Schermafbeelding 2025 09 10 Om 10.43.16

Ango’s dochter Fleur verongelukte tijdens een skivakantie

Alle ouders vinden hun kinderen natuurlijk speciaal, maar soms valt er iets éxtra bijzonders te vertellen over je kind. Deze keer vertelt Ango (58) over haar dochter Fleur (21), die afgelopen februari tijdens het skiën in de Franse Alpen verongelukte.

Mijngeheim

Net als Vriendin brengt ook Mijn Geheim de allermooiste persoonlijke verhalen, die we hier graag elke week met je willen delen.

Meer verhalen die raken? Abonneer je op Mijn Geheim!

‘‘Met de ergste pijn die je maar kunt bedenken, stonden we in de gang te wachten, toen we die ochtend eindelijk naar Fleur toe mochten. ‘Ze ziet er niet florissant uit,’ waarschuwde de arts ons. Dat maakte me niet uit. Ik wilde bij haar zijn. Ik was er het liefst ’s nachts direct na onze aankomst in Frankrijk al heengegaan, want ik vond het vreselijk dat ze daar alleen lag.

Haar aanzien viel gelukkig mee. Het wondje op haar slaap vormde een hartje en met een tevreden blik op haar gezicht was ze de mooiste versie van zichzelf. Al was het een bizarre gewaarwording dat we daar aan het bed van ons dode kind stonden. Onze dochter, die abrupt uit ons leven was weggerukt. En uit háár mooie leventje! Een leven dat zo’n eenentwintig jaar daarvoor op een heel warme, zomerse zondag was begonnen en nu ook op een zondag was geëindigd.

Nederland was in de greep van een hittegolf toen Fleur het levenslicht zag. Een mooi, klein ‘frutteke’, zoals we hier in Brabant zeggen. Haar trotse, grote zus Minou (24) zat glunderend tussen mij en Dion (53) in toen ze Fleur voor het eerst liefdevol in haar armen hield.

Sprankelend

Fleur was een heel vrolijk en sprankelend meisje. En altijd in voor een grapje! Zo had ze tijdens een vakantie, zittend aan het water, opeens Dions kleren aan. Ze zal vier jaar oud zijn geweest, toen ze in die veel te grote broek en zijn slippers lachend voor ons stond. Ze was de komiek van het zwembad. Letterlijk zingend en dansend ging Fleur door het leven en al van jongs af aan wist ze iedereen met haar grote, blauwe ogen te betoveren.

Ze was zes toen ze ging hockeyen. Dat is ze blijven doen. Later heeft ze ook nog tennisles gehad. Ze zat op een teken- en schildercursus en is nog lid geweest van een musical-vereniging. Bij al deze clubjes stond gezelligheid voorop. Dat was voor haar de belangrijkste motor om ergens voor te gaan. Dat gold ook voor haar bijbaan in de voetbal-kantine, waar ze vanaf haar zeventiende elke zondag achter de bar stond. Niet dat ze iets met voetballen had, maar wat was het er gezellig! En dan al die leuke jongens. Bovendien maakte ze er graag tijd voor ouderen die niet goed ter been waren. Met een biertje, een praatje en haar gulle lach werden ze op hun wenken bediend.

Minder leuk vond Fleur het op de middelbare school. De stap van een kleine dorpsschool naar het voortgezet onderwijs met wel vijf keer zoveel leerlingen vond ze lastig. Daarbij was ze steeds vaker ziek, terwijl we niet wisten wat ze mankeerde. Dat was echt een heftige periode. Ook omdat er door haar hoge verzuim een afstand ontstond tussen haar en haar sociale omgeving, die juist zo belangrijk voor Fleur was.

Fleur ging de medische molen in. Via diverse specialisten werden we van loket naar loket gestuurd, om steeds te horen te krijgen dat ze niets konden vinden. Ondertussen zagen wij haar steeds verder afglijden. We hadden er alles voor over om Fleur weer fit te krijgen.

Hoogsensitief

Ze was inmiddels vijftien toen we uiteindelijk terechtkwamen bij een energetisch coach: ‘Ik denk dat ik jou kan helpen, Fleur.’
Je wilt niet weten wat alleen al die woorden, na zo’n lange zoektocht, voor mij als moeder betekenden.

