Canva1 29

Nancy verloor haar tweelingzus: ‘Alsof een deel van mijn lichaam mist’

Nancy (65) en haar tweelingzus Rina waren twee handen op één buik. Vijf jaar geleden werden ze tegelijk ziek. Rina overlijdt (63) en Nancy overleeft, maar verliest een stuk van zichzelf. “We waren onlosmakelijk met elkaar verbonden en nu moet ik alleen verder.”

Nancy: “Toen we klein waren, was er altijd strijd tussen ons. Zij keek op tegen mij, ik tegen haar. Ik vond mijn tweelingzus knapper dan mezelf en ze kon ook nog eens heel goed leren, dus ik trok meer naar mijn broers en andere zussen toe. Zij was het moederskind, ik het vaderskind. We groeiden op in een groot en gezellig gezin van tien kinderen in Heemskerk, waar mijn vader bij de hoogovens werkte. Een warm nest, waar iedereen altijd welkom was om mee te komen eten. Tussen mij en mijn negen broers en zussen is er altijd goed contact geweest, maar mijn tweelingzus had een speciaal plekje in mijn hart.
Onze hechte tweelingband begon toen we volwassen waren en zij moeder werd. Toen zij op haar dertigste haar eerste baby kreeg waren mijn drie kinderen al wat ouder. Ik vond het geweldig dat Rina mij vroeg of ik op haar kinderen Dewi en Yordi wilde passen. Hierdoor groeiden haar kinderen deels bij mij op en werden Rina en ik onafscheidelijk. We konden over alles praten, om de stomste dingen lachen en wensten elkaar elke avond voor het slapen welterusten via een berichtje. We waren erg verschillend, maar konden geen dag zonder elkaar.”

Complete verrassing

“Toen ons nichtje elf jaar geleden erfelijke borst- en eierstokkanker kreeg, wilde ze weten waar dat vandaan kwam. Er werd een onderzoek gestart en mijn broers, zussen en ik werden opgeroepen om ons te laten testen. Ik voelde me gezond, maar omdat ik kinderen en kleinkinderen heb, besloot ik toch te gaan. Dat bleek een verstandige keuze, want zowel mijn tweelingzus Rina als ik bleken drager van het kankergen. Mijn tweelingzus had op haar 32e al borstkanker gehad, dus zij keek niet op van de uitslag. Voor mij was het een complete verrassing; ik sportte veel en voelde me gezond, dus zag het totaal niet aankomen.

Omdat we tachtig procent kans hadden om eierstokkanker te ontwikkelen, werd ons aangeraden om onze eierstokken preventief te laten verwijderen. Tijdens een controle kreeg ik slecht nieuws van de gynaecoloog: ik had al eierstokkanker. Ik had nooit iets gemerkt en weet nog dat ik vroeg: ‘Ik wil mijn kleinkinderen zien opgroeien; ga ik dood?’ Omdat ik geen uitzaaiingen had, zou de kanker door middel van een operatie weggehaald kunnen worden. Ik kon de week erna al terecht en tijdens deze operatie zijn mijn eierstokken en baarmoeder verwijderd. De operatie ging goed, maar daarna werd ik getroffen door twee longembolieën, waardoor ik heel erg ziek werd en bijna niets meer kon. Wel was ik erg opgelucht dat de kanker weg was en wilde er alles aan doen om er bovenop te komen.”

Allebei borstkanker

“Toch ging het zes jaar later weer mis. In de week dat Rina en ik samen een feest gaven omdat we zestig werden, ontdekten de artsen bij een jaarlijkse MRI-scan een plekje in mijn borst. We besloten te genieten van ons feest en even niet aan die vreselijke ziekte denken. Maar in de week na ons feest kwam Rina bij mij op de koffie en had ook zij slecht nieuws: ze voelde al een tijd een bobbel onder haar oksel. De borstkanker was terug en had zich nu onder haar arm genesteld. Het bleek uitgezaaid tot in haar lever. Mijn tweelingzus en ik gingen tegelijkertijd een behandeltraject in. Ik werd geopereerd, kreeg chemotherapie en werd bestraald. Mijn zus kreeg chemotherapie en -pillen. Het was heftig, maar we hadden elkaar. Maar terwijl ik opknapte, werd zij alleen maar zieker.

De kanker had grote invloed op onze hele familie. De ziekte bleek bij mijn vader vandaan te komen en van mijn tien broers en zussen waren niet alleen mijn tweelingzus en ik ermee belast, maar ook mijn jongste broer en een andere zus. Bij haar werden haar borsten weggehaald. Dat vier van de tien kinderen nu ziek waren, sloeg in de hele familie in als een bom. Ons nichtje overleed uiteindelijk op 46-jarige leeftijd en liet een zoontje van drie jaar achter. Omdat ik zag hoe ziek mijn zus was, maakte ik me veel zorgen of zij het wel zou overleven.”

In elkaars armen

“Voor mijn zus was alles in het leven een aanleiding om een feestje te vieren. Zelfs nu ze ziek was en de kanker te ver was uitgezaaid om nog beter te worden, wilde ze alles uit het leven halen. Ze was gek op uitjes en droomde ervan om met mij te logeren in een groot all-inclusive hotel bij Schiphol met een vliegtuig in de tuin. Ik vond dat best wel prijzig en hoefde daar zelf niet per se heen. Maar op een ochtend werd ik wakker en voelde heel sterk: Rina en ik moeten dit samen doen.

