Zoon

Mariska: ‘Mijn zoon werd zo gepest dat we besloten te verhuizen’

Mariska’s (43) zoon Steven (12) werd buitengesloten en getreiterd, op school én in de buurt. En niemand deed er wat aan als ze er iets van zei.

Ingepakte drol

Mariska: “Bij het openen van de voordeur werd ik bijna niet goed van de poeplucht die ons huis vulde. In de gang lag een dubbelgevouwen krant met daarin een hondendrol. Naast de krant lag een briefje: Welkom thuis, stuk stront. In blokletters. Mijn maag kromp ineen. Het was die rotkinderen weer gelukt.

Dit was drie jaar geleden. Mijn man Marcel, onze kinderen Steven en Milou van negen en elf, en ik kwamen net thuis van een zorgeloze vakantie in Zuid-Frankrijk. Met tassen vol wasgoed en een hoofd vol mooie herinneringen opende ik onze voordeur. Steven en Milou waren suf van de lange autorit en hadden ontzettende trek. Terwijl zij zouden douchen, zou ik wat diepvriespizza’s in de oven schuiven. De laatste uren van onze terugreis hadden ze zich daar enorm op verheugd.

In één klap vergalde deze misselijkmakende ontvangst ons plezier. Het briefje kon ik nog verdoezelen door er snel mijn voet op te zetten, maar de krant kon ik niet wegwerken. Bovendien was de stank niet te harden. ‘Gatver’ kokhalsden Steven en Milou. Toen ze de krant zagen, wisten ze meteen hoe laat het was: het getreiter van de buurtkinderen was weer begonnen. Hun vrolijke snoetjes vertrokken binnen een seconde. Waarom kon het nooit eens gezellig zijn? Waarom werd Steven zo gepest?

‘Ze hebben een ingepakte drol door onze brievenbus gepropt, papa. Het hele huis stinkt’, zei Milou met een klein stemmetje tegen Marcel die met bagage uit de auto aan kwam lopen. Marcel werd zo kwaad dat hij de tassen vloekend de tuin in smeet. Zo ging het altijd als er een nare streek bij Steven werd uitgehaald. Hij werd er verdrietig van, Milou raakte van slag omdat haar broertje werd gepest, ik probeerde te sussen en Marcel werd vooral ontzettend kwaad.”

Gewoon gevoeliger

“Talloze keren had ik het probleem met Stevens leerkrachten besproken. Hij werd gepest en buitengesloten. Soms vond ik briefjes in zijn tas waarop stond dat hij stom was. Ik hoopte dat Steven die briefjes niet zag, maar natuurlijk had hij het door. ‘Mama, ik ben anders dan de rest. Kinderen vinden het niet leuk om met mij te spelen’, zei hij. Alsof het een feit was dat hij inderdaad niet leuk was.

Maar meestal zweeg hij. Van een vrolijke, vrije jongen veranderde hij in een in zichzelf gekeerd kind. Volgens zijn leerkrachten was het probleem niet zo groot. Hij was gewoon gevoeliger dan de andere kinderen, zeiden ze. En dat was waar. Steven was een gevoelig kind. Als peuter vroeg hij volwassenen al hoe het met ze ging. Hij hield ook van verhalen over prinsessen. Alle liedjes van Frozen zong hij woord voor woord mee. En als ik mijn nagels lakte, wilde hij ook een vrolijk kleurtje op zijn nagels. Dat gaf ik hem dan. Steven moest zichzelf kunnen zijn, vond ik.

In groep één en twee was er nog niets aan de hand, maar vanaf groep drie begonnen de pesterijen. Steven wilde geen nagellak meer op. Niet omdat hij het niet mooi vond, maar omdat de andere kinderen het raar vonden. Ook wilde hij niet meer naar Frozen kijken. Hij begon zich steeds meer aan te passen en werd steeds stiller. Mijn hart brak toen Milou vertelde dat ze haar broertje altijd alleen zag staan tijdens het speelkwartier. ‘Ik kan kinderen niet verplichten met Steven te spelen’, zei zijn juf toen ik mijn zorgen uitsprak.”

Op de kast jagen

“Steven ging met steeds meer tegenzin naar school. Zijn ontbijt duurde soms bijna een half uur omdat hij van de zenuwen geen hap door zijn keel kreeg. Zo kan het niet langer, dacht ik vaak. Ik gaf Steven op voor cursussen waar hij op een speelse manier assertiever leerde worden. En ik deed hem op judo. Dat was geen succes, hij vond het maar niets, dat gerol op die mat.

