Canva1 2021 09 15t182858.553

Joosjes vader was een van eerste IC-coronapatiënten

Begin april 2020 wordt de vader van actrice en filmmaker Joosje Duk (26) plots onwel en belandt op de eerste hulp. Rogier Duk (74) blijkt een van de eerste ernstige coronapatiënten te zijn. Over deze heftige tijd schreef Joosje het boek Ik zie je bij de uitgang.

Ziekenhuisopname

‘Papa, voor je eigen gezondheid is het nu het beste om in het ziekenhuis te kijken of… of alles goed is. Snap je dat?’
Hij knikt.
‘Vind je het vervelend?’
Hij knikt.
‘Ik ook, pap. Het is ook heel vervelend.’
Ik aai hem over zijn schouder. Dit is de eerste keer dat ik de anderhalvemeterregel verbreek.
‘Ik hou van je, pap.’
Hij knikt.

“Toen mijn vader vorig jaar 1 april naar het ziekenhuis moest, wilde ik zo positief en rustig mogelijk zijn. Terwijl ik normaal gesproken redelijk snel in paniek raak, probeerde ik op dat moment voor mijn vader de rust te bewaren. Eigenlijk wilde ik reageren hoe híj zou reageren in dat soort situaties. Om hem niet te laten denken dat het helemaal mis was. Maar toen hij kortademig werd en we naar het ziekenhuis gingen, was dat voor mij zo heftig, dat ik even om een hoekje moest staan om te huilen en mijn emoties eruit te laten. Toen ik daarna weer voor hem stond, hield ik mezelf groot. Mijn vader zegt altijd: in paniek raken lost niks op. Dus bij hem wilde ik niet huilen.”

Flauwvallen

Na het plassen gaat het plotseling mis.
Papa zakt in elkaar. Zijn hoofd buigt naar beneden en hij glijdt bijna van de stoel. Nicole pakt hem vast en probeert hem wakker te schudden terwijl ze zijn masker tegen zijn gezicht aandrukt.
‘Meneer Duk, hoort u mij? Meneer Duk!’
Verstijfd blijf ik staan. Het enige wat ik kan roepen is: ‘Papa?! Papa, papa, papa!’ Nicole drukt op een alarmknop waarna er in no time vier collega’s naar binnen komen gerend.

“Omdat mijn vaders toestand ineens zo verslechterde, moest ik bijspringen. Dat was eng, omdat je niet weet wat er kan gebeuren. Ik had geen idee of dit flauwvallen bij corona hoorde of niet. Toen hij out ging, dacht ik: heeft hij een beroerte? En was ik bang dat het helemaal mis zou gaan.
De band die ik met mijn vader heb, is heel sterk. Ik vind hem uniek omdat hij zich totaal niet bezighoudt met wat anderen van hem vinden. Zo is hij gedreven in zijn werk, maar voelt nooit de behoefte om dat te delen met de buitenwereld. Heel bijzonder omdat we tegenwoordig allemaal zo bezig zijn met wie we zijn in verhouding tot anderen. Mijn vader houdt niet van smalltalk. Ik praat altijd veel en uitgebreid, terwijl hij alleen het hoognodige zegt. Hij heeft veel kennis, maar kan soms wat wereldvreemd overkomen. Daardoor heb ik altijd een beschermend gevoel over hem gehad.”

IC

‘Mijn excuses dat ik u zo midden in de nacht bel, maar… ik moet u laten weten dat uw vader gedurende de nacht steeds zuurstofbehoeftiger werd, en dat wij daarom hebben besloten hem over te plaatsen naar de IC. Dat wil niet zeggen dat hij zeker aan de beademing wordt gebracht, maar die kans is wel aanwezig.’
Een niet te onderdrukken kokhalsneiging maakt zich meester van me. Ik ren naar de wc. Sebastiaan rent achter me aan en houdt mijn haren vast terwijl ik over de wc-bril hang en niets dan gal overgeef.

“Ik had dat nog nooit meegemaakt. Dat je fysiek reageert op iets emotioneels wat je overkomt. Want ik kon echt alleen maar kokhalzen toen ik het nieuws hoorde. Daaraan merk je hoe erg je emotionele staat en je fysieke welzijn met elkaar verbonden zijn. Ik ging daarna ook nadenken over hoe heftig het voor zo’n doktersassistente moet zijn om die vervelende telefoontjes te plegen. Ik vind het op zo’n moment blijkbaar makkelijker om met anderen mee te leven dan om mijn eigen heftige situatie te erkennen.”

