
7 lezeressen over hun rigoureuze keuze: ‘Hij kleineerde me’
22 januari 2024
Niet blijven hangen in het zogenaamd perfecte huwelijk, breken met die o zo warme familie of je droombaan vaarwel zeggen – soms is een rigoureuze keuze de beste keuze.
‘Hij kleineerde me, was respectloos en tegelijkertijd stonden we stralend op een Instagramfoto’
Hanneke (38): “Sven en ik waren een powerkoppel. Succesvol in ons werk, mooi huis, goede vakanties. Op het oog gelukkig met elkaar en dat vertelde ik mezelf lange tijd ook. Het ging toch goed? Sven was toch een prima vent? Ja oké, dat hij vaak zijn buien had, daar moest ik niet te zwaar aan tillen. Overal is wat. Fysiek was hij niet gewelddadig, maar emotioneel was het een ander verhaal. Sven zat niet goed in zijn vel, maar hij vond zelf dat het prima ging. Al het ongenoegen dat hij voelde, projecteerde hij op mij. Hij kleineerde me, was respectloos, boos en onredelijk. En tegelijkertijd stonden we dan stralend op zo’n Instagramfoto. Het was zo dubbel dat ik zelf in de war raakte – misschien was dit wel normaal?
Weggaan was een idee dat ik niet toeliet. Toen Sven me ten huwelijk vroeg – op z’n Svens, dus groots en jaloersmakend – zei ik ja, ook voelde ik op dat moment al twijfel. De bruiloft naderde perfectie, maar ik had een knoop in mijn maag. Twee maanden later kreeg ik een burn-out die niets met mijn werk te maken had. Ik realiseerde me meer en meer dat er iets in Sven kapot was dat ik niet kón en hij niet zóú repareren.
En toen, precies drie maanden na ons huwelijk, kreeg Sven een woedeaanval waarna ik stond te trillen op mijn benen. De aanleiding was te erg voor woorden: soep uit een blik. Die ik had gegeten toen Sven er niet was, en dat vond hij geen avondeten. Bij Sven maakte dat uit en ik moest sorry zeggen. Dat deed ik niet en de ruzie duurde de hele avond, hij zei de lelijkste dingen tegen me. Die nacht besloot ik te scheiden, we waren drie maanden en twee dagen getrouwd.
De buitenwereld snapte er niets van, veroordeelde mij en koos de kant van Sven. De meningen en nare dingen die over me werden gezegd deden wel pijn, maar niet zo veel pijn als het leven in de greep van iemands demonen. Dat ik daar vanaf ben en dat ik voor mezelf heb gekozen, voelt nog steeds als de beste keuze.”
‘Altijd moest ik voor haar klaarstaan, maar mij liet ze keihard in de steek’
Saskia (45): “Voor iemand met een redderssyndroom is er niets fijner dan een hulpbehoevende vriendin. Dus steunde ik mijn vriendin waar ik maar kon: bij scheiding, ontslag, ziekte, ruzie met familie, financiële ellende. Er wás ook altijd wat. Stella belde me midden in de nacht en dan ging ik naar haar toe. Na een tijdje vond ik het wel lastig. Ook mijn redderssyndroom kent z’n grenzen en mijn vriend vond het ook wel gek dat ik altijd moest opdraven. Maar ik ben trouw.
En toen overleed, volkomen onverwacht, mijn vader. Ik belde Stella in de overtuiging dat ze mij zou steunen, maar ze liet weten dat ze het moeilijk had en dit er even niet bij kon hebben. En ik, de gek, zei nog sorry ook, dat ik een beroep op haar deed. Op de begrafenis kwam ze niet, dat was te lastig omdat ze nog zo met het verdriet om haar eigen overleden ouders zat – inmiddels vier jaar geleden.
De nacht erna werd ik wakker en ineens werd ik zó boos. Altijd moest ik voor haar klaarstaan, maar mij liet ze keihard in de steek. De dag erna belde ik haar op en gooide al mijn woede eruit. ‘Waarom doe je mij dit aan?’ was haar reactie. Daarna heb ik haar nooit meer gesproken en dat brengt me heel veel rust.”
‘Al na twee weken wist ik: dit was het slechtste idee ooit’
Mariska (30): “Maar ik blijf hier niet, dat zei ik zo vaak tegen mijn collega’s bij de bank waar ik werkte. Want ook al vond ik mijn werk leuk, ik achtte het onder mijn niveau. Wat ik écht wilde, was theaterwetenschappen studeren en mijn leven wijden aan de cultuur. Uiteindelijk zette ik de stap en vertelde iedereen hoe goed en opgelucht ik me voelde, maar al na twee weken wist ik: dit was het slechtste idee ooit.
