vrouw

Marleen: ‘Mijn schoonmoeder vindt mij een te softe moeder’

Dat haar schoonmoeder een pittige tante was, wist Marleen (37) al. Maar sinds de geboorte van Yara (nu 2,5) geeft ze continu commentaar op ­Marleens opvoedstijl. “Zo streng als zij is, wil ik gewoon niet zijn.”

Marleen: “Al zolang ik een relatie heb met Patrick en in ‘de familie’ ben, heb ik te maken met een kritische schoonmoeder – om het maar eens aardig te zeggen. Ze zegt het niet hardop, maar laat subtiel merken wat ze vindt van mij of mijn uiterlijk. Mijn haar is te hip. Ze vindt me niet sportief en slank genoeg en mijn baan als schoenenverkoopster te min. Lang kon ik daar nog wel mee leven. Ik vond haar steken onder water vervelend, maar probeerde ze me niet aan te trekken. Meestal lukte dat, ook omdat Patrick me daarin steunde.
Maar sinds ik moeder ben van Yara, nu tweeënhalf, en ze continu kritiek heeft op mijn manier van opvoeden en het moederschap, begint het echt pijn te doen. Ze geeft me niet alleen het gevoel dat ik het niet goed doe, ze zégt het ook doodleuk. Ik ben te soft voor mijn dochter en moet veel strenger zijn, anders creëer ik een verwend monster.”

Adem in, adem uit

“Meteen toen ik haar zeven jaar geleden ontmoette, werd me al duidelijk dat ze een pittige tante was. Patrick is een laatbloeier. Ik ben zijn eerste liefde. Hij woonde zelfs nog bij zijn ouders toen wij verkering kregen. Pas na een half jaar werd ik voorgesteld aan zijn ouders. Al die tijd was hij half bij mij ingetrokken en wilde zijn moeder mij niet leren kennen. Hij at elke donderdag bij haar, maar dat deed hij altijd alleen.
Toen ik voor het eerst bij haar op de bank zat, zei ze dat ze zijn vriendin pas wilde ontmoeten als die meer was dan ‘het snoepje van de week’. Dat vond ik zo’n gekke opmerking. Als je elke nacht samen slaapt, ben je toch geen scharrel meer?
Maar goed, ik was smoorverliefd en vast van plan een mooie toekomst aan te gaan met Patrick. Dat zijn moeder niet de meest tactvolle is, nam ik op de koop toe. Ze had namelijk overal commentaar op, direct én indirect. Dan beweerde ze bijvoorbeeld dat vrouwen met een maatje meer zichzelf niet goed verzorgen. En noemde ze haar buurvrouw lui, omdat zij geen zin had om met haar mee te gaan sporten. Ik zag dat als een verborgen aanval op mij: ik heb zelf maat 42 en een bloedhekel aan sportscholen.
Als ik voorzichtig klaagde over zijn moeder, vergoelijkte Patrick haar gedrag. Hij kon zich voorstellen dat het niet leuk klonk, maar zijn moeder bedoelde het niet kwaad, vond hij. Ze had weliswaar het hart op de tong, maar het was wel een gouden hart. Patrick was stapel op zijn ‘moedertje’. Ze had het niet makkelijk gehad. Patricks vader was zijn hele leven ziekelijk geweest. In 2018 overleed hij aan Alzheimer en zijn moeder was jarenlang mantelzorger.
Om de spreekwoordelijke lieve vrede te bewaren, kropte ik mijn ergernissen over haar uitspraken op. Dus die keer dat ik terugkwam van de kapper met een leuke vlotte boblijn en zij zei dat ze dat veel te hip vond voor een vrouw van mijn leeftijd, deed ik net alsof ik het niet hoorde. En later slikte ik mijn opmerking én tranen weg, toen ze ook nog tussen neus en lippen door meldde dat Patrick zijn hele leven al een voorkeur had voor vrouwen met láng haar en zij kort haar iets meer vond voor lesbiennes. Adem in, adem uit en door.”