Beademd

Papa wordt over enkele minuten in slaap gebracht om beademd te worden, en wat daarna volgt, weet niemand. Hij is opvallend aanwezig, gevatter en energieker dan de afgelopen dagen door de grote hoeveelheid zuurstof die via een slangetje door zijn neus naar binnen gaat. Ruben en ik zijn ons bewuster van het moment.
‘We houden van je, zoveel.’

“We werden gebeld door het verplegend personeel: ‘Jullie moeten nu komen. Jullie vader gaat aan de beademing.’ Voordat mijn broertje en ik er erg in hadden, voerden we een gesprek met onze vader waarvan we ons realiseerden dat het misschien wel ons laatste gesprek met hem was. Op zo’n moment kon ik niets anders dan mijn liefde naar hem uiten. Daarna zei ik ook dat het goed ging komen. Terwijl ik dat natuurlijk helemaal niet kon weten. Dat zei mijn vader dus ook: ‘Hoe weet je dat?’ Typisch een reactie van mijn vader. Zelfs bij dat verdrietige afscheidsmoment was er nog humor. Dat typeert eigenlijk zijn hele periode in het ziekenhuis. Dat er zelfs in verdrietige tijden nog grappige momentjes te vinden zijn.” 

‘Corona heeft nu een gezicht gekregen’

‘Corona heeft nu een gezicht gekregen’, appte een goede vriendin van me. ‘De huisarts vertelde dat papa de eerste uit de buurt is die op de IC ligt’, zegt mijn moeder.
Meteen komt weer hetzelfde schuldgevoel op: dat ik nog veel voorzichtiger had moeten zijn met hem. Dat hij het misschien wel van mij gekregen heeft. Dat het mijn schuld is dat hij daar nu ligt.

“Bij mij was dat schuldgevoel continu aanwezig. Op een rare manier wil je kunnen verklaren hoe je vader corona heeft gekregen en in mijn geval verbond ik het continu aan mezelf. Dat ík niet genoeg had opgelet om zijn ziekte te voorkomen. Je wil je ouders beschermen. En natuurlijk kun je achteraf altijd momenten aanwijzen waarop je voorzichtiger had kunnen zijn. Waardoor je jezelf altijd als ‘schuldige’ kunt aanwijzen. Op een gegeven moment zei mijn huisarts dat het ‘heel logisch én heel onterecht was’ dat ik mezelf de schuld gaf van het feit dat mijn vader corona had gekregen. Dat was voor mij een omslagpunt. Ik realiseerde me ineens dat er is iets groots gaande was waar ik geen invloed op had. Bovendien zou ik nooit iemand anders de schuld geven van een dierbare die corona krijgt en in het ziekenhuis belandt. Maar het rare is dat je, bijna om een soort houvast te krijgen, op een lugubere manier naar jezelf wijst. Het heeft lang geduurd voor dat schuldgevoel weg was.”

Sterfelijkheid

Over mijn vaders sterfelijkheid heb ik weleens nagedacht – hij is in de zeventig, niet de fitste, heeft diabetes en een rijstijl die beter past bij de botsautobaan dan de snelweg – maar nu zijn sterfelijkheid daadwerkelijk zo dichtbij komt, word ik ook ineens angstig over het lot van mijn moeder. Want al is ze nu nog kerngezond, er kan met haar natuurlijk ook van alles misgaan. Het voelt plotseling als een reële mogelijkheid in plaats van een abstracte gedachte, nu papa zo dicht bij de dood leeft.

