Monique overleed bijna aan koolmonoxide: ‘Elke dag zie ik als een cadeautje’

Moniques gezin overleed bijna aan koolmonoxide: ‘Elke dag zie ik als een cadeautje’

Zodra de verwarmingen aangaan, komen er bij de alarmcentrales talloze meldingen binnen van mogelijke koolmonoxidevergiftigingsgevallen bij mensen thuis. En in lang niet alle gevallen gaat het om oude cv-ketels. Monique (41), Ronald (45) en hun dochters woonden net in hun nieuwe huis toen het noodlot toesloeg.

Zodra de verwarmingen aangaan, komen er bij de alarmcentrales talloze meldingen binnen van mogelijke koolmonoxidevergiftigingsgevallen bij mensen thuis. En in lang niet alle gevallen gaat het om oude cv-ketels. Monique (41), Ronald (45) en hun dochters woonden net in hun nieuwe huis toen het noodlot toesloeg.

Geen melders

“We woonden net elf maanden in ons droomhuis, naast het huis van mijn ouders. Jarenlang ben ik bezig geweest om op deze plek ons paleisje te bouwen. Al mijn tijd en energie had ik erin gestoken. Dus toen we er eenmaal zaten, was ik blij dat we even niks hoefden en geen werklui meer over de vloer hadden. Brandmelders hingen overal al, koolmonoxidemelders nog niet. We dachten: dat komt nog wel. We wonen in een nieuw huis met een splinternieuwe cv-ketel, wat kan ons nou gebeuren? Veel, weten we inmiddels.

Maandag 29 oktober 2018 ontsnapte ons gezin aan koolmonoxidevergiftiging. Ik had het die dag koud en zette de kachel aan. Omdat ik had gesport, wilde ik nog snel even douchen voordat ik Britt, onze middelste dochter, naar hockey zou brengen en bij mijn ouders zou eten met mijn man en andere twee dochters. Na het douchen, voelde ik me ineens niet zo lekker. Ik voelde me grieperig. Misselijk ook. En het zweet brak me aan alle kanten uit. In eerste instantie dacht ik nog: ik heb vast te heet gedoucht, het gaat zo wel over. Maar in de auto, op weg naar de hockeytraining van Britt, bleef ik me ziek voelen. Ik heb haar afgezet, ben niet meegelopen, maar reed direct weer terug. Op weg naar huis ben ik een tweede keer gestopt. Een keer om over te geven. Ondertussen belde ik mijn moeder om te zeggen dat ik niet kwam eten omdat ik me ziek voelde. Mijn moeder zei nog: ‘Het heerst, de griep.’ Ook belde ik mijn oudste dochter met de vraag om alvast een emmer naast mijn bed klaar te zetten. Toen ik thuiskwam, ben ik meteen naar boven gegaan. Ik nam wat pijnstillers in en ging in bed liggen. Ik belde nog mijn man om te zeggen dat ik me ziek voelde. Hij zou zich verder om de meiden bekommeren. Ik keek op de klok – 17.32 uur – en deed mijn ogen dicht.”

Luid snurkend

Ondertussen eet de rest van het gezin bij de ouders van Monique. Ronald brengt hun oudste dochter naar hockeytraining en haalt haar en de middelste later ook weer op. De meiden douchen en gaan één voor één naar bed. Samen met hun vader maken ze tussen de bedrijven door nog een filmpje van een luid snurkende Monique.

“Ik zeg altijd dat ik last heb van het gesnurk van Ronald en zelf nooit snurk, wat normaal gesproken ook zo is. Dus dat ik nu zo’n lawaai maakte, daar hadden ze lol om met z’n vieren. Achteraf weten we dat het geen snurken was, maar het geluid dat je maakt als je bijna stikt. Ronald heeft zich heel schuldig gevoeld dat hij dat niet als zodanig heeft herkend.”

