Canva1 10

Marjolein helpt moeders iets unieks achter te laten voor hun kind

Toen Marjolein (nu 43) nog maar 22 was, overleed haar moeder. Nu helpt ze vrouwen om hun verhaal, levenslessen en herinneringen te vereeuwigen voor hun kind. “Ik heb aan den lijve ondervonden hoe belangrijk het is dat een moeder iets nalaat voor haar kind.”

Marjolein: “Mijn moeder was een echt mensenmens. Iedereen die haar kende zou haar omschrijven als stralend, positief en energiek. Voor ons was ze ontzettend zorgzaam. Als er voor mij en mijn zus iets geregeld moest worden, deed ze dat. Ze heeft ook altijd gewerkt, daarin was ze voor ons een voorbeeld. En ze had haar rijbewijs, mijn vader niet – iets wat je zeker in die tijd niet vaak zag. Mijn moeder was de spil van ons gezin. Ik kijk terug op een gelukkige, fijne jeugd.
We zijn redelijk beschermd opgegroeid, in Hengelo. Toen ik achttien was, ging ik studeren in Tilburg en op mezelf wonen. Na vier jaar was ik nog niet klaar om te gaan werken en kreeg ik de kans een jaar in Schotland te gaan wonen en leren, wat ik met beide handen aangreep. In dat jaar werd mijn moeder ziek. Ze bleek een gezwel in haar blaas te hebben. In het begin hoopten we nog dat het om iets goedaardigs ging, maar iedere hoop die we hadden werd door slechte berichten de kop ingedrukt.
Het gezwel bleek kwaadaardig. Als ik mijn moeder aan de telefoon had, klonk ze energiek en opgewekt als altijd, maar van mijn zus hoorde ik dat ze zich voor onze gesprekken oppepte en erg moe was. Haar niet-zeuren-maar-doorgaan-instelling zit in de familie. Ze hield zich vaak groot.
Ik probeerde zo veel mogelijk bij haar te zijn en kwam dan een weekend naar Nederland. Zo ook voor hét gesprek na haar twee chemokuren: waren ze aangeslagen? Het begon al verkeerd, we moesten extreem lang wachten. De arts bleek het gesprek te zijn vergeten en zat al bijna in de auto onderweg naar huis, heel naar. Uiteindelijk vertelde hij dat de chemo niet was aangeslagen, de tumor was alleen maar gegroeid. Verdere behandelmogelijkheden waren er niet.”

Van boos naar berusting

“We schrokken daar enorm van. ‘Hoe lang nog?’ wilden we uiteraard weten. Maar daar geven artsen geen concreet antwoord op. We gingen uit van maanden. Mijn moeder stond erop dat ik terugging naar Schotland om mijn studiejaar af te maken en ik dacht ook echt dat dit nog wel kon. Maar ik was nog maar net geland of ik zat alweer in het vliegtuig terug. Er zaten maar een paar dagen tussen. Mijn moeder was in korte tijd heel veel zieker geworden. Ze was zo benauwd en moest worden opgenomen in het ziekenhuis. We hebben naast haar bed gezeten. Ze was sterk vermagerd en ze was natuurlijk kaal vanwege de chemo. Haar pruik liet ze af. Ze leek nauwelijks meer op de moeder die ik kende.
Waar ze ons hele leven voor ons had klaargestaan, leverde ze nu haar eigen strijd. In het begin van de diagnose was ze boos. Ze was toch altijd goed voor anderen geweest? In het ziekenhuis kwam de berusting. Ik vond het heel moeilijk om haar langzaam maar zeker te zien verdwijnen. Ze was bezig met doodgaan, dat moet heel moeilijk en eenzaam voor haar zijn geweest. Als ik haar arm streelde, kon ze dat niet hebben – dat voelde naar.
Ik heb in die weken eigenlijk al deels afscheid genomen. Mijn moeder was er niet meer voor me – heel logisch maar verdrietig – en ik had op dat moment geen partner met wie ik mijn verdriet kon delen, zoals mijn zus wel had. Vroeger zei ik altijd dat als mijn moeder zou overlijden, mijn leven zou instorten. Ik kon me niet voorstellen dat ik dat aan zou kunnen. Ik vroeg mijn moeder op haar sterfbed of ze mij een laatste brief wilde schrijven. De moeder die ik ooit had, was meteen in de pen geklommen. Maar ze kon het niet, niet mentaal en niet fysiek. Ze was er simpelweg niet meer toe in staat.”

