flirten daten

Lezeressen vertellen: ‘Zo versierde ik mijn grote liefde’

Na eindeloos dralen besloten deze vrouwen de cupidopijlen zelf maar ter hand te nemen. Als Mozes niet naar de berg kwam, dan versierden ze die leukerd toch zelf wel?

‘Ik kuste hem op zijn mond vol tandpasta’

Audrey (46): “Tien jaar na mijn scheiding had ik alle mogelijke relatievormen wel geprobeerd. Samenwonen als samengesteld gezin, latten met een oudere man zonder bindingsneiging, parttime daten met een leukerd in de buurt die puntje bij paaltje toch liever bij zijn vrienden en de voetbalclub verbleef. Ik besloot mannen maar gewoon helemaal af te zweren, tot mijn beste vriend sinds de middelbare school een nacht bleef logeren na een stapavond. Deden we al jaren, minstens een keer per kwartaal. Meestal sliep hij in een bed van een van mijn kinderen, als die bij hun vader waren. En anders dook ‘ie gewoon bij mij onder de dekens; zo vertrouwd waren we al ons hele leven met elkaar.
We hadden de hele avond getafeld, waren doorgezakt met een dansje. En terwijl hij doodmoe in zijn onderbroek zijn tanden poetste in mijn badkamer, een maar al te vertrouwd beeld dat ik al mijn halve leven kende, manoeuvreerde ik me langs hem heen naar mijn slaapkamer en gaf hem onderweg een kus vol op zijn mond vol tandpasta. Het was een vlaag van verstandsverbijstering. Ik had er nog nooit over nagedacht en schrok er zelf van – hoe logisch het ook voelde. Lauwtjes kuste hij me terug, en ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan om mijn impulsieve actie. Wat bedoelde ik hier eigenlijk mee?
‘Wacht eens even’, zei hij toen, ‘dat kan beter.’ Hij spoelde zijn mond, trok me tegen zich aan en kuste me voluit. Het voelde alsof we nooit anders hadden gedaan. En we déden ook nooit meer anders. Want nu, twee jaar later, poetst hij elke avond zijn tanden in mijn badkamer, die nu de onze is.”

‘Laat de small talk maar zitten’

Minou (42): “Zij benaderde mij, laat ik dat even duidelijk maken. Eef was vrijwilliger bij de dierenopvang en ronselde me toen ik er op een verregende zaterdag kwam aanzetten met een aanloopkat. Ik had mijn nummer achtergelaten voor het geval het baasje nooit gevonden zou worden of het beestje een zwerver bleek; in dat geval had ik met liefde een huis voor hem. En voor Eef, dacht ik stiekem, toen ik Karel de kater – zoals ik hem gedoopt had – met een gerust hart in haar wel erg aantrekkelijke armen duwde.
Twee weken na ons contact belde ze. ‘Ik kom hem wel halen’, nam ik op. Maar daar belde ze niet voor; Karel lag al lang en breed bij zijn eigen baas te spinnen. Wilde ik de opvang niet komen versterken, vroeg ze. Ja, dat wilde ik wel, en voor ik het wist belden we dagelijks om een kennismaking, beschikbaarheid en andere nuttige afspraken in te plannen. Bij het derde belletje flapte ik eruit: ‘Hé, maar zullen we de small talk over werk laten zitten en het gewoon bespreken bij een biertje?’ Eef stamelde en stemde binnen drie seconden toe. ‘Of heb je een man thuis zitten?’ voegde ik vol bravoure toe. Die had ze niet. Natuurlijk niet. Want sinds dat biertje is ze de mijne. En Karel hebben we nooit meer gezien, maar we delen onze individuele huizen wel met een nieuwe opvanghond en –kat, die we Bep, naar ‘beppen’ oftewel small talk en Weizen, naar de biertjes, noemen.”