Ronald gaat beneden op de bank nog wat voetbal kijken. Tot hij schrikt van een harde doffe knal van de bovenverdieping. Als hij poolshoogte neemt, blijkt Tess, de jongste, uit bed te zijn gevallen. “Ze was helemaal verdwaasd, verkrampt, moest net als ik spugen en haar ogen draaiden vreemd weg. Ronald vertrouwde het niet en vroeg aan mijn oudste dochter opa en oma te bellen. Waarom hij mij niet wakker heeft gemaakt, is me nog steeds een raadsel. Misschien wilde hij mij laten liggen omdat ik niet lekker was. Mijn ouders kwamen direct. Mijn moeder zei meteen: ‘Dit is niet goed. Ik bel 112.’ Pas daarna zijn ze naar mij toegegaan om me over Tess te vertellen.”

Lees ook: Elke: ‘Mijn zoontje overleed tijdens de bevalling’

Ramen en deuren open

“Tja, en toen kregen ze mij niet wakker. Ze hebben me geknepen, heen en weer geschud, gekieteld onder de voet, niets hielp. Wel voelden ze nog een zwakke pols bij me en hoorden ze een lichte ademhaling. Mijn moeder belde opnieuw 112. Daar opperden ze dat het mogelijk koolmonoxidevergiftiging was omdat er zo snel achter elkaar twee mensen onwel zijn geworden en adviseerden ze direct alle ramen en deuren open te zetten. Er werden ambulances, een traumawagen, meerdere brandweerauto‘s en politiewagens gestuurd. Iedereen was in rep en roer. De hulpdiensten hadden een meter bij zich en die sloeg meteen uit: koolmonoxide. Nog meer paniek. Mijn dochters moesten naar beneden, naar buiten. Alles ging ineens heel snel. Ik werd met spoed naar de IC van het Erasmusziekenhuis gebracht. Onze dochters werden naar twee andere ziekenhuizen vervoerd samen met mijn ouders. Ronald kwam ook per ambulance naar het Erasmus.

Ik werd direct geïntubeerd, wat wil zeggen dat ik via een slang direct zuurstof in mijn longen kreeg toegediend. Ik had 33% koolmonoxide in mijn bloed. Boven de 20% is het al levensbedreigend. De kans dat je dan na een bepaald aantal uren doodgaat, is groot. Wat er gebeurt, is dat de rode bloedlichaampjes worden vervangen door koolmonoxide. Vervolgens is het een kwestie van tijd voordat je organen uitvallen. Toen ik op de intensive care belandde, wist niemand of ik het zou halen. En als ik het zou halen, hoe ik eruit zou komen. Er was een kans dat mijn hersenen aangetast zouden zijn omdat ik al drie uur lang giftige dampen had ingeademd. De artsen hielden me in coma en probeerden via het toedienen van zuurstof mijn rode bloedlichaampjes weer op peil te krijgen. Uiteindelijk werd ik pas in de vroege ochtend van de beademing gehaald.”

Een zwart gat

Ook de dochters van Monique worden alle drie behandeld. Gelukkig knappen zij zienderogen op. Wel moeten ze ter observatie nog even in het ziekenhuis blijven. Dinsdagochtend hoort ze voor het eerst bewust weer iets. Het ziekenhuispersoneel zegt tegen haar man, zus en vriendin: ‘Gaan jullie maar naar de familiekamer.’ Ik dacht: “Familiekamer? Wat is er gebeurd? Ga ik dood ofzo? Het laatste wat ik me herinnerde, was dat ik met een griepje naar bed ging. Ik heb wel dertig keer gevraagd wat er was gebeurd. Ik ben een enorme controlefreak en perfectionist, dus dat ik ineens in een ziekenhuisbed lag en mijn kinderen niet bij me waren, vond ik heel lastig te vatten. Ik zat met een zwart gat van 24 uur.

Ronald vertelde me wat ons was overkomen. In onze cv-ketel had een ontploffinkje plaatsgevonden waardoor er een buis was losgeschoten. Hierdoor kon de giftige koolmonoxide vrijkomen, vooral op de bovenste verdieping waar ik al een tijdje lag te slapen. We hebben er niks van gemerkt, koolmonoxide is immers geurloos. Mijn zus liet me vervolgens een filmpje zien van alle hulpdiensten die bij ons op de oprit stonden. De film was op internet geplaatst door iemand. Ronald had zich er nog vreselijk over staan opwinden dat die man zijn ergste nachtmerrie stond te filmen. Heel begrijpelijk natuurlijk. Al was dit filmpje voor mij nu een soort van houvast. Ik kon hieraan zien wat er was gebeurd. Al vond ik het surrealistisch. Alsof ik de hoofdrol speelde in een heel slechte B-film zonder zelf echt mee te doen.

