Aan Vriendin

Saskia wilde nooit kinderen… maar kreeg er drie in vier jaar tijd

Saskia wist het altijd heel zeker: zij wilde echt geen kinderen. En moet je haar nu zien, met drie kinderen. “Nooit gedacht dat ik zo’n moederkloek zou worden!”

Saskia: “Op mijn zesde kreeg ik van mijn oma een pop voor mijn verjaardag. Die pop huilde alleen de héle tijd, dus ik doopte haar om tot Carriejankie en ze belandde al snel in een hoek – ik had geen idee wat ik ermee aan moest. Veel liever knutselde of tekende ik. Of ik speelde dierenziekenhuisje, in plaats van vadertje en moedertje. Dat zegt eigenlijk al hoe ik toen over kinderen dacht.

Dat gevoel bleef zo naarmate ik ouder werd. Wanneer ik op kraamvisite ging, hing ik altijd maar kort boven de wieg. Aan een baby vasthouden had ik écht geen behoefte. Ik was ervan overtuigd dat je leven voorbij was als je kinderen kreeg. Als ik een moeder achter een kinderwagen zag lopen, kreeg ik medelijden. Helemáál als de vader er tien meter verderop achteraan sjokte. Zie je wel, dacht ik, ook je relatie is zodra je een kind krijgt voorbij. Daar kwam bij dat ik enorm opzag tegen een zwangerschap, omdat ik bang ben om over te geven. En een bevalling leek me ook bepaald geen pretje. Maar vooral het gegeven dat ik met een kind mijn vrijheid zou moeten inleveren, stond me tegen. Ik ging graag naar feestjes, stond ieder weekend op een festival en wilde overal bij zijn – dat gaat lastig samen met een kind.

‘Wacht maar tot je ouder bent’, riepen anderen als ik vertelde hoe ik over kinderen dacht. Of ik kreeg te horen dat ik nog wel van gedachten zou veranderen als mijn broer vader zou worden. Maar ook toen voelde ik het niet – ondanks dat ik mijn neefje en nichtje hartstikke lief vond.”

Duidelijk standpunt

“Tegenover vriendjes was ik altijd meteen duidelijk over mijn standpunt. Zo ook tegen mijn man Rick, die ik elf jaar geleden ontmoette. Rick is zeven jaar jonger en hoewel hij destijds pas begin twintig was, dacht hij er hetzelfde over. Of nou ja, Rick zei niet dat hij ze wél wilde, of dat het later wel zou komen. Daarmee was de kous af.

Tot ik op een dag ging paardrijden met Anne, een vriendin. Van haar wist ik dat zij ook geen kinderen wilde. Stiekem vond ik het fijn om een partner in crime te hebben – dan had ik later ook nog een kinderloze vriendin waarmee ik kon afspreken. We stonden bij onze paarden toen ze me aankeek en zei: ‘Sas, ik moet je wat vertellen. Ik ben gestopt met de pil.’ Ik was in shock. Anne staat niet heel dichtbij me, maar haar woorden hadden méér impact dan andere zwangerschapsaankondigingen. Al die jaren had ik Anne in het hokje ‘kinderloos’ geplaatst, nu moest ik haar daar ineens uit halen. Ook voelde ik een bepaalde onrust. Als Anne ermee bezig was, moest ik er dan ook over gaan nadenken? Qua leeftijd – ik was 34 – voelde ik geen druk. Gek genoeg maakte ik me dáár geen zorgen over. Het kwam echt door Anne dat ik er ineens over ging nadenken.

Die avond vertelde ik het aan Rick en kwam het onderwerp kinderen voor de eerste keer in zes jaar serieus ter sprake. ‘Voor mij ligt het percentage denk ik op 80/20’, zei Rick. Tachtig procent geen kinderen en twintig procent wel, veronderstelde ik. Maar nee, Rick bedoelde het andersom. Op dat moment leek het alsof iemand mijn keel dichtkneep. Vraag de scheiding maar aan, schoot er door mijn hoofd. Dat klinkt dramatisch, maar zo voelde het echt. Ik had namelijk nog steeds het sterke gevoel dat ik ze níet wilde. Rick reageerde heel rustig. ‘We laten het onderwerp een jaar rusten en als je dan nog steeds geen kinderen wilt, komen ze er niet’, zei hij – kinderen of geen kinderen, Rick wilde oud worden met míj. Hartstikke nobel natuurlijk, maar ik worstelde wel met een schuldgevoel. Boorde ik hem hiermee zijn kinderwens door zijn neus?”