De balans was weg

“Mijn zus en ik waren net even iets eten bij een tante toen we door onze vader werden gebeld. ‘Kom maar snel terug naar het ziekenhuis’, zei hij. Ik weet nog goed dat we door de lange gangen liepen en ik een klok zag hangen. Het was 20.10 uur. Enkele minuten later stonden we in de kamer. Mijn moeder was net overleden, precies op het moment waarop ik op de klok had gekeken. Haar dood voelde ergens als een opluchting. Ze was zo ziek, het was echt een lijdensweg geworden. Maar het besef drong ook keihard tot me door dat dit het was. Ik had geen moeder meer.
De begrafenis was mooi. Het klinkt gek, maar het was echt een heel fijne dag. Het was lente, de zon scheen en de bomen stonden vol bloesem. Er waren ontzettend veel mensen voor haar afscheid gekomen, ook mensen van wie ik het niet had verwacht. Ik was verdrietig, maar wist een knop om te zetten. Ik vloog opnieuw terug naar Schotland, voor het laatste deel van mijn studie.
Pas toen ik terug in Nederland weer bij mijn vader ging wonen om mijn scriptie te schrijven, kwam het echte gemis. Mijn vader en moeder hadden twee totaal verschillende karakters. De balans die er thuis altijd was, was weg. Ik heb periodes gehad dat ik letterlijk pijn in mijn lijf had van het verdriet.
Ik vond een baan en verhuisde naar Den Haag. Ik maakte nieuwe vrienden, die mijn moeder niet hebben gekend. Daarnaast vond ik het heel fijn om met vriendinnen van vroeger of mijn nichtjes te zijn en herinneringen aan haar op te halen. De enige die echt snapt hoe het is mijn moeder te moeten missen, is mijn zus. Ik ben zo blij dat ik haar heb. Ik leerde Michiel kennen, mijn man. Ik vind het nog steeds jammer dat hij haar nooit heeft ontmoet. De band met mijn vader is in de loop der jaren veranderd. Als ik vroeger naar huis belde en hij nam op, verbond hij mij meteen door met mijn moeder. Nu praten we veel meer. We hebben een betere band met elkaar opgebouwd.”

Hoe deed ze dat?

“Mijn leven ging verder, zonder mijn moeder. Onze trouwdag was een dag van gemengde gevoelens: mijn vader gaf me weg, mijn zus hield een toespraak. Ik miste mijn moeder en dat gevoel werd alleen maar sterker toen ik zelf kinderen kreeg, Bastiaan en Maud. Een van mijn nichten kreeg al op jonge leeftijd kinderen. Daar was mijn moeder als een surrogaatoma voor geweest – ze had het geweldig gevonden eigen kleinkinderen te hebben. Ik weet zeker dat ze het geen enkel probleem zou hebben gevonden iedere week van Hengelo naar onze woonplaats Dordrecht te reizen om op te passen.
Ik had haar nog zo veel willen vragen. Praktische vragen, bijvoorbeeld over onze eigen geboortes. De verloskundige vraagt bij een intake of er nog bijzonderheden zijn. Mijn vader wist het niet meer precies en in de fotoalbums die ik heb kunnen vinden stond niet veel vermeld. Daar was mijn moeder dan weer niet zo goed in, om alles bij te houden. Maar de echte vragen kwamen tijdens het opvoeden naar boven. Hoe had mijn moeder dit allemaal gedaan? Ik vond het behoorlijk pittig. Hoe wist zij een gezin te combineren met werk?
In mijn ogen werd ze steeds meer een soort superwoman, ook omdat ze aan ons niet snel haar kwetsbare kant liet zien. Ik had haar willen vragen naar het eerlijke verhaal. Ik had zo graag van haar gehoord dat ook zij het weleens moeilijk en zwaar had. Ik legde de lat steeds hoger voor mezelf: ik moest en zou net als zij een perfecte moeder zijn. Maar ik kon niet aan haar tippen.”

