Canva1 2022 09 23t142643.001

Hanneke adopteerde de zoon van haar zus

Hanneke (58) ontfermde zich de zoon van haar overleden zus. Ze zorgde niet alleen dat Sebastiaans leven weer op de rit kwam, maar ook dat hij verlost werd van het grote geheim dat hij al jaren met zich meedroeg.

Hanneke: “Op haar sterfbed vroeg mijn zus of ik voor haar zoon wilde zorgen. Ze was echt op haar einde, ze lag op een bed in de huiskamer. Ik ben bij haar op dat bed gaan zitten en terwijl ze mijn handen pakte, vroeg ze: ‘Wil jij Sebastiaan een thuis geven?’ Natuurlijk heb ik ja gezegd. Hij had verder niemand, zijn vader was niet meer in beeld, hij had geen broers en zussen, alleen maar een oma van negentig die niets anders riep dan: ‘Ik had daar moeten liggen, ik had daar moeten liggen!’ Ik ben de tuin ingelopen, heb Sebastiaan gevraagd of hij bij ons wilde wonen en heb mijn man gebeld. Ik heb hem uit een vergadering laten halen en gezegd: ‘Ik ga er niet met je over discussiëren, ik ga het niet aan je vragen, we gaan het gewoon doen.’ Hij weet dat als ik iets in mijn kop heb, het moet gebeuren. Hij legde zich er snel bij neer.
Ik kom uit een eenvoudig maar hecht en warm gezin. Wij waren met drie meiden thuis en ik ben de nakomer. Toen ik geboren werd, waren mijn zussen twaalf en vijftien. Het verhaal gaat dat zij er altijd om vochten wie mijn kinderwagen mocht duwen. Toen ik klein was, kon ik de naam van mijn zus Margret niet uitspreken. Mijn moeder zei toen: ‘Zeg maar Ted, dat lijkt er wel op. Ik ben mijn hele leven Ted blijven zeggen en vond het altijd raar als mensen haar Margret noemden. Liefkozend noemde ik haar, naar goed Brabants gebruik: ‘ons Tedje’.
Ik had een heel goede band met haar. Ik had een relatief oudere moeder, ze was 43 toen ze mij kreeg, dus voor mij was Ted altijd een soort reserve moeder. Ze betekende veel voor mij. Ik dacht altijd dat we samen oud zouden worden. Ze was een heel fijn, heel goed mens. Het is nu tien jaar geleden dat ze is overleden, ze was pas zestig. Op 25 april zou ze zeventig zijn geworden. Dat hebben we herdacht met koffie en taart met haar vriendinnen, familie en zoon Sebastiaan.”

Ziekenhuis

“Op een dag kreeg mijn zus pijn in haar lies. Ze dacht dat het een spiertje was en een fysiotherapeut gaf haar oefeningen, maar het ging niet over. Een goede vriendin van haar is huisarts en die zei: ‘Laat er toch even naar kijken.’ Niet veel later appte ze: ik lig in het Radboudziekenhuis in Nijmegen. Ik dacht: huh? Hoe kan dat? Wij liggen nooit in een ziekenhuis. Het bleek een tumor te zijn, een wekedelentumor die niet bestraald kon worden. Het enige wat ze konden doen was haar been afzetten, maar ze was te zwak voor de operatie. Na een paar weken in het ziekenhuis te hebben gelegen is ze naar huis gegaan. Tegen mij zei ze dat ze ging aansterken voor de operatie. Maar ze kwam thuis en een dag later is ze overleden.
Ik heb niet in de gaten gehad hoe ernstig het was en ik denk dat ze dat ook voor mij achterwege heeft willen houden. Ze heeft haar kleine zus – die inmiddels niet meer zo klein was – willen beschermen, zo voelde het. Het is allemaal zo bizar snel gegaan, ik kon het niet bevatten, ik dacht echt dat ze nog te redden was.
In de week na het overleden van mijn zus hebben we de gamekamer van mijn zoons – ze waren toen zeventien en twaalf – uitgeruimd. Een dag na de crematie kwam Sebastiaan bij ons wonen. We hadden altijd al een goed contact met hem. Hij ging regelmatig met ons op vakantie, skiën bijvoorbeeld. Sebastiaan is een lieve jongen met een goed hart. Maar hij had het heel moeilijk met zichzelf, want zijn vader heeft alle contact met hem verbroken toen hij zeventien was. Dat was heel heftig.” 

