Marijke: ‘Waarom houden ze meer van mijn zus dan van mij?’
13 december 2023
Marijke (42) kan er niet over uit. Hoe goed ze ook haar best doet, haar zusje Joyce (37) is het lievelingetje van haar ouders en de gevierde nicht van de familie. “Alle aandacht gaat altijd naar haar. Als schattige baby al, en nu als carrièrevrouw nog steeds.”
Marijke: “Twee jaar geleden werd mijn vader 65 jaar. Al weken was ik druk geweest met het organiseren van een knalfeest voor hem. Omdat mijn moeder in een rolstoel zit, haalde ik alle boodschappen, bakte ik twee appeltaarten, versierde ik het huis en stond ik de hele zaterdag in de keuken om salades te maken. Op het feest zelf voorzag ik samen met mijn dochters Sofie van twaalf en Julia van tien iedereen van koffie, thee en andere dranken. Ik hoef echt geen schouderklopje hoor, maar het zou wel leuk zijn als je dan aan het eind van de avond gewoon bedankt wordt voor de goede zorgen. Helaas bleef dat compliment uit. Daarom deed het extra pijn dat het telefoontje van mijn zus Joyce – de grote afwezige op het feest, omdat ze voor haar werk in het buitenland zat – de hele avond werd geroemd. ‘Wat ontzettend attent van Joyce dat ze helemaal uit Amerika belt. Wat kost dat wel niet?’ bleef mijn vader roepen. Ook mijn moeder kon er niet over uit: ‘Het is daar midden in de nacht en toch belt ze.’ Ik zei maar niet dat ze op kosten van haar baas belde, waarschijnlijk in een of andere bar uithing en de nacht door feestte, terwijl ze ook eerder had kunnen terugvliegen om bij de verjaardag van haar eigen vader te zijn. Maar wat had het voor zin? Het zou mij eerder in een kwaad daglicht stellen dan haar.”
De mooiste dochter
“Bijna mijn hele jeugd heb ik moeten opboksen tegen een knapper, spontaner, liever zusje. Tussen mij en Joyce zit vijfenhalf jaar. Mijn moeder heeft drie miskramen gehad en mijn ouders hadden de hoop op een tweede kind eigenlijk al opgegeven, toen Joyce zich plotseling aandiende. En daar waar ze eerst al hun liefde aan mij gaven, deden ze dat nu aan mijn kleine zusje. Van delen was niet echt sprake. Ik hing er een beetje bij en sliep regelmatig bij mijn opa en oma, omdat mijn ouders te druk waren met de nieuwe baby. In het begin snapte ik dat wel. Ik was ook dol op dat mooie roze poppetje. Maar later merkte ik dat bijna al hun aandacht naar haar uitging. En ook die van vrienden, familie en mensen op straat. Joyce groeide op tot een allerschattigst meisje met blonde krullen. Al mijn tantes en ooms wilden met haar knuffelen en wildvreemden complimenteerden mijn ouders met hun prachtige dochter. Dat was best zwaar voor mij. Ik liep er ook bij en over mij werd niks gezegd.
Ik wist wel dat ik niks bijzonders was. Ik had kort bruin haar, met een nog kortere pony. Bovendien had ik een bril en een lui oog en droeg ik van mijn derde tot mijn zevende jaar een pleister op dat oog. Dat hielp niet bij mijn zelfvertrouwen. Ik werd er ook mee geplaagd. Als ik nu foto’s van die tijd terugzie, zie ik wel waarom mensen vaak tegen mij zeiden dat ik zo’n mooi zusje had. Zij straalt aan alle kanten en ik sta er een beetje bedremmeld achter. Thuis hing de huiskamer ook vol met foto’s van Joyce. Mijn moeder was vroeger amateurfotografe. Naar een kiekje van mij moest je echt zoeken. Ik dook op bij een familieportret en ik herinner me één foto met Pluisje en mij, waarbij ons konijn prominent in beeld was.”