Best een dingetje

“Rick hield voet bij stuk: een jaar lang spraken we er niet over. En langzaam maar zeker veranderde er in dat jaar iets bij mij. Een concreet omslagpunt was er niet, het ging heel geleidelijk. Alsof er een klein zaadje geplant was en plotseling begon te ontkiemen. Mijn bezwaren verdwenen. Alles stond ineens in het teken van zwanger worden. Al was ik bloednerveus op de dag dat ik de pil weggooide. Als je altijd hebt geroepen geen kinderen te willen en dan stopt met anticonceptie, is dat best een dingetje. De eerste keren dat ik ongesteld werd, was ik dan ook opgelucht. Na een paar maanden veranderde dat en werd ik somberder als mijn menstruatie kwam – en uiteindelijk ronduit verdrietig. Mijn verlangen naar een kind werd steeds groter. Was ik in de supermarkt, dan keek ik jaloers naar zwangere vrouwen. Waarom zij wel, en ik niet?

Toen het na een jaar nog niet gelukt was, hadden we onszelf aangemeld bij het ziekenhuis. Bleek ik een week later gewoon spontaan zwanger te zijn. Rick en ik konden het nauwelijks geloven toen we de positieve test zagen en waren door het dolle heen. Iederéén, trouwens. Mijn ouders huilden van blijdschap toen we het nieuws vertelden – zij hadden zich er al bij neergelegd dat het bij twee kleinkinderen zou blijven.

Groot was de klap toen ik na tien weken een miskraam kreeg. We kwamen net terug van een verlate huwelijksreis naar New York toen ik bloed verloor. Hoewel mijn zwangerschap nog pril was hakte het erin, ik was er compleet ondersteboven van. Sowieso was de nasleep heftig, omdat het vruchtje niet goed werd afgestoten en de curettage moeizaam ging. Het duurde een paar maanden voor ik helemaal ‘schoon’ was. Voor mij was het toen klaar – ik wilde dit niet nóg een keer meemaken. Kort daarop bleek ik echter opnieuw zwanger. Het was een complete verrassing, want we dachten dat mijn lichaam nog herstellende was. Toch kon ik er moeilijk van genieten en was ik ontzettend bang dat het weer zou misgaan. Pas toen ik Micah na zeventien weken in mijn buik voelde bewegen, kon ik het wat meer loslaten.”

Lees ook: Sjors en Remko hebben vier zoons: ‘Soms mis ik die typische meidendingen wel’

Allesomvattend

“Je zou denken dat ik moeder zijn zó fantastisch vond dat ik meteen weer zwanger wilde worden – er zit immers maar weinig leeftijdsverschil tussen mijn twee oudste kinderen. Niets is minder waar. Ik vond het moederschap vooral allesomvattend. Terwijl Rick een geboren vader was, wist ik totaal niet waarmee ik bezig was. Ik was enorm onzeker, googelde ieder hoestje en geluidje. Alleen boodschappen doen met Micah? Dat durfde ik niet: wat als hij ging huilen? Op zulke momenten belde ik mijn moeder en kwam zij oppassen. Een postnatale depressie was het niet, maar een roze wolk waren de eerste maanden allesbehalve – pas na een halfjaar voelde ik me weer een beetje de oude.

Toch dachten we wel na over een tweede kind, omdat we graag een broertje of zusje voor Micah wilden. Aangezien zwanger worden de vorige keer zo moeizaam ging, besloten we er snel voor te gaan. We hadden echter niet kunnen bedenken dat het meteen raak zou zijn – Micah was net vijf maanden oud en de miskraam en de heftige kraamtijd lagen nog vers in mijn geheugen. Ik schoot in de stress, maar dacht ook: dit is de situatie, dus we gaan het gewoon doen.
Opvallend genoeg vond ik de overgang van één naar twee kinderen echt een eitje. Met Micah had ik gaandeweg een ritme opgebouwd, dus toen Macie werd geboren, deed ze gewoon mee. Het was totaal anders dan de eerste keer, veel relaxter.”

