Minke: ‘Ik steun mijn psychisch zieke vriendin niet meer’

Jarenlang zijn Minke en Laura beste vriendinnen. Maar als Laura psychische problemen krijgt, groeit de vriendschap scheef. Minke voelt zich meer hulpverlener dan vriendin en neemt sinds kort afstand. 

Sporadisch contact

Minke (39): “Sinds een halfjaar heb ik nog maar sporadisch contact met mijn beste vriendin Laura. Ik roep al heel lang dat ze hulp moet zoeken. ‘Ga naar een psychiater of psycholoog.’ Ze weigert. In plaats daarvan was ík haar praatpaal en hulpverlener. Ik trek dat niet meer. Ik weet dat ze nog steeds worstelt met zichzelf. Van andere vriendinnen hoor ik hoe slecht ze eruitziet. Tuurlijk voel ik me daar als haar beste vriendin schuldig over. Ik schiet tekort, ik hoor toch toegewijd te zijn? Maar de koek is op bij mij. Het lukt me niet meer om energie te steken in haar psychische problemen.  Het helpt haar niet als ik aan haar blijf trekken. Ze moet nu echt zelf stappen gaan zetten.”

Pot thee en appeltaart

“Laura en ik kennen elkaar van de middelbare school. We zaten bij elkaar in de klas. Laura was de stille, ik de ADHD’er. Een aparte chemie. Maar we vonden elkaar helemaal in de muziek. Vooral in die van Prince. Samen zijn we naar heel wat concerten geweest. Ik kwam graag bij Laura thuis. Laura’s moeder was warm en hartelijk. Ze zat altijd klaar met een pot thee en verse appeltaart of zelfgebakken cake. Heel anders dan mijn moeder die regelmatig last had van depressieve buien en afstandelijk en kil was. Ik heb heel wat uren doorgebracht aan de keukentafel bij Laura. Kletsend over jongens. Ik had altijd wel een crush op iemand. Laura niet. Zij droeg wijde kleding en verstopte zich juist het liefst voor het andere geslacht. Ik zag dat wel, maar durfde niet te vragen waarom ze niks van jongens moest hebben. Misschien was ze lesbisch… Ik stond er als puber niet te lang bij stil. In plaats daarvan probeerde ik haar altijd aan het lachen te maken. We deden alles samen. Zij troostte mij als ik weer eens een gebroken hart had. Zelf huilde ze nooit. Achteraf denk ik weleens; ik was zó bezig met álles uit het leven halen dat ik haar ellende misschien niet zag. Ik vierde het leven, ook voor haar. Daar kan ik nu heel verdrietig om worden.

Laura was zesentwintig toen ze voor het eerst een serieuze relatie kreeg met Job. Hij adoreerde haar. In no time woonden ze samen en langzaam zag ik haar veranderen. Ze praatte al niet veel, maar nu werd ze nog stiller. Als ik haar vroeg of ze wel gelukkig was, zei ze dat het op en af ging met Job. Ze trok hem aan en stootte hem weer af. Het was aan en dan weer uit. Ik geloof dat het wel tien keer aan en uit is geweest – ze zijn in totaal zo’n zeven jaar samen geweest. Uiteindelijk heeft Job er een punt achter gezet en belandde Laura in haar eerste crisis, zoals ik het noem. Ze kon alleen maar huilen, huilen, huilen. Ik had met haar te doen en was er zo veel mogelijk voor haar. Ook al zat ik zelf in de gelukkigste fase van mijn leven. Ik had net mijn eerste kind gekregen en zat boven op een grote roze wolk.”

Jeugdtrauma’s

“Laura had totaal geen oog voor mijn geluk en de baby. Ze was alleen maar met zichzelf bezig. Het deed me pijn, maar ik begreep het wel. Het is niet niks als je relatie definitief uitgaat. Dus als ze op bezoek was, regelde ik een oppas voor de baby en troostte ik haar. Toen ik Job toevallig tegen het lijf liep, zei hij dat het onmogelijk was met Laura te leven. ‘Ze heeft jeugdtrauma’s.’ Ik schrok. Jeugdtrauma’s? Waarom weet ik daar niks van? Job vertelde dat haar vader alcoholist was en dat ze was misbruikt door haar buurjongen waardoor ze vroeger constant in angst leefde. Ik wist van haar vader, maar het misbruik was nieuw voor me. Daar heeft ze me nooit iets over verteld. Het verklaarde wel meteen haar desinteresse in jongens toen we puberden.