Die vrouw constateerde dat Fleur hoogsensitief was. ‘Dat hoor je wel vaker bij alleen geboren tweelingen,’ zei ze. Daar keek ik van op. Ze wist te vertellen dat Fleur eigenlijk een tweelingbroertje had. Opeens kon ik de flinke bloeding in de eerste helft van mijn zwangerschap verklaren: ik was een van mijn kindjes verloren. De coach legde uit dat onze dochter extra snel overprikkeld was, waardoor fysieke klachten konden ontstaan. Ze leerde Fleur hoe ze de overvloed aan prikkels op school en in grote mensenmassa’s kon kanaliseren. Al had Fleur nog wel een lange weg te gaan, voordat ze dat onder controle kreeg.”

Studentenleven

“De havo heeft Fleur op het volwassenenonderwijs afgemaakt. De kleinere klassen en de persoonlijke aandacht daar waren een verademing. De coronaperiode met thuisonderwijs hielp daar ook bij. En toen ze eenmaal wat beter in haar vel zat, ging ze ook als een speer. Alsof ze alle tijd wilde inhalen, bouwde ze in een rap tempo weer een gezellige en grote vriendenkring op.

Het was haar droom om advocaat te worden, om zo andere mensen te kunnen helpen: ‘Misschien ga ik zelfs wel iets met mediation doen.’ Dus ging ze rechten studeren aan de universiteit. Haar drive om iets te bereiken, was groot. Ze werkte er hard voor. Ik moest wel even slikken toen ze bij een studentenvereniging ging. Zuippartijtjes en dan die ontgroening… Wat zouden ze allemaal met haar uitspoken?

Uiteindelijk ging ze op kamers in een leuk meidenhuis. En als ze tussendoor thuiskwam, kon ik weer fijn voor haar zorgen. Soms vroeg ze nog of ik bij haar in bed kwam slapen. Dan kletsten we eerst over alles wat haar bezighield en op wie ze haar liefdes-pijlen had gericht.
Ja, Fleur leefde weer volop. Achteraf ben ik daar nog eens extra dankbaar voor.

Skivakantie

Afgelopen februari ging ze met haar studenten-vereniging mee op skivakantie. Dion en ik hebben zelf goede herinneringen aan de wintersport en vonden het gaaf dat Fleur die kans aangreep. Ter voorbereiding had ze in Nederland skiles gehad. En uiteraard mocht een mooie ski-outfit niet ontbreken. Of ze nu bij de voetbalclub achter de bar stond, naar school moest of ging sporten, ze zag er altijd tiptop uit. Dat was typisch Fleur.

Na een dikke knuffel zwaaiden we de nachtbus uit. Gek eigenlijk, hoe rustig ik toen was. Ik ben met name voor Fleur namelijk een heel bezorgde moeder geweest. Toen ze tijdens de kraamvisites van hand tot hand ging, voelde dat al ongemakkelijk. Geen idee waarom, maar ik heb altijd het gevoel gehad dat ik haar extra moest beschermen. Daardoor is ze ook erg verwend.

Ik vond het geen enkel probleem om haar overal naartoe te brengen en zelfs midden in de nacht op te halen. Dan wist ik zeker dat er niks misging en dat ze weer veilig thuiskwam. Minou is echt niks tekortgekomen, maar het was altijd eerst ons kleine Fleurtje. Dat bezorgde gevoel kon ik niet van me afzetten, het was er voortdurend.

Gevallen

’s Ochtends liet Fleur weten dat ze in Val Thorens was aangekomen. Diezelfde zondagochtend kregen we een filmpje van een vrolijke Fleur, die al zingend op de ski’s stond.
Op afstand genoten we mee.

Het zal nog geen uur later zijn geweest, toen de telefoon ging. Dion kreeg iemand aan de lijn van de studentenvereniging: Fleur was op de piste gevallen en per helikopter naar het ziekenhuis gebracht. Meer was niet duidelijk. Waarschijnlijk moest er iets ingegipst worden.

In die orde van grootte dachten we op dat moment. Dion was eerst zelfs een beetje boos: Fleur was nog maar net een dag weg en nu moesten wij misschien ook die kant op?