Ik vond de studie verschrikkelijk, mijn medestudenten waren zó anders dan ik en het toekomstige werkveld bleek in mijn hoofd heel anders dan in de praktijk. Ik miste de bank, wilde dat ik de promotie had gemaakt die me was aangeboden en ik miste de leuke collega’s. Het kostte me één maand voor ik me over mijn trots heen durfde te zetten. Toen sloot ik mijn studieboeken en keerde met hangende pootjes terug. De promotie bleek nog beschikbaar.”
‘Na twee maanden was ik al op, maar ik wilde doorzetten’
Elles (28): “Vijf jaar, zo lang duurde het voor ik eindelijk de kans kreeg waar ik op wachtte. Ik kwam als stalknecht binnen bij de manege. Paarden hadden mij van kinds af aan door de ellende gesleept die mijn jeugd kenmerkte en met mijn opleiding tot instructeur op zak, was ik op zoek naar een baan. In vriendenboekjes schreef ik al dat ik ‘paardrijdjuf’ zou worden, maar er bleken maar weinig banen te zijn. Dus ging ik bij een groot paardenpension en -rijstal werken, mestte stallen uit tot ik er spierpijn van had en hoopte dat mijn kans zou komen als een van de vaste instructeurs wegging.
Ik merkte dat de eigenaresse me niet echt mocht, al wist ik niet waarom. Misschien omdat ik als enige met haar paard kon omgaan, zelf had ze het altijd aan de stok met die merrie. De werksfeer was niet altijd leuk en ik had daar last van, maar ik zette door en bleef wachten op die ene kans om instructeur te worden. Intussen reed ik af en toe paarden van klanten die zelf geen tijd hadden en daar kreeg ik voor betaald.
Sommige ervan trainde ik ook, vaak bij gedragsproblemen. Daar ben ik niet voor opgeleid, maar ik leerde mezelf van alles via internet en deed de rest op gevoel. Na een tijdje had ik enkele vaste klanten. De eigenaresse, zelf trainster, vond het duidelijk niet leuk en liet weten dat ik deze bijbaan niet meer mocht uitvoeren binnen haar bedrijf. Daar baalde ik van, maar gelukkig deed zich een nieuwe kans voor. Ik kreeg eindelijk de kans om instructeur te worden toen een van de vaste mensen wegging. Geweldig, dacht ik. Eindelijk.
Maar het was verschrikkelijk. Ik wilde paarden trainen, geen mensen. Instructeur zijn betekende bij die prestigieuze stal heel veel egomanagement. En dan kreeg ik ook nog eens alle moeilijke klanten, ik weet zeker dat de eigenaresse dat bij de indeling expres deed. Na twee maanden was ik al op, maar ik wilde doorzetten. Dit was toch mijn droombaan? Nog een maand later kon ik niet meer.
Dus deed ik wat ik nooit voor mogelijk had gehouden: ik zegde de baan op waar ik mijn hele leven van had gedroomd. Daarna schreef ik me in bij de kvk als paardentrainer. In het begin was het lastig, maar na een tijdje begon het te lopen. Ik heb nu enkele vaste klanten en van de ene klant komt vaak de andere. Mensen train ik niet meer. Ik kon altijd al beter met paarden opschieten.”
‘Ik realiseerde me: ik zou nooit verder komen met mezelf als ik vasthield aan mijn familie’
Lisa (35): “Met mijn drie broers ben ik altijd een verschijning in ons dorp geweest. De vier musketiers en dan ook nog ouders erbij waar mijn vriendinnetjes jaloers op waren. O, wat waren we van de buitenkant een fijne, hechte familie. En o, wat klopte dat plaatje niet. Want mijn zogenaamd zo leuke vader was in huiselijke kring verschrikkelijk en schold ons de huid vol. Mijn moeder is instabiel en heeft ons nooit verdedigd tegenover mijn vader. Mijn broers hebben zijn gedrag overgenomen en als jongste én het enige meisje heb ik het altijd moeten ontgelden.