‘Koolmonoxide?’, vroeg ik. Hoe kan dat nou? Voor mij was dat echt een ver-van-mijn-bed-show. Ik herinnerde me nog wel dat verhaal van die twee meisjes uit Huizen vijf jaar geleden die bij elkaar logeerden en in de badkamer versuft raakten door koolmonoxide en uiteindelijk overleden. Vreselijk. Toen tot me doordrong dat ons nu bijna hetzelfde was overkomen – als Tess niet uit bed was gevallen en daarmee Ronald niet had gealarmeerd, waren we waarschijnlijk alle vijf overleden – kreeg ik het wel even te kwaad. Bizar hoeveel geluk we hebben gehad.”

Vertrouwen kwijt

Monique, Ronald en hun dochters houden aan de koolmonoxidevergiftiging lichamelijk niets over. Na het voorval laat Ronald niet alleen een nieuwe cv-ketel plaatsen, hij laat ook overal in het huis koolmonoxidemelders ophangen. “Na drie dagen ziekenhuis mocht ik weer naar huis. Heel spannend vond ik dat. Ik had echt even tijd nodig om het vertrouwen in mijn huis terug te krijgen. Ook al was er nu in elke slaapkamer een koolmonoxidemelder, ’s nachts sliepen we met de ramen wijd open. Koolmonoxide ruik je immers niet, ze noemen het niet voor niets een sluipmoordenaar. Voelde iemand zich niet lekker, dan checkten we meteen of die melders het wel deden. Mijn dochters sliepen in het begin bij mijn schoonouders zodat ik kon opknappen. Ik was nog zo slap als een vaatdoek en kon amper op mijn benen staan. Ik had het gevoel dat ik het gevecht van mijn leven erop had zitten. Wat in feite ook zo was. Mijn geluk was dat ik zo’n goede conditie had en nooit één sigaret heb aangeraakt. Anders had ik het misschien wel helemaal niet meer kunnen navertellen.

Lichamelijk ging het vrij snel weer beter, maar geestelijk had het hele koolmonoxidevergiftigingsverhaal impact. Vooral Britt heeft er last van gehad. Zij was op die bewuste avond – in tegenstelling tot haar zussen van wie er een op haar slaapkamer lag en de ander beneden bij de deur stond te wachten om de ambulances erin te laten – continu in de buurt van mijn slaapkamer en heeft alles gezien: de paniek, de ontreddering en de wanhoop bij mijn ouders en Ronald. Ze waren echt bang me kwijt te raken. Een trauma. Je veilige basis lijkt in één klap te verdwijnen. Britt hield me toen we eenmaal weer in ons normale ritme probeerden te komen dan ook nauwlettend in de gaten. Als ik bijvoorbeeld wat later thuiskwam, belde ze me waar ik bleef. Het ging van kwaad tot erger. Op een gegeven moment ging het mij zelfs benauwen. Uiteindelijk heeft Britt EMDR-therapie gehad, waarbij je met een therapeut teruggaat naar het trauma om er vervolgens positievere gedachten aan te koppelen. Dat hielp.”

Door het oog van de naald

“Pas toen mijn dochters alle drie weer naar school gingen, lekker aan het sporten waren en met vriendinnen afspraken, kreeg ik een terugval. Dat was na een half jaar. Ik zat niet lekker in mijn vel, was moe en realiseerde me steeds maar weer dat ik door het oog van de naald was gekropen. Hoewel het hele voorval zelf één groot zwart gat voor me was, zag ik natuurlijk wel wat het bij mijn kinderen, mijn man en ouders had gedaan. De schrik zat er goed in. Ik betrapte mezelf op gedachtes als: wat als Tess niet uit bed was gevallen? Wat als ik Britt niet zelf had weggebracht maar mijn moeder dat had laten doen en dus nog eerder in bed was gekropen? De scenario’s waren eindeloos. De meeste moeite had ik overigens met het feit dat ik er niet was op het moment dat mijn kinderen me nodig hadden. Ik vond het vreselijk dat zij zich zorgen hadden gemaakt om mij. Dat ze angst hadden gehad. Tuurlijk hebben we daarover gepraat samen, maar dat was niet voldoende. Ook ik heb daarom nog EMDR therapie gehad en ook mij heeft het geholpen. Ik kan het nu allemaal beter loslaten en heb geen wat-als gedachtes meer.

