vrouw

Marjorie stal op het werk: ‘Ik werd op staande voet ontslagen’

Het begon met een pak printerpapier, maar uiteindelijk nam Marjorie (48) veel meer spullen mee naar huis. En ze deed alsof ze van niets wist. “Mijn baas zei: dat je erover loog, maakt dat ik je moet ontslaan.”

Marjorie: “Er is zo’n reclamecampagne van een organisatie die bedrijfsrecherche doet. Die dus bedrijven helpt om op te sporen wie er fraudeert, steelt of het bedrijf op een andere manier benadeelt. Elke keer als ik die spot hoor of zie, krijg ik een beetje buikpijn. Niet dat dat of een soortgelijk bedrijf ooit betrokken is geraakt bij wat ik heb gedaan, maar het hele gevoel van gesnapt worden, de schaamte, de aftocht, het komt dan allemaal terug. En dan gaat die ene vraag weer door mijn hoofd: wáárom heb ik dit gedaan?
Ik werkte sinds 2017 bij een grote multinational die zich bezighoudt met consumentengoederen, vooral beautyproducten. Mijn functie bevond zich tussen meerdere afdelingen: research & development, management, secretariaat, soms ook marketing. Ik ondersteunde meerdere afdelingen en voelde me thuis in mijn rol van vliegende kiep. Mijn bureau was een pleisterplek voor iedereen die iets nodig had, in de stress zat of gewoon even wilde praten, of klagen. En als er stress was of een deadline gehaald moest worden, was ik op mijn best. Ik vond het heerlijk om een soort spin in het web te zijn, iets bij te dragen en het gevoel te hebben dat mijn werk ertoe deed. Dat ben ik allemaal kwijtgeraakt door mijn stomme acties en nog steeds, ook al is het al ruim een jaar geleden, vind ik dat moeilijk te verwerken. Maar het is mijn eigen schuld.”

Printerpapier

“Het begon met iets stoms, een werkstuk van mijn oudste kind. Ik moest dat nog printen, want dat had ik hem beloofd, maar het printerpapier was op. Ik was die dag laat en had geen tijd om uit mijn werk langs de winkel te gaan. Terwijl ik op mezelf liep te mopperen vanwege mijn uitstelgedrag, vulde ik het printerpapier op kantoor bij. En zag ik vier dozen A4-papier met per doos zes pakken. Eén keer, zei ik tegen mezelf en ik stopte een pak in mijn laptoptas. Wat over was, zou ik de volgende dag mee terugnemen.
Dat laatste deed ik niet, want ach ja, het was maar één pak en terugbrengen zou gek zijn. Twee keer met papier in mijn tas rondlopen, zou de kans dat ik werd gesnapt alleen maar groter maken. Ik voelde me ook niet schuldig. Ik kende collega’s die juist op het werk allerlei privédingen printten. Eén keer vond ik bij de printer de complete administratie van de Airbnb die mijn collega naast haar werk runde – ik overdrijf niet als ik zeg dat het om meer dan vijfhonderd pagina’s ging. Ik liet het liggen en zag haar even later schichtig voorbijlopen met een map van het bedrijf onder haar arm. Een andere collega liet een keer een foto zien van haar kinderen aan de keukentafel. Ik herkende de neonmarkers die wij bij het bedrijf ook altijd hadden, nu in de tekenkist van haar kroost. Niet dat ik het wil goedpraten, maar ik kreeg daardoor wel het gevoel: dat ene pak papier viel nog mee.
Inmiddels weet ik: het blijft niet bij een pak papier én het gaat niet om wat je steelt, maar om het principe. Bij een groot bedrijf, zo heb ik gemerkt, gaat veel informatie verloren. Natuurlijk heb je bestelbonnen en voorraadlijsten, maar er zit een heel groot grijs gebied waar het gaat om spullen die niet tot het ‘primaire proces’ behoren en die dus niet op een afdelingsbudget worden geboekt, maar op de grote hoop. Daar kijkt echt bijna niemand naar. Denk aan kantoorbenodigdheden of zoiets als thee. Op een afdeling met tientallen mensen vraagt niemand: waarom gaat de bosbessenthee er zo snel doorheen? Nee, die wordt gewoon aangevuld door de catering en die paar extra pakjes per maand die er in de laden op specifiek ónze afdeling werden gelegd, daar kraaide geen haan naar. Dus toen ik een keer thee nodig had, nam ik een pakje groene thee mee. En de week erop weer. Achteraf snap ik het zelf ook niet zo goed meer. Het wordt een gewoonte, en dan ga je blijkbaar steeds verder. Het was ook zó makkelijk.
Vanuit mijn rol deed ik ook veel inkoop-taken voor de afdeling. Toen ik een keer wat krap bij kas zat en een afscheid van een collega moest organiseren, bestelde ik voor de verjaardag van mijn kind wat benodigdheden bij. Dat betaal ik terug, nam ik me voor, maar toen de bestelling binnenkwam en ik de bon gewoon op het afdelingsbudget inboekte, was er niemand die er nog naar vroeg. Ik betaalde niets terug en deed vervolgens hetzelfde trucje bij een babyshower die ik voor een collega – en niet lang daarna voor een vriendin – organiseerde. In het begin was ik nog bang dat ik betrapt zou worden met die spullen in mijn tas, maar aangezien er nooit werd gecontroleerd, werd die angst al snel minder.”

