Canva1 2021 09 10t100751.296

Na een onenightstand raakte Elise ongepland zwanger van een tweeling

Toen Elise (33) vier dagen overtijd was na een onenightstand, wist ze: ik ben zwanger. Het bleek ook nog een tweeling te zijn. “Het was heel pittig, maar ik weet nu: opvoeden kan ik ook alleen.”

Elise: “Met een vriendin liep ik in een winkel met babyspullen. Die kleine kleertjes, knuffeltjes, schoentjes – dat maakte echt iets bij me los. Ik vond het niet schattig zoals babyspullen altijd wel iets liefs hebben, ik voelde me er op een vreemde manier mee verbonden. Mijn lijf wist denk ik al wat er aan de hand was. Dat ik extreem moe was en eetbuien had, had ik ook al gemerkt. Omdat ik eerder zwanger was geweest en me toen ook zo voelde, ging er ergens wel een alarmbel af. Maar ik wilde het nog niet weten. Het was te ingewikkeld.
Toen ik vier dagen overtijd was, kon ik het echter niet meer ontkennen. Twee weken eerder was ik naar bed geweest met een vriend die ik al tien jaar kende. We hadden niets met elkaar, maar toch gebeurde het. Ik gebruikte geen anticonceptie, stom natuurlijk. Wel had ik de dag erna de morningafterpil gehaald, maar die had, zo bleek toen ik een zwangerschapstest deed, niet gewerkt. Ik kon het niet geloven en deed nog twee testen, maar het stond er echt: zwanger.”

Allerlei doemscenario’s

“Ik schrok me kapot. Maar het eerste wat door mijn hoofd ging was: dit kindje blijft. Hoe moeilijk en niet-ideaal de situatie ook was, een abortus was geen optie. Vier jaar eerder had ik namelijk al een abortus ondergaan, toen ik zwanger was van de man met wie ik destijds een relatie had. Hij wilde op dat moment geen kind, ik liet het weghalen terwijl ik daar niet echt achterstond en ging door een lange, zware periode van rouw en depressie. Toen ik daarbovenop was gekomen, wist ik dat ik nooit, maar dan ook nooit meer een abortus zou ondergaan. Bovendien had ik een grote kinderwens. Alles in mij verzette zich tegen het idee dat ik dit kindje zou kwijtraken.
Niet dat het daardoor nu makkelijk was. Ik moest het aan mijn familie vertellen, en ik wist dat het voor hen ook een shock zou zijn. Wel had ik het goed voor elkaar: ik had een huis en een inkomen en stond stevig in mijn schoenen. Ik zou het in mijn eentje aankunnen. De reacties waren niet van de lucht. Niet al mijn vrienden en familie stonden achter mijn beslissing en sommigen maakten me bang met allerlei doemscenario’s. Een paar keer raakte ik aan het twijfelen, maar mijn eigen overtuiging plus de steun van mijn moeder en oma – twee van de belangrijkste mensen in mijn leven – maakten dat ik doorzette. Steeds meer kreeg ik het gevoel dat het gewoon zo moest zijn. De niet-werkende morningafterpil was vast niet voor niets geweest. En de zwangerschap was ondanks alles een prachtig cadeau. Al wist ik toen nog niet hoe dit cadeau precies uitpakte.”