Uit de overleefstand

“Drie jaar geleden trok ik het niet meer. Ik was veel alleen thuis, Michiel zat voor zijn werk vaak in het buitenland. Mijn baan paste niet bij me en ik zat niet lekker in mijn vel. Toen Michiel weer eens in Amerika zat, brak ik. Ik kon alleen maar huilen. Bastiaan deed Maud naar bed, zelf kon ik dat niet meer. Ik leek wel een burn-out te hebben, ik had het dieptepunt bereikt.
Michiel nam een vlucht eerder naar huis en ik ben aan mezelf gaan werken. Jarenlang had ik in de overleefstand gestaan en was ik aan mezelf voorbijgegaan. Er moest iets veranderen. Wat wilde ik nou echt? Ik ben voor mezelf begonnen als tekstschrijver. Die vrijheid deed me goed. En toen ben ik gaan onderzoeken wat ik het allerliefst wilde doen. Steeds weer kwam het verlies van mijn moeder daarbij bovendrijven. Ik wilde iets doen met moeders die ziek zijn. Ik wilde ze helpen iets voor hun kind vast te leggen, ze interviewen. Dat voelde zo veel beter dan teksten schrijven voor bedrijven. Ik heb het idee een tijdje laten sudderen en het ontwikkelde zich steeds meer: waarom zou ik alleen focussen op moeders die ziek zijn? Dit was voor alle moeders waardevol.
Zo is Mom’s Message geboren, een online traject van acht weken waarin ik moeders onder meer begeleid een boodschap aan hun kinderen te formuleren. Ik help ze een document te maken met herinneringen, levenslessen en inzichten. Ik merk dat het moeders rust geeft dit te doen. Het zet op een rijtje wat je belangrijk vindt in het leven en dat is ook een zinvolle vraag naar jezelf: even stilstaan bij de dingen is altijd goed. Het maakt dat je bewuster leeft. En voor kinderen is het heel fijn om te lezen wie ze vroeger waren, hoe hun moeder ze zag. Maar ook hoe hun moeder een bepaald favoriet gerecht maakte – wat had ik bijvoorbeeld graag de superlekkere hachee van mijn moeder nog eens gegeten.”

Zo veel voldoening

“Het eerste traject is net gestart. Het is allemaal nog heel pril, maar het geef me nu al zo veel voldoening. De meeste moeders met wie ik nu werk, zijn gezond en hebben kinderen in de basisschoolleeftijd. Er zit een oma bij. Ook werk ik met een moeder die ongeneeslijk ziek is. De eerste vragen of vaders zich ook mogen aanmelden, heb ik al binnen. Ik zie daar ook zeker mogelijkheden. Vaders komen weer meer met praktische informatie, denk ik. Ik heb dadsmessage.nl in elk geval al geclaimd!
Ik heb het geluk dat mijn moeder mij toen ik in Schotland zat eens een brief stuurde. Daarin schreef ze dat ze het zo goed van mij vond dat ik dat avontuur aandurfde – dat is in elk geval iets. Wat ik nog aan haar zou vragen als ik de kans kreeg? Of ze trots op me is. Die bevestiging heb je als kind toch nodig.”

Tekst: Hester Zitvast
Foto: Ruud Hoornstra
Visagie: Lisette Verhoofstad

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.