Ik besloot niets aan Laura te vertellen over mijn gesprek met Job. Ik wilde niets forceren. Uiteindelijk duurde het nog vijf jaar voordat ze er uit zichzelf over begon. Tijdens een weekendje naar Antwerpen. ‘Ik moet je iets vertellen’, zei ze. En ineens moest ze heel hard huilen. ‘Ik weet het al’, troostte ik haar. Met horten en stoten kwam het hele verhaal eruit. Zo verdrietig. Maar daarna dacht ik wel: zo, nu is het eruit, je hebt het gezegd, nu ga je ermee aan de slag. Want je wilt toch niet dat dit je levensgeluk in de weg staat? Je wilt je niet altijd zo slecht blijven voelen als nu. Toch? Niet dus. Ze zocht geen hulp. Ze was en is nog steeds bang voor wat er allemaal komt bovendrijven. Het leven dat ze kent, kan ze – het merendeel van de tijd – verdragen. Zegt ze. Maar gelukkig is ze niet. Alles behalve.”

Ingewikkelde relaties

“Na Job kwam Stefan in haar leven. Ook met hem heeft ze een ingewikkelde relatie gebaseerd op bindings- en verlatingsangst. Op het moment dat ze samenzijn, walgt ze van hem en wil ze het liefst wegrennen. En als het dan weer eens uit is, wordt ze gek van angst dat hij haar niet meer wil. Het is een heel ziek mechanisme dat ze samen in stand houden. Laura is doodongelukkig. Dat zegt ze keer op keer. Ze voelt zich onveilig bij hem, kan geen intimiteit verdragen, maar aan de andere kant wil ze ook geen punt zetten achter de relatie. Of met zichzelf aan de slag gaan. Ik ben geen psycholoog, maar iedereen met een beetje nuchter verstand voelt aan dat het mislukken van haar relaties iets te maken heeft met haar jeugdtrauma’s.

Laura trok me steeds vaker in urenlange, zware gesprekken. Om de haverkap belde ze. Soms midden in de nacht als ze een paniekaanval had. Het was steeds hetzelfde  verhaal. Dat ze diepongelukkig was. Dat ze niet wist of ze wel van Stefan hield, maar dat ze hem niet kwijt wilde. Dat ze hem niet dichtbij kon verdragen. Hoe slecht ze ervan sliep, hoe beroerd ze zich voelde, dat ze aan het overleven was, bang was en voortdurend op haar hoede. En wat ze nu het beste kon doen… Elke keer hoorde ik haar aan, stelde ik haar gerust en voerden we hetzelfde gesprek. ‘Misschien moet je eens dit of probeer dat eens.’ Ik heb zelfs al eens gezegd dat ze de relatie met Stefan misschien maar even on hold moet zetten om aan zichzelf te kunnen werken. Want hoe kun je een gezonde relatie hebben als je zó met jezelf in de knoop zit? Ik las laatst in de krant een artikel dat ging over mensen die een hechtingsstoornis hebben opgelopen in hun jeugd en bij wie het basisvertrouwen ontbreekt. Deze groep heeft vaak relatiegedoe. Niet met én niet zonder de ander kunnen. ‘Dat ben jij Laura’, zei ik. ‘Ga ermee naar je huisarts en vraag om een verwijzing naar de psycholoog, dan kun je erover praten.’”

Niks doorbreken

“Of ik nu in de speeltuin zat, aan het koken was of in de auto zat op weg naar een nieuwe opdrachtgever. Ik maakte tijd voor haar. Dat het slecht met haar ging vond ik vreselijk, het greep me aan. Vaak zei ze: ‘Ik vind het leven zó zwaar. Het is één grote chaos in mijn hoofd. Ik verlang zo naar rust.’ Ik maakte me zorgen. Zag haar worstelen. Van de stress at ze bijna niet meer. Ze had een serieus eetprobleem, ze was vel over been. Ook op haar werk, een klein administratiekantoor, maakten ze zich zorgen om haar. Maar Laura wilde niet met ziekteverlof, bang om de structuur kwijt te raken. Haar baas stuurde haar naar een haptotherapeute en naar yoga, om te leren ontspannen. Maar daar haakte ze na één keer al af. Tegelijkertijd speelde er in mijn eigen leven ook van alles. Mijn oudste werd in die periode gediagnosticeerd met een aan autisme verwante stoornis en had het lastig op school. Het trok een wissel op mijn gezin. En ook op mijn werk was het rennen en vliegen met veeleisende opdrachtgevers. Als binnenhuisarchitect ben ik vaak de spin in het web van grote projecten. Ik kwam tijd te kort, was moe en merkte dat mijn energielevel langzaamaan daalde.