Twee kloppende hartjes

“De eerste echo was spannend. Ik ging erheen met mijn moeder en mijn oma en was vooral bezig met of het hartje wel zou kloppen. De echoscopiste was een hele tijd aan het zoeken, en ik vroeg of alles goed was. ‘Ja, sorry,’ zei ze, ‘maar ik zie drie vruchtzakjes en ik zoek naar de hartjes.’ Ik schrok. Drie? ‘Eentje is leeg’, zei de echoscopiste meteen. ‘De andere twee breng ik nu in beeld.’ Op het scherm verschenen twee kloppende hartjes en ik barstte in tranen uit. Niet van blijdschap, maar van de schrik en angst. Mijn moeder huilde ook, maar mijn oma sprong een gat in de lucht: ‘Twee, Elise! Dat is zo bijzonder!’ riep ze uit, maar zo voelde ik dat niet. Hoe kon ik twee kinderen krijgen in mijn eentje?
Ik lichtte ook de vader in, maar hij was heel duidelijk: hij wilde niets met mij of de kinderen te maken hebben. Ik vond dat jammer omdat ik hem er graag bij wilde betrekken, maar ik heb zijn wens gerespecteerd.
Na een paar weken was ik aan het idee gewend dat ik een tweeling zou krijgen. Toen kwam ook de blijdschap, en de trots op mijn groeiende buik. Dat het twee jongens bleken te zijn, was nog even een schok. Ik ben helemaal niet goed met mannen, dacht ik, ik was toch niet voor niets al zo lang single? Dat mijn kinderen zonder vader zouden opgroeien vond ik al heel jammer, maar juist jongens hadden, dacht ik, een vader echt nodig. Maar ook aan dit idee wende ik en met de baby’s groeide ook mijn zelfvertrouwen. De situatie was misschien niet ideaal, maar ik zou het wel redden.”

Niet opgeven

“Tot dertig weken was de zwangerschap goed te doen, zeker toen de enorme misselijkheid van de eerste drie maanden over was. Daarna werd het wel zwaar. Ik was blij dat de baby’s zo lang bleven zitten en goed groeiden, maar dat ik amper overeind kon komen uit bed en extreme maagzuurklachten had, was wel vervelend. Bij 35 weken duurde aankleden een halfuur en kon ik mijn schoenen sowieso niet meer aankrijgen omdat alles opgezet was. Af en toe belde ik mijn oma of ze me kon helpen, maar het meeste deed ik zelf. In de laatste week voor de baby’s gehaald zouden worden, sliep ik bij mijn moeder omdat ik echt heel weinig nog kon.
De jongens lagen in stuit, dus een natuurlijke bevalling was uitgesloten. Met 38 weken werden ze gehaald met een keizersnee: David en Benjamin. Ze wogen beiden zo’n zes pond en waren supergezond. Dat was het belangrijkste, al ging het met mij na de bevalling niet meteen heel goed. Het herstel van de keizersnee ging langzaam en dat gecombineerd met de zorg voor twee baby’s, was loodzwaar. Ik kon niet lopen van de pijn en toen we na twee dagen naar huis mochten, merkte ik voor het eerst hoe moeilijk het was om er alleen voor te staan. Overdag had ik kraamzorg, ’s nachts redde ik het niet in mijn eentje. Mijn moeder nam een week vrij om mij tijdens de nachten te ondersteunen, de week erna deed mijn oma dat. Toen zat de kraamzorg erop en stond ik er grotendeels alleen voor. Dat ging niet, dus kreeg ik via de gemeente na veel geregel extra huishoudelijke hulp. De nachten deed ik echter zelf, en dan wilde ik ook nog per se borstvoeding geven. Ook al gaf mijn lichaam aan het niet aan te kunnen, ook al was ik aan het vechten om overeind te blijven, ook al is twee kinderen tegelijk aanleggen een hele kunst, ik wilde niet opgeven. Pas toen de kinderarts het me opdroeg, nam ik afscheid van de borstvoeding.”