‘Of je belt me gewoon even’

Mariska (43): “Het werd een beetje genant. Al bijna een jaar kwam ik minstens wekelijks dezelfde man tegen in het winkelcentrum tegenover mijn huis. Bij de supermarkt voor sluitingstijd, bij de slijter terwijl het eigenlijk nog te vroeg was voor een drankje, bij de boekhandel voor de zaterdagkrant. Het knikken naar elkaar begon uit herkenning. Daarop volgde eens een praatje of wat. Over het weer, de actualiteiten. Steeds vaker blokkeerden we het pad tussen de pasta en instant sauzen, of bleven we plakken voor de ingang van het winkelcentrum – hij met eten voor zijn hond, ik met een in de haast gescoord pakje sigaretten.
Toen we elkaar na het zoveelste gesprek buiten tegenkwamen omdat hij zijn fiets niet open kreeg en ik de mijne vlak daarnaast vollaadde met een te zware boodschappentas, raakten we echt niet meer uitgepraat. Zijn slot gaf mee, mijn kinderen wilden eten; we móésten het gesprek wel afkappen. Ondertussen maakte mijn onzekerheid overuren: hoe lang bleven we nog om elkaar heen draaien? ‘Of je belt me vanavond gewoon even, dan maken we het af’, zei ik – mijn hart in mijn keel. Op de bon van de supermarkt krabbelde ik mijn telefoonnummer, beende weg en keek niet meer om. Om tien uur ’s avond belde hij, komende zomer zijn we zes jaar samen.”

’Hij liet het zoenen gelaten toe, niet de meest sexy ervaring’

Jelka (32): “We zaten samen in 3 havo en voelden ons allebei een outcast. Hij was filmster-knap, hij zag mij als het alternatieve meisje dat niet mee banjerde met de rest. We trokken naar elkaar omdat er niemand anders was en haalden ook nog een voldoende voor onze gezamenlijke proefjes bij scheikunde, als alfa’s. Elke dag daarna fietste hij me naar huis, terwijl hij aan de andere kant van de stad woonde.
Aan mijn moeder vroeg ik hoe dat dan moest, zoenen. ‘Jij bepaalt wanneer de tijd rijp is’, zei ze. En zo zoende ik hem, op een bankje tegenover het verzorgingstehuis naast de flat waar ik woonde. Hij liet het gelaten toe, niet de meest sexy ervaring. Wel nodigde hij me het weekend erop uit om bij hem langs te komen. Daar zoenden we voor het eerst vol overgave – overigens ook op mijn initiatief. Inmiddels zijn we achttien jaar en twee basisscholieren verder, en we zoenen nog steeds. Gelukkig tegenwoordig vaak wanneer híj het voortouw neemt.”

‘Kus je me nog?’

Zahra (35): “Zonder drank had ik het nooit gedaan. Maar toen Mimoun in de club al drie drankjes voor me had besteld en we al zeker twee uur kletsten, vroeg ik: ‘Kus je me nog of zal ik het maar doen?’ Op onze bruiloft, vier jaar later en nu vijf jaar geleden, maakte een vriend van ons een remix van die uitspraak, die de openingsdans werd. Ik vraag me af of op een huwelijk de voeten ooit zó hilarisch van de vloer gingen.”

‘Bén je gewoon zo onderdanig of ben je een datingsite-dyslect?’

Annabel (48): “Ik zat op de datingsite uit pure verveling op mijn vrije vrijdagavond, hij kwam er overduidelijk zelden. Want toen ik op de knappe man uit mijn regio reageerde, kon ik zeker twee weken wachten op een antwoord. Het bericht dat kwam was er een van verontschuldigingen en beleefdheden. Waarop ik antwoordde: ‘Voor een man die zo lang op zich laat wachten, stel je je wel nederig op. Bén je gewoon zo onderdanig of ben je een datingsite-dyslect?’ Dat zijn reactie wederom pas meer dan twee weken later kwam, vergeef ik hem met terugwerkende kracht. Want hij nodigde me diezelfde avond nog uit om te komen eten. ‘Vooruit,’ zei ik, ‘maar alleen omdat ik tot negen uur ’s avonds werk en al mijn vrienden nu al bezet zijn.’
Sindsdien anticipeert hij op alles wat ik wil en nodig heb. Reisjes, etentjes, gewoon een avond samen op de bank met een fles wijn. Mijn man is niet alleen een datingsite-dyslect, maar ook blind voor social media en uitgebreide mails. Hij compenseert het allemaal real live en dat is een zeldzaamheid in deze tijd.”