Ondertussen namen de pesterijen toe. Als kinderen langs hem liepen, gaven ze hem vaak een por. Maar dan zo, dat de juf er niets van zag. Als Steven terugsloeg, werd dat wel opgemerkt. En er werd om gelachen. Het werd een sport om hem op de kast te jagen.

Ook in de buurt vond hij geen aansluiting bij de andere kinderen. Omdat er maar één school was in het dorp, kenden de buurtkinderen zijn reputatie. Met Steven wilden ze niet gezien worden. In een poging om het pesten te stoppen, stuurde ik alle ouders van zijn klas een berichtje, waarin ik uitlegde dat Steven zo verdrietig was omdat hij werd gepest. Van de meeste ouders kreeg ik een aardige reactie terug, maar de situatie veranderde niet.”

Dikke tranen

“Een keer kwam Steven met een stralend gezicht thuis: hij had een uitnodiging voor een partijtje gekregen. Dat maakte hem zo gelukkig. Gezellig babbelde hij over het cadeautje dat hij voor de jarige zou kopen. Ik had hem in tijden niet zo blij gezien.

Toen hij de jongen met een groepje andere kinderen in de straat zag, rende hij spontaan op ze af. Wat hij zelden deed. Nog geen vijf minuten later was hij terug, dikke tranen in zijn ogen: de kinderen wilden niet met hem spelen en de jongen die hem had uitgenodigd had gezegd dat het van zijn moeder moest, maar dat Steven voor hem niet hoefde te komen. De andere kinderen hadden er heel hard om moeten lachen.

Steven ging uiteindelijk toch naar dat partijtje. Hij wilde niet, maar ik vond dat hij het moest proberen. ‘Die jongen wilde gewoon stoer doen bij zijn vrienden’, suste ik. Hij kwam beteuterd terug. Ze gingen lasergamen en niemand wilde hem in het team. Zoals wel vaker gebeurde bij het maken van groepjes, was hij als laatste gekozen.

’s Nachts lag ik vaak wakker van de zorgen. Wat doet het met een kind als hij zo buiten de groep valt? Als hij op school niet mee kan komen en ook in de buurt wordt gepest? Er werd zo vaak belletje bij ons getrokken dat Steven niet eens meer naar de deur liep als de bel ging.”

Lees ook: Anneke: ‘Pesten maakte het leven van mijn dochter kapot’

Het ging niet meer

“Als ik ouders in de buurt over het getreiter vertelde, deden ze het af als onschuldig kattenkwaad. Maar dat was het niet. Steven werd gepest. Toen Marcel een camera bij de deur wilde ophangen omdat hij ‘bewijs wilde verzamelen’ om daarmee de pestkoppen en hun ouders te confronteren, vond ik dat overdreven. Het zou de situatie alleen maar erger maken, dacht ik. Na het incident met de ingepakte drol had ik spijt dat ik Marcel niet zijn gang had laten gaan. Als ik camerabeelden van die dadertjes had gehad, was ik ermee naar de politie gestapt. Ik was zo ongelofelijk kwaad.

Achteraf vind ik dat we veel eerder hadden moeten verhuizen. Maar misschien was al die ellende nodig om drie jaar geleden de stap te durven zetten. Die drol was echt de druppel. Nadat we de boel hadden schoongemaakt en gelucht, en Steven en Milou sliepen, voerden Marcel en ik een goed gesprek. We wilden Steven al langer op een andere school doen, maar de afstand hield ons tegen. We zouden hem iedere dag moeten brengen en halen met de auto. Bovendien was daarmee het probleem niet opgelost, want ook in de buurt werd hij gepest.

Marcel en ik kwamen tot de conclusie dat het op deze manier niet meer ging. Steven leed onder de situatie en wij ook. Het is verschrikkelijk als je kind wordt buitengesloten. Ik begon een hekel te krijgen aan de buurtkinderen en hun ouders. Mijn woonplezier was ik al kwijt. Over Milou maakten Marcel en ik ons geen zorgen: onze lieve, vrolijke dochter zou overal aarden. Bovendien zou ze binnenkort naar de middelbare school gaan. De timing kon wat dat betreft niet beter.”

