
Karine: ‘Om drie uur stond ik al aangeschoten op het schoolplein’
3 oktober 2023
Karine (37), moeder van Isa (6) en Sem (9), leidde ogenschijnlijk het perfecte leven. Toch greep ze dagelijks naar de drank om zichzelf te verdoven.
Karine (37): “Alles veranderde toen de juf van Isa naar me toekwam, nu bijna een jaar geleden. Of we de middag op een gesprek konden hebben? Het gebeurde bij het hek omdat we door corona de school niet meer in mochten. Isa (nu 6) keek met grote ogen van de een naar de ander. Ik dacht dat er iets met mijn dochter was en knikte. ‘Ja, natuurlijk’, zei ik, terwijl ik onbewust een stap naar achteren deed. Als de juf te dicht bij kwam, zou ze namelijk ruiken dat ik die middag al drie glazen gin achterover had geslagen. Puur, tonic deed ik er alleen bij in gezelschap. Het zegt veel dat het niet eens bij me opkwam dat mijn alcoholgebruik de reden was dat de juf een gesprek wilde. Ik vond niet dat ik een probleem had. Ik zorgde toch voor mijn kinderen? Ik hield mezelf toch staande? Dat kon het dus niet zijn.”
Niet goed genoeg
“Alcohol is al twintig jaar mijn grootste vriend en mijn grootste vijand. Op mijn 23ste verloor ik de baan waarvoor ik hard had gewerkt doordat ik dronken verscheen bij een middagdienst. Ik werkte als assistente in een dierenartsenpraktijk en maakte een fout bij het verstrekken van medicatie voor een hond. Mijn bazin vroeg me op de man af of ik te veel gedronken had. Ik ontkende, maar ze had me door en uiteindelijk moest ik toegeven. Ze ontsloeg me, maar bood ook aan te helpen. Als ik afgekickt was, mocht ik terugkomen. Ik heb haar nooit meer gebeld. Stoppen met drinken betekende dat ik de confrontatie met mezelf moest aangaan en daar was ik niet klaar voor.Ik weet inmiddels waar mijn behoefte aan alcohol – of beter: aan verdoving – vandaan komt. Zoals zo veel verslavingen, ligt de oorzaak in mijn jeugd. Altijd heb ik te horen gekregen: doe je best. En dan niet met het idee ‘meer dan je best kan je niet doen’, maar met als achtergrond: ga altijd voor beter, voor meer. Van jongs af aan heb ik daarom op mijn tenen gelopen. Ik ben niet zo slim als mijn twee broers. Waar zij fluitend door het vwo gingen, haalde ik met moeite de mavo. Had ik een zeven, dan vroegen mijn ouders: wat had je anders kunnen doen zodat je een acht had gehaald? Dat bedoelden ze misschien goed, maar ik kreeg het idee dat een zeven niet goed genoeg was. Terwijl ik niet beter kón.”
