
Cato heeft een relatie met haar neef: ‘Onze familie kent de waarheid nog niet’
3 september 2025
Cato (48) en haar neef Martijn (50) waren altijd al twee handen op een buik. Na een roerige periode in hun privélevens en Martijns emigratie naar Griekenland, bleek hun band meer dan alleen vriendschappelijk.

Net als Vriendin brengt ook Mijn Geheim de allermooiste persoonlijke verhalen, die we hier graag elke week met je willen delen.
Meer verhalen die raken? Abonneer je op Mijn Geheim!
‘‘Ik kreeg net nog een appje van hem: Ik mis je. Kan niet wachten tot we vrij zijn in alles. Daar verlangen we zó naar: vrijheid om onze liefde te voelen en te laten zien. Om dat te bereiken moet ik naar hem toe en weg uit Nederland. Ik ga mijn baan opzeggen en laat mijn jongvolwassen kinderen achter. Ik ga naar Martijn toe, naar Griekenland, waar hij een bistro en B&B is begonnen. Waar niemand mij kent. Waar niemand weet dat onze vaders broers zijn en hij mijn volle neef is.
Onafscheidelijk
Als kinderen waren Martijn en ik onafscheidelijk. Altijd uit op kattenkwaad, mensen aan het schrikken maken, vuurtje stoken, ondeugden uithalen. We hebben onze ouders er een punthoofd mee bezorgd.
‘Wat is dat toch met jullie,’ spraken ze ons eens gevieren toe. ‘De andere kinderen in de familie zijn helemaal niet zo. Waarom toch altijd die grenzen opzoeken samen?’ Want onze avonturen gingen soms maar op een haartje na goed. Zo hebben we eens, toen we over het hek van een autosloperij waren geklommen, twee waakhonden achter ons aan gehad, hun tanden bloot en met klappende kaken vlak achter onze kuiten. En op een bouwplaats troffen we op een zondagmiddag een kraanmachine aan, met het sleuteltje nog in het stopcontact. We sprongen op en neer van geluk, dit was het mooiste dat ons ooit was overkomen. Goddank, zeg ik nu, kregen we het vehikel niet aan de praat, anders waren er ongetwijfeld ongelukken gebeurd.”
Gedeeld verdriet
“Naarmate we ouder werden bestonden onze ondeugden meer uit een stiekeme joint of een biertje in het park. We konden altijd uren praten en hadden beiden een enorme dadendrang, veel meer dan onze andere neven en nichten. We zouden de wereld veroveren. Ik als actrice, Martijn als dj. Dat we een paar jaar later alle twee braaf aan een keurige opleiding begonnen, hadden we toen niet kunnen voorspellen.
We raakten onze wilde haren uiteindelijk toch kwijt, zo leek het. Ik trouwde en kreeg mijn twee kinderen en Martijn kreeg een vaste vriendin, die hij zeven jaar geleden verloor aan kanker. Een hartverscheurend drama na hun lange relatie die een voorbeeld was voor velen. Het perfecte koppel, zo vonden we allemaal. Lieve, knappe mensen. Ondernemers met samen een eigen zaak en een prachtige toekomst voor zich. Het geluk straalde ervan af en toen ging zij dood. Martijn was ontroostbaar. De hele familie, maar vooral hij natuurlijk, wist zich nauwelijks raad met dit intense verdriet.
Mijn toenmalige man en ik waren altijd dik geweest met hen. Zij pasten op onze kinderen toen die nog klein waren, wij hielpen hen met de verbouwing van hun huis en regelmatig aten en borrelden we bij elkaar.
Alleen
Tijdens dit onvoorstelbare verdriet groeiden Martijn en ik als vanzelf weer dichter naar elkaar toe. We waren de broer en zus voor elkaar die we allebei niet hadden, zeiden we wel eens.
Toen mijn man op een dag thuiskwam van kantoor en aankondigde dat hij alleen een koffer kwam inpakken, brak voor mij het grootste verdriet van mijn leven aan. Plots was ik alleen, met twee kinderen en duizend vragen, waarop mijn ex mij geen antwoord gaf. Hoe? Waarom? Had ik iets kunnen doen? Waarom had ik zijn vertrek niet aan zien komen? Zeker een jaar ben ik ervan in de war geweest en was Martijn onmisbaar als een soort interim manager van mijn gebroken gezin. Terwijl ik probeerde op te krabbelen, bracht hij de kinderen naar pianoles en de voetbal, bracht hij structuur aan in de financiële chaos die mijn ex-man bleek te hebben achtergelaten en sloeg hij op de juiste momenten een stevige arm om mij heen.