Steeds meer

“Wat ik niet merkte, was dat er ondertussen toch wél op die bonnen werd gelet. En daardoor steeds meer op mij. Ik zag juist steeds meer mogelijkheden en pikte naast meer papier en thee ook zaken als pennen of spullen die door bedrijven werden opgestuurd in de hoop dat onze organisatie er iets mee zou willen doen. Een peperdure blender die al maanden in de kast stond nam ik mee, net als een waterkoker van een duur Italiaans designmerk. Als ik nu probeer mijn beweegredenen van toen terug te halen, weet ik niet meer wat me bezielde. Naast de gelegenheid en het gemak was er ook iets van spanning. Het kón maar het kon ook niet, ik herinner me nog precies het gevoel waarmee ik de deur uitliep met die spullen in mijn tas.
En toen kwam de dag dat mijn baas ineens voor mijn neus stond toen ik in de auto wilde stappen. Samen met iemand van de beveiliging. Of ze even mijn tas mochten controleren. Standaardcontrole, zeiden ze, maar dat was natuurlijk niet zo. Het eerste wat ik dacht was: het had erger gekund. Die dag zat er thee in mijn tas en een pakje Post-its. Maar het gaat niet om wát je steelt, maar om dát je steelt.
Het was zo gênant, ik kan er bijna niet aan terugdenken. Ik moest mee naar het kantoortje van de beveiliging en daar werd ik ‘ondervraagd’. Ik probeerde nog te beweren dat het de eerste keer was en dat ik me er niet van bewust was, maar het was zo duidelijk een onzinverhaal. Toen zei ik dat ik net was gescheiden – hoewel dat al een jaar geleden was – maar wat ik ook zei, het was natuurlijk superduidelijk: ik had gestolen. Ik werd naar huis gestuurd met de mededeling dat er de dag erop een gesprek zou volgen.,
Na een nacht van niet slapen, kwam ik de volgende dag op mijn werk. Het gesprek was meteen om negen uur en de boodschap was duidelijk: ik werd ontslagen. Op staande voet. Want er waren al langer vermoedens en nu ze alles op een rijtje hadden gezet, hadden ze een goed beeld van wat er was gestolen. Het klopte ook, ik weet nog steeds niet hoe ze het zo precies hebben ontdekt. Thee, papier, kantoorspullen, de feestdingen – alles. De waterkoker ook, alleen de blender niet.
Er was nog een mededeling. Als ik mijn ontslag niet zou aanvechten, zouden zij er verder geen werk van maken. Op dat voorstel zei ik ja, al heb ik later nog wel juridisch advies ingewonnen. Maar daar was de boodschap heel duidelijk: ik ben goed weggekomen. Mijn werkgever had het mij nog veel moeilijker kunnen maken, een rechtszaak kunnen aanspannen en de waarde van wat ik had gestolen kunnen terugvorderen. Dus ben ik blij dat het relatief gezien met een sisser is afgelopen, al schaam ik me kapot over wat ik heb gedaan. De dag dat ik mijn spullen moest pakken was verschrikkelijk. Ik deed het op een vrijdag, een rustige dag op kantoor, maar er waren nog steeds best wat collega’s. Sommigen kwamen me gedag zeggen, anderen wisten duidelijk niet wat ze met deze ongemakkelijke situatie aan moesten. Ik ben letterlijk afgedropen via de achterdeur en huilend in mijn auto gestapt.”

Nieuwe baan

“Inmiddels heb ik een nieuwe baan bij een groothandel in horecabenodigdheden, een kleinschalig bedrijf bij mij in de buurt. Daar ben ik officemanager voor de directeur en een team van vijftien mensen. Het team is leuk, het werk is leuk en toch voel ik me vaak bedrukt. De lol die ik in mijn werk had, is eraf. Nog heel vaak schaam ik me voor mezelf en ben ik bang dat ik iets verkeerd doe, al slaat dat nergens op want ik wist precies wanneer ik de fout inging, het was niet onbewust. Maar toch, als ik een inkooporder moet doen, controleer ik mijn werk meerdere keren en ik zet iedere bestel- en pakbon in een gedeelde map. Daar kijkt nooit iemand naar, maar toch. Op mijn werk weten ze natuurlijk niets over de reden van het ontslag bij mijn vorige baan. Ik heb verteld dat ik na zoveel jaar toe was aan iets anders en dat ik eerst heb opgezegd om daarna een tijdje van mijn spaargeld te leven en na te denken wat ik wilde. Bij het sollicitatiegesprek werd daar niet zo lang bij stilgestaan en dat ik van mijn vorige baan geen referentie had ingevuld, bleek ook geen probleem. Het kwam niet eens ter sprake. Ik had al een verhaal bedacht over dat mijn directe manager niet lang na mij was vertrokken en dat ik dus geen telefoonnummer kon geven van iemand die echt iets over mijn functioneren kon zeggen. Wat natuurlijk onzin is, ik had wel vijf managers. Maar blijkbaar was er bij het gesprek al meteen een goed gevoel want na een heel kort tweede gesprek, waarin alleen dingen als het salaris en de startdatum werden besproken, kreeg ik een contract. Ik weet honderd procent zeker dat als ze op mijn huidige werk hadden geweten wat de echte reden van mijn ontslag was, ik de baan niet had gekregen. Aan de ene kant voel ik me daardoor een bedrieger, aan de andere kant ben ik natuurlijk maar wat blij dat ze van niets weten. Als ik bedenk hoe ik als buitenstaander naar mezelf zou kijken als ik dit verhaal kende, voel ik me echt misselijk. Een dief, een bedrieger, een leugenaar – ik ben het allemaal en ik wil zo niet zijn. Wat dat betreft heb ik een hele belangrijke les geleerd door wat er allemaal is gebeurd. Een les die ik nooit meer zal vergeten.”

Tekst: Mariëtte Middelbeek. Om privacyredenen zijn alle namen veranderd, De echte namen zijn bekend bij de redactie.​​​​​​
Foto: Getty Images

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.