Tegen de tijd dat ik uit huis ging, was ik een bang vogeltje, niet klaar voor de wereld, met een laag zelfbeeld en vele angsten. Het gevolg van die ‘warme’ jeugd. Maar breken met mijn ouders, nee, dat kwam niet in me op. Hen de schuld geven ook niet, loyaliteit is een vreselijk iets. In plaats daarvan deed ik altijd wat mijn ouders verlangden, draafde ik braaf op, regelde dingen voor ze, gedroeg me als de perfecte dochter. Altijd op zoek naar erkenning en liefde, maar die kwamen nooit.
Tot ik keer op keer struikelde in relaties en banen en toch maar eens in therapie ging. Het kostte me tien sessies om me te realiseren dat ik nooit verder zou komen met mezelf als ik vasthield aan mijn familie. Rigoureus misschien, maar ik schreef mijn ouders en broers een brief dat ik het vanaf nu alleen ging doen. Typisch mijn familie: er kwam geen reactie. Maar de opluchting bij mij is groot. Mijn ouders spreek ik soms per WhatsApp. Mijn broers spreek ik nooit. En het gekke is: hoe meer alleen ik ben, hoe sterker ik me voel.”
‘Woedend was ze, dat ik haar in de steek liet. Maar ik voelde me zó opgelucht’
Siska (33): “Een erebaantje, zo bracht mijn vriendin het toen ze me vroeg als ceremoniemeester voor haar bruiloft. Inmiddels weet ik: je ceremoniemeester is de vriend of vriendin waar je vanaf wil. Wát een rotklus. Althans, wel bij mijn veeleisende vriendin en haar nóg veeleisender vriend. Die kennelijk ook niet van plan waren zelf iets te gaan regelen. Alles, letterlijk alles, lieten ze mij opknappen.
Op het dieptepunt kreeg ik op één dag 32 appjes met dingen die ze uitgezocht en geregeld wilden hebben, van een exclusieve trouwauto tot een locatie die al vol zat – maar dat kon ik wel regelen, toch? – en o ja, of ik even bij vier visagisten een lookbook kon opvragen. Ik deed het ook nog allemaal, maar liet wel weten dat ik ook nog een baan had en dat ik verwachtte dat ze zelf dingen zouden regelen.
De week erop gebeurde het gewoon weer. Ik haakte af bij de zes locaties waar ze wilden gaan proefeten – gratis etentjes waarvoor ík moest leuren en als er vijf, of zes, van die locaties achteraf afgezegd moesten worden, draaide ik daar ook voor op. Ik belde mijn vriendin en zei dat ik de eer teruggaf. Woedend was ze, dat ik haar in de steek liet. Maar toen ik ophing voelde ik me zó opgelucht. Op de bruiloft ben ik niet geweest en dat hoeft ook niet. Dit is voor mij geen vriendschap.”
‘Het voelde als het ultieme falen, maar na een jaar aanmodderen wist ik dat er niets anders opzat dan te stoppen’
Diana (44): “Ik weet niet meer wanneer het precies begon, maar op een bepaald moment tijdens mijn baan als salesmedewerker besloot ik dat ik liever coach wilde worden. Dat idee ging in mijn hoofd zitten en verdween niet meer en zoals die dingen gaan: het ging me meer en meer beheersen. Lastige klant, moeilijk gesprek met mijn baas, tijdens alles wat even minder leuk was, ging ik het bestaan als zelfstandige en als coach idealiseren. Mensen hélpen, mijn eigen tijd bepalen, écht iets betekenen – de voordelen waren eindeloos. Uiteindelijk begon ik aan een opleiding en daarna zegde ik mijn baan op. Ik startte mijn praktijk en kreeg een paar cliënten. Nu ging het beginnen, datgene wat ik écht wilde.
Behalve dan dat het helemaal niet leuk was. Ik miste de snelle wereld van de sales. Dat de cliënten allerlei verwachtingen hadden die onrealistisch waren maar toch hun hoofd niet uit gingen, hielp ook niet echt mee. Ik ging er echt tegenop zien als ik afspraken had en zegde zelfs een paar keer af terwijl ik niet ziek was. Tot mijn vriend zei: ‘Stop er gewoon mee.’ Dat voelde als het ultieme falen en dat wilde ik niet, maar na een jaar aanmodderen wist ik dat er niets anders opzat. Dus sloot ik mijn praktijk, zocht en vond een baan in de sales en voelde me meteen een stuk beter.”
Tekst: Mariëtte Middelbeek. Sommige namen zijn om privacyredenen veranderd. De echte namen zijn bekend bij de redactie.
Foto: Getty Images
Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.
Uit andere media