En toen we twee jaar terug tijdens een etentje de conclusie trokken dat we allebei weer sterker dan ooit in het leven stonden, zei hij: ‘Ik gooi het roer om. Het moet allemaal anders. Ik ga genieten, op avontuur. Er staat een B&B te koop op het Griekse eiland waar ik zo graag kom. Volgende week ga ik kijken.”
De kus
“Ik was blij voor hem. Tuurlijk, het is niet leuk als je beste maatje niet meer om de hoek woont, maar Griekenland is ook de wereld weer niet uit. Hij ging, bekeek en kocht de B&B en meteen ook maar het restaurant ernaast. Niet veel later was zijn afscheidsfeestje in een zaaltje in het dorp. Familie en vrienden stroomden toe. We dronken, lachten en dansten een geïmproviseerde sirtaki. Toen alle gasten vertrokken waren, bleef ik als laatste achter om Martijn te helpen de afscheidscadeaus bijeen te pakken. We dronken, zittend op de vloer tegen de cadeautafel, een laatste glas op zijn emigratie. ‘Ik ga je missen,’ zei ik. En toen was er ineens een soort bliksemschicht. We voelden het allebei.
We keken elkaar aan en er was geen houden meer aan. Toen hebben we gekust.
De verwarring was enorm en het afscheid op Schiphol, waar we hem met enkele vrienden uitgeleide deden, ongemakkelijk. Ik had na de kus de hoop dat we er om zouden kunnen lachen, zodra de drank was uitgewerkt en we weer bij zinnen waren gekomen. Maar niets was minder waar. Daar liep hij op de luchthaven zijn nieuwe leven tegemoet en ik wilde alleen maar schreeuwen: neem me met je mee.
Bij elkaar
In ons contact de tijd erna werd duidelijk dat ook hij het niet kon loslaten wat er die avond was gebeurd. We wilden bij elkaar zijn, maar dat mocht toch helemaal niet? En het kon niet.
Ik had mijn gezin, wat zouden de kinderen denken? Mama met haar neef? En de familie? Oh hemel! De moed zonk ons in de schoenen.
Toch besloot ik hem op te zoeken. In zijn B&B waar hij tijdelijk woonde, tussen de steigers en boorhamers van de verbouwing, bedreven we de liefde. Het voelde niet raar en dat verbaasde ons allebei. Het voelde juist alsof alles klopte.
‘En wat nu?’ vroeg ik bij ons afscheid. ‘Hebben we een keuze?’
‘We moeten ervoor gaan. Dit is te mooi om ons te laten ontglippen,’ antwoordde Martijn.”
De familie
“En nu ga ik hem achterna, twee jaar na zijn vertrek. We zijn niet over één nacht ijs gegaan en hebben elkaar zo vaak mogelijk gezien.
We hebben veel gepraat. Met elkaar en uiteindelijk ook met mijn kinderen. Zij zijn volwassen, maar ik ben nog altijd hun mama en Martijn is nog altijd een soort oom voor hen. Nee, ze stonden niet bepaald te juichen. Pas toen ze een keer met me mee zijn gegaan en Martijn en mij samen zagen, waren ook zij ervan overtuigd dat het zo leek te moeten zijn.
Onze familie kent de waarheid nog niet. Die weten niet beter dan dat ik mij als zakenpartner bij mijn neef voeg.
‘Jullie waren altijd al zo ondernemend en avontuurlijk samen,’ zei mijn zus toen ik mijn vertrek aankondigde.
‘Dus dit verbaast me niets.’
Dat komt nog wel zodra we op een later moment moeten gaan vertellen dat we als stel door het leven zullen gaan.
We willen eerst samen de boel op de rit hebben in Griekenland en dan pas onze liefde als voldongen feit presenteren. Dat mag niet te lang duren, want ik vraag nu ook mijn kinderen een geheim te bewaren. Ze zeggen gelukkig zich niet bezwaard te voelen. Hun zegen is het belangrijkste en die hebben we. Of de familie ons die ook zal geven, is nog maar zeer de vraag.”
Uit privacy-overwegingen zijn de namen in dit verhaal gewijzigd.
Foto: Getty Images
Geraakt door dit verhaal? Word abonnee van Mijn Geheim en ontvang nog meer échte verhalen in je brievenbus!
LEES OOK
Uit andere media