In het geheim

“Sebastiaan was 22 toen zijn moeder overleed, jong natuurlijk, maar ook een leeftijd waarop je wel op eigen benen zou kunnen staan. Bij Sebastiaan lag dat anders. En dat is een ingewikkeld verhaal, een opeenstapeling van dingen. Mijn zus was 39 toen ze Rob Ruggenberg, de kinderboekenschrijver, leerde kennen. Ze werden verliefd en kregen een relatie. Maar hij was getrouwd. Toch hebben ze samen bewust voor een kind gekozen. Mijn zus en Sebastiaan woonden samen, en Rob is zeventien jaar lang onderdeel geweest van hun leven. Hij was bij de bevalling. Ze gingen samen op vakantie, naar de dierentuin, later naar computerbeurzen. Ze waren hartstikke gek op elkaar, echt twee handen op één buik.
Alleen, het moest allemaal in het geheim. Sebastiaan mocht nooit zeggen wie zijn vader was. Dat was nu eenmaal de deal. En dat doet iets met een kind. Sebastiaan ging puberen en op zijn zeventiende heeft hij tegen zijn vader gezegd dat hij niet langer het grootste geheim van Eindhoven wilde zijn. Zijn vader is zich kapot geschrokken en heeft daarop alle contact verbroken. Zijn laatste woorden aan Sebastiaan waren: ‘Vergeet nooit dat jij mijn zoon bent.’
Tja, ik vind daar wat van, ja. Wat doe je een kind aan… Sebastiaan is eraan onderdoor gegaan. Hij zat op het vwo, maar kreeg de ziekte van Pfeiffer en heeft zijn eindexamen nooit afgemaakt. Hij ging ‘s nachts gamen en belandde in een afwasbaantje. Hij was zoekende en had het moeilijk met zichzelf. Hij vroeg zich af of hij er wel mocht zijn. Het was een jongen waar nog voor gezorgd moest worden, zijn leven moest nog op de rit komen en daar had hij hulp bij nodig.”

Ferme taal

“Het is natuurlijk best ingrijpend om een jongen van 22 in je eigen gezin op te nemen. Je weet van tevoren niet hoe het zal gaan. Mijn kinderen vonden het alleen maar gezellig. En het enige wat mijn man na een week tegen Sebastiaan heeft gezegd was: ‘Luister jongen, je bent van harte welkom hier, en je gaat met Hanneke een opleiding uitkiezen. En wij hebben één huisregel: waar wij mee beginnen, dat maken wij af. Dus kies een opleiding die bij je past.’ Daar schrok Sebastiaan wel van, hij was zachte, vrouwelijke energie gewend, van mijn zus en mijn moeder. Dit was ferme taal, daar moest hij aan wennen.
Ik heb veel energie in Sebastiaan gestoken. Van beroep ben ik coach. Ik ben met hem gaan wandelen en met hem gaan praten. Hij koos voor een opleiding in de ict en is geslaagd met een 8,2. Zijn docenten vonden hem een modelleerling. Maar zonder slag of stoot ging het niet. Je loopt tegen dingen aan. Hier wordt bijvoorbeeld veel gesport, wij zijn een sportief gezin. En er liggen hier altijd bananen. Handig als je moet sporten. Maar Sebastiaan at dan gerust alle vijf de bananen achter elkaar op. Hij had nog nooit in een gezin gefunctioneerd en moest leren om rekening met elkaar te houden. Of dat hij later thuiskwam dan hij had gezegd. Zat ik daar met het eten. Ik ontplofte dan. Ik deed erg mijn best om een goede reservemoeder voor hem te zijn, maar dit vond ik moeilijk. Zég het als je wat later komt.” 

Eenzaam

“Ja, ik heb weleens in bed gelegen: mijn god, waar ben ik aan begonnen. Een keer ben ik naar Veldhoven gereden, naar mijn moeder. Ik dacht: zij is de enige die mij begrijpt. Ik had de liefste moeder met een luisterend oor, maar toen ze mij verdrietig zag, zei ze: ‘Hanneke, ik kan dit niet aan. Ik kan jouw verdriet er nu niet bij hebben.’ Hoe pijnlijk ook, dat begreep ik. Ze had net haar kind verloren, maar het was wel voor het eerst in mijn leven dat ik niet bij mijn moeder terechtkon.Terwijl ze voor het overlijden van Ted nog altijd voor me zorgde. Op haar negentigste zei ze nog tegen me: ‘Han, je hebt het druk, ga lekker zitten, dan maak ik een kopje soep voor je.’ Je kent het wel, zo’n heerlijke verse soep, van driedubbel getrokken bouillon, of ze bracht een stamppotje.
Bij mijn moeder was de enige plek waar ik niet hoefde te zorgen, waar voor mij werd gezorgd. Maar dat was een kantelpunt.  Ik zie haar nog zitten in haar stoel bij het raam, gebroken van verdriet. Ik voelde me toen heel eenzaam. Ik kreeg wel steun van mijn man, maar hij heeft een drukke baan. Voor hem en mijn kinderen was het al snel weer business as usual. Ik denk dat het een jaar of twee heeft geduurd voordat ik dacht: hèhè, we zijn er weer. We hebben een goede modus gevonden.”