Het hele koolmonoxideverhaal heeft me veranderd. Ik sta anders in het leven, mijn mindset is anders. Ik was altijd aan het rennen en vliegen. Nu kan ik ook rustig met een kop koffie aan de keukentafel zitten. En dan komt het zomaar voor dat ik een kwartier lang uit het raam zit te staren naar de schaapjes die op de dijk grazen. Wist je dat ik vorig jaar mei veertig ben geworden en een soort van midlifecrisis voelde opkomen? Ik werkte al jaren in het bedrijf van mijn man en we waren net hiernaartoe verhuisd, dus ik had even niks extra’s omhanden. Ik dacht: is dit het? De helft van mijn leven zit erop. Wat ga ik doen met die andere helft? Moet ik nog een studie volgen? Me misschien omscholen? Ik had een ontzettend onrust in me. En toen overkwam me dit. Ik heb een nog kans gekregen door het snelle optreden van mijn ouders, Ronald en het ambulancepersoneel, daar ben ik ongelofelijk dankbaar voor. Die onrust ben ik helemaal kwijt. In plaats daarvan ben ik tevreden met wat ik heb. Ik tel mijn zegeningen en zie elke nieuwe dag als een cadeautje. Het geluk zit voor mij niet in een huis of in werk. Het zit vooral in jezelf en in tijd met je dierbaren.”

Campagne moet nieuwe gevallen koolmonoxidevergiftiging voorkomen

Iedere dag komen er bij de brandweer meldingen binnen van mogelijke gevallen van koolmonoxidevergiftiging. Oude gaskachels en geisers zijn daarbij lang niet altijd de boosdoener. Het gaat ook vaak mis met nieuwe moderne cv-ketels. Zoals vorig jaar oktober bij de familie Breugem uit Bergschenhoek. Moeder Monique belandde op de intensive care en ook de overige gezinsleden hadden een percentage koolmonoxide in hun bloed.

Met de campagne Stop CO-vergiftiging proberen de brandweer en de Nederlandse Brandwonden Stichting zich hard te maken nieuwe gevallen te voorkomen. De campagne moet zorgen voor meer bewustwording van de gevaren van koolmonoxidevergiftiging en aanzetten tot het plaatsen van CO-melders. Symptomen worden nu vaak nog niet herkend. Ook niet door professionals zoals huisartsen.

85% van de Nederlanders denkt overigens geen risico te lopen op koolmonoxidevergiftiging, dat blijft uit een enquête van de Brandwonden Stichting. Het cijfer staat haaks op de praktijk, want jaarlijks zijn er zo’n vijf á tien dodelijke slachtoffers te betreuren door blootstelling aan een verhoogde concentratie koolmonoxide en enkele honderden gewonden.

Bron: RTL nieuws.

Tips ter voorkoming van CO-vergiftiging

• Hang koolmonoxidemelder op:

> aan het plafond op horizontale afstand tussen 1 en 3 meter bij de co-bron (er zijn ook melders die cv-ketel direct uitschakelen)

> in de overige ruimten op ademhalingshoogte en in de luchtstromen dus minimaal 30 cm. uit de hoeken.

• Ventileer je huis.

• Laat regelmatig je cv-ketel controleren.

• Als je denkt dat er sprake is van koolmonoxidevergiftiging, ga direct naar buiten en bel 112.

Symptomen van koolmonoxide

Hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, krampen, kortademigheid. Lippen en wangen die felrood kleuren. De meeste mensen denken dat ze griep, een verkoudheid of maagklachten hebben.

Lees ook: Mercedes werd medium nadat haar dochter overleed