Op een zaterdagavond zaten mijn man Mark en ik gezellig te eten met vrienden toen ze weer belde. Ik verontschuldigde me en liep van tafel. Eenmaal terug vertelde ik kort over Laura. ‘Het klinkt misschien hard’, zei een van mijn vrienden, ‘maar weet je dat je haar ziekte in stand houdt door elke keer een luisterend oor te bieden? Daarmee kan ze niks doorbreken. Je moet eigenlijk die deur dichtdoen.’ Hij vertelde dat zijn depressieve zus een paar maanden daarvoor een doorbraak had gehad. ‘Ons is door een psycholoog aangeraden om uit de vicieuze cirkel te stappen van alsmaar aanhoren en adviseren. Juist door die zware gesprekken consequent te vermijden, zijn de ogen van mijn zus uiteindelijk opengegaan. Dat de bal toch echt bij haar lag. Ze heeft uiteindelijk de stap naar een psychiater gezet en dankzij medicijnen en therapie gaat het nu een stuk beter met haar.’”

Scheve verhoudingen

“Voor mij was het een dilemma: het voelde tegennatuurlijk om juist nu ze me zo hard nodig had te zeggen: ‘Ik luister niet meer.’ Ik vond dat ik toegewijd moest zijn als vriendin. Maar tegelijkertijd realiseerde ik me ook dat de verhoudingen waren scheefgegroeid. Zij vroeg bijvoorbeeld nooit meer naar mijn leven. Als ik al iets vertelde, wist ze het zo te draaien dat het toch weer over haar ging. Ze wist allang niet meer wat er allemaal bij ons thuis speelt, hoeveel zorgen we hebben om onze zoon. En wat er allemaal op mijn werk gebeurt. Dat stak me. Hoewel ik het ook meteen weer vergoelijkte door te zeggen: ze is ziek. Ze kan er niks aan doen. Je moet er voor haar zijn, voor haar zorgen. Je bent verantwoordelijk voor haar. Toch dacht ik ook steeds vaker: ik help haar niet op deze manier. Niet echt althans.

Een half jaar geleden heb ik Laura gezegd dat ik het niet meer over haar problemen, depressieve gedachten en gezondheidsklachten wil hebben. Omdat ik geen hulpverlener ben en haar niet beter kan maken. En omdat ik haar professionele hulp gun. Dat raakte haar. Ze werd heel verdrietig. ‘Nu raak ik ook jou nog kwijt.’ Ik antwoordde dat ze me niet ‘kwijtraakte’ en we elkaar ook gewoon kunnen blijven zien. ‘We blijven vriendinnen. Ik wil het alleen niet meer over jouw problemen hebben. Dat kost me te veel energie en die heb ik voor mezelf nodig. Als we het luchtig kunnen houden, kunnen we het toch ook fijn hebben samen?’ Laura zei dat ze me wel begreep. Maar vervolgens liet ze drie maanden niets meer van zich horen. Het knaagde, ik had er buikpijn van. Ze spookte de hele tijd door mijn hoofd. Wat als ze zichzelf nu wat zou aandoen? Dat zou ik mezelf niet kunnen vergeven. Hoe vaak ik wel niet met de telefoon in mijn handen heb gestaan, klaar om haar te bellen. Maar ik heb het niet gedaan.

We hebben nu een soort van nieuwe vorm gevonden voor ons contact. We appen. Soms probeer ik met haar af te spreken. Gewoon een simpel kopje koffie. Maar dat wil ze niet. Blijkbaar kan ze zich daartoe niet zetten, wil ze alleen contact als ze haar ei bij me kwijt kan. Hoe het met haar gaat, hoor ik niet meer van haar. Ik weet het, dat is wat ik zelf wilde. Alleen hoopte ik daarmee te bereiken dat ze professionele hulp zou zoeken. Dat heeft ze nog niet gedaan. Ook is ze nog altijd met Stefan. De laatste keer dat ik haar zag, was op mijn verjaardag. Alweer twee maanden geleden. Ze was stil en zag er slecht uit. Het grijpt me aan haar zo te zien. Ik gun haar zo de lichtheid van het bestaan, iets positiefs. Ikzelf zie altijd de zon schijnen. Wat ik ook meemaak. Laura blijft hangen in de schaduwzijde door geen actie te ondernemen. Dat is een enorm contrast tussen ons, iets dat me nu pas echt opvalt. Begrijp me goed, Laura is me heel dierbaar. Ik wil haar beslist niet kwijt. Maar ik houd me gedeisd. Ondanks mijn schuldgevoel. Laura moet nu zelf stappen zetten, hulp zoeken. Zodra ze dat doet, ben ik de eerste die haar weer volledig steunt.”

Lees ook: Jantiens ex ging vreemd met haar beste vriendin: ‘Haar vergeven? Nooit!’

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een abonnement op Vriendin.