Tekortschieten
“Mijn ouders hebben dat niet bewust gedaan, dat weet ik zeker. Ik geloof dat ze me hebben willen stimuleren het beste uit mezelf te halen en me niet het idee wilden geven dat ik niet goed genoeg was. Maar dat is wel gebeurd. Het zal ook aan mijn karakter liggen. Mijn broers zijn beiden succesvolle ondernemers. Het beste uit zichzelf halen lijkt hen makkelijk af te gaan, het is zelfs hun levensfilosofie. Terwijl ik voor mijn gevoel nooit het beste weet te bereiken. En dus altijd faal.Natuurlijk heb ik dit als kind niet ingezien. En ook niet toen ik na mijn mavo de opleiding tot dierenartsassistente ging doen. Het enige wat ik wist, was dat ik me nooit echt goed voelde. Toen ik mijn diploma in ontvangst nam, durfde ik niet blij te zijn. Het was immers ‘maar’ mbo. Had ik niet, als ik beter mijn best had gedaan, iets hogers kunnen halen? Altijd bleef dit gevoel knagen, nooit kwam het bij me op trots te zijn op wat ik met hard werken had behaald. Zo’n gevoel van tekortschieten, dat gaat in je hele lijf zitten. Een sluimerende pijn waar je je niet bewust van bent, maar waar je wel elke dag mee moet omgaan. En die maakte dat ik nooit echt blij kon zijn, nooit echt geluk kon voelen. Want er was altijd een dofheid die overal overheen lag.Op mijn zeventiende dronk ik mijn eerste mixdrankje: bessen-jus. Het was of er een wereld voor me openging. Ik vond het drankje op zichzelf niet eens lekker, maar man, wat was dat gevoel dat ik ervan kreeg geweldig. Als ik dronk, verdwenen die dofheid en sluimerende pijn waarvan ik op dat moment de oorzaak niet kende. Zoals ik me voelde als ik had gedronken, zo wilde ik me altijd wel voelen. De katers nam ik voor lief, en als snel leerde ik dat je die het beste met alcohol kon verjagen.” Ontslagen“In het begin kon ik het drinken beperken tot de weekenden. Wel ging ik al snel voor veel bessenjenever en weinig jus in mijn glas. Ik stapte ook over op wijn, Breezers en sterke dranken als Baileys en zelfs wodka. Tegen de tijd dat ik 22 was en die baan bij de dierenartsenpraktijk had, was ik sowieso het hele weekend beneveld. Toen begon ik ook met doordeweeks drinken. Mijn baan vroeg veel van me, de angst om niet goed genoeg te zijn kwam weer op. Ik werkte me suf, wilde alles perfect doen en ging naar huis met het gevoel dat ik toch had gefaald, hoe vaak mijn bazin ook zei dat ze supertevreden was. Thuis zette ik het op een drinken om van dat gevoel af te komen. De vraag of mijn drankgebruik misschien problematisch was, stelde ik mezelf niet. Het ging toch goed? Ik functioneerde. Tot ik niet alleen ná maar ook vóór mijn werk al alcohol nodig had om de dag aan te kunnen en ik ontslagen werd. Dat was mijn eerste eyeopener. Ik besloot toch naar de huisarts te gaan, die me doorverwees naar een psycholoog. Maar nog voor mijn eerste afspraak daar ontmoette ik Ralph én vond ik een nieuwe baan.”
Sociaal geaccepteerd
“De psycholoog heb ik nooit bezocht, want door de positieve ontwikkelingen in mijn leven lukte het me om mijn drankgebruik te verminderen tot, wat ik vond, een acceptabel niveau. Dat betekende nog altijd dat ik het halve weekend dronken was, maar Ralph, ook niet vies van een drankje, vond dat wel gezellig. Dat is meteen ook het grootste probleem met alcohol: het is sociaal geaccepteerd en wordt gekoppeld aan gezelligheid. Wat ik deed, was prima. Ja, dat met mijn werk, dat was te ver gegaan, maar ik had het achter me gelaten. Ik had het niet eens aan Ralph verteld. Na een paar maanden ebde de eerste verliefdheid weg en verloor ik de positieve flow van mijn baan. Langzaamaan kwam het doordeweeks drinken terug. Tussen Ralph en ik gingen samenwonen en toch kon ik prima verbergen dat ik overdag dronk. Verslaafden zijn extreem goede leugenaars, weet ik nu. Als hij uit zijn werk kwam, nam ik een hand pepermuntjes en stopte kant-en-klaar eten in pannen, zodat het leek of ik had gekookt. Dat hield ik heel lang vol en omdat hij niet zag dat ik een probleem had, maakte ik mezelf wijs dat er geen probleem wás. Hij kende mij immers zo goed.Ralph en ik wilden graag kinderen en ik werd zwanger. Dit vind ik het lastigste deel van mijn verhaal en maar weinig mensen weten dit. Zelfs Ralph kent niet de hele waarheid. Maar tijdens mijn zwangerschap heb ik gedronken. In totaal elf glazen wodka. Het lijkt erop dat Sem (nu 9) daar niets aan over heeft gehouden, maar tot op de dag van vandaag voel ik me zo schuldig naar hem toe. Bij de zwangerschap van Isa heb ik geen drank aangeraakt, omdat ik na de geboorte van Sem mezelf eindelijk in de hand kon houden. Zo’n klein baby’tje, helemaal afhankelijk van mij, dat gevoel was zo overweldigend dat ik ineens helemaal niet meer wilde drinken. Het probleem was alleen dat het mechanisme dat bij mij ten grondslag ligt aan het drinken, niet was veranderd. En dus hield ik het niet vol.”