Samen met onze mannen gingen we naar het hotel. We dronken koffie op het terras en daarna gingen de mannen het café in. Mijn zus had veel pijn; ze had haar arm in een mitella en kwam lastig overeind als ze zat. We zijn die avond samen naar bed gegaan en hebben urenlang in elkaars armen gelegen. Ze vertelde me dat ze zo blij was dat ik een tweede moeder voor haar kinderen was en we bespraken de mooie momenten die we samen hadden meegemaakt. Terwijl mijn zus in bed lag, hoorden we beneden een bandje De Vlieger van André Hazes spelen. Mijn man, haar man en ik hebben de armen om elkaar heen geslagen en geluisterd; dit was een van Rina’s lievelingsnummers.”

Stuk van mezelf kwijt

“Hoewel mijn zus het lichamelijk zwaar had en weinig kon, hadden we een fijn weekend dat ik voor geen goud had willen missen. Op zondagochtend zijn we naar huis gereden en een paar dagen later is Rina in huis gevallen. Mijn nichtje Dewi belde me om me te vertellen dat haar moeder in het ziekenhuis lag en dat het niet goed met haar ging. Niet veel later is ze overleden. Ik voelde meteen dat dit voor mijn zus beter was, maar voelde direct dat ik een stuk van mezelf kwijt was geraakt. Het voelt alsof ik het rechterdeel van mijn lichaam mis. Een gek gevoel dat alleen tweelingen kunnen begrijpen.

In het uitvaartcentrum waar mijn zus lag, was ik 24/7 welkom. Mijn zus was getrouwd met een Indische man die mij alle vrijheid gaf en me overal bij betrok. Zo heb ik de kleding uitgezocht die ze zou dragen in de kist en heb ik haar gewassen, opgemaakt en aangekleed. Ik deed dit samen met mijn nichtje Dewi. We vonden het in het begin allebei wat griezelig, maar de verzorging ervaarden we uiteindelijk beiden als heel ontspannend. We hebben tranen gelaten, maar ook gegiecheld.”

Grootse uitvaart

“Rina had groots geleefd, dus ook haar uitvaart moest groots zijn. Ze had over alles nagedacht en tot in de puntjes uitgewerkt hoe ze alles wilde. Voor Rina gold: hoe meer toeters en bellen, hoe beter. Zo stond op de parkeerplaats haar koor te zingen toen de kist de auto in werd gereden. Ze zongen een lied dat Rina zelf had uitgekozen en wekelijks met haar koor had gerepeteerd toen ze nog leefde. Voor mij zou zo’n uitvaart veel te uitbundig zijn, maar dit paste bij haar. Later hebben we de as van mijn zus uitgestrooid bij de pier in Wijk aan Zee. Dit is de plek waar haar man regelmatig vist en waar ik graag kom om even uit te waaien. Het voelt fijn om haar hier te kunnen opzoeken. 

Pas na haar afscheid kwam bij mij het besef dat ik verder moet zonder een deel van mezelf. Er is niemand anders met wie ik alles deel. Aan één blik van mijn zus had ik genoeg. We konden lopend naar elkaar toe en hoewel ik werkte en oudere kinderen had, wisten we elkaar dagelijks te vinden. We waren onlosmakelijk met elkaar verbonden en nu moet ik alleen verder. Dat voelt soms heel erg eenzaam. Dat ik nog acht broers en zussen heb verzacht mijn pijn, maar alleen met Rina voelde het alsof we met z’n tweeën op de wereld waren. Soms, als ik door het dorp loop, denk ik nog steeds dat ik haar zie lopen.”

Geen vervanger

“Mijn zus had veel vriendinnen die na haar dood ineens van alles met mij wilden doen. Ik vond het lief dat ze me meevroegen, maar heb ze duidelijk gemaakt dat ik geen vervanger voor mijn tweelingzus wil zijn. Die vele losse contacten passen ook niet bij mij. Ik doe daarom alleen dingen waar ik me goed bij voel. Zo had Rina een vriendin met wie ze altijd naar de Albert Cuyp-markt in Amsterdam ging. De laatste jaren vroegen ze mij vaak mee. Nu gaan we samen en drinken we koffie in de kroeg waar we met Rina altijd een bakkie deden. Dit doen we een keer per jaar en dat voelt goed.

Met mijn eigen gezondheid gaat het nu goed. De kanker is weg en ik leef zo bewust mogelijk om de komende jaren gezond te blijven. Ik loop en fiets veel en werk drie dagen per week. Hoewel ik een deel van mezelf kwijt ben, geniet ik zoveel mogelijk van het leven dat ik heb. Niemand kan mijn zus vervangen, maar ik kijk terug op mooie herinneringen samen en ben dankbaar dat ze zo lang zo dichtbij mij in mijn leven was. Ook ben ik blij dat Rina’s man inmiddels gelukkig is met een andere, lieve vrouw. Ik gun hem dat ontzettend en weet zeker dat Rina daar hetzelfde over denkt.”

Tekst: Hannah König
Foto: Mariel Kolmschot
Visagie: Wilma Scholte

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.