
Xandra en Emilie verloren allebei hun partner en helpen nu anderen
17 mei 2023
Op het overlijden van je geliefde kun je je nooit helemaal voorbereiden, weten Emilie (54) en Xandra (50) uit ervaring. Toen zij er alleen voor kwamen te staan met jonge kinderen, werden ze beiden overvallen door alles wat er geregeld moest worden. “Snapten die instanties niet dat ik wel wat anders aan mijn hoofd had?”
Xandra: “Ik was zwanger van Beau toen Weert-Jan de diagnose ALS kreeg. Ondanks dat zijn doodsvonnis zeven jaar lang boven ons hoofd hing, hebben we dat zo veel mogelijk weggestopt. We wilden een normaal gezin zijn – voor zover dat kon met zo’n heftig ziekteproces. Hoewel we het dus zagen aankomen, overviel zijn overlijden me alsnog totaal. Het besef dat je opeens geen gezin meer bent, vond ik intens heftig en verdrietig. Vooral in de avonden, als Beau sliep, vond ik het oorverdovend stil.”
Emilie: “Jeroen is ruim vijf jaar lang ziek geweest – hij had een zeldzame vorm van darmkanker. Lange tijd wilde hij niet praten over doodgaan. Alsof hij, door het uit te spreken, de hoop op beter worden opgaf. Pas een maand voor zijn overlijden gaf hij zich eraan over en hebben we veel kunnen bespreken. Maar het definitieve van de dood, daar kun je je niet op voorbereiden. Ik voelde me totaal ontredderd en eenzaam. Feitelijk was ik niet alleen. Ik had mijn kinderen, die op dat moment 12, 8 en 6 waren, en veel vrienden en familie die voor me klaarstonden: een muur van liefde die me overeind hield. Toch voelde ik me zo ver afstaan van iedereen bij wie het leven wél gewoon doorging.”
Waslijst aan vragen
Xandra: “Emilie liep ongeveer een jaar op mij voor: Jeroen overleed in 2012, Weert-Jan in 2013. We kenden elkaar niet, maar een gemeenschappelijke vriendin stelde voor dat we eens zouden afspreken. Ik had een waslijst aan vragen: van hoe je kiest tussen begraven en cremeren tot hoe je zorgt dat je kinderen zich kunnen blijven ontwikkelen. Aan de adviezen van Emilie heb ik veel gehad. Daaruit is het idee ontstaan om samen een boek te schrijven. Niet over het emotionele deel, maar vooral over alle praktische zaken. Ik werd zelf zo opgeslokt door al die regeldingetjes, dat ik bijna niet toekwam aan rouwen. En dan hadden Emilie en ik nog een groot netwerk, stel je voor dat je dat niet hebt? Met Het overlijden overleven hopen we andere weduwen en weduwnaars hierin bij de hand te nemen, zodat er meer ruimte overblijft voor rouw.”
Emilie: “Ik heb een managementachtergrond en ook Jeroen was zakelijk sterk, dus we hebben ons best gedaan alles zo goed mogelijk te regelen. Toch bleken er nog veel dingen te zijn die ik niet wist. Als je een overlijden doorgeeft aan de bank, worden bijvoorbeeld alle rekeningen waar diegene (mede)houder van is, bevroren. Dus ook de en/of-rekening. Vervelend, als je daar pas achterkomt wanneer je met een volle boodschappenkar bij de kassa staat en je pinpas weigert. Dit bleek ook te gelden voor de gezinszorgverzekeringspolis, waarvan Jeroen hoofdverzekerde was. Na zijn dood heb ik wekenlang geen post geopend. Toen ik dat uiteindelijk weer oppakte, vond ik een brief waarin stond dat ik binnen tien dagen de polis had moeten oversluiten. Mijn kinderen en ik hadden zes weken onverzekerd rondgelopen! En dan was er nog de parkeervergunning die vrijwel meteen werd ingetrokken. Ik werd een beetje boos op al die mensen die ‘voor mij problemen veroorzaakten’. Snapten al die instanties dan niet dat ik wel wat anders aan mijn hoofd had dan halsoverkop de auto van mijn man te moeten verkopen?”
Dure fout
Xandra: “Veel financiële zaken zijn heel ingewikkeld. Ik wist bijvoorbeeld niet dat je de erfbelastingaangifte óf door de notaris, óf de belastingadviseur kunt laten doen. Ik had het aan beiden gevraagd, een dure fout… In ons boek geven we veel van dit soort tips, zowel van onszelf als van andere (ervarings)deskundigen. We maken ook onderscheid tussen dingen die zo snel mogelijk moeten, en dingen waar je best even mee kunt wachten. In emotioneel instabiele toestand moet je geen al te grote beslissingen nemen, is ons advies.”