“Mijn vader is onhandig. Wat wij zo waarderen aan zijn karakter, is ook waardoor we ons zorgen om hem maken. Er is altijd iets. Dan is ’ie z’n autosleutels kwijt, dan belt ’ie dat hij ergens in het midden van het land is gestrand omdat hij de verkeerde afslag heeft genomen. Het komt altijd weer goed, maar is er dus continu een ‘angst’ dat er iets met hem gebeurt. Misschien heb ik daarom nooit zorgen om mijn moeder gehad. Zij is fit en in vorm. Maar toen die abstracte angst om mijn vader realiteit werd, trok ik alles om me heen in twijfel. De zekerheid die ik voelde in het dagelijks leven – dat ’t allemaal wel goed zat – daaraan kon ik me niet meer vasthouden.
Midden in de nacht appte ik mijn moeder dat ze niet ziek mocht worden en zich warm moest aankleden. En dat als ze op de fiets zat, ze goed beide kanten moest opkijken. Terwijl mijn moeder dat soort dingen normaal tegen mij zegt. Ik raakte sneller gestresst toen mijn vader in het ziekenhuis lag. Als mijn moeder vijf minuten later was dan ze had gezegd, ging ik meteen van het ergste uit. Ik realiseerde me dat alles wat je als een vast onderdeel van je leven ziet, kan wegvallen. Dat moet je op een gegeven moment loslaten, want je kunt niet elke dag leven met het idee dat alles mis kan gaan.”

Kleine ontwikkelingen

‘Laat hem maar weten dat ik trots op hem ben en van hem hou.’
‘Zal ik doen. Al heb je dat zelf denk ik ook wel duidelijk gemaakt.’
Zodra ik ophang, moet ik huilen. Niet echt uit verdriet of vreugde, maar meer omdat het allemaal zo veel is; er zijn zo veel kleine ontwikkelingen, zo veel slagen om de arm, zo veel meningen in het nieuws, en zo veel hartverwarmende mensen om me heen. Maar na al die weken tussen hoop en vrees te hebben geleefd, waarbij vrees steeds de overhand had, voelt het goed om nu kleine stapjes richting hoop te durven zetten. Ook mijn verwachtingen worden langzaam hoger.

“Wanneer een dierbare ziek is of overlijdt, vinden we het vaak zo overweldigend dat de wereld doorgaat alsof er niks aan de hand is. Dat was nu totaal niet zo; iedereen leefde mee en had een soort fascinatie voor mijn vaders ziekte en hoe het op de IC allemaal ging. Aan de ene kant was het juist fijn dat de hele wereld met corona bezig was. Tegelijkertijd maakte dat het moeilijk, want daardoor moest ik in bijna elk gesprek over mijn vader in detail treden én het er steeds met iedereen over hebben. Terwijl ik het soms ook even wilde uitzetten.”

Dichter bij elkaar

‘Joos… waren jullie bang dat ik dood zou gaan?’
Ik slik. Dit lijkt me niet hét moment om te zeggen dat ik de afgelopen weken een emotioneel wrak geweest ben.
‘Nou… Ruben was vanaf het eerste begin al heel positief. Hij zei: “Nu moet papa vechten!” En dat heb je ook gedaan. En Sebas was ook heel optimistisch.’
‘Ja, zo ken ik de GVR.’
‘En mama was heel hoopvol, en een grote steun voor mij.’‘Wil je mama erg bedanken? Ik ben zo blij dat we sinds we uit elkaar zijn… alleen maar slaande ruzie hebben gehad.’ Hij lacht om zijn eigen grap. ‘Grapje. Zo fijn vind ik dat.’

“Als je kijkt naar wat onze familie is overkomen, heeft dat uiteindelijk iedereen dichter bij elkaar gebracht. We zijn allemaal meer uitgesproken in onze liefde naar elkaar. Ik benoem het sowieso graag als ik van iemand hou, en mijn familie heeft dat een beetje overgenomen. Mijn broertje en vader zijn van huis uit wat geslotener. Maar die voelen nu ook vaker de behoefte om dit soort gevoelens te uiten. Juist omdat je na zo’n situatie wil benadrukken hoeveel je om elkaar geeft. Je maakt je meer zorgen om elkaar. Om als familie hierdoorheen te gaan, gun ik niemand, maar alle liefde en respect die je voor elkaar hebt, komen wel opnieuw naar boven.”

Ik zie je bij de uitgang

In Ik zie je bij de uitgang brengt Joosje Duk een geestige en ontroerende ode aan de onverbrekelijke band die ze met haar vader heeft. Met een ijzersterk gevoel voor detail vertelt Joosje hoe haar eigenzinnige familie zich door de periode vecht die zoveel Nederlanders (hebben) moeten doormaken. Hoopvol, geestig en recht uit het hart.€ 19,99 Uitgeverij Lebowski