‘Hij ging mee en haalde een negen!’

Carmen (41): “Hij begreep niets van statistiek, in onze propedeuse algemeen sociale wetenschappen. ‘Mijn vader is wiskundeleraar’, blufte ik. Wat waar was, maar ik vertelde niet dat hij al decennia als programmeur in de ict werkte. Lang verhaal kort: Milan ging mee naar mijn ouderlijk huis, haalde een negen voor zijn tentamen en nam me als bedankje mee uit drinken. We overleefden een studententijd vol drank en verlokkingen, en voeden al twaalf jaar drie kinderen op.”

‘Drankje doen, stelde ik mijn doggydate voor’

Karin (50): “Alsof ik zat te wachten op een scharrel. Ik schreef me in op de doggydating-app omdat ik gek werd van de eenzame wandelingen met mijn hyperactieve adoptieherder. Maanden wandelde ik met eensgezinde vrouwen, wat hier en daar zelfs een vriendschap opleverde. Tot mijn hond tijdens zo’n wandeling aan een trouwe Berner Sennen bleef hangen en zijn baas in coronatijd bij gebrek aan beter maar warme chocomel bij het provisorische standje in het park voorstelde om de tijd te doden.
Het was zo gezellig, dat het duo mee bleef wandelen in de weekends vol lockdowns en avondklokken. Steeds vaker borrelden we na en terwijl zijn ‘kalf’ bijna mijn hele bank bezette en mijn hond in dromenland alleen nog haar kussen zag, stelde ik mijn doggydate voor dan maar het glas te vatten bij de kroeg aan de overkant. Onze honden slapen sindsdien om het weekend samen, en wij ook.”

‘Als je aandacht wilt, kun je me ook gewoon uit vragen, hoor’

Floor (27): “Mensen vragen vaak hoe hij me het hof maakte. Maar er was niets romantisch aan, toen Manuel met zijn zoveelste helpdeskvraag aan mijn bureau verscheen. Een digibeet is in mijn ogen nooit sexy, zeker wanneer het een man betreft. Grommend drukte ik een toets in om zijn tekstverwerkingsprogramma weer werkend te krijgen – voor de derde keer die week. ‘Als je aandacht wilt, kun je me ook gewoon uit vragen, hoor’, zei ik.
Ik bedoelde het werkelijk niet flirtend, maar Manuel vatte het op als versierpoging. Hij wierp zijn borst vooruit, stak zijn kin omhoog en zei: ‘Oké dan, komende vrijdag borrelen in de stad?’ Ik moest lachen om hoe hij zich herpakte, verwachtte geen seconde dat hij een schijn van kans zou hebben, maar de avond werd zó leuk dat we drie jaar na dato nog steeds samen en zelfs verloofd zijn. We steggelen nog wel over wie nu wie versierde. Maar daar kunnen we kort over zijn: dat was ik, natuurlijk.”

Tip van de redactie

Wie flirt straalt zelfvertrouwen en plezier in het leven uit en trekt op die manier mensen aan. De flirtcoach vertelt over tal van manieren en geeft vele tips om zowel in de vriendschap als op het werk en in de liefde een echte flirt te worden. Voor meer informatie klik op onderstaande button.

Tekst: Jorinde Benner
Om privacyredenen zijn sommige namen veranderd. De echte namen zijn bekend bij de redactie/

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.