Canva1 59

Renske kampte met een eetstoornis en woog 213 kilo

Renske (52) leed jarenlang aan binge eating disorder; eetbuien waarbij je in korte tijd heel veel eet. Toen ze 213 kilo woog, besloot ze haar eetprobleem aan te pakken.

Renske: “Ik denk dat ik bij stress of overprikkeling ongeveer hetzelfde voel als een drank- of drugsverslaafde die een tijdje niet krijgt waar hij naar verlangt. Ik ben dan heel bang, onrustig, opgewonden. Het is zó naar, dat ik dat gevoel op welke manier dan ook kwijt moet zien te raken. Anders sla ik helemaal dicht, kan ik simpelweg niet meer functioneren. Dan ben ik als een konijn voor de koplampen van een auto: bevroren, tot niets in staat. Jarenlang was er maar één oplossing voor die situatie, namelijk eten. Het maakte niet uit wat ik at, áls ik maar tot rust kwam.”   

Pesten

“De eerste jaren van mijn leven was ik sprietmager, totdat ik een jaar of acht was. Toen begon ik wat aan te komen. Mijn thuissituatie was niet altijd even veilig. Daarnaast ben ik van mijn elfde tot mijn zestiende op school gepest. Dat heeft me beschadigd. Ik was altijd op mijn hoede. Ik werd geschopt of uitgescholden, nooit ergens uitgenodigd. Het zorgde voor een hoop emoties; woede, zorgen, verdriet. Steeds vaker drukte ik mijn emoties weg door te eten. Dan pakte ik bijvoorbeeld stiekem snoepjes uit de kast.
Mijn moeder wilde me beschermen tegen te dik worden en hield me tot ver in mijn puberteit in de gaten of ik niet te veel snoepte. Daardoor kreeg ik het idee dat ik slank moest zijn om lief gevonden te worden. Dat gevoel bleef, ook naarmate ik ouder werd. Ik lette daardoor altijd goed op mijn voeding en sportte veel. Maar toen ik ging studeren en op mezelf ging wonen, ging het mis. Eerst sloeg het door naar helemaal niets meer eten. Ik was zó bang om dik te worden, dat ik een hele tijd alleen maar heb geleefd op yoghurt en kersen. Het zorgde ervoor dat ik afviel, maar gezond was het niet. Tegelijkertijd had ik nog steeds de neiging om emoties te onderdrukken met eten. De momenten waarop ik dat voelde, waren verschrikkelijk. Ik mocht dan namelijk niet eten van mezelf. Pas als ik twee of drie dagen achter elkaar niet at, nam die drang om mijn emoties te onderdrukken met eten iets af.”

Overal geuren

“De omslag van afvallen naar aankomen kwam toen ik op mijn twintigste een relatie kreeg met de man waar ik inmiddels mee ben getrouwd. Samen gingen we weleens lekker uit eten of we trokken iets uit de muur. Daarnaast kreeg ik mijn eerste baan en moest ik voor mijn werk veel reizen. Dat zorgde voor allerlei verleidingen: onderweg kwam ik langs restaurantjes en ik had vaak etende mensen om me heen. Iemand zien eten is een trigger, met name ook de geuren. Juist als je op dieet bent, gaat je reukvermogen enorm vooruit.Steeds vaker greep ik weer naar eten. Vooral op momenten waarop ik me niet helemaal oké voelde of last van werkstress had bijvoorbeeld. Ik kon dan heel veel eten. Ik at gerust drie borden macaroni achter elkaar. Het gevoel ‘vol te zitten’ kreeg ik steeds minder snel, totdat mijn lichaam dit signaal helemaal niet meer gaf. Ik at, dronk wat om het weg te spoelen en het iets te laten zakken, en at opnieuw. Nadat ik me had volgestopt, kwam de teleurstelling. Ik vroeg me vooral af waarom ik het nu wéér nodig had gehad. Toch wist ik ook wel dat ik het moest doen om te kunnen blijven functioneren. Dat onrustige gevoel ging niet uit zichzelf weg.”

Schaamte

“Begin veertig was ik op mijn zwaarst. Ik woog op dat moment 213 kilo. Ik heb hier thuis nog een poster uit die tijd, van mijzelf in een kostuum. Een vriendin vond dat kostuum zó mooi, dat ze daar als verrassing een poster van had laten maken. Eerder hing de poster aan de muur, maar nu kan ik niet meer aanzien hoe ik er toen uitzag. Het herinnert me aan een tijd waarin ik me zo erg schaamde voor mijn gewicht, dat ik niet eens meer boodschappen durfde te gaan doen. Mensen keken me aan, lachten me uit en bespuugden me zelfs. Soms werd er in mijn karretje gekeken en kreeg ik een opmerking als: logisch dat je zo aankomt. Daarom liet ik op den duur mijn eten thuis bezorgen, zodat ik niet meer naar buiten hoefde. Vanaf dat moment gingen alle remmen los. Ik kocht vooral producten met veel suiker en koolhydraten; maaltijdsalades, chips, chocola… Mijn man vond het heel erg dat ik zo aankwam, maar hield me niet tegen. Ik was erg depressief en het kon me eigenlijk allemaal niet meer schelen.”