Extra opvoeder

“Even leek mijn schoonmoeder positief veranderd. We verrasten haar met de aankondiging dat ik zwanger was en ze leek door het dolle. Een kleinkind was haar grootste wens. Zeker toen ze hoorde dat het een meisje werd. Ze sloeg helemaal door met cadeaus, kocht de halve babyuitzet. Ik kon amper zeggen dat wij iets mooi vonden, want voor ik het wist werden er een kinderwagen, wieg, bad en commode thuisbezorgd.
Superlief, want dat babyspul is kostbaar. Maar ik vond het ook moeilijk om het aan te nemen. Patrick niet, die wist dat we haar juist een groot plezier deden door haar ons te laten verwennen. Dat deed ze ruimhartig. Iedere keer als we haar zagen had ze, naast een kleinigheidje voor de baby, ook iets van een crème of bodylotion voor mij bij zich. Ze behandelde me als een prinses en ik voelde me voor het eerst helemaal geaccepteerd als schoondochter.
Ook in de weken na de geboorte van Yara was ze poeslief. Ze bood aan bij ons te kramen, ze was vroeger kraamverzorgende geweest, en nam alle schoonmaaktaken op zich. Ze zorgde goed voor ons. Ik had een keizersnee gehad en ik was nog best vermoeid, dus ik maakte dankbaar gebruik van haar hulp. Niks zo fijn om, als ik gedoucht had, lekker op de bank te liggen knuffelen met een schone en gevoede baby.
Maar doordat ze dagelijks bij ons over de vloer was en dicht op het gezin zat, ontpopte ze zich als extra opvoeder. Ze gaf gevraagd en ongevraagd adviezen. We moesten de baby inbakeren bij het slapen. De nachtfles moest ik achterwege laten. Ik mocht niet meer bij elke kik Yara oppakken en als ik even naar het toilet ging, haalde ze Yara uit de box en legde haar in haar eigen bed te slapen. Dat was ‘veel gezonder’.
Het betuttelen van zijn moeder begon Patrick ook te irriteren. Na een goed gesprek stuurde hij haar voorzichtig weer naar haar eigen huis, Yara was inmiddels zeven weken. ‘Hartstikke bedankt voor alle goede zorgen, maar we redden ons nu zelf.’
Gelukkig pakte zijn moeder het goed op. Ze kwam vanaf dat moment nog ‘maar’ twee keer in de week langs. Op die momenten was ze echt de oma van Yara. Toch betekende het niet dat ze geen commentaar leverde op de manier waarop wij het ouderschap invulden. En vooral niet op míjn kwaliteiten als opvoeder. Die vond en vindt ze veel te soft en dat vertelt ze me keer op keer.”

Peuterpuberteit

“Op dit moment beleeft Yara een echte peuterpuberteit. Alles is nee. Als ze iets niet wil, gaat ze gillen, schreeuwen en huilen. Dat kan midden in de supermarkt zijn, zoals veel peuters doen. Maar ook thuis. Als ze haar tanden niet wil poetsen. Als ze eist dat ik in haar kamer op de grond kom zitten, omdat ze anders niets gaat eten. Of als ze in haar eigen bed moet slapen.
Mijn schoonmoeder vindt dat gedrag vreselijk. Ze past iedere maandag en vrijdag op Yara en na afloop krijg ik een uitgebreid verslag van de dag, aangevuld met haar ‘deskundig’ commentaar. Toegegeven, bij haar gaat Yara’s bordje wel leeg en slaapt ze keurig in het campingbedje. Maar mijn schoonmoeder is ook veel strenger.
Zo wil ik niet zijn. Ik ben van het kamp choose your battles, oftewel: kies dat uit waar je strijd om wilt leveren. In mijn geval is dat niet zo veel. Ik hou namelijk niet van ruzie. Ik vind het essentieel dat Yara een luier draagt en warme kleding op straat, dus dat moet. Maar of ze nu een bord rijst eet of alleen twee Danoontjes, zal me een zorg zijn. En ik smeer gerust een boterham met pindakaas, smeerworst en chocopasta, als dat betekent dat ze tenminste van alles een paar hapjes neemt. Mijn schoonmoeder ziet dat als een zwakte. Ik bekijk het als win-win, zo krijgt ze toch nog bijna een boterham binnen.
Ik wil Yara gewoon een fijne jeugd geven. Vorige week moest ik met haar naar het consultatiebureau. Vooraf had ik haar al verteld wat er zou gaan gebeuren: ‘We gaan eerst een stukje fietsen, dan gaan we je uitkleden, gaat de dokter je even wegen en kijken of je weer heel groot bent geworden en dan halen we een croissantje.’ Yara vond het een goed plan. Fietsen vindt ze enig. Het ging ook prima, maar eenmaal bij het consultatiebureau zag ze een kindje weglopen en wilde daar achteraan. Ik kreeg haar met geen mogelijkheid mee de kleedkamer in, hoe ik ook vroeg en smeekte. Uiteindelijk heb ik een andere afspraak gemaakt en zijn we weer naar huis gegaan.
Mijn schoonmoeder wist dat ik ’s morgens naar het consultatiebureau moest en belde later om te vragen hoe het was gegaan. Ze vindt Yara namelijk te dik en wilde volgens mij hiervan de bevestiging krijgen. Zo belde ze ook: ‘En, zat ze weer op de pluslijn?’ Toen ik uitlegde dat ik dat niet wist omdat ze niet was geweest, was het even stil. Daarna kreeg ik de volle laag. Wat belachelijk dat ik dit had toegelaten. Ik had Yara aan haar haren mee moeten slepen. Zij had het nooit toegestaan. Als Yara haar kind was geweest, bla bla bla.
Al die tijd was ik stil aan de andere kant van de lijn. Ik was murw geslagen door haar felheid. Ze zei ook keihard dat ze me veel te soft vond als moeder. Volgens haar is Yara een dramaqueen en creëer ik een verwend nest door mee te gaan in haar buien. Toen ze ophing, kreeg ik een enorme huilbui. Ik voelde me zo slecht. Terwijl ik oprecht geloof dat juist door Yara niet te dwingen, ik haar geen trauma bezorg voor dokters. Ik heb het nu soepel opgelost, de volgende keer zal het vast wel goed gaan. Ik geloof dat je met liefde veel meer oplost dan met boosheid.”