Enorm moederinstinct

“Een roze wolk, het grote genieten, al die dingen die je hoort over de tijd met je pasgeboren baby, heb ik niet ervaren. Het was keihard werken, en veel pittiger dan ik vooraf ooit had bedacht. Ik heb ook bijna geen herinneringen aan het eerste jaar, alleen filmpjes en foto’s. Maar als je er middenin zit, ga je gewoon door. Ik deed wat ik moest doen, en dat het met de jongens goed ging, was voor mij het belangrijkste. Wel miste ik heel erg iemand met wie ik het samen kon doen. Die me ondersteunde en zorgde dat ik af en toe ook eens achterover kon leunen. En iemand als gezelschap tijdens de avonden, want die waren behoorlijk eenzaam in mijn eentje op de bank. Wat ik niet miste, was een vader voor de kinderen. Vanaf het moment dat ze werden geboren, had ik een enorm moederinstinct. Ik ging voor hen door het vuur en het voelde niet alsof er een man bij hoorde. Met z’n drieën vormden we de sterkste eenheid.
Dat was wat het lastig maakte een relatie aan te gaan. Omdat ik me eenzaam voelde en steun miste, ging ik na een maand of drie daten. Ik ontmoette een lieve man die mij op handen droeg, en de kinderen ook. Hij woonde alleen niet in de buurt en ik hield ook de boot af. Eén keer per week liet ik hem langskomen, maar ik merkte dat ik heel sterk de behoefte had om alles alleen te doen. Ik wilde geliefd worden, maar kon de kinderen niet delen. Als we op straat liepen en hij trots de kinderwagen duwde, wilde ik tegen iedereen die een opmerking maakte over de jongens zeggen: maar ze zijn niet van hem hoor, ik doe het alleen. Ik was veel te veel met mezelf en mijn eigen proces bezig om een eerlijke, gelijkwaardige relatie te kunnen aangaan. Ik kon niets voor hem betekenen, al hielden we het nog acht maanden vol.
Sinds kort date ik weer, maar ik merk dat het niet makkelijk is als alleenstaande moeder. Vind maar eens een man die erop zit te wachten dat hij bij een vrouw twee kinderen cadeau krijgt, die er ook nog eens fulltime zijn. Veel mannen die al kinderen hebben, hebben co-ouderschap en zijn dus de helft van de tijd zonder hun kinderen. Ik heb twee keer per maand oppas, en dat is het. Toch denk ik dat het wel goedkomt. Ik weet nu: ik red het ook in mijn eentje met de jongens. Een leuke man erbij zou heel welkom zijn, maar zo niet, dan is het ook goed. Voor de jongens zou ik het nu wel heel leuk vinden als er iemand in hun leven komt die een papa kan zijn. En misschien noemen ze dan ook niet meer de buurman en iedere andere man die ze op straat tegenkomen ‘papa’, want dat is momenteel wel een dingetje. Hoewel de jongens er nog geen lading aan hangen, breekt mijn moederhart soms wel.”

Ruimte voor mij

“Nu David en Benjamin tweeënhalf zijn, merk ik dat er langzaam weer wat ruimte komt voor mij. Voor ik zwanger werd, werkte ik als zzp’er, maar dat was niet vol te houden, ook niet na de geboorte van de jongens. Ik kwam in de bijstand terecht en zit inmiddels drie jaar thuis. Lastig was dat ik voor de zwangerschap al een beetje zoekende was. Ik heb een tijdje als gastouder gewerkt, maar dat wilde ik niet meer. Ik was yogadocent, maar dan gaat het om een paar uurtjes per week. En vaak in de avond, dus dat kan sowieso niet met de jongens. Het is alsof ik qua ontwikkeling op werkgebied drie jaar stil heb gestaan, ik ben nog steeds zoekende. Het voelt daardoor alsof ik weer onder aan de ladder begin.
Sinds kort doe ik vrijwilligerswerk, de jongens gaan dan naar de peuterspeelzaal. Ik houd me bezig met het bedenken van workshops voor jongeren. Leuk werk, en ik vind het heerlijk om mijn hersenen ook weer eens voor iets anders te gebruiken. Wie weet komt hier een baan uit voort, maar voor nu vind ik het al fijn dat ik hier veel plezier uit haal.
Doordat ik in de bijstand zit, heb ik soms wel geldzorgen. Tegelijkertijd beschouw ik het als een zegen dat dat eigenlijk mijn enige zorgen zijn. Alles waar ik me vooraf druk om maakte – kan ik het wel alleen, kan ik wel jongens opvoeden? – is weggevallen. Ja, ik kan het alleen. Ja, ik kan jongens opvoeden. David en Benjamin zijn zo lief en rustig, en ik ben er trots op dat ik ze een stabiele en liefdevolle basis kan geven. Dat ze sociaal en vrolijk zijn. Dat we zo veel lol hebben met elkaar. Soms liggen we ’s avonds met z’n drieën op mijn bed te kroelen en denk ik: ik had dit voor geen goud willen missen. Wij drieën, dat klopt gewoon.”

Tekst: Mariëtte Middelbeek.
Foto’s: Bart Honingh.
Visagie: Linda Huiberts.