Pijnlijke woorden
“Toen we naar de middelbare school gingen, werd het nog erger. Joyce was twaalf en zat in havo 1, toen ik op mijn zeventiende mijn examen jaar van de mavo moest overdoen. Ze was dus niet alleen uiterlijk knapper, ook kon ze beter leren. Leraren die mij nog kenden van de havo, waar ik ooit was begonnen, prezen haar met haar intelligentie en zeiden verbaasd te zijn dat ze een zusje van mij was. Wat zij natuurlijk weer trots thuis vertelde. En steeds bromde mijn vader dan dat ik ook de havo had kunnen afmaken, als ik maar net zo veel doorzettingsvermogen en karakter had getoond als Joyce. Zijn woorden deden pijn. Ik moest veel harder blokken om de stof te laten doordringen en als ik dan na vier uur Franse woordjes leren mijn toets maakte, haalde ik nog een vijf. Terwijl Joyce het even doorlas, daarna ging buitenspelen met haar grote vriendinnenschare en met gemak een negen haalde. Het was gewoon niet eerlijk. Ik lag nachten huilend in bed. Soms kon ik er met mijn moeder over praten. Zij troostte me dan een beetje door te zeggen dat ze zag hoe hard ik mijn best deed. Maar ja, ik bleef zitten op de havo en zakte voor mijn mavo-examen: op mij konden mijn ouders niet echt trots zijn.”
Uitdagend
“Op school had ik weinig vriendinnen, doordat ik vaak van klas wisselde en dus bijna geen leeftijdsgenoten in de klas had. Qua aandacht van mannen was het lange tijd al net zo droevig gesteld. Waar Joyce was in de pauzes, daar zaten alle leuke jongens omheen. Zelfs die uit mijn klas. Dat ze jong was, maakte hun niet uit. Joyce kleedde zich uitdagend, droeg zware make-up en zag er dus ouder uit. Ze was een echte mannenlokster en kreeg alles van hen gedaan. Als er al een jongen op mij afstapte, was het om het nummer van mijn zusje te ontfutselen. Toen Jan Willem mij op het schoolfeest ten dans vroeg, dacht ik eerst dan ook dat hij dichter bij mijn zus in de buurt wilde komen. Maar hij bleek echt in mij geïnteresseerd. Wat een schok. Hij beweerde zelfs mij veel leuker te vinden dan Joyce. Hij noemde haar ‘nep’ en mij ‘bijzonder’. Ik bloosde ervan. Niet lang na dat schoolfeest kregen we verkering en we zijn nog steeds gelukkig met elkaar. Na mijn mavo-examen ben ik gaan werken en ik stopte toen ik zwanger was van mijn oudste dochter. Jan Willem kreeg een baan bij de gemeente en zorgde financieel gezien voor ons gezin. We hadden het niet breed, maar konden een leuk huis kopen en een tweedehands auto. Ik ben de eerste jaren fulltime moeder geweest en ik was knutsel-, onthaal-, luizen- en schoolreisjesmoeder. Zelf vind ik dat ik me heel nuttig heb gemaakt, maar in de ogen van mijn ouders en mijn zus heb ik mijn tijd verprutst. Sinds kort werk ik drie dagen in de week in een kledingzaak en dat vinden ze al een stuk beter. Gelukkig zijn mijn ouders echt een lieve opa en oma voor mijn dochters, daar kan ik niks van zeggen. Ze trekken ook geen van tweeën voor. Daar waak ik als een akela over. Zeggen ze iets positiefs over Sofi e? Dan ben ik er als de kippen bij om hetzelfde over Julia te noemen. Ik vertel mijn dochters ook keer op keer hoe mooi en lief ze allebei zijn. En dat ik van hen allebei evenveel hou.”