Geen ruggengraat

“Toch ben ik na zulke aanvaringen met mijn schoonmoeder helemaal van slag. Doe ik het dan echt zo slecht? Loopt er straks een monster hier rond, dat strontverwend is? Zelf denk ik nog steeds dat het wel losloopt, maar ik begin toch te twijfelen door de kritiek van mijn schoonmoeder.
Hierbij heb ik helaas weinig steun aan Patrick. Hij maakt lange dagen, daardoor ontgaat hem veel en komt de opvoeding vooral op mijn schouders neer. Als ik tegen hem mopper dat zijn moeder mijn opvoedskills bekritiseert, haalt hij zijn schouders op. Zegt hij: ‘Dat risico op bemoeien loop je nu eenmaal als iemand twee keer per week op je kind past’. Of hij geeft haar zelfs gelijk: ‘Ze is er ook beter in dan wij, Marleen. Oké, ze is consequenter en strenger, maar ik ben daar ook niet slechter van geworden’.
Hij lacht om onze slappe instelling. Zelf is Patrick helemaal een watje, hij koopt Yara liever om met een surprise-ei of een ijsje, als hij iets gedaan wil hebben. Ze hoeft maar één keer met haar lip te trillen, of hij heeft al wat lekkers in zijn hand. Iets waar mijn schoonmoeder trouwens hard om moet lachen. Bij Patrick is dat gedrag blijkbaar ineens schattig.
Mijn schoonmoeder is gewoon te nadrukkelijk aanwezig in ons leven. Maar haar minder vaak laten oppassen, is helaas geen oplossing. We hebben haar hulp hard nodig. Mijn ouders wonen 150 kilometer verderop en om de hypotheek en vaste lasten te betalen, moet ik drie dagen blijven werken. Geld voor een kinderdagverblijf hebben we niet. Mijn zus past één dag op, de andere twee dagen neemt mijn schoonmoeder voor haar rekening.
Ik weet ook dat ik dankbaar moet zijn voor haar hulp en mijn schouders moet optrekken over haar mening. Maar ik vind het lastig. Woorden kunnen flink pijn doen. Dat ze mijn kapsel stom vindt, is nog tot daaraantoe, maar ik word gewoon niet graag uitgemaakt voor slechte moeder. Zeker niet door de vrouw die mijn eigen man zo waardeert om haar opvoedkwaliteiten.”

Tekst: Joan Makenbach
Om privacyredenen zijn alle namen veranderd, De echte namen zijn bekend bij de redactie.​​​​​

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.