Hoe het op het Boekenbal was

Journaliste Ella Mae: “Mijn voeten zijn gevoelloos van het dansen tot het licht aanging, de lichte kater is nog maar net verdwenen. Een van mijn vriendinnen appt me. “Hoe was het op het Boekenbal? Ik wil alles weten!” Tja, waar zal ik beginnen?

Journaliste Ella Mae: “Mijn voeten zijn gevoelloos van het dansen tot het licht aanging, de lichte kater is nog maar net verdwenen. Een van mijn vriendinnen appt me. “Hoe was het op het Boekenbal? Ik wil alles weten!” Tja, waar zal ik beginnen?

Ik moést en zou naar het Boekenbal

Ik was donderdagavond nogal grieperig teruggekomen van een nogal uitputtende reportage naar Engeland. Dus mijn ene hersenhelft zei: ga toch niet naar dat Boekenbal, je koffer is nog niet eens uitgepakt! Maar de andere helft bezwoer dat ik móest gaan, dat dit hét feest der feesten was. Dus ik viste dat ongewassen bloesje uit mijn koffer en stapte op de fiets.

Ik dacht dat het Boekenbal een intiem feestje was…

De rij voor de Stadsschouwburg liep door tot in de Leidsestraat. Mijn mond viel open. Ik dacht altijd dat dit een intiem feestje was waarbij schrijfster Connie Palmen met Heleen van Royen en Harry Mulisch op de trap sigaren rookte. En nu Harry Mulisch er niet meer was, waren dus alleen Connie en Heleen over. Maar binnen waren veel mensen. Heel veel mensen. Ja, wie waren hier eigenlijk niet? Ik zag Murat Isik, die ik had geïnterviewd over zijn prachtige Boekenweekessay (het nummer ligt nu in de winkel). Natuurlijk was ook Peter Buwalda er, die er opgelucht uitzag nu hij zijn boek Otmars zonen eindelijk af had. Saskia Noort, Jan Cremer, Susan Smit, Marion Pauw, Fidan Ekiz, Bart Chabot, Hugo Borst, Jules Deelder, heel veel anderen – en verdraaid als het niet waar is: ik zag in de mensenmassa ook Heleen en Connie opdoemen.

Mooie gesprekken met schrijvers

Ik liep een rondje. Daarin was ik niet de enige: door de zalen heen (ik dacht altijd dat het feest zich in één zaal afspeelde, maar er zijn er dus meerdere, grote en kleine) en door de gangen perste zich een menigte, op zoek naar een bekende. Of gewoon het toilet. Waar ik Saskia Noort tegenkwam, die ik ook ooit interviewde. Dit was zo ongeveer ons gesprek. Zij: “Hai!” Ik: “Goeie outfit heb je aan.” Zij: “Dank je!” Met Fidan Ekiz praatte ik langer. En toen ik met haar op het rokersbalkon terechtkwam (zij rookt niet, ik ook niet, zo’n feest was het dus), raakte ik in gesprek met Jan Heemskerk, die zei dat hij niet zo goed was in Boekenballen, en überhaupt niet in sociale gesprekjes voeren. Wat ik nogal vond meevallen.

Dansen met een cocktailshaker in mijn clutch

So far voor de bekende schrijvers. Toen wilde ik dansen. En een drankje. Voor € 8,50 kon ik een speciaal voor de gelegenheid vervaardigde Jules Deelder-cocktail aanschaffen, zei de barman. Ik verstond hem nauwelijks, want zangeres Merol was het podium opgeklommen. “Hou je bek en bef me,” zong ze. Ze trok haar slipje uit en katapulteerde die de zaal in, waar een uitzinnige menigte die probeerde te vangen. Ik ving ‘m niet. Wel stopte ik de Jules Deelder-cocktailshaker in mijn clutch, als aandenken. Daarna kwam ik bekenden tegen die ook zin hadden om te dansen. Ik danste met mijn hoge hakken aan. Urenlang. Tot om drie uur het licht aanging. Een halfdronken man viel net niet van de trap. Iemand met een zacht wit broodje kaassoufflé in haar hand vroeg waar de uitgang was. Buiten voelde ik de cocktailshaker in mijn tasje. Ik was echt op het Boekenbal geweest.”