We kregen echter niet lang de tijd om na te denken, de telefoon ging opnieuw. Deze keer was het een Nederlandssprekende arts uit het ziekenhuis van Grenoble. Hij zei dat we even moesten gaan zitten. Dan weet je meteen dat het foute boel is. ‘We hebben Fleur niet kunnen redden.’ De arts stond op de speaker toen deze kille woorden onze kamer vulden. Dion viel jankend op de grond. Ik heb heel hard gegild. Radeloos. Verslagen. Maar we raapten onszelf weer bij elkaar, er  moest gehandeld worden. Dion belde zijn broer om te vertellen dat Fleur was overleden. Wat was het vreemd om die woorden nu uit zíjn mond te horen. Vervolgens zijn we samen met mijn zwager en met Ralf, de vriend van Minou, halsoverkop naar Frankrijk vertrokken.

Om drie uur ‘s nachts kwamen we aan. Die hele autorit heb ik als in een roes beleefd. Ergens nog met de hoop dat we elk moment een belletje konden krijgen om te zeggen dat het niet waar was. Dat het niet om onze Fleur ging. Dat gevoel ging pas weg toen ik haar de volgende ochtend in het mortuarium van het ziekenhuis zag liggen. Ons Fleurtje.”

Terugreis

“Terwijl ze op een blauwe piste aan het skiën was, is Fleur blijkbaar de macht over haar ski’s verloren. Misschien geschrokken van een andere skiër? We weten het niet. Wel weten we dat ze is gevallen en aan de zijkant onder een
veiligheidsnet door is gegleden, zo de wedstrijdpiste op. Daar is ze met enorme snelheid tegen een sneeuwkanon geklapt. Het grote, oranje stootkussen rondom de paal heeft Fleur niet kunnen helpen. Haar borst werd keihard geraakt en haar heup en schedel waren gebroken. Toevallig was er vanwege een baaninspectie personeel op die piste aanwezig, waardoor er snel hulp bij haar was. We hebben de plek van het ongeval bezocht en begrepen dat Fleur er niks van mee heeft gekregen. De hulpverleners troffen haar bewusteloos aan. Ergens is dat een geruststellende gedachte.

Na veel papierwerk, strenge procedures en het nodige geduld werd haar lichaam een week later vrijgegeven en kon Fleur naar Nederland worden vervoerd.
Het eerste stuk reden we achter de wagen waarin Fleur lag. Het is niet uit te leggen wat er dan door je heen gaat. Toen we, bijna thuis, de straat inreden, zagen we bij buurtbewoners de vlag halfstok hangen. Zoveel mensen leefden met ons mee.

De ontelbare berichten, de kaarten, de bloemen… Het bracht Fleur niet terug, maar al die steun was hartverwarmend en zo hard nodig.
Het was fijn dat Fleur nog even bij ons thuis kon zijn, waar iedereen afscheid van haar kon nemen. Dagenlang was het een komen en gaan van mensen bij wie Fleur geliefd was. En dat waren er veel.

Bijzonder

Ze kon met iedereen overweg en was heel sociaal, maar had ook een enorme gunfactor. Ze was bijzonder en anders dan doorsnee, al wist ik nooit precies waarom. Iedereen wilde er altijd voor haar zijn. Zelfs nu. De boodschap op haar rouwkaart was zo treffend: She was an angel in human form.

Gek genoeg wilde onze hond Bink die week niets van Fleur weten. Terwijl hij altijd door het dolle heen was als Fleur bij thuiskomst alleen al buiten tegen het raam tikte. Die twee hadden een heel speciale band. Pas toen Fleur voor haar uitvaart van het bed in de kist werd gelegd, hadden we Binks aandacht, hij gooide zijn poten over de kist en wilde haar niet meer alleen laten. Zijn laatste groet aan zijn grote vriendin was hartverscheurend.

Fleur kreeg een prachtig afscheid, waarbij de leden van haar dispuut haar kist naar binnen droegen. Ook voor hen was deze vakantie in een hel geëindigd. Het verdriet was groot, heel groot.

Verder

En dan? Ja, dan moet je verder. Maar, in vredesnaam, hóé? Daar zijn we nu, een paar maanden later, nog altijd niet achter. Fleur maakte deel uit van ál onze toekomstdromen. Elke ochtend, zodra ik wakker word, is die pijn er weer. Het gaat maar niet over. Alles is veranderd, alles is confronterend. Alleen al de tafel dekken voor drie: hoe leg je dan de placemats neer?

