodra ik bij Joost aangaf dat ik wat aandacht nodig had, hij mij dat wél bieden kon. Toen ik bijvoorbeeld zelf bespreekbaar maakte dat ik zenuwachtig was voor het eerste grote hoorcollege dat ik moest geven, nam hij onmiddellijk de tijd om mijn college samen met mij door te nemen. Maar even een appje vlak voor het hoorcollege, kwam er niet. En zo waren er meer dingen waardoor ik me niet gezien voelde. Tegelijkertijd heb ik er nooit aan getwijfeld of hij van mij hield. Ik voelde aan dat zijn gebrek aan belangstelling geen onwil was, maar iets anders. Maar wat? Daar kwam een antwoord op toen Joost overspannen raakte en via de bedrijfsarts bij een psycholoog terecht kwam.”
Worsteling
“Hij dacht dat hij er zou gaan werken aan wat issues op zijn werk. Hij leek geen overzicht te hebben en vaak te verzanden in details. Losse eindjes stapelden zich op, tot hij letterlijk en figuurlijk instortte. Hij kreeg last van hyperventilatie en viel op een middag flauw op de werkvloer. Dat was het teken dat er iets moest veranderen. Zijn psycholoog stelde een test voor op onder andere autisme en ADHD en daaruit bleek dat Joost bij beide in het spectrum viel. Het verklaarde ontzettend veel en niet alleen over zijn werk, maar óók over hoe hij in relaties functioneerde. Zo bleek hij een soort kokervisie te hebben. Zodra ik bijvoorbeeld ’s morgens naar dat eerste hoorcollege op het werk vertrok, was voor Joost die gebeurtenis simpelweg uit beeld. Hij ziet alleen dat waar op dat moment zijn spotlight op staat. Het was geen onwil dat hij niet attent was, het was onvermogen. Hij kon er niets aan doen. De diagnose was zowel een vloek als een zegen. Natuurlijk was het fijn bevestigd te zien dat hij geen slechte intenties had. Ook was het een opluchting dat ik géén te hoge verwachtingen had gehad. Dat benadrukte de psycholoog nog in een gezamenlijk gesprek: mijn verlangen naar emotionele support was beslist níet te veel gevraagd. En daaruit vloeit ook de vloek van de diagnose. Ik werd tekortgedaan in mijn emotionele behoeften, maar kon dat Joost niet kwalijk nemen. Want hoe kan ik boos op hem zijn om iets dat buiten zijn macht ligt? Ik voelde een enorme worsteling, want ik kon mijn boosheid en verdriet op niemand richten en mijn eenzaamheid niemand verwijten. Terwijl die gevoelens wél legitiem waren. Als ik dit dilemma met Joost besprak, werd hij heel verdrietig. Ook hij voelde zich machteloos, want hij wilde mij geen pijn doen, maar deed dat wel. Het was een heel moeilijke tijd, waarin hij zelfs voorstelde dan maar uit elkaar te gaan. Maar ik voelde in elke vezel dat ik van hem hield en bij hem wilde zijn, ondanks zijn beperkingen.”
Minnaar
“Dat laatste is een vervelend woord, maar Joost en ik hanteren het wel. Het zegt onverholen wat er aan de hand is: hij schiet tekort en kan daar niets aan doen. Hij is anders bedraad en verwerkt prikkels langs andere kabeltjes dan ik. Ik ben in inmiddels in staat van hem te houden zoals hij is, zonder stiekem te verlangen naar meer. Maar daarvoor hebben we wel een drastisch besluit moeten nemen. Dat is namelijk dat ik een minnaar heb gezocht.
Eigenlijk is dat woord niet helemaal juist, want in mijn ogen verwijst het vooral naar fysieke intimiteit, terwijl ik óók een emotionele spiegel vind bij hem. Ik heb Martin ontmoet op een symposium en we vonden elkaar meteen leuk. Gewoonlijk zou het gebleven zijn bij een biertje ’s avonds aan de hotelbar, maar ik heb bewust met hem geflirt. Die avond in het conferentiehotel zijn we nog netjes ieder naar onze eigen kamer gegaan, maar een week later lag ik alsnog in zijn armen in zijn appartement.”
Verlichting
“Ik heb dat Joost meteen verteld. Nou ja, niet in detail, maar wel dat ik iemand had ontmoet. We hadden een tijdje ervoor samen besloten dat we wilden uitproberen of dit onze relatie zou kunnen redden. Dat ik mijn basis vond bij Joost, stond vast. Dat wat ik bij hem miste, beetje extra aandacht, ook fysiek, kon ik misschien bij iemand anders vinden. Met fysiek bedoel ik ook gewoon een aai over mijn bol. Joost is nooit zo van de arm om mij heen geweest. ‘Ik vergeet dat te doen,’ heeft hij weleens uitgelegd. ‘Ik hou verschrikkelijk veel van je en omarm je in gedachten. Maar ik zie de bijbehorende uiting ervan over het hoofd.’ Martin is een gescheiden, iets oudere man die ik al vrij snel heb verteld wat mijn intenties waren. Géén vaste relatie, maar ook níet alleen maar seks en hup weer naar huis. We hebben een tussenvorm gevonden. Ik ben een weekend per maand bij hem, waarin we vrijen, maar ook een mooie boswandeling maken, uit eten gaan of gewoon een filmpje kijken op zijn bank. Hij legt mij in de watten, vindt dat ook echt leuk en ik geniet daar erg van. Hij is lief, attent, maakt complimentjes en vraag altijd even hoe het gaat op mijn werk. En ik ook andersom. De gewone dingetjes dus, zoals elk ander stel zou doen. Met dat verschil dat wij geen gewoon stel zijn, natuurlijk. Martin en ik plannen geen toekomst en zijn voor de buitenwereld geen stel. Hij woont een eind weg van mij en we hebben geen gemeenschappelijke kennissen. Zijn vrienden weten wel iets af van onze affaire, maar mijn omgeving laat ik bewust in het ongewisse. Voor hen ben ik naar een vriendin, weg voor mijn werk of bij mijn moeder. Ik wil Joost en mijzelf niet in diskrediet brengen. Mensen zullen er toch een oordeel over hebben en we hebben geen zin ons te moeten verantwoorden waarom we hiervoor kiezen. Voor ons werkt dit al bijna anderhalf jaar heel goed. Joost voelt naar eigen zeggen dat er een last van zijn schouders is gevallen. Het onvermogen dat hij zo zwaar voelde, de machteloosheid niet te kunnen geven wat je geliefde nodig heeft, is lichter geworden. Ik voel me er ook goed bij. Mijn liefde voor Joost lijdt niet langer onder de stille verwijten die ik hem lange tijd maakte. En ook Martin wil op dit moment niet anders dan ongebonden zijn, terwijl hij wel regelmatig geniet van vertrouwde intimiteit. Als ik soms geroddel hoor, op het werk of in de vriendenkring, over mensen die vreemdgaan, dan hou ik me altijd stil. Ik denk dan: je weet nooit wat erachter steekt. Terwijl het lijkt alsof mensen hun relatie op het spel zetten, zijn ze die misschien juist wel aan het redden.”
Foto: Getty Images
Geraakt door dit verhaal? Word abonnee van Mijn Geheim en ontvang nog meer échte verhalen in je brievenbus!
LEES OOK

Uit andere media