Veel pijn

“Ondertussen kon ik steeds minder. Ik had veel pijn, met name aan mijn knieën. Als de zon scheen, had ik overal smetplekken. Dat gaat stinken en is heel pijnlijk. Walgelijk voelde ik me. Ik had moeite met naar de wc gaan, want ik kon er niet meer bij. Omrollen in bed? Vergeet het maar. Op den duur kon ik ook niet meer op mijn rug slapen, omdat mijn buik dan op mijn longen drukte en ik daardoor geen lucht kreeg. Ook voelde ik angst. Ik was niet bang om dood te gaan, maar wél om mensen tot last te zijn. Ik was bang dat ik uiteindelijk alleen nog maar op bed kon liggen, niets nuttigs meer kon doen. Mijn schrikbeeld was te worden zoals iemand uit Amerika, in die programma’s die je weleens op tv ziet. Dat ze een muur moeten openbreken om zo’n persoon uiteindelijk met een trailer naar het ziekenhuis te kunnen brengen. Toch wist ik ook dat ik, met mijn broekmaat vierenzestig, al een heel eind op weg was.”
  

Maagverkleining

“Toen ik nog maar amper kon lopen, was dat voor mij de druppel. Ik had echt hulp nodig. Dat was in 2009. Via de GGZ kwam ik bij een centrum voor eetstoornissen terecht, waar me werd verteld dat ik met gewoon diëten nooit een gezond gewicht zou bereiken. Daar ben ik over na gaan denken. Uiteindelijk kwam ik tot de conclusie dat een maagverkleining de beste oplossing was. Drie jaar lang heb ik vervolgens hard moeten vechten om überhaupt in aanmerking te komen voor een maagverkleining. Er wordt namelijk niet geopereerd als de artsen weten dat je een eetstoornis hebt die zó erg is, dat je er doorheen gaat eten. Een maagverkleining is tenslotte een hulpmiddel, niet de oplossing. Daarom heb ik eerst een aantal jaar psychische hulp voor mijn eetstoornis gehad, waaronder groepstherapie. In 2012 kwam ik eindelijk in aanmerking voor een operatie. Ik kon alleen maar denken: wauw, ik ga niet dood. Zes weken voor de operatie kreeg ik een tas vol maaltijdvervangers. Ik moest namelijk eerst nog heel wat kilo’s afvallen, want de operatie is erg gevaarlijk voor mensen die zo zwaar zijn.”  

Kilo’s lichter

“De operatie slaagde gelukkig. De eerste weken na de operatie was het erg wennen, doordat ik nauwelijks iets kon eten. Zelfs een glas water drinken was de eerste tijd een opgave.
De kilo’s vlogen eraf. De eerste drie maanden na de operatie viel ik vijftig kilo af. Ik voelde me geweldig en bevrijd, alsof ik een zware rugzak af had gedaan. Mensen die ik al een tijdje niet meer had gezien, verbaasden zich erover hoe erg ik veranderd was. Zelf stond ik vooral versteld van wat ik allemaal kon. Ineens kon ik sneller lopen en raakte minder snel buiten adem. Zelfs een sprintje trekken om bij de bus te komen, lukte weer. Ik kon me omrollen in bed, mezelf weer goed wassen. Dat laatste was voor mij misschien nog wel het belangrijkst.
In de twee jaar daarna raakte ik nog eens dertig kilo kwijt. Helaas kreeg ik veel stress omdat ik mijn baan verloor en ging in de overlevingsstand. Toen kwam ik weer veertig kilo aan. Die kilo’s zijn er inmiddels gelukkig wel weer af, onder andere omdat ik vijf jaar geleden ook nog een SADI-operatie heb gehad. Daarbij wordt de darm net na de maagkringspier doorgesneden en verderop verbonden met de dunne darm. Dat heeft invloed op je gewicht en metabolisme.
Door de operaties kan ik wel weer voelen wanneer ik ‘vol’ zit. Als ik door blijf eten, gaat het pijn doen of komt het er allemaal weer uit. De neiging om bij stress te gaan eten, zal nooit helemaal weg gaan. Ik probeer nu om in plaats van te gaan eten een kop koffie of thee te drinken, of te bewegen. Maar het is nog altijd een gevecht. Vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week.”

Therapie

“Ik kom in aanmerking voor een nieuwe vorm van therapie, bij een instantie die specifiek gericht is op dit soort problemen. Ik weet inmiddels wel hoe ik gezond moet eten en bewegen, dat is het probleem niet. Maar in deze therapie wordt verder gekeken dan dat en dat stemt me hoopvol. Op dit moment weeg ik honderddrieëndertig kilo. Het liefst zou ik teruggaan naar tachtig kilo, maar het is me al jaren niet meer gelukt om dat te wegen. Als ik eerlijk ben, heb ik in mijn hoofd inmiddels ook afscheid genomen van dit streefgewicht. Ik wil vooral lekker in mijn vel zitten en kunnen blijven lopen en fietsen. Zwemmen zou ik ook graag weer oppakken, net als Zumba. Wat ik níet meer wil? Dat mijn gewicht, zoals ongeveer mijn hele leven het geval is geweest, op de voorgrond staat. Ik wil niet meer constant het gevoel hebben dat ik slank moet zijn. Ik mag en wil nu vooral ook genieten van het leven.”      
  
Tekst: Laura van Horik
Foto: Mariel Kolmschot
Visagie: Lisette Verhoofstad

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.