Het is goed zo

“En toen begon het bij me te kriebelen, een paar maanden na de geboorte van Macie. Hoe meer zij kon, hoe lastiger ik het vond om afscheid te nemen van de babytijd. Ik kolfde bijvoorbeeld nog maandenlang door met de hand terwijl Macie het allang niet meer dronk. Ook dacht ik veel terug aan mijn miskraam, en hoe het zou zijn geweest met drie kinderen. Rick wilde daar trouwens niks van weten. Hij vond twee kinderen wél stukken heftiger en wilde absoluut geen derde. Hij dacht zelfs na over sterilisatie. Onenigheid hadden we niet echt, we verschilden gewoon van mening. Al vond ik het vreselijk toen hij een paar babyspullen wilde verkopen – daar was ik écht nog niet aan toe! Op Macies eerste verjaardag besloot ik me er alsnog bij neer te leggen. Dit is het, ik heb twee gezonde kinderen, het is goed zo.

Maar toen werd ik – totaal ongepland – opnieuw zwanger. Macie was toen net twee jaar. Ik vond het geweldig, Rick kreeg het Spaans benauwd maar draaide snel bij. Ja, er waren aanpassingen nodig. We moesten een herverdeling maken in onze slaapkamers en hadden een nieuwe auto nodig, maar inmiddels kunnen we ons leven zonder Jessie niet meer voorstellen. Zij is ons cadeautje, zo makkelijk als ze is. Jessie is altijd vrolijk en huilt bijna nooit. Wat dat betreft hebben we echt geluk met haar.

Het klinkt allemaal vrij rooskleurig, maar natuurlijk is het ook hard werken, drie kinderen in vier jaar tijd. Reken maar dat Rick en ik elkaar geregeld hebben aangekeken na de zoveelste gebroken nacht en zeiden: wáárom wilden we kinderen? En vooral: waarom wilden we ze met elkaar? We konden elkaar soms wel schieten. Nog steeds is dat weleens zo. Ik voel me bijvoorbeeld best bezwaard als ik wegga en Rick achterlaat met drie kinderen, andersom trekt hij de deur makkelijker achter zich dicht om te gaan sporten – daar kibbelen we dan over. Toch halen die ruzietjes het niet bij het gevoel dat mijn gezin me geeft. Liggen we op zondagochtend met z’n allen in ons grote bed, dan spat ik uit elkaar van geluk. Daar kan geen festival tegenop.”

Zo’n moederkloek

“Daarover gesproken: mijn oude leven mis ik geen seconde. Dat had ik trouwens niet verwacht, dat ik zo’n moederkloek zou zijn. Zo gaan Rick en ik bijna nooit meer samen naar een avondverjaardag, omdat ik wil dat mijn kinderen in hun eigen bed slapen. Ik hang tegenwoordig liever op een schommelstoel dan op een feestje.

Natuurlijk ga ik nog weleens uit – en dan ga ik ook echt tot het gaatje, drink ik teveel en wil ik nooit meer naar huis. Maar als dat allemaal zou wegvallen, vind ik dat ook prima. Ik geniet van de dagelijkse sleur, vind het heerlijk om met Rick een filmpje op de bank te kijken. Ha, als je me tien jaar geleden had verteld dat ik zo burgerlijk zou zijn, had ik je vierkant uitgelachen.

Het enige wat ik soms mis, is alleen thuis zijn. Dat ik even niet ‘aan’ hoef te staan en gewoon een beetje dom de was kan wegvouwen met een serie op de achtergrond. Ik vraag Rick ieder jaar voor mijn verjaardag zo’n dag in mijn uppie, maar het is er nog niet van gekomen omdat ik steeds borstvoeding gaf. Misschien heb ik volgend jaar eindelijk geluk.

Stiekem denk ik weleens na over een vierde. We zijn inmiddels zo doorgewinterd als ouders, dat een vierde, vijfde of tiende ook niet meer uitmaakt. Er spelen nu alleen praktische factoren mee, zoals financiën en ruimtegebrek. Bovendien hébben we drie gezonde kinderen, dus het voelt ook een beetje als het tarten van het lot. Zeg nooit nooit, maar voor nu voelt mijn gezin compleet. Als we er over vijf jaar nog steeds zo bijzitten, ben ik een volmaakt gelukkig mens.”

Lees ook: Joyce: ‘Nu ik tante ben, heb ik spijt dat ik nooit kinderen wilde’