Liefdevolle brief

“Drie jaar nadat mijn zus overleed, overleed mijn moeder. Dat was weer een klap. Ze was 93, maar ik dacht dat ze honderd zou worden. Ook haar dood zag ik niet aankomen. ik ging elk weekend naar haar toe. Maar dat weekend niet, want ik was op retraite in de Ardennen, een weekje alleen. Ze heeft haar hoofd neergelegd tijdens Boer zoekt vrouw. De overbuurman vond haar maandagochtend op de bank met de tv nog aan. Ik wist meteen: haar huis is voor Sebastiaan. We hebben het helemaal opgeknapt en toen het klaar was, kon hij erin. Het is ons ouderlijk huis, mijn zussen en ik zijn er opgegroeid. Hij woont er nog steeds, als vijfde generatie. Dat is mooi en bijzonder hè?
Sebastiaan kwam elke week bij ons eten. Op een dag zag ik dat hij niet lekker in zijn vel zat. Hij miste zijn vader, zei hij. We hebben toen samen een heel liefdevolle brief geschreven. Maar in plaats van verzoenen kwam er een heel vervelend antwoord op. Of het niet tot zijn botte hersens was doorgedrongen dat hij hem nooit meer wilde zien. Dat was een klap voor Sebastiaan. Hij wilde maar één ding en dat was contact, de warmte en liefde van vroeger. Niet lang daarna hoorden we dat zijn vader was overleden. Sebastiaan kon het amper bevatten. Hij wilde afscheid nemen van zijn vader, maar dat werd afgeschermd door de familie. Sebastiaan was niet welkom bij de crematie. Dat is toch gruwelijk! Alsof je bestaan gewoon gewist wordt. Ik vond dat heel pijnlijk voor hem.” 

Wedergeboorte

“Het was tegelijkertijd een keerpunt. We hadden dertig jaar onze mond gehouden, maar nu wilde Sebastiaan er alles aan doen om een vaderschapserkenning te krijgen. Best uniek om dat postuum te regelen. Dit was het laatste wat we nog konden doen, het was altijd een heel onmachtig gevoel geweest. Je gunt een jongen zijn vader. Het zou een langdurig proces worden, met veel negatieve energie. En toch zijn we ervoor gegaan. Ik heb een maand lang mijn werk uit mijn handen laten vallen en we hebben een advocaat in de arm genomen en een dossier opgebouwd. En het is gelukt, de rechtbank heeft de vaderschapserkenning toegekend. Het voelde als een wedergeboorte. We hebben die dag beschuit met blauwe muisjes gegeten. Sebastiaan was dertig en werd opnieuw geboren, hoe mooi is dat!
Ik denk dat mijn zus nu eindelijk rust heeft. Dat het nu is zoals zij het gewild heeft. Misschien raar om van jezelf te zeggen, maar ik ben een rechtvaardigheidsstrijder. Als ik vind dat iets moet gebeuren, dan ga ik ervoor. Deze missie wilde ik ook tot een goed einde brengen. Ik heb die klus wel geklaard, zo voelt het. Dus ik denk dat mijn zus heel trots en heel blij is. Sebastiaan mag eindelijk zijn wie hij altijd al was. Hij heeft nog een heel leven voor zich. Met alle pijn en verdriet: hij kan nu door, dat is het allerbelangrijkste.”  

Help! Het loslaten begint

Hanneke schreef Help! Het loslaten begint, een boek over haar leven tijdens de overgang. Daarin lees je het complete verhaal over haar neef Sebastiaan. Ook is ze uitgever en inspirator van De Inspiratiebron Agenda en Scheurkalender. Voor meer informatie: DeInspiratiebron.com

Tekst: Ellen Leijser
Foto: Ruud Hoornstra
Visagie Lisette Verhoofstad

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.