Emilie: “Ik ben best een controlfreak, dus voelde me erg opgejaagd om alles zo snel mogelijk te regelen. Achteraf ben ik heel blij dat ik toch een tijd heb gewacht met – bijvoorbeeld – het opruimen van Jeroens spullen. Op een middag heb ik alles op tafel gelegd en de kinderen om de beurt iets laten uitkiezen. Zij vonden dat een feest: brillen van papa opzetten en shirts aantrekken die voor hen jurken waren. We hadden de grootste lol, waardoor we even het verdriet vergaten. Ik vind het ook fijn om te zien als vrienden van Jeroen een trui of schoenen van hem dragen.”
Xandra: “Achteraf gezien heb ik te veel alleen willen regelen, ik heb door de jaren heen geleerd om hulp te accepteren én te vragen. Realiseer je dat je vrienden en familie óók door een rouwproces heengaan en graag iets willen doen. Een cliché waar je niets aan hebt, is: ‘Je kunt me altijd bellen.’ We hopen daarom dat ook de kring om de overgebleven partner heen dit boek leest, zodat ze begrijpen waarbij ze eventueel kunnen helpen. Bied concrete hulp aan, bijvoorbeeld om de kinderen op te halen van school, of een keertje te koken.”
In je eentje beslissen
Emilie: “Wat heel zwaar is – en blijft, helaas – is dat je voor altijd de enige verantwoordelijke ouder bent. Er zijn veel mensen die willen helpen en adviseren, maar uiteindelijk ben jij degene die beslist. De afgelopen jaren hebben twee van mijn kinderen gezondheidsproblemen gehad en dan vind ik het vreselijk dat ik dat niet met Jeroen kan delen. Op zulke momenten heb ik steun aan de prachtige brief die hij me heeft geschreven. Zeven kantjes, waarin onder meer staat dat hij bij voorbaat staat achter alle beslissingen die ik voor de kinderen neem. Ik herlees die brief elk jaar op zijn sterfdag. Dan gaan alle sluizen open.”
Xandra: “Weert-Jan heeft ook zo’n brief geschreven aan Beau. Hij heeft er maanden over gedaan, want op het eind kon hij alleen nog maar via de computer letter voor letter invoeren. Alles wat hij wilde vertellen over zichzelf, zijn waarden in het leven en wat hij zijn zoon toewenst, staat erin. Voor ons allebei heel waardevol. Beau is ook een paar keer naar een kindertherapeut geweest. Die heeft hem geholpen om te benoemen en normaliseren wat hij voelde: dat het ook oké was als hij plezier maakte en even niet met papa bezig was. Nog steeds zegt hij weleens tegen zijn vrienden: ‘Als je ergens mee zit, moet je gewoon naar een psycholoog gaan.’”
Emilie: “Bij mijn kinderen werkte dat juist weer helemaal niet. Mijn dochter is wel een paar keer gegaan, maar de jongens wilden niet. ‘Dan zit ik daar met een vreemde die papa niet eens kende’, zeiden ze. Alle drie geven ze aan dat ze het wél heel fijn vonden om te praten met vrienden van ons. Toch heb ik vaak het gevoel gehad dat ik méér moest doen voor ze. Je wil de pijn en het verdriet zo graag wegnemen, maar dat kan in essentie niet.”
Nieuwe liefde
Xandra: “Een van de dingen die Weert-Jan heeft uitgesproken – zowel naar mij als in de brief aan Beau – is dat hij hoopte dat ik weer een nieuwe liefde zou vinden. Hij had zelfs al een van zijn vrienden voor me uitgekozen! Ik begreep dat wel, het gaat tenslotte om de nieuwe stiefvader van je kinderen, maar liefde kun je natuurlijk niet sturen. Ik kreeg wel vrij snel weer behoefte aan fysiek contact. Doordat Weert-Jan verlamd was, had ik al jarenlang geen arm meer om me heen gehad. Emilie raadde me een ‘winter guy’ aan, oftewel iemand die je de donkere wintermaanden doorhelpt. Die je af en toe vastpakt om je huidhonger te stillen en met wie je ongecompliceerd leuke dingen kunt doen. Zo kwam er uiteindelijk al na een paar maanden een nieuwe man op mijn pad. Een van onze vrienden vond dat te snel: hij had het gevoel dat Weert-Jan er nu niet meer toe deed. In een goed gesprek heb ik uitgelegd dat mijn liefde voor Weert-Jan nooit weggaat, maar dat er heel goed iemand naast kan komen. De winter guy is uiteindelijk niet gebleven, maar inmiddels heb ik wel weer een nieuwe partner, Erik. Ik heb me nooit schuldig gevoeld dat ik weer geluk vond, want ik weet dat Weert-Jan me dat gunde.”