Nooit een bedankje
“Als opa en oma voldoen mijn ouders dus prima, maar ze zouden mij wel wat meer mogen waarderen. Ik kom namelijk op alle dagen dat ik niet werk ’s ochtends bij hen schoonmaken. Mijn moeder heeft een spierziekte en kan niks in het huishouden doen. Dus lap ik de ramen, doe ik de boodschappen en poets ik de badkamer en keuken, om mijn vader te ontlasten. Ik doe het graag en ik geloof wel dat ze het waarderen, maar vind het jammer dat ik nooit een bedankje krijg. Het kost me toch mijn vrije ochtend en thuis wacht mijn eigen huishouden ook nog. Bovendien blijft het kwetsend dat mijn zusje geen vinger uitsteekt voor onze ouders en wel alle credits krijgt. Joyce heeft een spannende baan in de tv-wereld. Ze werkt achter de schermen voor een productiebedrijf en moet vaak voor haar werk naar het buitenland. Ik begrijp dat ze geen tijd heeft om te komen poetsen, maar ze zou best vaker bij ze langs kunnen gaan. En als ze er dan eens is en ik ben er ook, laat ze mij nog steeds rennen en vliegen en blijft zij op haar kont zitten. Toch komt er geen onvertogen woord over de lippen van mijn ouders. Joyce heeft nou eenmaal een drukke, belangrijke baan. Dat ze geen vaste relatie of gezin heeft, zoals ik, vergeten ze voor het gemak. Als Joyce er is, is het goed en wordt alles wat ze doet met gejuich ontvangen. Laatst gaf ze mijn moeder een design tas voor haar verjaardag, die ik dan tot uit den treure moet bewonderen. ‘Joyce is toch zó gul’, zegt mijn moeder glunderend tegen iedereen die het wil horen.”
Tranen wegkussen
“De band met mijn zusje is nooit sterk geweest, door ons leeftijdsverschil, maar is de laatste jaren helemaal oppervlakkig. We zien elkaar alleen nog op familiefeestjes en verjaardagen. Als Joyce tenminste niet in het buitenland zit. Dan kletsen we wel. Althans, zij vertelt over haar grootse en meeslepende leven, over haar avonturen en haar laatste veroveringen. Ze wisselt even vaak van een man als van een paar schoenen. Ze is zo verliefd, maar raakt ook net zo snel weer op hem uitgekeken. Ik luister alleen. Ze is toch niet geïnteresseerd in mijn burgerlijke leven, zoals ze het eens noemde: nog steeds samen met dezelfde man, bijna 24 jaar happy getrouwd, een hond en twee dochters. Mijn kinderen vinden haar al net zo geweldig als de rest van de familie. Als tante hanteert ze namelijk dezelfde tactiek als bij mijn moeder: ze komt niet of pas aan het eind van een kinderfeestje en neemt dan een buitensporig duur cadeau mee. Een tablet voor Sofie, een mobiele telefoon voor Julia. Ja, daarmee word je al snel een geliefde suikertante. Mijn mond valt daarvan open. Ik wil mijn dochters niet teleurstellen, maar zulke cadeaus vind ik belachelijk. Toch zeg ik niks, uit angst door mijn ouders en zus als ondankbaar te worden bestempeld. De enige die haar ook doorziet, is mijn man. Jan Willem viel als jongen al niet voor haar charmes en dat is niet veranderd. En dat heeft Joyce goed door. Ze heeft me ooit al een keer gezegd dat ze Jan Willem zo vreselijk saai vond. Ik denk dat het een reactie is op zijn desinteresse in haar: Joyce kan het niet goed verdragen als zij niet in het middelpunt van zijn aandacht staat. Bij mijn man kan ik mijn frustraties uiten over het egoïstische gedrag van mijn zus en de desinteresse van mijn ouders in mij. Soms kom ik in tranen thuis van een ochtend bij mijn ouders, waarop ze weer de hele ochtend de loftrompet over Joyce hebben geschald. Ik prijs me dan gelukkig met een man die me laat uithuilen, mijn tranen wegkust en vertelt dat ik voor hem nog steeds de allermooiste ben. En dan denk ik ook weleens: zusje, jij mag mijn leven met een lieve man en twee kinderen dan burgerlijk vinden, stiekem ben jij jaloers. Omdat jij dat grootste geluk van de wereld mist.”