Minou was kort na Fleurs overlijden jarig. Nog niet in feeststemming, dachten we dat een dagje shoppen en ergens een hapje eten ons goed zouden doen. Samen vluchten, weg uit de narigheid. Maar al bij het eerste kledingrek brak ik. Ik kon mijn tranen niet bedwingen, terwijl ik er juist deze dag voor Minou had willen zijn. Wij zijn niet alleen de rouwende ouders van Fleur, maar ook de ouders van een kind dat rouwt om haar zusje. Het is pittig om ook haar verdriet te zien. Net zoals zij het moeilijk vindt dat wij het zwaar hebben. Samen proberen we sterk te zijn. Het is soms net alsof we opnieuw moeten leren leven.”

Het gemis

“We proberen het ritme van de dag aan te houden. Gelukkig moeten we naar buiten met de hond. Veel mensen spreken ons aan, anderen lopen juist met een grote boog om ons heen. Dat hoeft niet. Zeg desnoods dat jij je er geen raad mee weet. Want wij weten het ook niet. Het is verwarrend dat een wildvreemde, die ons verhaal in de krant heeft gelezen, vraagt of die mij een knuffel mag geven, terwijl een oude jeugdvriend juist niets meer van zich laat horen. Tegelijk brengt het bij andere mensen verhalen naar boven die we nog niet kenden en blijken we in ons verdriet lotgenoten te zijn. Het zorgt voor verbinding en diepgaande gesprekken met inhoud. Ik mis Fleurs gezellige appjes. Haar gekke en spontane dansjes. Haar horen zeggen dat ze even een ‘koffietje’ met iemand gaat doen. Ja, dat deed ze zo graag. Of samen thrillers kijken.

Wat mis ik eigenlijk níét? Bij het idee dat dit gemis mijn hele leven gaat duren, word ik misselijk. Nooit meer Fleur, terwijl alles doorgaat. Met een gebroken hart zie ik hoe de leden van haar dispuut verdergaan. Al weet ik dat ze Fleur in alle liefde overal met zich meenemen. En ze
moeten natuurlijk ook door, al is dat tegelijkertijd confronterend.

Omdat ik het maar niet kan bevatten en nog zo veel vragen heb, ben ik veel over de dood gaan lezen. Daardoor weet ik nu dat haar zieltje klaar was op aarde. En daar moet ik mee zien om te gaan. Maar ik blijf haar moeder en bezorgd vraag ik me af waar ze nu is en hoe het nu met haar gaat. Is ze verdrietig? Of boos? We zijn eigenlijk best nuchtere mensen, maar Fleur heeft ons nieuwsgierig gemaakt.

Daarom bezochten we Fleurs energetisch coach, die haar destijds weer op de rit heeft geholpen. Die vrouw kan contact met Fleur maken en er woorden aan geven.
Fleur vond het heel erg dat ze geen afscheid van ons heeft kunnen nemen. Toch is het goed zo. Ze heeft nu rust en moet niets meer. Alsof ze, na haar avontuur bij ons, nu weer ‘thuis’ is bij haar tweelingbroertje.

Zonder dat de coach het wist, had ik Fleurs sneakers aan. Daar ‘zei’ Fleur ook wat van. Dat is toch bijzonder? Minou en Dion waren zich bewust van Fleurs energie, die als een warmte door hun lichaam trok. Volgens de coach aaide Fleur over mijn haar, maar dat heb ik helaas niet gevoeld. Toch gaf dit bezoek mij houvast. Ik weet nu zeker dat er leven is na de dood. Onze hond kan opeens heel geconcentreerd naar het plafond staren. Misschien neemt hij iets waar en wie weet is dat over een tijdje ook voor mij weggelegd.

Ook al was het véél te kort, ik ben heel dankbaar en blij dat ik Fleurs moeder mocht zijn. Pas vond ik nog wat brieven die ze mij jaren geleden heeft geschreven. Zomaar, zonder aanleiding. Gewoon om te laten weten hoeveel ze van me hield.

Het was fijn om die brieven weer in mijn handen te houden. Om de woorden op me in te laten werken. Om ons lieve, kleine Fleurtje weer heel even dicht bij me te hebben. Ze heeft me onvoorwaardelijke liefde gegeven en die neem ik voor altijd met me mee.”

Foto: privébezit

Geraakt door dit verhaal? Word abonnee van Mijn Geheim en ontvang nog meer échte verhalen in je brievenbus!

LEES OOK

Lees meer Mijn Geheim

Uit andere media