Heel ontspannen sfeer

“Onze zoektocht naar een nieuw huis begon met een zoektocht naar een fijne school voor Steven. Ik had goede verhalen gehoord over de vrije school in de kleine stad op een half uur rijden van ons huis. Op die school streven ze ernaar dat leerlingen zichzelf kunnen zijn. Dat was niet enkel een leus uit een brochure, het werd ook echt in de praktijk gebracht, merkte ik. Toen ik er een rondleiding kreeg, voelde ik dat de sfeer heel ontspannen was. Het onderwijs was wat alternatief, maar zeker niet verkeerd. Ik vermoedde dat het wel bij Steven zou passen.

De school lag in een mooie buurt, waar Marcel en ik wel wilden wonen. Toen ging alles heel snel: we vonden een leuk huis dicht bij Stevens nieuwe school en verkochten ons huis met een flinke winst. Ons leven kwam ineens in een positieve flow. Steven had het vanaf de eerste week op zijn nieuwe school enorm naar zijn zin. Het was prachtig om hem te zien groeien. Hij werd letterlijk langer. Steven liep altijd met een kromme rug, alsof hij zich kleiner maakte om vooral niet op te vallen. Toen hij vrienden kreeg, liep hij rechtop. Hij keek niet meer naar de grond, maar de wereld in. Marcel en ik waren zo blij om zijn ogen eindelijk te zien stralen.

De verhuizing is voor iedereen in ons gezin prima verlopen. Milou nam goed afscheid van haar vriendinnen. Ze ging, zoals Marcel en ik verwachtten, heel goed om met alle veranderingen. Maar Steven is er natuurlijk het meest op vooruitgegaan. Als we in de auto de afslag naar onze oude woonplaats passeren, zegt hij dat hij nooit meer terug wil. Dan krimpt mijn maag ineen en denk ik aan alles wat hij moest doorstaan. Op dat soort momenten heb ik spijt dat we niet eerder zijn vertrokken.”

Kwaad maar opgelucht

“Toen ik Steven tweeënhalf jaar geleden uitschreef op zijn oude school, ben ik persoonlijk langsgegaan. Ik wilde de directeur laten weten dat er meer aandacht moet komen voor kinderen die worden gepest. De meeste leerkrachten van de klassen waarin Steven zat, deden niets als ik zei dat hij gebukt ging onder het pesten. Er kan veel leed voorkomen worden als kinderen en volwassenen wat empathischer zouden zijn, vind ik.

De directeur keek me nogal glazig aan toen ik mijn verhaal deed en door alle emoties steeds harder begon te praten. Zijn volgende afspraak stond al voor de deur, zei hij. Hij had duidelijk geen zin in dit gesprek. Weer voelde ik me die overgevoelige moeder van dat overgevoelige kind. Ik vond zijn houding zo koud en kil. Toen ik de school verliet, was ik kwaad, maar vooral opgelucht dat Steven daar nooit meer naartoe hoefde.

Toen de verhuiswagen werd ingeladen om onze spullen naar ons nieuwe huis te brengen, werd ik steeds aangesproken door nieuwsgierige buren. Ze wilden weten waar we naartoe verhuisden en waarom. Ik kon de energie niet opbrengen om over onze beweegredenen te vertellen. Daar had ik ook geen tijd voor. Mijn gezin en ik stonden op het punt een nieuw leven te beginnen. Terwijl we in onze auto achter de verhuiswagen het dorp uit reden, klonk op de radio het lied Happy van Pharrell Williams. Luidkeels zong ik het nummer mee.”

Alles over pesten

Herken je het verhaal van Mariska en haar zoon Steven? En gaat jouw kind ook gebukt onder nare pesterijen? Lees dan eens: Alles over pesten. Aan de hand van wetenschappelijke inzichten uit de psychologie, de sociologie, de biologie en de praktijk, afgewisseld met tips en adviezen voor ouders, bespreekt de auteur, Mieke van Stigt, waarom en wanneer kinderen (en volwassenen) pesten, waarom sommigen de klos zijn en waar ouders van gepeste kinderen tegenaan lopen. Het boek is een echte eye-opener en zal je zeker verder helpen. Voor meer informatie klik op onderstaande button.

Alles Over Pesten
Bekijk bij bol.com

Lees ook: Lea: ‘Mijn collega werd weggepest… door mij’

Foto: Getty Images

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.