Schoolplein
“Isa was twee toen ik weer begon. De bakjes kant-en-klaar eten kwamen terug, de schone schijn ook, en ik speelde de perfecte moeder terwijl ik soms ’s middags op de bank in slaap viel door de wodka. Als ik wakker werd, zat Isa soms helemaal onder de viltstift: grapje van Sem. Het is ongelooflijk, maar niemand in mijn omgeving had het door. Zó goed kon ik liegen, en tegelijkertijd wrong het ophouden van de schone schijn me zo uit, dat ik meer drank nodig had om overeind te blijven. Daar kwam bij dat ik wist dat ik een slechte moeder was en dat triggerde mijn aloude gevoel van tekortschieten. Ik dronk meer en meer en toen Isa naar de basisschool ging, kon ik overdag nog meer losgaan dan ik al deed. Werken deed ik niet, Ralph verdiende genoeg voor ons hele gezin. Vanaf dag één dat Isa naar school ging, heb ik minstens drie dagen in de week dronken op het schoolplein gestaan, vaak meer. Achteraf denk ik dat mijn gedrag is opgevallen – ik liep onvast, ik lachte en praatte vaak hard – maar niemand kon zich voorstellen dat zo’n leuke moeder daar dronken stond. Het kantelpunt kwam toen het bij Isa in de klas ging over huishouden en Isa meer dan eens in het keukentje ‘bakjes’ openmaakte en de inhoud in pannetjes deed. Daarna ging ze op de grond liggen – dit gebeurde mij ook, ik viel soms zomaar om – en ze pakte ook houten flesjes uit de keukenhoek en ‘dronk’ daar dan van.”
Kantelpunt
“Mijn kleine meisje, pas vijf jaar oud, schreeuwde om aandacht op de enige manier die ze kon bedenken. En de juf zag het en besloot haar ogen open te houden. Zoekend naar tekenen van de waarheid in Isa’s spel, zag ze al snel dat ik bezopen op het schoolplein stond. Na twee weken ging ze naar de directrice, die met haar meekeek. Niet lang daarna besloten ze het gesprek met mij aan te gaan. Dat was het kantelpunt. Zittend in het kantoortje van de directrice, met de juf die me vertelde wat Isa in de klas deed, brak ik. Ik wilde alles ontkennen, maar het was of mijn onderbewuste zei: en nu is het klaar. De directrice zette me onder druk: we doen een melding bij Veilig Thuis met de aantekening dat je aan jezelf gaat werken. Doe je dat niet, dan staan zij op de stoep. De angst dat ik mijn kinderen zou kwijtraken, gaf me het laatste zetje. Ik bracht Isa en Sem naar mijn ouders en biechtte alles op aan Ralph. De volgende dag zaten we bij de huisarts, twee dagen later in een verslavingskliniek. Vanuit hen kreeg, en krijg, ik ambulante begeleiding en dankzij therapie leer ik omgaan met mijn oude pijn. Mijn ouders weten nog altijd niet wat er speelt in mijn leven, maar als onderdeel van de therapie ga ik ze dat binnenkort vertellen. Doodeng, maar het kan niet anders. Verder zal ik de rest van mijn leven niet mogen drinken en mag Ralph thuis geen alcohol aanraken. Dat vindt hij lastig, maar hij heeft het voor me over. Voor ons over, eigenlijk. Want als ik iets heb geleerd, is het dat drank ons gezin voorgoed kapot had kunnen maken. En dat is een harde, maar o zo belangrijke les voor mij geweest.”
Tekst: Marieke Rijswijk
Om privacyredenen zijn alle namen veranderd. De echte namen zijn bekend bij de redactie.
Uit andere media