Emilie: “Jeroen gunde het mij ook. ‘Liever over vier maanden dan over vier jaar’, zei hij. Op dat moment werd ik daar zo door overvallen, dat ik het een beetje heb weggewuifd: een nieuwe relatie was wel het láátste waar ik aan dacht. Achteraf heb ik spijt dat ik niet meer heb benadrukt hoe bijzonder ik het vond dat hij dit uitsprak, want het heeft me enorm geholpen toen ik twee jaar later Huib ontmoette. Gelukkig begrijpt hij heel goed dat Jeroen nog steeds een belangrijk deel van mijn leven is. Als ik naar de begraafplaats ben geweest, troost hij me.”
Xandra: “Een relatie met iemand die weduwe of weduwnaar is, is complex, maar een samengesteld gezin is ook niet altijd even makkelijk. Erik en ik gaan bijvoorbeeld nog steeds regelmatig apart van elkaar met onze eigen kinderen op vakantie. Dat vind ik soms lastig, want ik vind vakanties verschrikkelijk sinds Weert-Jan er niet meer is. En dan komen er ook nog allemaal regeltjes bij. De eerste vakantie zonder Weert-Jan, mocht ik bij de douane eigenlijk niet eens doorlopen, want: waar was de vader van mijn zoon? In ons boek leggen we uit hoe je voorkomt dat je wordt aangemerkt als iemand die haar kind ontvoert. Ik heb de geboorte- en overlijdensakte nu standaard bij mijn paspoort.”
Het beste ervan maken
Emilie: “In het begin vond ik vakanties ook rampzalig. Het was dan zo confronterend dat we geen gezin meer waren. Inmiddels gaan Huib en ik met onze vijf kinderen plus aanhang op vakantie en daar kan ik erg van genieten. Al is er ook altijd een moment waarop ik heel verdrietig ben dat Jeroen er niet meer is. Het gemis slijt niet, het wordt eigenlijk alleen maar groter. Vooral voor de kinderen komen er steeds meer momenten die ze graag met hun vader hadden willen delen: hun diploma-uitreiking, het halen van hun rijbewijs, hun eerste serieuze vriendje of vriendinnetje…”
Xandra: “Dat went nooit. In de voorjaarsvakantie waren we skiën met een paar bevriende gezinnen. Toen zei Beau: ‘Als ik al die papa’s de berg af zie skiën met hun kinderen, dan visualiseer ik papa erbij.’ Nou, dan biggelen de tranen over mijn wangen. Je wil het liefst vader en moeder ineen zijn. Dat dat niet kan, voelt frustrerend en machteloos.”
Emilie: “Sommige dingen zullen nooit makkelijker worden, maar dat betekent niet dat je nooit meer kunt genieten van het leven. Toen Jeroen overleed, heb ik me sterk voorgenomen om geen zielige, rouwende moeder te worden. Jeroen heeft niet het geluk gehad om een lang leven te leiden. Ik hopelijk wel, dus daar ga ik het beste van maken. En hoewel ik mezelf in het begin daarvoor soms een schop onder mijn billen moest geven, probeer ik nog steeds alles uit het leven te halen.”
Xandra: “Ik dacht in het begin ook: oh, dan ben ik nu dus ‘weduwe’. Dat vond ik zo’n woord voor oudere, verdrietige vrouwen. Ik wilde allesbehalve dát zijn. Weert-Jan had zich een mooie spreuk toegeëigend: ‘Je kunt niet meer dagen aan het leven toevoegen, maar wel meer leven in de dagen stoppen.’ Zo hebben we samen geleefd, en dat hebben we voortgezet. Vol in het leven staan en een nieuwe horizon creëren, voor mezelf en voor Beau. Dat is ook wat we andere mensen willen meegeven die hun partner hebben verloren. Je leven wordt misschien nooit meer zoals het was, maar wel weer beter dan je nú misschien denkt.”
Tekst: Marion van Es
Foto: Amaury Miller
Visagie: Lisette Verhoofstad
Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een abonnement op Vriendin.
Uit andere media